In plaats van gras
DING-EM VAM DE WEEK
I n de Produktschapvergadering is veel waardering uitgesproken
voor het omvangrijke werk dat is verricht om de grondslag te
leggen voor een nieuw kwaliteitsbeleid voor groenten en fruit in
ons land.
Het juiste tijdstip voor de tomaten pluk
Duizend auto's onder het groen
Het effekt van assimilatie belichting
BEVELAND B.V.,
C.J.Nouse
De andere kant van de tuin
et kunnen beleven van al het moois dat een tuin te bieden
heeft wordt bepaald door de mate waarin dat fraais bereikbaar
is. Mede daarom is een paadje door de tuin zo belangrijk. Langs
zo'n paadje is er een direkter kontakt met de planten mogelijk.
Zo'n paadje kunnen we bovendien voeren naar een tweede zitjt
in de tuin. een zitje dat temidden van het groen, in de schaduw
van een boom of aan de rand van een vijvertje de tuin weer var
een heel andere kant laat zien.
Tuinen worden mede van gras voorzien omdat het voor kinde
ren zo fijn zou zijn om op te spelen. In theorie is.dat waar. maar
de praktijk heeft anders geleerd. Gras is alleen fijn om op te
spelen als het droog is. Nu leven wij in een klimaat waarin dat
maar zelden het geval is. Is het gras niet nat van de regen, dan is
het wel nat van de dauw. Daarom pleit er veel voor om speel-
plaatsjes voor kinderen ook te verharden. Ze kunnen er dan
altijd terecht.
Een tracé terras-paadje-zitje blijkt ook in dit opzicht te funktio-
neren. Kinderen lopen graag rond en heen en weer. Door de aan
verharding grenzende beplanting te beschermen door de piant-
vakken te verhogen en door middel van bielzen, palen of een
muurtje op te sluiten wordt enerzijds het vertrappen van de
beplanting voorkomen en wordt anderzijds de tuin wat speelser
van vorm
Boeiender
In plaats van gras, bodembedekkers, een boompje en enkele
interessante solitairheesters; een paadje, een tweede zitje en een
vijvertje in de schaduw van een boom kompleteren het beeld.
eel boeiender wordt een tuin wanneer we de tuinruimte op
een andere manier inrichten. Door beplanting meer ruimte te
geven kan er in een afwisseling van bodembedekkende planten
met solitairgroepjes een interessant beplantingsbeeld samenge
steld worden. Enkele flinke en tot de verbeelding sprekende
heesters, coniferen of een klein boompje vormen het beplan
tingshoogtepunt.
Voorbeelden van bodembedekkende planten die in dit verband
gebruikt kunnen worden zijn: Acaena, Ajuga, Campanula, Ce-
rastium. Geranium, Vinca. Lamium, Sedum en vele anderen.
Solitairvasteplanten zijn ondermeer: Aquilegia, Aruncus, Astil-
be, Thalictrum, Dicentra, Verbena. Kniphofia, Yucca enz.
Als solitairheesters noemen we Aralea, Rhus, Acer soorten,
Buddleia, Clerodendron e.d.
Hoe kleiner hoe fijner
O p kleinere oppervlakten moeten we met fijnere materialen
werken dan op grotere oppervlakten. Op grotere oppervlakten
kunnen we behalve van bodembedekkende vasteplanten ook
Het gebruikelijk beeld, een gazon met een bontplatenmenge-
ling omzoomd
Een tuin aanleggen zonder daarbij gebruik te maken van gras wordt nog maar weinig gedaan. Toch is het aanbrengen
van een gazon een niet altijd voor de hand liggende zaak. Vooral kleinere tuinen laten zich dikwijls beter^irichten
wanneer in plaats van gras gebruik gemaakt wordt van wat meer verharding en passende planten.
Beperkt genot
E» en veel voorkomende vorm van tuinaanleg is het gazonnetje
dat door een bonte plantemengeling wordt omzoomd. Het genot
van de tuin is in zo'n geval vrij gering. Vanaf het terrasje tegen
de woning ziet men uit over de. door de beperkte ruimte, mee
stal weinig interessante beplanting en gedurende de tijd dat het
gras droog is kan het door kinderen bespeeld worden.
nog gebruik maken van bodembedekkende heesters en conife
ren zoals Cotoneastersoorten, Euonymus soorten. Hypericum.
Taxus en Juniperus soorten.
