I n een lijst van de bevolking van Hoedekens-
kerke van 1813 komen ze alle drie voor. Pieter
Hoondert was toen 49 jaar. Op de hofstede
verbleven toen ook nog Jan Hoondert, 48 jaar,
broer van Pieter, Cornelis de Koning, 21 jaar,
servante (dienstbode) (nog aanwezig in 1818)
en Bartel Bijlo, weduwnaar, 26 jaar, landbou
wersknecht.
D e genoemde boerin van de Siguithoeve,
Johanna Hoondert, overleed op 3 januari 1829.
Zij was toen nog slechts 30 jaar en 9 maanden
oud. Enige tijd later ging de hofstede in eigen
dom over aan de heer Hecking, med.drs. te
Goes. Later, vermoedelijk omstreeks het mid
den van de 19e eeuw, werd Gerrit Visser van
Hazerswoude, de eigenaar. Hij woonde te
Amsterdam en was nog eigenaar in 1866. Het
landbouwbedrijf was toen groot 51.79.51 ha en
ging later over op Clazina. Alida Visser, echt
genote van JhrJean Baptist van Merle.
N a het overlijden van Johanna Hoondert.
hiervoren al genoemd, ging de hofstede over in
handen van niet-landbouwers. Het bedrijf
werd toen verpacht. We konden niet achterha
len wie direkt na 1829 als eerste pachter optrad,
doch per maart 1844 vonden we als zodanig
Cornelis Allemekinders, geb. te Heinkenszand
op 6 febr. 1787. Hij kwam op de hofstede met
zijn vrouw Maatje Boonman, geboren te
Baarsdorp op 25 maart 1817. Verder wordt nog
genoemd de knecht Jacob Priem, ongehuwd.
^ÈÊÈÉt- M
We vonden ook nog een opgave van de bevol
king van Hoedekenskerke uit 1825. De hofste
de in Siguit gemerkt met A.nr. 60, herbergde
toen de volgende bewoners: Johanna Hoon
dert, landbouwster, geb.6-3-1798 te Hoede
kenskerke, R.K. ongehuwd.
Jan Hoondert, landman, geb. 1-6-1760, te Hoe
dekenskerke, R.K., ongehuwd.
Omstreeks uit diezelfde tijd dateren enkele ge
gevens, waaruit we lezen, dat Pieter Pieterse
Hoondert in 1821 een belastbaar inkomen had
van 576,- en dat hij omstreeks 1823 in het
kohier van "Deuren en vensters" (een soort
onroerend goed-belasting) aangeslagen werd
naar een aantal "deuren en vensters" van 8
stuks.
In handen van niet-agrariërs
Gedurende de gehele periode van ongeveer
1830 tot kort na 1900 was de Siguithoeve ei
gendom van niet-landbouwers en voerden el
kaar opvolgende pachters er het landbouwbe
drijf uit. Eén van hen, nl. Hube Jasperse, (zie
onder pachters) kocht in 1913 de hofstede van
de Erven Van Merle. Hij beëindigde zijn taak
in 1943 waarna zijn zoon Daniël geb.
28-5-1914, de leiding overnam. In 1950 over
leed Hube Jasperse, nadat reeds in het jaar
daarvoor de hoeve in handen van zijn kinderen
was overgegaan. Daniël Jasperse leidde het
bedrijf tot in 1960, toen een kleinzoon van
Hube (eveneens Hube's zoon) het bedrijf ver
der voortzette.
a Allemekinders kwam op 26 april 1883 als
pachter op de hoeve Hendrik Helmstrijd, ge-,
boren op 25 januari 1849 te Stavenisse. Met
hem kwam zijn vrouw Severina de Regt, gebo
ren op 8 december 1859 te Schore.
Hun kinderen: Andries, Martha en Theun,
werden resp. op 4 augustus 1883. 28 februari
1885 en 3 november 1886 op de Siguithoeve
geboren en ingeschreven te Hoedekenskerke.
Zeer waarschijnlijk nog in 1886 vertrok het ge
zin Helmstrijd naar elders. Hun opvolger als
pachter was Johannes Jacobse Goense, gebo
ren in 1837 en gehuwd met Apollonia Boon
man, geboren in 1836 en beide afkomstig uit
'sHeerenhoek. Het gezin telde tien kinderen,
waaronder Maria, die als achtste werd geboren
op 8 april 1872. Zij trouwde met Hube Jasper
se, geb. 15 februari 1869 te Kwadendamme.
Deze laatste volgde zijn schoonvader als pach
ter op in 1903 en werd tenslotte ook eigenaar
van de hoeve, (zie onder eigenaars).
Enkele landbouwkundige
wetenswaardigheden
JE nkele landbouwkundige gegevens uit het le
kwart van de 19e eeuw laten we tot slot hier
volgen. Zo moest Pieter Hoondert in 1812 1
gemet 210 roeden suikerbieten (beetwortelen)
zaaien. Van hem kunnen we daarnaast nog
melden, dat hij in dat zelfde jaar werd ge
noemd als gemeenteraadslid van Hoedekens
kerke en gezworene van de polder. Hij was toen
48 jaar oud. Zijn gekontroleerde voorraad
graan (tarwe) was toen 22 mud.
