Premieregeling voor het niet in de handel brengen van melk en zuivelprodukten en voor de omschakeling naar de vleesproduktie H et Bestuur van de Stichting Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw heeft ter uitvoering van de E.E.G.-verordening betreffende een premieregeling voor het niet in de handel brengen van melk en zuivelprodukten en voor de omschakeling van het melkveebestand naar de vleesproduktie, een aantal bepalingen vastgesteld. Premie voor het niet in de handel brengen van melk Hoogte van de premie voor de omschakeling naar vleesproduktie Akker- en Weidebouw en Veehouderij Tuinbouw De regeling is een onderdeel van het pakket van maatregelen ter verbetering van het evenwicht op de zuiveimarkt. De hoogte van de premie wordt bepaald op basis van de in het kalenderjaar 1976 afgeleverde hoeveelheid melk of zuivelpro dukten en de melkrichtprijs die geldt op de datum waarop de aanvrage is goedgekeurd (thans 59,04 per 100 kg melk). Voor het herleiden van zuivelprodukten worden de volgende omre keningen toegepast: 1 I melk komt overeen met 1 kg melk 1 kg boter komt overeen met 23 kg melk 1 kg kaas komt overeen met 10 kg melk 1 kg melkvet komt overeen met 27 kg melk De premie bedraag't per 100 kg melk: - 95% van de melkrichtprijs voor hoeveelheden t/m 30.000 kg; - 90% van de melkrichtprijs voor hoeveelheden boven 30.000 kg t/m 50.000 kg; - 75% van de melkrichtprijs voor hoeveelheden boven 50.000 kg t/m 120.000 kg. Deze 120.000 kg melk is het maximum -waarover de premie wordt toegekend, ingeval in 1976 meer dan die hoeveelheid is afgeleverd. Wijze van uitbetaling De premie wordt uitbetaald in 3 termijnen: - 50% van de berekende premie in de loop van de eerste drie maanden van de 5-jarige periode waarin geen melk of zuivel produkten in de handel worden gebracht; - 25% in de loop van het derdejaar van deze periode; - 25% in de loop van het vijfde jaar van deze periode. Voorwaarden Om voor de premie in aanmerking te komen dient: - de aanvrager een landbouwbedrijf uit te oefenen waarop rundvee wordt gehouden; - ten tijde van de indiening van de aanvrage op het landbouw bedrijf een aantal melkkoeien te worden gehouden dat evenre dig is aan de in het kalenderjaar 1976 afgeleverde hoeveelheid melk of zuivelprodukten; - op het moment van indiening en van goedkeuring van de aanvrage een hoeveelheid melk of zuivelprodukten te zijn af geleverd die overeenkomt met de in 1976 geleverde hoeveel heid. Zijn de melkleveranties t.o.v. 1976 afgenomen dan zal de premie dienovereenkomstig worden verminderd, waarbij af wijkingen tot 10% geen korrektie van de premie plaats vindt. Bij grotere afwijkingen zal de premie naar verhouding worden verlaagd. Verplichtingen De aanvrager verplicht zich: - gedurende 5 jaar geen melk of zuivelprodukten van zijn bedrijf tegen betaling of gratis te leveren; - niet toe te staan dat derden zijn bedrijf of een gedeelte ervan gebruiken voor de melkveehouderij; - zijn melkveebestand niet in pacht te geven en het niet tegen betaling of gratis aan derden toe te vertrouwen; - zijn melkveebestand niet van de hand te doen, behalve voor slachting of voor uitvoer naar landen buiten de E.E.G.; - het op het bedrijf aanwezige of in de 5-jarige periode nog aan te schaffen vrouwelijk rundvee dat ouder is of wordt dan 6 maanden, te laten merken en registreren. De premie wordt berekend op basis van de in het kalenderjaar 1976 afgeleverde hoeveelheid melk of zuivelprodukten en de melkrichtprijs die geldt op de datum waarop de aanvraag is goedgekeurd. Voor het herleiden van zuivelprodukten worden dezelfde omrekeningen toegepast als bij de regeling voor het niet afleveren van melk. De premie bedraagt 90% van de melk richtprijs