Landbouwbegroting 1978 W ij zijn bijzonder teleurgesteld, dat door het langdurig geharrewar rond de kabinetsformatie, de landbouw het zonder een duidelijk omlijnd programma voor het ko mende jaar moet doen. Wij hebben waarachtig wel een duidelijk beleid nodig als wij o.a. onze moeilijke positie bezien binnen de E.G.G. Erkend wordt in de memorie van toelichting, dat onze ongunstige positie wórdt veroor zaakt door de grote verschillen op sociaal-economisch gebied en door de relatief sterke gulden. Dus wel erken- nig van de problemen, maar geen handwijzer om hierin verbetering te brengen. W el is de post voor de ruilverkaveling met 20% ver hoogd ten opzichte van vorig jaar en wel van 249,7 miljoen 304,7 miljoen voor dit jaar. Deze gelden zullen voor het komende jaar nog grotendeels ten goede komen voor de verbetering van de landbouwbedrijven. In de toekomst zal dit wel anders komen te liggen. Wil men dan ook nog voldoende beschikbaar houden voor de verbe tering van de gebieden met hoofdfunktie landbouw, dan zullen de bedragen sterk verhoogd moeten worden zuidelijke landbouw maatschappij VANUIT DE Z.L.M. GEZIEN VRIJDAG 23 SEPTEMBER 1977 land- en tuinbouwblad z. Lm In dit blad op pag. 8. 9 en 10 zult U het een en ander lezen over de landbouwbegroting 1978. De begroting van Johan Borstlap te 's Gravenmoer werd door honden aan stukken gescheurd toen die op een mistige zondagmorgen vijf en veertig prachtige kwaliteits fokooien op bloeddorstige wijze afschuwelijk verminkten. In één klap werd dertig jaar geduldig fokwerk teniet gedaan. Op pagina 13 kunt U er meer over lezen en zien. H et landbouwbeleid blijft afgestemd op continuïteit en groei". Deze aanhef van de memorie van toelichting op de begroting lijkt hoopgevend. Verder lezend echter ontdekken wij ras, dat de demissio naire minister niet bereid is geweest zijn bijna 4 jaar ervaring als minister van landbouw te gebruiken om richtlijnen aan te geven, hoe verschillende knelpunten in de komende tijd aangepakt kunnen worden. Nee, de mi nister geeft aan dat een memorie van toelichting, ge schreven tijdens de kabinetsformatie, aan beperkingen onderhevig is. Wij hadden b.v. graag gezien dat de post bevordering, afzet en produktie van landbouwprodukten extra was verhoogd (met vooral de nadruk op de afzet). Hiervoor is 178,3 miljoen uitgetrokken (vorig jaar 170 miljoen). Extra geld zeker verantwoord als wij zien dat de landbouw nog steeds 25% aan de totale export bijdraagt met een positief saldo van 7266 miljoen tegen ƒ8137 miljoen negatief saldo bij de industriële export. Op de F.N.Z.-vergadering heeft minister Lubbers gezegd onder de indruk te zijn van de prestatie die de Neder landse landbouw telkens weer opnieuw weet te leveren. Hij erkent dat deze prestatie geleverd wordt, ondanks de zojuist gesignaleerde positie waarin het Nederlandse be drijfsleven verkeert. Daarbij aanvullend, dat dit hoge ex portniveau bereikt wordt doordat de boerenstand bereid is of genoodzaakt wordt, met een lager inkomen genoe gen te nemen, of verder op zijn vermogen inteert. Kijk, als de minister van economische zaken signaleert hoe moei lijk de situatie in de landbouw is en anderzijds toch zo belangrijk is voor de nationale economie, dan mag je veronderstellen dat de minister van landbouw deze on derhandelingspositie zo goed mogelijk uitspeelt. Dat vin den wij jammer genoeg onvoldoende terug in deze be groting Duidelijk wordt dat de ruilverkaveling in de toekomst steeds meer in de richting van de landinrichting gaat. Als landbouw zullen wij deze ontwikkeling nauwlettend moeten volgen. In de begroting is er 91.1 miljoen uitgetrokken voor verplaatsing van boerderijen en kavelruil. Wij zijn van mening dat met deze regeling, vooral wat kavelruil be treft, er op eenvoudige wijze structuurverbetering tot stand kan komen op meerdere bedrijven. In de praktijk blijkt de regeling Boerderijverplaatsing onhanteerbaar te zijn, zodat aanpassing van deze regeling hard nooöteake- lijk is. Bij het grond- en pachtbeleid is een slagvaardig beleid noodzakelijk, waarbij een sterke afname van de grond- mobiliteit wordt gesignaleerd, ofschoon aan deze terug gang nu een einde lijkt te komen. Als landbouw zijn wij zeker gebaat met een slagvaardig grondbeleid, waarbij wij zelf bouwstenen aan zullen moeten dragen om hierin verbetering te krijgen. Doen wij dit niet, dan lopen wij het risico dat men over ons en zonder ons gaat beslissen. Wij hopen dat spoedig over de officiële pachtnormen te kun nen beschikken, zodat wij weten waar wij precies aan toe zijn. Wanneer wij de personeelsbezetting bij de voorlichting voor de komende tijd bezien dan blijkt dat er eerder van verruiming dan van inkrimping gesproken kan worden Wij vinden dat een goede zaak, daar wij van mening zijn dat het voorlichtingsniveau zeker gehandhaafd dient te blijven. Daar komt nog bij dat in onze provincie o.a. de veehouderij, de varkens- en kippenhouderij en ook de grove tuinbouw en bollenteelt, verspreid over de provin cie in kleine aantallen een moeilijk gebied is om op effi ciënte wijze voorlichting te geven. Wij zouden dan ook willen pleiten voor een "in verhou ding" zwaardere bezetting, mede om de mogelijkheden tot bedrijfsaanpassing besproken in de alternatieve 6, verder uit te diepen. Tot zover enige beschouwingen naar aanleiding van de landbouw begroting. Nieuwe subsidieregelingen die de aandacht vragen: Allereerst de subsidieregeling voor trekkercabines. Ui teindelijk is na lang praten het min. van Economische Zaken bereid gevonden hiervoor 5V2 miljoen beschikbaar te stellen. Wij vinden dit een goede zaak omdat hier inderdaad een bijdrage wordt geleverd bij de verbetering van de werkomstandigheden, vooral op de zwaardere tractoren die in het najaar onder dikwijls ongunstige om standigheden ingezet moeten worden Wij zijn echter ontstemd over de slechts korte periode waarin het mogelijk is om van deze subsidie gebruik te kunnen maken en wel van 25 mei tot het eind van het jaar. Vooral de datum 25 mei is onbillijk. Juist deze winter zijn in ons werkgebied nogal wat nieuwe tractoren aange schaft, voorzien van geluidsarme cabines. Deze aanschaf werd gestimuleerd doordat via publikaties in de land- bouwpers werd aangekondigd dat deze regeling op komst was. Wij willen er dón ook op aandringen om de termijn sterk te verruimen, vooral met terugwerkende kracht. De andere regeling betreft mengwoelen van droogtege- voelige gronden. Ook hiervoor is een beperkt bedrag beschikbaar. Wij willen dan ook adviseren, wanneer u belangstelling heeft, zo snel mogelijk aan te vragen. Wij vinden deze regeling, waardoor het produktievermogen verbeterd kan worden, een bijzonder goede zaak. Wij hopen dan ook dat er ruimere middelen voor dit doel be schikbaar komen dat nu toegezegd. Doeleman 1

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 1