G
ALCOHOL IN 'T VERKEER
D e Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid
(S.W.O.V.) doet sinds een aantal jaren onderzoek naar het ge
bruik van alcohol in het verkeer en het effekt ervan op de ver
keersveiligheid.
I
Subsidie bij aankoop geluidsarme trekkerkabines in de landbouw!
M inister Boersma van Sociale Zaken heeft een regeling
vastgesteld voor het verlenen van subsidie bij het aan
schaffen van geluidsarme trekkerkabines in de landbouw.
De minister wil hiermee de geluidsisolatie voor landbouw
trekkers bevorderen met het oog op de verbetering van
arbeidsplaatsen in deze sektor. De regeling verschijnt bin
nenkort in de Staatscourant.
D e overdrachtsbelasting roept nog al eens problemen op
met betrekking tot de toepassing van de vrijstellingen. Eer
der hebben wij reeds geschreven over wat onder naburig
landmoet worden verstaan, omdat voor verkrijging van
landerijen vrij stelling mogelijk is voor "naburige" landerijen.
Kortgeleden kregen wij een uitspraak onder ogen over de
toepassing van artikel 15 van de overdrachtsbelasting,
waarin wordt vrijgesteld "verkrijging van land in het belang
van verbetering van de landbouwstruktuur".
t
Moe werkt alcohol?
In een zojuist verschenen brochure geeft de S.W.O.V. een be
knopte weergave van de onderzoekingen naar rij- en drinkge
woonten t/ni 1975.
Het onderzoek loopt jammer genoeg slechts tot 1975. Het drin
ken is er na die tijd niet minder op geworden. Integendeel. Bols
boekt zeer goede resultaten en de bierbrouwers zien hun pmzet
eveneens sterk vergroot. Nu hebben wij weinig lust een preek op
te gaan zetten dat drinken en deelname aan het verkeer niet met
elkaar in overeenstemming zijn te brengen. Daarover hebben wij
het al dikwijls genoeg gehad en het resultaat is, dat er volgens
stastische gegevens meer gedronken wqrdt. Over de grootte
van de maatschappelijke schade als gevolg van alcohol in het
verkeer, hoeveel doden en gewonden er jaarlijks vallen, zullen wij
het evenmin hebben.
In bedoelde brochure staan echter ook enkele aanwijzingen hoe
alcohol op de mens inwerkt en dat lijkt ons een punt om wel aan u
door te geven. Als u het dan toch niet laten kunt om op een
vergadering, receptie, verjaarspartij etc. alcohol te drinken, kunt
u voor uw eigen bestwil toch met het volgende rekening houden.
econsumeerde alcohol wordt via de maag opgenomen in het
bloed en verspreid door het hele lichaam. Alcohol die'op deze
wijze de hersenen bereikt, beïnvloedt het gedrag. Duidelijk is.
dat naarmate het alcoholpromillage stijgt, de risiko's versneld
toenemen. In de Nederlandse wetgeving is bepaald, dat ver
keersdeelnemers me; een promillage van meer dan 0.5 0/00
reeds strafbaar zi jn. Daar zit men verdraait snel boven. Zelfs een
enkel glaasje kan tot een rijverbod van de politie leiden. Er is
weinig verschil in de hoeveelheid alcohol per consumptie. In een
glas bier zit evenveel alcohol als in een glaasje jenever of een
longdrink. De effekten zijn vrijwel hetzelfde. In de regel wordt
de 0.5 0/00-grens echter niet bereikt, als u zich beperkt tot één
glas per uur met een maximum van vier glazen. Bovendien moet
u dan na het laatste glas een halfuur wachten voordat u aan het
verkeer gaat deelnemen: aldus het S.W.O.V.
U ziet. dat u best een glaasje mag drinken: u mag echter niet
zuipen. Voor diegenen die een receptie geven komt dan nog
eens goed uit ook! Een veel betere oplossing is echter: dat u
afspreekt, wanneer u samen naar een receptie of feest gaat. wie
er op de terugreis zal rijden. Deze laatste moet zich dan ont
houden van alcohol-gebruik of althans zich zeer beperken.
Nieuwe maatregelen?
In het slot van de brochure vraagt de S.W.O.V. zich af of er
nieuwe maatregelen nodig zijn om te komen tor een veiliger
verkeerssituatie. Buitenlandse ervaringen met een alcoholwet
geven aan. dat het effekt na verloop van tijd afneemt. De
S.W.O.V. verwacht voor de Nederlandse alcoholwet hetzelfde
lot. Vandaar, dat in de aanbeveling een verhoging van het aantal
politiecontroles wordt voorgesteld. De automobilisten, die toch
teveel drinken, moeten een grote kans lopen gepakt te worden.
De kans lopen het rijbewijs te verspelen lijkt ons ook een effek-
tieve maatregel. Edoch, het politie-apparaat in Nederland blijkt
toch al zwaar onderbezet. Niettemin opgepast, want men kan
ieder ogenblik aan uw adem ruiken.
