D e oogst hiervan zal ook wel voor een groot deel in augustus vallen; maar er kan toch wel een belangrijk tijdsverschil optreden tussen vroege en late zaai. Gemiddeld genomen geeft •aprilzaai duidelijk minder opbrengst dan maartzaai. De ontwikkeling en bloei van het laat gezaaide blauwmaanzaad is echter heel goed, zodat de opbrengst wel eens kan mee vallen. Er is kort geleden een herziene teelt handleiding over blauwmaanzaad verschenen, welke verkrijgbaar is bij het Proefstation voor de Akkerbouw en de Groenteteelt in de Volle- grond. Edelhertweg 1. Lelystad, door storting van 5,— op gironummer 2249700 met ver melding van "teelthandleiding nr. 1". Zeer aanbevolen!!! D e bestrijding van valse meeldauw wordt als regel begin augustus beëindigd. Langer door gaan met zineb, maneb of macozeb houdt juist ook in een laat gewas het risico in dat het te traag afrijpt en de halzen minder goed sluiten, met meer koprot tijdens de bewaring als gevolg. Aardappelen Karwij Blauwmaanzaad Bruine bonen Uien Vervolg op pag. 12 jaren duren eer men de opslag kwijt is. Laat men de grondbewerking achterwege dan is te vens nog de mogelijkheid aanwezig om in het najaar een snede groenvoeder te winnen of een grasgroenbemester onder te ploegen. Uiteraard is een stikstofgift nodig. Ongeveer 60 kg N per ha is gewenst. De grassen Veldbeemd, Roodzwenk, e.d. die onder dekvrucht vandaan komen moeten zo vlug mogelijk een stikstofgift ontvangen om voorafgaande aan het oogstjaar een voldoende ontwikkelde plant in de herfst te krijgen. Af hankelijk van soort en stand is 30 a 45 kg N p. ha een doelmatige gift. Na een vroeg het veld rui mende dekvrucht is de bestrijding van de niet grasachtige zaadonkruiden met DNOC of io- xynil meesal geen probleem. Bij een laat rui mende dekvrucht is men in zo'n geval praktisch aangewezen op groeistoffen. r is dit jaar nogal wat karwij uitgezaaid voor oogst 1978 onder erwten, vlas en blauwmaan- zaad. Hierbij geldt één belangrijk gebod, na melijk zo spoedig mogelijk na de oogst van de dekvrucht stikstof strooien. Na erwten 30-60 kg, na vlas en blauwmaanzaad 80-100 kg N per ha. Erwtenruiters en vlasschelven worden zo mogelijk van het perceel verwijderd. Dit alles om vóór de winter reeds een behoorlijk ont wikkelde plant te verkrijgen met een penwortel van minstens 6 mm dikt. die nog eerder oogstbaar zijn. De zaaitijd is eind augustus, tegen 8 a 8,5 kg zaad per ha. Later zaaien geeft meer kans qp uitwinteren. Kennelijk stelt het gewas prijs op krachtige grond, zodat enige jaren geleden gescheurd grasland in aanmerking komt. De financiële opbrengst kan groot zijn, doch het zaad is duur. 250,— per kg, de produktiviteit is geringer dan van de Zwijndrechtse Pootui en over de vorstgevoeligheid is nog niet veel bekend. Ge zien deze situatie kan de teelt alleen als expe riment op kleine schaal worden aanbevolen. Wikken kan tot begin augustus in graszaadstoppel gezaaid worden. boontjes waren erg klein van stuk. We zullen dit jaar ongetwijfeld een toename zien in het zwaddorsen met de Mobil Viner omdat er dit jaar enkele van deze machines zijn bij gekomen. Het ruiteren en dorsen uit de ruiter was en is altijd een arbeidsintensieve zaak waarvoor ongeveer 25 manuren per ha moeten genoteerd worden, terwijl met zwad- dorsen 4 manuren memoeid zijn. van 7,5 liter per ha in minimaal 500 liter water per ha op het moment dat het gewas begint te strijken.ik Het loof moet echter voldoende groen zijn; dit is 4 weken voor de oogst. Een dag droog weer na de toepassing is noodzake- lijk. Ook de preimot vraagt nog de aandacht. In een omgeving waar men de laatste jaren regelmatig aantasting van de preimot in de bollen tegen- ot nu toe was de neerslag voor de aardap pelen te gering. Die moeten van tijd tot tijd eens goed nat worden om veel kilo's te kunnen produceren. Tot nu toe was het met de loof- groei nog niet zo geweldig en de knolgroei was navenant. De bestrijding van de aardappelziek te blijft noodzakelijk. Vooral nu er wellicht nog veel nieuw loof gevormd