Onder het juiste pluktijdstip voor tomaten moeten we verstaan
het moment van plukken waarop de maximale opbrengst gep
aard gaat met de optimale kwaliteit. De opbrengst hangt af van
het aantal en het rijpheidsstadium van de te oogsten vruchten.
Immers bij verschillende fruitsoorten is vastgesteld dat door
later oogsten - zodat de vruchten verder kunnen uitgroeien - een
sterke opbrengstverhoging wordt verkregen. Het aantal te oog
sten vruchten is mede bepalend voor de totale opbrengst. Bij een
optimaal aantal vruchten zal de plantengroei in evenwicht zijn
met het aantal vruchten, m.a.w. het vegetatieve deel en het
generatieve deel van de planten zijn goed op elkaar afgestemd.
Zijn er per plant te weinig vruchten dan zullen deze weliswaar
groter worden maar een deel van de voor de plant ter beschik
king staande voedingsstoffen zal een versterkte vegetatieve
groei geven ten koste van de generatieve delen, de vruchten.
Zijn er te veel vruchten dan zullen deze niet optimaal gevoed
kunnen worden en zal de opbrengst achterblijven-bij het maxi
mum.
Het rijpheidsstadium waarin de vruchten worden geoogst be
paalt hoofdzakelijk de kwaliteit. Reeds eerder werd erop gewe
zen dat vruchten in een verdoorgeslagen, dus roder stadium
geplukt een betere kwaliteit hebben dan groen geplukte toma
ten. Dit geldt wanneer de tomaten zorgvuldig geplukt zijn en
niet de behandeling, die in de praktijk wordt toegepast na de
oogst, hebben ondergaan. (Spranger Instituut).
In Hilversum wordt momenteel gewerkt aan de tot dusverre
grootste daktuin van Europa. De ontwerpers lossen daarmee op
milieubewuste wijze een probleem op dat in alle dichtbevolkte
gebieden zeer nijpend is: het gebrek aan parkeerruimte.
De opdracht hield het volgende in:
- Het maken van een ruime parkeergelegenheid voor de dage
lijkse stroom van auto's naar dit komplex;
- het aan het oog onttrekken van deze auto's, waarbij ze tevens
worden beschermd tegen de weersinvloeden;
- de overdekte parkeerruimte biedt plaats aan 1.000 auto's. In
plaats van een opeenhoping van staal en glas zal men groen zien,
geheel aangepast aan de omgeving.
Bij chrysanten is het gebruik van assimilatiebelichting bedrijf
seconomisch niet aantrekkelijk. De verhoging van de produktie
bedraagt 16% waardoor slechts 40% van de kosten van belich
ting worden goed gemaakt. Het toepassen van assimilatiebe
lichting levert bij radijs, bij een begrote produktieverhoging van
25% of 15 bos per m2 kas en een prijs van 0,90 per bos, een
positief resultaat.
Belichting van groenteplanten is bedrijfseconomisch en teelt-
kundig gezien vooral aantrekkelijk voor komkommerplanten.
De kosten van het belichten van komkommerplanten op het
eigen bedrijf zijn begroot op 0,40 per plant, bij een opkwee-
kruimte van 10% van de bedrijfsoppervlakte. De (verrolbare)
installatie wordt dan uitsluitend voor opkweek van komkom
mers gedurende één maand gebruikt. Een hogere produktie van
één komkommer per plant is dan ruim voldoende om de kosten
van belichting te dekken.
O p 1 oktober a.s. treedt het landbouwkwaliteitsbesluit voor
groenten en fruit in werking en een gevolg hiervan is o.a. dat we
dan niet meer te maken zullen hebben met het Uitvoer Controle
Bureau (UCB) bij de export van groenten en fruit maar met het
Kwaliteitscontrole Bureau (KCB) bij alle verhandeling van
groenten en fruit via veilingen en andere pak- of sorteerstations.
Wat er op 1 oktober gaat veranderen en gebeuren is een gevolg
van een verordening van het Produktschap voor Groenten en
Fruit welke op zich weer haar grond vindt in de op 1 januari 1973
in werking getreden Landbouwkwaliteitswet.
Er zijn een groot aantal nieuwe kwaliteits- en sorteringsvoor
schriften voor groenten en fruit vervaardigd op grond van deze
nieuwe verordening waarbij o.m. volledig rekening is gehouden
met de eisen en normen van de E.E.G.
