KNLC KOMMENTAAR
D
\\f//
E
De Kabinetsformatie
I
België lanceert
"jaar van het dorp"
Is jenever een
geneesmiddel
D e omschrijving van wat onder ziektekosten verstaan
moet worden is, zoals men ziet, nogal uitvoerig. Bovendien
is ze gericht op een beperking van dat begrip ziekte"kos-
ten'. Voor 1970 was alleen bepaald, dat ziektekosten als
buitengewone last beschouwd konden worden. Een om
schrijving van wat onder deze kosten kon vallenontbrak
vervolg op pag. fi
Lastenverlichting
e wijze waarop dit jaar getracht wordt een nieuw kabinet in
elkaar te timmeren is wel een heel bijzondere. Niet alleen krijgt
kabinetsformateur Den Uyl na zijn stranden op de VAD een
tweede kans, ook de wijze waarop formateur Den Uyl te werk
gaat is uniek. De belangrijkste zaken worden zo tot in detail
geregeld dat men zich kan afvragen wat 150 kamerleden en een
ministersploeg straks zelf nog kunnen doen!
Zeer opvallend is voorts het feit dat voor het eerst bij een kabi
netsformatie het georganiseerde bedrijfsleven in de gelegenheid
is gesteld mondeling hun visie op het toekomstige regeringsbe
leid bij de formateur kenbaar te maken. Tot nu toe was dit altijd
alleen schriftelijk mogelijk.
Zo kon het gebeuren dat wij vorige week vrijdat met een delegatie
vanuit het Landbouwschap 5 kwartier in de gelegenheid waren
een aantal voor de landbouw belangrijke zaken aan de heer Den
Uyl voor te leggen. Dat wij deze gelegenheid kregen was niet
meer dan logisch, nadat in een eerder stadium van de formatie
landbouw en middenstand waren overgeslagen.
en drietal hoofdzaken is door ons ter sprake gebracht. In
eerste plaats het grote belang dat wij hechten aan het instand
houden van een goed funktionerend Ministerie van Landbouw.
Niet alleen in verband met de bedrijfseconomische, zeg land
bouwkundige aspekten, maar ook in het kader van de coördinatie
van het hele landinrichtingsbeleid in al zijn facetten. Voorts is
handhaving van het Ministerie van Landbouw ook in het kader
van de E.G. zonder meer gewenst.
In de tweede plaats hebben wij de kabinetsformateur uitvoerig op
de hoogte gesteld van het toekomstig landbouwbeleid zoals wij
dat in hoofdlijnen door de regering gevoerd zouden willen zien.
Voorop staat daardij het gegeven dat we uitermate sterk afhan
kelijk zijn van het hele E.G.-gebeuren; zowel met betrekking tot
het markt- en prijsbeleid als gezien onze exportpositie. In dat
kader verdient inflatiebestrijding absolute prioriteit, meer nog
dan in het sociaal-economisch memorandum van de kabinets
formateur tot uiting komt.
Van groot belang is voorts dat wij binnen de E.G. als Nederlandse
landbouw niet in een ongunstiger uitgangspositie verkeren door
zwaardere lasten dan in andere, konkurrerende landen. Daarom
blijft een aanpassing van het fiscaal regiem, verlaging van de druk
van de sociale lasten vooral voor de lagere inkomens en het
verder overnemen door de overheid van de kosten van gezond
heidszorgen, kwaliteitsbeheer dringend noodzakelijk!
Struktuur- en sociaal beleid
V oorts hebben wij nog eens bij de formateur benadrukt dat het
struktuurbeleid niet alleen opgehangen mag worden aan het
E.G.-rentesubsidiesysteem, maar dat met name de bedrijven die
zich in een wat geleidelijker tempo willen ontwikkelen meer
mogelijkheden moeten krijgen.
Dat een voortgang van het ruilverkavelingsbeleid uiterst gewenst
is, is door ons nog eens onderstreept. Zeker om de formateur
duidelijk te maken dat dit ook voor de minder grote bedrijven
juist van groot belang is. Iets waar hij gezien zijn vraagstelling
blijkbaar wat aan twijfelde.
Tenslotte hebben wij erop gewezen dat in het kader van het
toekomstige landbouwbeleid nog een aantal sociale maatregelen
ook tot de landbouw uitgebreid moet worden. Met name ook de
stimulering van een verdere uitbouw van de bedrijfsverzorgings-
diensten is als mogelijkheid, ook om arbeidsplaatsen te creëren,
nog eens genoemd. Overigens hebben we daarnaast nog eens
onderlijnd dat in onze visie geen plaats is voor een algemene
minimum inkomensgarantie voor zelfstandigen.