Uit 1826 vernemen we dat Pieter Hoondert's
Erven toen aan vee hadden twee 2-jarige run
deren en 14 stuks daarboven, tevens 1 paard
onder 3 jaar en 5 boven 3 jaar. In 1828 waren
dat 3 stuks rundvee jonger dan 2 jaar en 11
daarboven. Het aantal paarden was resp. 2 en
6.
In 1812 moest Hoondert met paarden en wa
gens hulp verlenen aan de kommandant van
Fort Bath met wagens en paarden. Hij kreeg
voor die hulp over 2 dagen zes gulden en zes
stuivers. Verder moest hij in 1813 een bijdrage
leveren voor kosten der "Cavaliers" (ruiters).
Wat betreft de suikerbietenteelt ging het vol
genseen nader bericht in 1812 nog niet zo goed.
Pieter Pieterse Hoondert was gehuwd met
Geertje Huige Jansd. Haar ouders waren Jan
Huige en Janna Reijnhoud. Zij (Geertje) over-
leed op 14 september 1817, op 49-jarige leeftijd I
en haar echtgenoot volgde haar op 20 februari
1823. Zij hadden slechts één kind, nl. hun m
dochter Johanna, geboren in 1798.
Hij "werkte niet lang bij Allemekinders. nl.
slechts van mei 1847 tot maart 1848. Een an
dere knecht, Pieter Driedijk. was er werkzaam
van mei 1846 tot november 1849, toen hij naar
Baarland vertrok. Een dienstmeid, Johanna
Poole, geb. te Heinkenszand op 15 september
1821, verliet de hofstede per mei 1848.
Van Allemekinders en zijn vrouw kan worden
vastgesteld, dat hun leeftijdsverschil bedui
dend was, nl. ca. 21 jaar. Het huwelijk bleef
kinderloos en omtrent Maatje bestaat de over
levering, dat zij Allemekinders uit financiële
overwegingen had getrouwd. Allemekinders
leefde evenwel lang en overleed op 29 januari
1882, op de leeftijd van bijna 95 jaar. Zijn
vrouw overleefde hem slechts enkele jaren nl.
tot 20 november4884.
Detail van de schuur met verhoogde dakrand boven de mendeuren
Pieter Boonman, boereknecht, geb. 8-4-1811 te
Baarland, R.K., ongehuwd.
Jacobus Polderdijk, boereknecht, geb.
26-1-1798 te Hoedekenskerke, R.K., onge
huwd.
Tannetje de Meij. boeremeid, geb. 28-11-1798
te 's-Gravenpolder, R.K., ongehuwd.
stukken ook reeds genoemd in 1707, 1735 en
ook later in 1763, 1777, 1808, 1838 en 1866. Dit
is dus zonder meer de grond, waarop Claes
Hoondert of diens zoon Jan de nu nog be
staande hofstede heeft doen bouwen.
Men zou op het bedrijf moeten inzaaien I gem.
200 R. Dit werd tenslotte maar 210 roeden,
waarvan niet opgekomen 10 r. De slechte re
sultaten waren te wijten aan: slechte kwaliteit
van het zaad, te laat gezaaid en ongeschiktheid
van gronden wegens plaats gehad hebbende
inundaties.
In heel de Siguitpolder was overigens nogal wat
graan gezaaid, nl. tarwe 24 gem. 50 r.. rogge 200
r. en gerst 4 gem. 200 r. Over de resultaten
daarvan vonden we geen gegevens vermeld.
Met deze losse gegevens van anderhalve eeuw
geleden beëindigen we deze historie, die ons
weer bijna drie en een halve eeuw in de tijd
terugvoerde.
Het eerder genoemde komplex van 6 gem. 255
R met daarop de hofstede - wordt in gevonden
Pieter Claesse Hoondert overleed tussen de
cember 1789 en april 1793. Er was door hem
een testament nagelaten, opgemaakt door no
taris Cornelis Dijkwel te Goes, waaruit blijkt
dat de hofstede en landerijen bij Pieter's over
lijden zouden toekomen aan zijn zoon Pieter
Pieterse Hoondert. Deze verkreeg met de hof
stede alle daarbij behorende gronden in de Si
guitpolder en in de verschillende hoeken van
Hoedekenskerke gelegen. In totaal besloegen
deze 75 gem. 15 Va Roeden. Het gemet werd
berekend tegen £14.- VI. en Pieter verkreeg de
hofstede en landerijen tegen betaling van 4/5
van de totale waarde (zijn eigen erfdeel is ui
teraard buiten beschouwing gelaten). De door
hem te betalen som was £840.2.9. Vlaams en zo
werd na de betaling de hoeve "met alle rechten,
vrij- en onvrijheden" zijn eigendom.