De kwaliteitsvoorschriften zoals deze thans gaan gelden zijn niet
alleen bestemd voor het produkt dat wordt uitgevoerd, maar ook
voor dat wat in het binnenlandse handelsverkeer blijft. Op grond
van de E.E.G. voorschriften is het namelijk niet toegestaan on
derscheid te maken tussen produkten die in Nederland worden
verhandeld en die welke naar andere E.E.G.landen worden ver
zonden.
Men heeft hier te maken met het zgn. non discriminatiebeginsel
van de E.E.G. Dat maakte het ook noodzakelijk dat het oude
U.C.B. een andere taak en opdracht krijgt wat per 1 oktober gaat
gebeuren.
Het wordt dan K.C.B. en is belast met de totale controle op de
naleving van hetgeen in het Landbouwkwaliteitsbesluit groenten
en fruit is voorgeschreven. Het totale handelsverkeer van groen
ten en fruit valt hieronder want niet alleen op de veilingen zal de
controle plaats vinden maar ook in de sorteer- en pakstations van
de exporteurs. Er is ook een controle buiten deze officiële kana
len zoals bij grossiers, importeurs, detaillisten en fabrikanten
maar deze berust bij de A.I.D.
Het besluit dat nu van kracht is geworden in ons land gaat
overigen nog wel wat verder dan wat de E.E.G. heeft vastgesteld
want er bestaan in de groenten en fruitsektor binnen de E.E.G.
vooiy26 produkten zgn. E.E.G.-normen maar in ons land zijn
reeds 56 soorten groenten en fruit onder de werking van het
besluit gebracht.
Het is hier niet de plaats om aan te geven wat er is veranderd in de
sorterings-, verzorgings- en verpakkingsnormen. Hiervoor zullen
de telers die er mee te maken krijgen weer de bekende boekjes
van het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen kunnen be
komen.
De oude boekjes met de sorteringseisen van het Centraal Bureau
van de tuinbouwveilingen dateerden van 1972 voor fruit en van
1973 voor groenten. Er komen thans twee nieuwe en aparte
boekjes welke in de loop van dit najaar zullen worden uitgegeven.
Wat thans is voorgeschreven is een geheel eigen beleid in deze
waarbij toch ten volle rekening is gehouden met wat de E.E.G.
vraagt en eist. Het is ook te hopen dat het resultaat van het
nieuwe beleid dat gevoerd gaat worden zal zijn dat de kwaliteit
van onze groenten en fruit zoals ze in het handelsverkeer komen,
inderdaad beter wordt. In sommige sektoren mankeert daar nog
al wat aan en voor de afzet in de toekomst zal het van het grootste
belang zijn dat men hieraan alle aandacht schenkt. We hebben
wel eens de indruk dat nog niet alle telers van groenten en fruit
hiervan voldoende zijn doordrongen. Men staat er soms versteld
van wat men durft aan te bieden in de hoop dat er wel iemand zal
zijn die het koopt.
Toch zal nu en in de toekomst steeds meer de nadruk op die
kwaliteitsbevordering gelegd moeten worden. Het is geen nieuw
geluid. We hebben het in deze rubriek reeds meerdere keren naar
voren gebracht. Juist in een jaar als we nu hebben speelt het
echter weer een grote rol. Er is naar fruit een grote vraag. Vrijwel
alles kan verkocht worden. We moeten echter wel bedenken dat
we klanten voor de toekomst verliezen wanneer we ze nu een
produkt voor zetten dat teleurstellingen geeft. Vooral de bin
nenlandse markt is in dit verband belangrijk. Daarom is het goed
dat het KCB niet alleen de produkten keurt voor export maar ook
voor het binnenland. Hier wordt het grootste deel van onze
produktie verkocht. We vernamen laatst dat van onze nationale
appelproduktie 20% wordt geëxporteerd en een zelfde percen
tage gaat naar de industrie terwijl 60% op de binnenlandse markt
wordt verkocht. Voor peren zijn deze cijfers resp. 34%, 1% en
65%.
Dat zijn getallen die te denken geven en bewijzen hoe belangrijk
die binnenlandse markt voor de afzet is. Er is op die binnenlandse
markt een grote concurrentie. Hierop zullen onze telers het
antwoord moeten geven. Daarom niet al teveel mopperen wan
neer er hoge eisen aan het produkt worden gesteld maar trachten
alleen een hoogwaardige kwaliteit te leveren.
19