G rondproblemen
n de derde plaats is er kort van gedachten gewisseld over de
reeds genomen besluiten met betrekking tot de prijsbeheersing
van landbouwgronden. Aan de formateur is indringend te kennen
gegeven dat de georganiseerde landbouw ten nauwste wil mee
praten wanneer het erom gaat criteria vast te stellen tot land
bouwkundige toetsing van de vraag te komen. Voorts is, mede op
een daartoe door hem gestelde vraag, duidelijk aan de formateur
kenbaar gemaakt dat de reorganiseerde landbouw onder geen
beding met een allesomvattend voorkeursrecht van de overheid
(SBL??) akkoord kan gaan.
Al met a) naar onze overtuiging een nuttig gesprek. Al was het
alleen maar om nog eens direkt de mening van de landbouw weer
te geven. En voorts om een aantal "lekengedachten" van de
overigens zeer goed met de problematiek op de hoogte zijnde
formateur, meer in de richting van de praktijk om te buigen.
Niettemin blijven wij met zorg een aantal ontwikkelingen rond
om deze kabinetsformatie volgen; zeker ook waar het de toe
komst van het zelfstandig ondernemen betreft. Luteijn
De publieke opinie in België vertoont een groeiende belang
stelling voor natuur en landbouw, voor platteland en dorp. De
samenleving ontdekt opnieuw waarden en levensvormen die in
de vergeethoek zijn geraakt. Vanuit zijn volautomatische, veelal
onpersoonlijke maatschappij, gaat vooral de stadsbewoner op
zoek naar de natuur, naar het dorp, naar het "ongewone gewo
ne".
Het dorpsleven met zijn volkse figuren wordt herontdekt. Het
kerkje en de boerderij met de rijke geschiedenis komen opnieuw
in de belangstelling. Eenvoudige gebruiksvoorwerpen en volks
gebruiken vallen weer in de smaak. De stedeling verkent het
platteland langs toeristische fiets- en autoroutes en hij bouwt er
zijn weekendhuisje.
Waar dit alles gebeurt op zuiver commerciële basis of vanuit de
stad aan het platteland wordt opgedrongen, staat de dorpsbe
woner er onwennig bij. Of hij verzet er zich tegen. Want hij wil
niet behandeld worden als een bezoekenswaardig museumstuk.
De dorpsbewoner wil zelf aktief deelnemen aan de uitbouw van
zijn gemeenschap. Daarin kan de stedeling een rol spelen, maar
dan vanuit begrip en waardering voor het platteland.
Het bovenstaande is overgenomen uit de eerste aflevering van
de Belgische DORPSKRANT. Hij werd uitgereikt bij gelegen
heid van de aankondiging van een "Jaar van het Dorp". Drie
bewindslieden van de Belgische regering waren naar het kasteel
van Ham (bij Brussel) gekomen om dit initiatief toe te lichten.
Het is de bedoeling om het dorp ondanks de verstedelijking en
de fusies van gemeenten, toch zijn eigenheid en voordelen voor
wie er woont te laten behouden.
Enig schuldgevoel zal wellicht hebben bijgedragen aan het ont
staan van dit aardige initiatief. Tot de jongste jaarwisseling
bestond België uit een veelkleurige maar onbestuurbare lap
pendeken van bijna 2400 gemeenten, waarvan er veel niet tot de
duizend inwoners reikten. Met een klap (één enkele wetswijzi
ging in feite) is per 1 januari jongstleden driekwart van alle
gemeenten van de kaart geveegd. Tot woede van velen die de
nadelen van de bestuurlijke versnippering niet zo zagen.
"Onze campagne is geen kwestie van overdreven jeugdnostal-
gie", zo vertelde mevrouw Rika de Bakker, minister van Ne
derlandse cultuur en Vlaamse aangelegenheden. Het gaat er om
de mensen wakker te maken voor de problemen van het dorp en
bewust van de voordelen, en om ze tot aktiviteiten te prikkelen.
Vanuit vijfhoeken zal het "Jaar van het Dorp" benaderd gaan
worden, te weten de landbouw, de Nederlandse cultuur, de
landinrichting, het toerisme en de gemeentelijke zelfstandig
heid. Alle lagen van het bestuur, vanaf de minister tot het ge
meenteraadslid en alle verenigingen, van de boerenbond tot de
wijkraad zijn uitgenodigd om mee te werken. Het is de bedoe
ling dat iedere gemeente aldus minstens een werkgroep for
meert. Regionaal zullen deze dan weer hun aktiviteiten op el
kaar afstemmen.