tot het maximum van 120.000 kg. melk. Wijze van betaling De premie wordt uitbetaald in 3 termijnen: - 50% van de berekende premie in de loop van de eerste drie maanden van de 4-jarige periode waarin geen melk of zuivel produkten in de handel worden gebracht; - 20% in de loop van het derdejaar van deze periode; - 20% in de loop van het vierde jaar van deze periode. Voorwaarden Om voor een premie in aanmerking te komen dient: - de aanvrager een landbouwbedrijf uit te oefenen waarop rundvee wordt gehouden; - de aanvrager een bedrijfsplan bij de aanvrage over te leggen; - de aanvrager in het kalenderjaar 1976 tenminste 50.000 kg melk of het equivalent ervan in zuivelprodukten te hebben geleverd; - ten tijde van de indiening van de aanvrage op het landbouw bedrijf een aantal melkkoeien te worden gehouden dat evenre dig is aan de in 1976 geleverde hoeveelheid melk of zuivelpro dukten; - op het moment van indiening en van goedkeuring van de aanvrage een hoeveelheid melk of zuivelprodukten te zijn af geleverd die overeenkomt met de in 1976 geleverde hoeveel heid. Zijn de melkleveranties t.o.v. 1976 afgenomen dan zal de premie overeenkomstig worden verminderd, waarbij bij afwij kingen tot 10% geen korrektie van de premie plaatsvindt. Bij grotere afwijkingen zal de premie naar verhouding worden verlaagd. De aanvrager die, in plaats van de drie laatstgenoemde voor waarden voldoet aan de volgende voorwaarden, komt eveneens voor deze premie in aanmerking: - op de datum van goedkeuring van de aanvrage worden ten minste 15 melkkoeien, inklusief drachtige vaarzen, op het landbouwbedrijf gehouden; - op de datum van goedkeuring van de aanvrage worden over eenkomstige hoeveelheden melk of zuivelprodukten geleverd. Vermindering van de premie kan plaatsvinden, indien hieraan niet is voldaan. Verplichtingen De aanvrager verplicht zich: - gedurende de omschakelingsperiode van 4 jaar geen melk of zuivelprodukten van zijn bedrijf tegen betaling of gratis te le veren; - niet toe te staan dat derden zijn bedrijf of een gedeelte ervan gebruik van de melkveehouderij; - zijn melkveebestand niet in pacht te geven en het niet tegen betaling of gratis aan derden toe te vertrouwen; - zijn melkveebestand niet van de hand te doen, behalve voor slachting of voor uitvoer naar landen buiten de E.E.G.; - gedurende de omschakelingsperiode op zijn bedrijf een ge middeld aantal vee-eenheden aan te houden dat tenminste ge lijk is aan het aantal dat op het moment van goedkeuring van de aanvrage werd gehouden; - indien hij koeien blijft houden, zijn vee bestand zodanig aan te passen dat uiterlijk aan het einde van het 3e jaar na de dag waarop de aanvrage is goedgekeurd, tenminste 80% van het aantal koeien of drachtige vaarzen op het bedrijf bestaat uit vrouwelijke dieren die de kenmerken vertonen van één der volgende vleesr'asscn: Aberdeen Angus, Blinde d' Aquitaine. Charolais, Chianine, Hereford, Limousine, Marchigiane, Ma- remmane, Piermontese, Rece Bleue. Romangola, Simmental; - het op het bedrijf aanwezige vrouwelijke rundvee en het in de 4-jarige periode nog aan te schaffen rundvee, beide voorzover niet behorend tot de vleesrassen, dat ouder is of wordt dan 6 maanden, te laten merken en registreren. Onder een vee-eenheid wordt verstaan: - één rund van tenminste 12 maanden, - twee runderen die tenminste 6 maar minder dan 12 maanden oud zijn, - vijf schapen van tenminste 12 maanden. Runderen die jonger dan 6 maanden zijn tellen niet mee voor het berekenen van het aantal vee-eenheden. Onder melkkoe of koe van een vleesras wordt slechts die vaars aangemerkt waar van wordt aangetoond dat zij heeft gekalfd of een kalf heeft verworpen. Aanvragen Aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 