cfClV
Theorie en praktijk
„ZEGGE EN SCHRIJVE"
M inister Boersma van sociale zaken heeft onlangs een
nieuwe subsidieregeling verbetering arbeidsplaatsen
vastgesteld. De bedoeling daarvan is om werkgevers aan
te moedigen het arbeidsklimaat in hun bedrijven te ver
beteren door de bestrijding van stank, hitte, vuil en la
zuidelijke landbouw maatschappij
z.l.m
VRIJDAG 17 JUNI 1977
I ma 65 jaargang - no. 3386
land- en
tuinbouwblad
De verzorging van de gewassen vraagt nu veel tijd. Chemische onkruidbestrijding is een onmisbaar element in het scala
van werkzaamheden die op een modern akkerbouwbedrijf worden uitgevoerd. De werking van de bodemherfoiciden is dit
jaar tot volle tevredenheid geweest.
Nu is het echter tijd om de suikerbieten door te rijden. Het aanwezige onkruid in de paden verdwijnt terwijl de grond
weer lucht krijgt. Een voorwaarde om een vlotte ontwikkeling van de jonge suikerbiet te kunnen verwachten. Er komt
heel wat kijken alvorens men een schepje suiker in zijn thee kan doen....
U iteindelijk is het er dan toch van gekomen. De rege
ring gaat via een voornamelijk op de melkveehouderij
gericht pakket van maatregelen 87,5 miljoen gulden be
schikbaar stellen. Een eenvoudig rekensommetje leert
dat het gat daardoor weliswaar kleiner wordt maar niet
temin groot, te groot, blijft. Het is daarom gemakkelijk te
voorzien dat er, wellicht op korte termijn, vele (kleine)
bedrijven door dat gat heen kunnen vallen. Weg, afgelo
pen— Anderen zullen net blijven hangen. Zullen net
(nog) niet wegvallen, maar zullen ook niet in staat zijn
over de rand heen te klauteren. De conclusie is derhalve
even simpel dan het sommetje: Doorgaan, om datgene te
krijgen waar de land- en tuinbouw recht op heeft.
Doof
waai. Voor deze regeling is voor dit jaar 45 miljoen gul
den uitgetrokken. Er wordt nog gewerkt aan één of meer
bijzondere regelingen waaronder het subsidiëren van
geluidsarme cabines op landbouwtrekkers. Het geheel is
zonder meer een lofwaardig initiatief en ook voor de land
en tuinbouw van groot belang. Helaas moeten wij con
stateren dat de regeling voor wat de primaire agrarische
produktie betreft niet of nauwelijks aansluit op de prak
tijk. Blijkbaar heeft de minister de regeling geënt op de
industriële sektor. Maar het moet de minister van sociale
zaken toch bekend zijn dat er op de hedendaagse boer
derij nog nauwelijks werknemers te vinden zijn. De boer
is, veelal geholpen door vrouw en kinderen, ondernemer
en werknemer tegelijk. Zit dus ook zelf op de trekker.
Zoals het er nu naar uitziet komt zo n gezinsbedrijf niet in
aanmerking voor de nieuwe regeling. Dat is niet alleen
erg jammer, maar ook erg onbillijk. Minister Boersma
staat maar één ding te doen en dat is de regeling ook toe
te passen op de arbeidsplaats van de boer zelf. De minis
ter mag daarvoor niet "doof" zijn.
In dit Nummer o.m.
Nieuws uit Brussel pag. 3
K.N.L.C. Kommentaar pag. 4
Uit de praktijk pag. 5 en 6
Beveiliging van drinkwaterlei
dingen pag- 7
Een ongeoogst produkt dat
verder groeit pag. 8
Bedrijfsresultaten in de konij-
nenhouderij pag. 9
Mogelijkheden om schade
door het bietencystenaaltje te
voorkomen pag. 10 en 11
Verantwoorde bemesting met
dierlijke mest pag. 10 en 11
Onderwijsnotities pag. 12
Het gebruik van plastic folie in
de Duitse vollegronds groen-
tenteelt pag. 13
Conservenindustrie is door de
voorraden heen pag. 14
Tuintips over onderhoud van
het gazon pag. -\ 5
Marktberichten pag. 17
Voor de Vrouw pag. 19
Hinderwet
Een andere nieuwe regeling is de "Tijdelijke beëindi
gingsvergoedingsregeling bepaalde intensieve veehou
derijbedrijven".
Hoewel het allemaal wel larfg heeft geduurd moet gezegd
worden dat de grondgedachte ons zeer wel aanspreekt.
Helaas, ook deze regeling sluit niet aan bij de praktijk,
hetgeen vooral te wijten is aan het feit dat de verant
woordelijke ministerie s het landbouwbedrijfsleven niet
bij de uitwerking van deze regeling betrokken hebben.
Onbegrijpelijk. Het resultaat is er dan ook naar.
Zoals bekend voorziet de regeling in een beëindigings
vergoeding voor bedrijven met intensieve veehouderij die
daarvoor geen hinderwetsvergunning kunnen krijgen.
Door de eisen die nu aan de bedrijfsomvang gesteld
worden en de koppeling aan de bedrijfsgrootte in '71/
'72 komen er sowieso een groot aantal kleine bedrijven
niet voor vergoeding in aanmerking. In de praktijk gaat
het nu juist om bedrijven die in de bebouwde kom liggen
en daardoor van nature zo klein zijn (gehouden) dat ze de
gestelde norm niet halen. Anderen zien de vergoeding de
neus voorbij gaan omdat ze in 6 jaren meer dan 1 5%
gegroeid zijn. Onzinnig— Ook van terugwerkende kracht
is geen enkele sprake en de hoogte van de vergoeding
laat te wensen over. Al met al een regeling die in theorie
aardig lijkt maar in de praktijk zijn doel grotendeels voor
bij schiet. Voor de Brabanders én in mindere mate voor de
Zeeuwen een overteerbare zaak.
Grondwater
0 ngetwijfeld zijn er in Zeeland bedrijfsgenoten wiens
grondwatergebruik de belangstelling van de provincie
heeft opgewekt.
Een en ander is het gevolg van het uitvoeringsbesluit
grondwaterverordening van 17 januari 1977. De ont
trekking van grondwater wordt-daarin aan een registratie-
en vergunningenstelsel onderworpen. Uitzonderingen
daarop zijn ondermeer beregeningsinstallatie's waarvan
de wateronttrekking niet meer bedraagt dan 1 50 m3 per
week.
Natuurlijk mogen wij deze verordening niet los zien van
het ontwerp grondwaterwet waarin bepaald wordt dat
grondwater in het gebruik net zo duur moet zijn als lei
dingwater. De provincie's moeten dat nader uitwerken.
Wanneer de grondwaterwet door de Eerste Kamer wordt
aangenomen lijkt het uitgangspunt voor een goede rege
ling in Zeeland in ieder geval aanwezig.
Oggel
1