H et oogsten van stro geschiedt overwegend in pakken van 20 kg, met afmetingen van 0,41 x E en of beide van de genoemde mogelijkhe den worden toegepast in de volgende syste men: H ierbij maakt men veelal gebruik van warme lucht (10 - 15 graden boven de buitentemperatuur), dat men met een ventila tor door het graan perst. Hierdoor vindt een versnelde voch- tuittreding plaats. Dit drogen kan zowel plaats hebben in een specifieke droger als op een droogvloer. Het is aan te bevelen om het graan in betrekkelijk dunne lagen (max. 50 cm) te dro gen. Om bij het drogen van graan in dikkere lagen een uniforme partij te krijgen, is het noodzakelijk om het graan om te schep pen of om te laten lopen. Partijen met een zeer hoog vochtge halte (30% en meer) worden meestal in twee keer gedroogd. Bewaarplaatsen met een ventilatorkapaciteit van 300 m3 lucht per uur per m2 oppervlakte/uur kunnen uitgerust met rooster- vloer of afgedekte lattenroosters met sukses voor dit drogen worden benut. D oor vochtig graan met buitenlucht te ventileren wordt een konditionerend effekt verkregen, waardoor de bewaarduur met 75% wordt verlengd. Ook indien hierbij een verlaging van de temperatuur optreedt, wordt de bewaarbaarheid verbeterd. Te vens kan (vooral bij droge lucht) hierbij ook overdracht van vocöt plaats vinden, waardoor dit graan langzaam indroogt. Dit ventileren gedurende een lange tijd kan geschieden in lage silo's en op vloeren van bijv. bewaarplaatsen. Wel zal de max. stort- hoogte bij het vochtgehalte moeten worden aangepast. Zo kan graan met 21% vocht bij dit systeem 3 m hoog worden gestort. Arbeidsbehoefte bij verschillende stro-oogstsystemen Mogelijkheden voor het drogen en B ij de vochtige weersomstandigheden van de afgelopen weken was het niet mogelijk om het graan met een voldoende laag vochtgehalte te oogsten, waardoor dit zonder meer niet houdbaar konditioneren van vochtig graan Verlies van graan na het oogsten moet worden beperkt Stamslabonen gingen rotten door teveel regen V Ir. K. de Koning en F.J. Edens I.M.A.G. De oogst en het binnenhalen van stro 0.46.x 1,00 m3. Bij een opbrengst van bijv. 4.500 kg per ha betekent dat 225 pakken per ha. Het stuk voor stuk venverken van de pakken is zo wel bij het laden en lossen, als bij dè verdere verwerking arbeidsintensief. Deze werkmet hode wordt toegepast bij de volgende syste men: A - volledig handwerk (100 pakken per wa gen); B - het gebruik van een opraaplader (100 pak ken per wagen); C - het direkt op de wagen persen (85 pakken per wagen). Verlaging van de arbeidsbehoefte is te bereiken door het aantal te verwerken eenheden te ver minderen. Dit kan gebeuren door: 1. de pakken tot grotere eenheden samen te voegen; 2. het pakgewicht te verhogen. D. Met een onbemande pakkenslede of -wa gen de pakken in dwarszaden verzamelen en in handwerk tot pakketten van 8 pakken samenvoegen. Met pakkenklauw pakketten op wagen laden en in opslag lossen. E. Met pakkenverzamelklauw de in het zwad liggende pakken in pakketten van 8 verza melen en in stapels van 48 pakken zetten. Met pakkenklauw stapels laag voor laag op wagen laden en aan opslag lossen. F. Met automatische pakkenwagen tijdens het persen pakketten van 10 pakken maken. Met pakkenklauw de pakketten in stapels van 70 pakken zetten, met stapeldrager sta pel opnemen, transporteren naar opslag en stapel als geheel afzetten. De pakken moe ten bij dit systeem langer (1,25 m) zijn, zo dat het gewicht 25 kg wordt. G. Met opraapstapelwagen in het zwad lig gende pakken verzamelen in stapels (83 pakken per stapel). Transporteren naar op slag en stapel als geheel afzetten. b. als G, maar met grotere pakken (afmetin gen 0,44 x 0,58 x 1,25 m3, gewicht 35 kg, 56 pakken per stapel) volgens het Freeman- systeem. Het afleveren van stro op de vrachtauto Z/ ijn de pakken in eenheden in de opslag ge bracht, dan kunnen deze ook weer als eenheid op de wagen worden geladen; voor de stapels geldt dan wel de voorwaarde dat hierin vol doende verband aanwezig is. In de overige ge vallen moet pak voor pak worden verwerkt. Bij het afleveren worden bij de volgende oogstsystemen de er achter vermelde werk methode toegepast. A, B en C: Laden in handwerk, 1 man op wa gen, 3 man in opslag; lading binden door chauffeur; Arbeidsbehoefte voor persen laden transporteren lossen in opslag totaal afleveren totaal naar opslag op vracht