Het permanente sekretariaat van het Jaar in Brussel kreeg bin
nen de kortste keren meer dan duizend aanvragen van allerlei
kanten te verwerken. De "veertiendaagse van het dorp" in
iedere gemeente te houden, kan volgens minister De Backer het
hoogtepunt vormen.
echter. In de rechtspraak werden toen een aantal uitgaven
als kosten wegens ziekte aangemerkt, die volgens de minis
ter van Financiën toch niet als zodanig te beschouwen wa
ren. Zo zijn b.v. als ziektekosten toen geaccepteerd een
schadevergoeding van f 15.000,— die een landbouwer
moest betalen, die zijn bedrijfspand verkocht. Tegen de tijd
n.l. dat hij het verkochte pand moest ontruimen raakte zijn
vrouw overspannen en de dokter zei dat de vrouw niet mocht
verhuizen!
De boer kocht daarom het pand terug en betaalde die scha
devergoeding van vijftien mille. Dat werd toen als buiten
gewone last in aftrek toegelaten.
z4 Is u denkt dat de schrijver van deze rubriek, nu het nog in
de vakantie-tijd is, van plan is deze week een soort quiz in
elkaar te zetten en daarom deze vraag hier stelt, hebt u het
mis! Integendeel want "Is jenever een geneesmiddel?" was
een vraag die enige tijd geleden aan de orde is geweest in een
belastingprocedure. Een procedure die zelfs gevoerd is tot in
hoogste instantie, tot voor de Hoge Raad der Nederlanden.
Het ging, zoals u begrijpen zult, om de aftrek van ziekte
kosten als buitengewone last bij de berekening van het in
komen. In de wet op de inkomstenbelasting staat dat als
ziektekosten uitsluitend in aanmerking komen uitgaven
voor genees-, heel- en verloskundige hulp, met inbegrip van
farmaceutische en andere hulp- en kunstmiddelen en ver
voer. Bovendien uitgaven voor extra gezinshulp (wegens
ziekte), dieetkosten en extra uitgaven voor kleding en bed-
degoed. Voor dieetkosten en de verder genoemde uitgaven
kan de Minister regels geven en dat heeft hij ook gedaan.
2/ oiets zou nu niet meer kunnen omdat het begrip ziekte
kosten sindsdien beperkt is. Vanaf 1971 is dit het geval. De
motivering voor de wijziging is geweest dat alleen als bui
tengewone last in aanmerking genomen mogen worden uit
gaven die in direkt verband met ziekte, invaliditeit en be
valling gebracht kunnen worden en waaraan de belasting
plichtige zich op grond van medische noodzaak redelijker
wijs niet kan onttrekken.
Onder die uitgaven vallen wel de premies voor ziekenfonds
en andere ziektekostenverzekeringen en de contributies
voor de kruisverenigingen. Dat staat in de Memorie van
toelichting bij het ontwerp van wijziging en daar zijn verder
nog twee zinnen a.an toegevoegd die wel aanleiding hebben
gegeven tot een wat al te beperkte uitleg van de toen nieuwe
bepalingen. Er staat n.l.:
"Teneinde tot een bevredigende afbakening van de overige
uitgaven voor ziekte, enz. te komen gaan de gedachten van
de ondergetekenden uit naar de regelingen inzake de ge
nees-, heel- en verloskundige hulp zoals die zijn vervat in de
verstrekkingspaketten krachtens de Ziekenfondswet en de
Algemene wet bijzondere ziektekosten. Ook hierin zijn be
handelingen of geneeswijzen die slechts in zijdelings ver
band met de ziekte, enz. staan, uitgesloten.
In een aantal gevallen is wel eens te veel aandacht aan die
passage van de M. v.F. gegeven, waarbij o.i. de bedoeling van
de regeling, n.l. uitsluiting van kosten van behandelingen of
geneeswijzen dié slechts in zijdelings verband met ziekte
staan, niet voldoende in het oog werd gehouden.
Nu, toch min of meer voor de curiositeit, naar de in het
begin genoemde vraag.
Een man leed aan bloedvaatvernauwing. De specialist voor
hartziekte schreef hem voor dagelijks 2 glazen jenever te
gebruiken. In 1972 gaf de patiënt daar f 385,— voor uit en
dat bedrag wilde hij als uitgaven voor ziekte beschouwen.
Voor hem was jenever een geneesmiddel. Hij kon wat dit
betreft ook een verklaring van de specialist overleggen.
Het Gerechtshof Amsterdam stelde de man in het gelijk,
toen de Inspecteur de uitgaven niet in aftrek wilde toelaten.
De staatssecretaris ging in cassatie.
En ziedaar, de Hoge Raad vond dat jenever niet als ge
neesmiddel in de zin der wet beschouwd kon worden. Geen
aftrek dus!
Veel mensen zullen de beslissing betreuren. Die van het
Gerechtshof bood nogal wat mogelijkheden om er op kosten
van de fiscus eentje te nemen.
Dat de Hoge Raad er anders over dacht is wel juistmaar
jammer! Wij kunnen nu alleen maar zeggen: Gezondheid,
Proost!
Paauwe
3