H et zal de witloftrekker genoegzaam bekend zijn dat men pas kan juichen als het witlof op de veiling staat, hetgeen speciaal geldt voor de vroege trek. Naast temperatuurproblemen kunnen diverse belagers toeslaan, welke steeds een achteruitgang van de kwaliteit ten gevolge hebben. Te beginnen met de witlofmineervlieg Tijdens het verwarmen mineren de maden door de witlofkrop, waardoor roodbruine gan gen ontstaan. Bij een sterke aantasting kan de hele kuil verloren gaan. Ofschoon de bestrij ding reeds bij de wortelteelt kan plaatsvinden doet men er verstandig aan direkt na het op zetten van de wortels over de koppen te spuiten met 25 milliliter dimethoaat op 10 a 20 liter water per 10 m2 kuiloppervlakte. B ij het trekken van witlof is het noodzakelijk dat de faktoren licht, luchtvochtigheid, water en temperatuur kunnen worden beheerst. De regeling van deze faktoren gaat ten nauwste samen met de ruimte, waarin de trek moet worden uitgevoerd. Welke ruimte er zich het meest voor leent, is nauwelijks voldoende uit gekristalliseerd. In de praktijk komen allerlei vormen voor. Van een goed geoutilleerde schuur tot eenvoudig aangepaste kippe- of varkenshok doen hierbij dient. Bij de keuze van de trekruimte dient steeds het kostenaspekt in Overweging te worden genomen. Met andere woorden, naarmate men meer keren per sei- B ij het forceren van witlof bepalen de wortels in belangrijke mate het uiteindelijk resultaat. Verschillen in opbrengst kunnen ontstaan zo wel door de herkomst, verzorging, a'smede de rijpheid van de wortels. H et gezegde: witlof heeft een warme voet en een koude neus nodig, is nog steeds van toe passing. Met andere woorden de bodemtem- De vroege trek van witlof De maand september op het Zuidwestelijk landbouwbedrijf V oor 'n hoge produktie van 't vee is 'n opti male voeding gewenst. Dit vraagt een juist evenwicht tussen ruwvoer en krachtvoer en een vem:vre verhouding van 8,5:1. Bij het voeren vervolg Veevoeding Kopziekte Consulentschap voor de Tuinbouw te Tilburg Ing. A.J. van Oijen peratuur dient tijdens het trekken aanzienlijk hoger te zijn dan de luchttemperatuur. Dit geldt zowel bij de trek met- als zonder dekaar- de. Over de hoogte van de aan te houden tem peraturen lopen de meningen enigszins uiteen. Op zich niet zo verwonderlijk daar de samen stelling van de kuilgrond alsmede de kwaliteit van de wortels mede van invloed zijn op de te hanteren temperaturen. Voor de vroege trek, gekoeld op zandgrond, kunnen goede resulta ten worden verkregen bij een bodemtempera- tuur van 20 - 22 graden Celsius met daarbij voor de trek zonder dekaarde een luchttempe ratuur die 5 graden Celsius lager is ofwel 15 - 17 graden Celsius. Op kleigrond kan men zo wel de bodem- als luchttemperatuur 2 a 3 gra den Celsius op laten lopen. Met het forceren mag pas 7 a 10 dagen na het opzetten van de wortels worden begonnen. Tijdens deze "voortrek" krijgen de wortels ge legenheid om haarwortels te vormen. De tem peraturen direkt na het opzetten van de wortels opvoeren naar 20 - 22 graden Celsiiïs geeft vooral bij de vroege trek zeer lage kg-op- brengsten en wordt dus nogmaals ontraden. Voor de vroege trek is een goed geoutilleerde ruimte nodig - Voor de vroege trek moet men beschikken over een goed geoutilleerde trekruimte - Bij het opzetten dienen de wortels "forceerrijp" te zijn - Goede forceertemperaturen zijn voor zandgrond 20 - In 't kort 22 graden Celsius, terwijl dit voor kleigrond 2 a 3 graden Celsius hoger mag zijn - De belagers dienen op adequate wijze te worden bestreden. I «life, r 4 Aan een dergelijk resultaat zijn zeker goede forceertemperaturen en juiste ziektebestrijding vooraf gegaan De wortels bepalen in belangrijke mate het uiteindelijke resultaat De grootste belagers Bij de trek zonder dekgrond kunnen in grote aantallen bladluizen voorkomen. De schade bestaat uit bevuiling en hun aanwezigheid als zodanig. Als remedie kan er worden gespoten met bijv. Pirimor of Phoedrin tot uiterlijk een week voor de oogst. Een zeer gevreesde kwaal is sclerotinia. Het beeld uit zich door een lichtgrijs tot bruin nat- rot, waarop sclerotiën voorkomen. De ziekte kan zich snel door de kuil verplaatsen. Bij de trek zonder dekaarde kunnen tijdens regelma tige kontroles verdachte wortels meteen wor den weegenomen. Tevens verdient het aanbe veling ae grootst mogelijke hygiëne in acht te nemen. Zowel bij het opzetten als het oogsten dienen alle wortel- en bladresten zorgvuldig te worden verwijderd. Ofschoon van een direkte bestrijding niet alles mag worden verwacht, bestaat de indruk dat na het opzetten de wor tels stuiven met 40 gr. Allisan-spuit per 10 m2 kuiloppervlakte enig resultaat oplevert. Als laatste willen we noemen het "blauwe lof'. De blauwachtige kleur ontstaat door het af sterven van de celinhoud van het bladmoes. Een afwijking die van vroeg tot laat in het sei zoen kan optreden. Het "blauwe" wordt waar schijnlijk veroorzaakt door een ontoereikende vochtopname, als gevolg van verstoring van water- en warm tehuishouding. Als oorzaken worden genoemd: - onvoldoende wortelvorming in de kuil - te hoge gloeirest van de kuilgrond - te zure kugrond - te droge kuilgrond - te hoge forceer-temperatuur Zaken waartegen met een goede voortrek, zui nige bemesting, voldoende vocht, en pHKCL van 6 en normale forceertemperaturen, heel wat kan worden bereikt. egelijkertijd met de komst van de maand september beginnen de voorbereidingen van de vroege witloftrek onze aandacht weer op te eisen. Een enkeling is zelfs al rond 20 augustus gestart, docht de meeste beginnen in de buurt van 10 september. 