Omzetting van All-risks in W.A.
"Zeg Otto, sta ik nou en lig jij, of lig ik
nou en sta jij?"
eder jaar opnieuw waarschuwen wij onze verzekerden, dat
eventuele omzettingen van een all-risksverzekering in uitslui
tend W.A.-dekking voor 1 november moet plaats vinden, leder
jaar wordt daar een druk gebruik van gemaakt. Te druk. zouden
wij willen zeggen. We krijgen dan ook verzoeken binnen om de
auto van één of twee jaar oud in uitsluitend W.A. om te zettén.
En daar begrijpen wij dan niets van. Immers, gezien onze bij
zonder lage kaskopremie en daartegenover de steeds stijgende
reparatiekosten, is Yuit een oogpunt van risikodekking onver
standig een betrekkelijk jonge auto uitsluitend W.A. te verze
keren. Tenzij het zo is. dat uw portefeuille of bankrekening
zodanig gevuld is. dat enkele duizenden guldens geen rol spelen
In dat geval speelt dan ook de op te brengen premie geen enkele
rol. Om eens één voorbeeld te noemen. Onze bruto kaskopremie
voor een personenauto van f 12.000.— bedraagt 312.— als
daar een korting opzit van 40rï bedraagt de netto kaskopremie
slechts 187.20. Een belachelijk lage premie. Welnu, voor deze
premie, hetzij bruto of netto, is uw kaskorisiko verzekerd. U zou
kunnen weten, dat voor een dergelijk bedrag in de garage nau
welijks de motorkap van uw auto wordt opgelicht: laat staan een
kleine of grote reparatie wordt verricht. Weliswaar draagt u bij
de kaskoschade de eerste 200.— zelf (eigen risiko). maar dan
nog zijn voornoemde premies bruto en netto te laag om het
kaskorisiko zelf te dragen. Er moet niet veel aan uw auto man
keren of het is voor 1000.— of meer aan reparatiekosten
Waarmede maar gezegd wil zijn. dat althans bij onze O.V.M.
niet te snel tot omzetting in W.A. moet worden overgegaan. De
schijnbare besparing aan premie kan u dan veel geld kosten.
de I..
5,5 miljoen beschikbaar
Ze kan worden gezien als een uitvloeisel van de experi
mentele subsidieregeling arbeidsplaatsverbetering uit
1975. Ln het kader van die regeling is al in een tachtigtal
gevallen subsidie verleend bij het kopen van geluidsarme
trekkerkabines.
Ook voor eenmansbedrijven!
V oor de nieuwe regeling is in totaal 5,5 miljoen be
schikbaar. Ze is van toepassing op zowel landbouwers met
een eigen bedrijf als ondernemers van een loonbedrijf of
een landbouwkoöperatie. In de kosten van de aankoop
van een geluidsarme trekkerkabine wordt hun onder be
paalde voorwaarden een subsidie van 50% gegeven tot
een maximum van 3.000,-. Aan één ondernemer wordt
niet meer. dan 15.000,- subsidie verleend. Dit geldt zo
wel wanneer een afzonderlijke kabine wordt aangeschaft
als een nieuwe trekker inklusief kabine. De subsidie wordt
ook toegekend aan ondernemers die geen personeel in
dienst hebben.
Voorwaarde is o.a. dat de kabine voldoet aan de normen
voor geluidsisolatie zoals die door de Europese Gemeen
schappen en de O.E.S.O. worden gehanteerd. Voorts
geldt de regeling voor die kabines die tussen 25 mei en 31
december 1977 zijn of worden aangeschaft.
Nadere informatie over deze regeling is te krijgen bij de
bureaus van de Arbeidsinspektie in het land. Daar zijn
ook formulieren voor het aanvragen van subsidie ver
krijgbaar, aldus een persbericht van het ministerie van
Sociale Zaken.
Adres Arbeidsinspektie is: Wilhelminastraat 35 te Breda,
tel. 076 - 137350. Dit adres geldt voor Zeeland en Noord-
Brabant.
Het ging om een aankoop op 14 januari 1975 van 2.26 ha
verpacht grasland door een landbouwer die reeds 42 ha.
exploiteerde.
De pachttermijn liep af op 1 november 1979.
Met de pachters was overleg gepleegd en blijkens schrifte
lijke verklaringen van september 1975 hadden zij zich be
reid verklaard het gepachte land bij het einde van de lopende
pachtperiode vrij van pacht aan de koper ter beschikking te
stellen. Twistpunt was nu of er in dit geval, koop in begin
1975, terwijl het perceel pas in 1979 in gebruik kon worden
genomen, sprake was van struktuurverbetering van het
landbouwbedrijf en de vrijstelling van overdrachtsbelasting
mogelijk was. Hij, de boer, voldeed namelijk aan de andere
voorwaardenhij was reeds meer dan 5 jaar eigenaar van
landerijen, groter in oppervlakte dan het gekochte en wel de
geexploiteerde 42 ha. Het mocht geen bezwaar zijn tot het
verlenen van de vrijstelling, omreden dat het gekochte niet
direkt in exploitatie kon worden genomen, aldus de bewe
ring van de landbouwer.