juli a.s. tot en met 31 maart 1978 bij de Distriktsbureauhouders van de Stichting Uitvoering Landbouwmaatregelen. PRIJSCOMPENSATIE 3,7% (minimaal 14,20 per week) INITIëLE VERHOGING 0,5% LONEN ONGESCHOOLDEN ZIJN GEëNT OP WETTELIJK MINIMUMLOON TIJDLONEN PER WEEK: ingaande 3 juli 1977 VAKARBEIDER A: leeftijd 22 t/m 64 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar en jonger VAKARBEIDER overeengekomen arbeidstijd van 2088 uur 2341 Vi uur 2270 uur per jaar per jaar per jaar 420,70 391,25 353,40 315,55 273,45 231,40 510,10 474,40 428,50 382,60 331,55 280,55 485,10 451,15 407,50 363,85 315,30 266,85 overeengekomen arbeidstijd van 2088 uur 234V/2 uur 2270 uur per jaar per jaar per jaar leeftijd 22 t/m 64 jaar 398,55 483,25 459,60 21 jaar 370,65 449.40 427,40 20 jaar 334,80 405.95 386,05 19 jaar 298,90 362,40 344,65 18 jaar 259,05 314,10 298,70 17 jaar en jonger 219,20 265,80 252,75 SEIZOENARBEIDER leeftijd: 22 t/m 64 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 j. en jonger ONGESCHOOLDE leeftijd 390.00 22 t/m 64 jaar 367,20 362,70 21 jaar 341,50 327,60 20 jaar 308,45 292,50 19 jaar 275,40 253,50 18 jaar 238,70 241,50 17 j en jonger ƒ201,95 WERKNEMERS VAN 65 JAAR EN OUDER: uurloon: Vakarbeider A 10,52 Seizoenarbeider 9,75 Vakarbeider 9,96 Ongeschoolde 9,18 VAKANTIEBONWAARDEN: Aan losse werknemers wekelijks te verstrekken vakantiebonwaarden V ak- V ak- Seizoen- Onge- leeftijd: arbeider A arbeider arbeider schoolde 22 j. e.o. 87,30 82,70 80,90 ƒ76,20 21 jaar 81,20 76,90 75,30 70,90 20 jaar 73,40 69,50 68,00 64,00 19 jaar 65,50 62,00 60,70 57,20 18 jaar 56,80 53,80 52,60 49,60 18 jaar*) ƒ61,60 58,30 ƒ57,10 ƒ53,70 17 jaar e.j. ƒ52,10 49,30 48,20 ƒ45,50 Voor hen, die op 1 maart 1977 nog geen 18 jaar waren. PRIJSCOMPENSATIE 3,7% (minimaal 14,20 per week) INITIëLE VERHOGING 0,5% LONEN ONGESCHOOLDEN ZIJN GEëNT OP WETTELIJK MINIMUMLOON TIJDLONEN PER WEEK: ingaande 3 juli 1977 VOOR VASTE WERKNEMERS TOT 65 JAAR: a. In de funktieklassen van ongeschoolde, geoefende en vakarbeider: Leeftijd: 22 t/m 64 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 j. e.j. Ongeschoolde 367,20 341,50 308,45 275,40 238,70 201,95 Geoefende 398,85 370,95 335,05 299,15 259,25 219,35 Vakarbeider 421,05 391,60 353,70 315,80 273,70 231,60 b- In de funktieklassen van voorman en specialist: Voorman Voorman meer 2-6 werknemers dan 6 werknemers Specialist 444.80 468,45 minimaal 468,45 VOOR LOSSE WERKNEMERS TOT 65 JAAR: a. In de funktieklassen van ongeschoolde, geoefende en vakarbeider Leeftijd Ongeschoolde Geoefende Vakarbeider 22 t/m 64 jaar 380,40 413,20 436.20 21 jaar 353,80 384,30 405.70 20 jaar 319,55 347.10 366.45 19 jaar 285,30 309,90 327.15 18 jaar 247,30 268,60 283.55 17 j. e.j. 209,20 227,25 239.95 b. In de funktieklassen van voorman en specialist Voorman Voorman meer 2-6 werknemers dan 6 werknemers Specialist 460,80 485,30 minimaal 485.30 UURLOON VOOR WERKNEMERS VAN 65 JAAR EN OUDER: Ongeschoolde 9,18 Voorman 2-6 werkn. 11.12 Geoefende 9,97 Voorm. meer dan 6 w. 11.71 Vakarbeider 10,53 Specialist minimaal 11.71 WEEKENDVERGOEDING De weekendvergoeding ingevolge artikel 24 van de C.A.O. bedraagt: 104,20 VAKANTIEBONWAARDEN: Aan losse werknemers per week te verstrekken vakantiebon waarden Leeftijd: 22 j. e.o. 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 18 jaar 17 jaar Ongeschoolde 78,90- 73,50 66,30 59,20 51,30 56,90 48,10 Geoefende 85.70 79,80 72,00 64,30 55,80 61.80 52,30 Vakarbeider 90.60 84.20 76.00 67.90 58.80 65.20 55.20 Voor hen, die op 1 maart 1977 nog geen 18 jaar waren. Voorman 2-6 werknemers 95,60 Voorman meer dan 6 werknemers 100,70 Specialist minimaal 100.70

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 4