9e belangstelling voor de vroege trek neemt de afgelopen jaren enigszins toe, waaraan ongetwijfeld'de goede prijsvorming mede debet is. Toch moeten we oppassen de moge lijkheden van het vroeg forceren te overschatten. Men forceert bij deze teelt in de maanden september en oktober, hetgeen betekent dat enerzijds de wortels vaak nog maar amper "forceerrijp" zijn, terwijl anderzijds de dan heersende temperaturen eigenlijk te hoog zijn. Faktoren die van grote invloed zijn op kwaliteit en kg-opbrengst. Voor een redelijk forceer-resultaat zal dan ook juist in deze periode extra zorg moeten worden besteed aan trekruimte, wortels, temperatuurbeheersing en ziektenbestrijding. Dat er dan met de vroege trek wat te bereiken is, hebben verschillenden in het verleden bewezen. T rekruimten gen. Uit een relatief groot aantal proeven in twee achtereenvolgende jaren is gebleken dat niet steeds de wortels afkomstig van kleigrond de beste resultaten gaven. Gemiddeld echter viel hét positieve resultaat ten voordele van kleiwortels uit. Ook wordt dit door praktijker varingen bevestigd. Een uitzondering geldt echter voor de vroege trek. De snellere groei die op een zandgrond wordt verkregen, doet de wortels wat vroeger rijpen en als zodanig ook geschikter zijn voor deze trekperiode. Overigens dient te worden opgemerkt dat de verschillen tussen zand- en kleiwortels niet zo groot zijn. Er zijn ook di verse telers die bij de vroege trek met kleiwor tels eveneens goede resultaten behalen. zoen forceert ontstaat er meer armslag voor het bouwen van een moderne witlofschuur. Voor 1 k 2 trekken per seizoen dient om financiële overwegingen de voorkeur aan een eenvoudige forceerruimte te worden gegeven. Overigens is het voor de vroege trekkers wel een hele toer in eenvoudige ruimten te force ren. Gebrekkige isolatie van een dergelijke ruimte maken een goede temperatuurbeheer sing, met name in de maanden september en oktober, bijna onmogelijk. In deze gevallen •verdient het dan ook veelal aanbeveling de vroege trek maar over te slaan en over te laten aan diegenen, die wel beschikken over een goed geoutilleerde ruimte. Wortels De vraag rijst nogal eens waaraan de voorkeur moet worden gegeven: de wortels afkomstig van klei- of van zandgrond. In zijn algemeen heid is hierop het antwoord aan kleiwortels. Hierbij behoren echter wel enige kanttekenin Narijpen O fschoon men steeds meer neigt ook voor de vroege trek de wortels machinaal te oogsten, blijft toch de voorkeur bestaan voor het han- drooien. Bij de vroege trek is het namelijk ge wenst de wortels na het lichten of na het rooien 4 5 dagen te laten narijpen, voordat het blad er wordt afgesneden. Tijdens dit narijpings- proces moet men echter wel oppassen voor rechtstreekse zonbestraling op de wortels. Het gevolg hiervan kan zijn dat de wortels tijdens de trek geen of onvoldoende haarwortels vor men. Deze eventuele zonbestraling kan men omzeilen door de wortels direkt na het optrek ken dakpansgewijze weg te leggen. Bij machinaal geoogste wortels zijn de afgelo pen jaren enige ervaringen opgedaan met koe ien. Goede resultaten werden verkregen door de wortels direkt na de oogst gedurende één week bij 4 graden Celsius te koelen. Het on derzoek in deze gaat nog door. Forceer-temperatuur 16 van verse bietenkoppen en -blad aan melkvee, per dag niet meer dan 20 kg verse bieten koppen en -blad geven. Voer dit produkt na het melken. Het verstrekken van bietenkoppen en -blad in een tijd van 5 uren voor het melken geeft veel kans op een afwijkende geur van de melk. Bij een ernstige aantasting van meel dauw op het blad moet dit niet vers gevoerd worden. Het is beter geen bietenkoppen en -blad in de wei te voeren. Dit geeft namelijk veel schade aan de graszode. lk jaar komen in het najaar gevallen voor van kopziekte. Zodra de nachten kouder wor den en de gemiddelde etmaaltemperatuur be neden de 14 gr. C daalt neemt het kopziekte- gevaar toe. Naast de schade door sterfgevallen is er jaar lijkse schade door een verminderde melkgift. Houdt bij grote temperatuurschommelingen het melkvee goed in de gaten. De voornaamste kentekenen van kopziekte zijn: a) verminderde melkgift; b) afzondering van de koppel; c) waggelende gang; d) oren in de nek; e) ogen half gesloten (soort blindheid). Tijdig waarschuwen van de dierenarts is ge wenst. Middelen ter voorkoming van kopziekte zijn: a) melkvee weiden op grasland met een laag kaligehalte en voldoende magnesium: b) dagelijks antikopziektekoek bijvoeren. Doordat de koeien de antikopziektekoek niet graag opnemen is het gemakkelijker en doel matiger voor het inscharen van het vee op een dauwnat gewas 15 kg gebrande magnesietpoe- der per ha te strooien. Dit dient om de vijf dagen herhaald te worden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 16