Als vaststaand werd aangenomen, dat dit zou gebeuren on
middellijk nadat de pachtovereenkomst werd beëindigd.
En doordat de pachter een verklaring had getekend dat hij
geen pachtverlenging zou vragen stond het vast dat dit in
1979 zou zijn.
H et Gerechtshof stelde de boer in het gelijk en wel in een
uitvoerig gemotiveerd arrest, dat alsvolgt luidt: "dat art. 15,
eerste lid van de Wet - voorzover te dezer zake van belang -
bepaalt, dat van de overdrachtsbelasting is vrijgesteld de
verkrijging van landerijen tot een oppervlakte niet groter
dan de oppervlakte van naburige landerijen, welke de ver
krijger reeds gedurende ten minste vijf jaar in eigendom
heeft, mits de verkrijging tn het belang is van een verbete
ring van de landbouwstruktuur;
dat slechts het antwoord op de vraag of aan laatstbedoelde
eis wordt voldaan partijen verdeeld houdt, nu de nieuwe
landerijen nog tot 1 november 1979 zijn verpacht en niet
reeds op het tijdstip van verkrijging in de bedrijfsexploitatie
kunnen worden betrokken;
dat voormeld art. 15 lid van de Wet bij amendement in de
Wet is opgenomen en uit de wetsgeschiedenis (mondelinge
toelichting van het amendement in de Tweede Kamer)
blijkt, dat voor de beoordeling of er sprake is van een
struktuurverbetering als daarbedoeld - bij gebreke van een
daartoe strekkende verklaring namens de Minister van
Landbouw - terzake toetsing door de rechter mogelijk is
gemaakt.
dat het Hof bij de toetsing of de verkrijging in het belang is
van een verbetering van de landbouwstruktuur voor wat
betreft de bedoeling van deze bepaling te rade gaat bij de
door de indiener van het amendement gegeven toelichting;
dat daaruit blijkt dat dit amendement ertoe strekte vrijstel
ling van overdrachtsbelasting te verlenen voor aankoop en
dergelijke van aangrenzende landerijen, waardoor verbete
ring van de struktuur van de landbouw wordt bevorderd;
dat mitsdien in overeenstemming met deze bedoeling dient
te worden nagegaan of door de onderwerpelijke verkrijging
van de nieuwe landerijen op 14januari 1975 een verbetering
van de struktuur van de landbouw wordt bevorderd;
dat zulks naar 's Hofs oordeel op grond van de voormelde
vaststaande feiten en omstandigheid het geval is, nu uit een
en ander valt af te leiden en aannemelijk is geworden, dat op
het tijdstip van de verkrijging van de nieuwe landerijen de
aankoop strekte tot bevordering van de verbetering van de
landbouwstruktuur;
dat daaraan niet in de weg staat dat de nieuwe landerijen
waren verpacht en eerst per 1 november 1979 vrij van pacht
zouden kunnen worden opgeleverd, daar de wet geenszins
als dwingende eis inhoudt, dat op het tijdstip van de ver
krijging ook reeds het in eigen exploitatie nemen mogelijk is
en het stellen van dit vereiste voor. de beoordeling van
struktuur - verbetering ook niet in des wetgevers voormelde
bedoeling ligt besloten, waarin slechts sprake is van het
bevorderen van de verbetering van de landbouwstruktuur
door de verkrijging;
dat dan ook de voorwaarde dat de verkrijging is in het
belang van een verbetering van de landbouwstruktuur is
vervuld, nu op het tijdstip van verkrijging hetwelk is, gelijk
de inspekteur stelt, dat waarop de-akte werd opgemaakt -
redelijkerwijs aannemelijk was gelet op de voormelde vast
staande feiten - dat de bepalingen van de Pachtwet aan een
toekomstige gemeenschappelijke exploitatie van de nieuwe
en de oude landerijen - hetgeen naar vaststaat de bedoeling
van belanghebbende was en is en waaruit naar niet is betwist
een verbetering van de landbouwstruktuur voortvloeit - niet
in de weg zouden staan
dat bovendien blijkens de thans geproduceerde verklaringen
van de pachters de dato september 1975 is komen vast te
staandat de verpachting van de nieuwe landerijen een
aflopende zaak is; waar deze per 1 november 1979 afstand
hebben gedaan van eventueel recht op verlenging van hun
pachtrecht.
Z oals U ziet was het zeer belangrijk dat een schriftelijke ver
klaring van pachtbeëindiging aanwezig was. Eens te meer blijkt
dat men goed beslagen ten ijs moet komen om zijn beweringen
waar te maken.
Paauwe.
3