wordt. Bladluisbe- strijding is in augustus.meestal overbodig. Als er inderdaad nog luis bestreden moet-worden verdient het milieuvriendelijke Pirimor de voorkeur. Bij het doodspuiten bestaat terecht de neiging om zo weinig mogelijk natriumar- seniet te gebruiken omdat dit middel nogal eens wat groeiremming kan veroorzaken in het volgende gewas. Op zandgrond is het gebruik van arsenieten verboden. Voor de klei- en zandgronden is één bespuiting met een arseni cum bevattend middel in de aangegeven dose- Voor de grocnbemester bladramenas is de zaaitijd augustus, eventueel begin september. De onkruidbestrijding met Campagard, Aresin of Dinoseb dient eind augustus te worden uit gevoerd omdat dan de onkruiden nog niet al te groot zijn en er nog een redelijk resultaat te verwachten valt. orig jaar was de afrij ping van de bonen wel zo uitzonderlijk ongelijk dat er met de beste wil van de wereld weinig goeds mee aan te vangen was. Veel misère en weinig kilo's. Dit heeft tot gevolg gehad dat er dit jaar minder bonen in het bouwplan zijn opgenomen. De groei laat ook dit jaar wel wat te wensen over, een aantal percelen staat aan de schrale kant. Dit moet worden toegeschreven aan het vele koud weer in juni en juli. De boon is een tere juffer die ^alleen goed gedijt bij voldoende zonneschijn. De vitaliteit van het zaaizaad leek ons echter ook niet altijd ÏOO^ geweest te zijn en de Het vochtgehalte van de bonen die pas ge maaid zijn, is erg uiteenlopend. Naast harde rijpe zaden komen er vaak nog een aantal zachte zaden voor die nog in groene peulen zitten. Hiermee heeft de Mobil Viner vrijwel geen problemen. Dit betekent dat goed rijp gemaaide bonen slechts zeer kort, 1 dag, in het zwad behoeven te liggen waardoor het risi co van slecht weer wordt verminderd. Vergele ken met uit de ruiter dorsen zullen uit het zwad gedorste bonen altijd een hoger vochtgehalte hebben en is drogen steeds nodig. De voorde len van deze methode zijn echter het niet be hoeven ruiteren en minder dorsbeschadiging. Hoe zwaar men aan de arbeidsbesparing tilt kan echter van bedrijf tot bedrijf nogal ver schillen. Mogelijk heeft het bij voordurend regenachtig weer en op vroegstrijkend loofrijke percelen dan nog zin om met het oog op de bladvlek- kenziekte die laatste keer aan zineb/maneb of macozeb een systemisch fungicide toe te voe gen in de vorm van 0,5 kg Benlate, 0,5 kg Ba- vistin of I kg Topsin M. Men kan in zo'n geval ook gebruik maken van de combinatie Bavistin M (4 kg), AA topsar (3 kg) of Delsene M (3,5 kg), waarbij naast een systemische fungicide ook maneb in voldoende hoeveelheid aanwe zig is. Zijn de uien bestemd voor een langere bewa ring dan verdient een bespuiting met malei'ne- hydrazide zekere aanbeveling om spruitvor- ming tegen te gaan. Toepassen in een dosering kwam óf op die percelen waar in de loop van deze zomer duidelijk sprake was van aantas ting, verdient een bespuiting kort voor de oogst nog aanbeveling. Dit is mogelijk tot drie weken vóór de oogst met 1,5 liter/kg parathion of zelfs tot 10 dagen voor de oogst met 2 liter diazinon (Basudine) per ha. Zo hier en daar wordt geëxporteerd met de zaai van uien voor zeer vroege levering, de zgn, winteruienteelt. Gebruikte men vroeger hier voor de Zwijndrechtse Pootui; thans beschikt men over een paar vroegrijpe Japanse rassen, ring toegestaan; een tweede of eventueel derde bespuiting dient met een ander type doods- puitmiddel te worden uitgevoerd. Voor con sumptieaardappelen zijn hiervoor beschkbaar DNOC in olie, Dinoseb in olie. Region e, Gra- moxon en Pu'rivel. Voorkom overwaaien!! Zo hier en daar zijn er coloradokevers gecon stateerd. Het beste tijdstip van bestrijdinj is dan wanneer de jonge larven op het gewas worden aangetroffen. Bespuiting hiertegèn!kan worden gecombineerd met die tegen de .aar dappelziekte. Doodgespoten aardappelloof. Voor de niet-agrariër vermelden we dat dit doodspuiten nodig is om mechanisch rooien mogelijk te maken. 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 11