Sys- auto teeir mu/ha mu/10 ton mu/ha mu/10 ton mu/ha mu/10 ton mu/ha mu/10 ton mu/10 ton mu/10 ton A 7,75 17,2 0,10 0,42 3,30 7,3 1 11,24 24,0 5,75 30,65 B 3,70 8,2 0,24 0,53 3,30 7,3 7,24 i 16,1 5,75 21,85 C 2,70 6,0 0,28 0,62 3,30 7,3 6,28 13,9 5,75 19,65 D 2,43 5,4 0,20 0,44 0,49 1,09 3,12 j 6,9 3,26 10,16 E 2,50 5,7 0,20 0,44 0,49 1,09 3,25 i 7,2 3,20 10,46 F 1,80 4,0 0,43 0,95 0,05 0,11 2,28 5,1 1,20 •6,36 G 1,46 3,2 0,42 0,93 0,10 0,22 1,98 1 4,4 2,42 6,82 H 1,34 3,0 0,35 0.78 0.06 0,13 1.75 J 3,9 1,U 5,01 is. Mogelijkheden voor de praktijk om graan langer goed te houden zijn: a. drogen tot ca. 17% vocht met verwarmde lucht: b. ventileren met buitenlucht. a. Het drogen met verwarmde lucht b. Ventileren met buitenlucht Wanneer ervoor zou worden gezorgd dat het verlies van graan dat zich na het oogsten voordoet half zo groot als nu zou zijn, zou in 1985 in de helft van de invoerbehoefte van de ontwikke lingslanden kunnen worden voorzien. Dat heeft de direkteur- generaal van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) der Verenigde Naties, Edouard Saouma, gezegd op een vergadering van de Economische en Sociale Raad van de VN (ECOSOC). Voor elke vocht meer dient de graanlaag 0.5 m lager te worden genomen, zodat bij 25% vocht de laagdikte slechts 1 m mag bedragen. De benodigde ventilator dient 400 m3 lucht per m2 vloeroppervlakte bij 50 mm Wk te kunnen leveren. Het regelmatig om laten lopen en mengen zijn noodzakelijk. Omdat in bewaarplaatsen de ventilatoren in het algemeen bij deze weerstand minder lucht leveren zal, indien men hierin deze methode toepast, het graan in hoofdzaak worden gekonditio- neerd. Dit graan zal nadien nog moeten worden nagedroogd. Om graan met meer dan 20% vocht door ventilatie met buiten lucht alleen te konditioneren kan men volstaan met een venti latorkapaciteit van 30 - 40 m3 lucht per m3 graan per uur. Consulentschap in algemene dienst voor Boerderijbouw en -Inrichting (C.B.I.) Wageningen. Volgens Saouma gaat na het oogsten zo'n tien procent van de totale graanoogst verloren en is die raming hoogstwaarschijnlijk nog aan de lage kant. Als men dat verlies met de helft zou beperken zou er een hoeveelheid graan beschikbaar komen waarmee de ontwikkelingslanden in 1985 in de helft van hun behoefte aan brood- en voedergranen zouden kunnen voorzien. Bovendien, zo zei Saouma, zou een verkleining van het verlies aan graan een besparing van meer dan 750 miljoen dollar per jaar aan deviezen opleveren. De FAO start een campagne om het verlies van graan na de oogst te verkleinen en zal daar twintig miljoen dollar aan besteden. Terwijl we dit schrijven is het gelukkig weer droog. Maar ook al schijnt dan de zon, de gevolgen van de overvloedige regen zijn daarmee voor sommige ondernemers geenszins uitgewist. De granen zijn nu wel van het veld, maar bij menigeen is de kwali teit van het gedorsen produkt slecht. Op sommige percelen stamslabonen is het een ware misoogst geworden. De hevige en langdurige regenval kon niet tijdig via de draineerbuizen wor den afgevoerd. Tevens sloeg de grond op vooral de slempge- voelige akkers dicht. Het gevolg was dat de bonen door zuur stofgebrek gingen verwelken. Het gewas rot weg en de op brengst is nihil. Tel maar uitje winst als bonenteler! Het zijn vooral de laatgezaaide percelen geweest die deze schade nu lijden. De eerder gezaaide bonen waren reeds geoogst. De op brengst hiervan i)> op de meeste bedrijven redelijk geweest. foto's: Ir. J.A.H. Haenen, genomen op 29/8). F: Pakken met 12-paks pakkenklauw op wagen laden; verder als D en E. D en E: Pakken met 8-paks pakkenklauw op wagen laden, zowel op vrachtauto's als op aanhanger 1 man pakken stapelen; totaal 3 man laden; lading binden door chauffeur. F en H: Stapels vanuit opslag op vrachtauto laden; tijdens laden geeft chauffeur aanwijzin gen; totaal 3 man laden; lading binden door chauffeur. De arbeidsbehoefte oor het berekenen van de arbeidsbehoefte zijn de volgende uitgangspunten aangehou den: opbrengst 4,5 t/ha, zwadafstand 4,5 m; oppervlakte perceel 300 x 200 m2 6 ha; afstand perceel-opslag 500 m; Met de klem van een Freeman-opraapstapel wagen worden de stapels in een klamp gezet of direkt ^e^eelheidstro per vrachtauto-combinatie op een wagen geladen. De arbeidsbehoefte voor verschillende stro-oogstsystemen 8

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 8