Landbouwschap bepaalt beleid voor komende jaren
W at zijn nu de belangrijke punten uit dit beleidsprogramma?
Allereerst wordt een algemeen beeld gegeven, waartegen de
ontwikkeling van land- en tuinbouw zich met grote mate van
zekerheid zal afspelen. Rekening moet worden gehouden met
een aantal belangrijke tendena /zen, die zich nu reeds voor een
goed deel doen gelden en in de naaste toekomst zullen aanhou
den. Er is een vertraagde economische groei met daaraan ge
koppeld een voortdurende werkloosheid. Een van de gevolgen
is, dat meer mensen werkzaam zullen blijven in de land- en
tuinbouw, aangezien de mogelijkheden in andere sektoren be
perkt blijven.
H et Landbouwschap konkludeert, dat de sociale zekerheid
van de zelfstandige ondernemer de laatste jaren op een aantal
belangrijke onderdelen verbeterd is. Hoewel een gelijkstelling
met de werknemers op sociaal gebied niet als doel wordt gezien,
blijven er hier toch enige zaken, die verbetering behoeven. Het
H et streven naar de ontwikkeling van de middengroep van
bedrijven zal bepalend zijn voor het struktuurbeleid in de ko
mende jaren. Daartoe dient het rentesubsidiebeleid zodanig te
worden omgebogen, dat meer bedrijven hiervan gebruik kun
nen maken. Een herverdeling van de beschikbare financiële
middelen zal plaats moeten heöben. Voor bedrijven, die het
D e fiscale positie van de zelfstandige ondernemer is de laaiste
jaren reeds sterk verbeterd. Zowel een zelfstandigen-aftrek als
de oudedagsreserve zijn tot stand gekomen.
In het teken van een beperkte groei!
Tweede uitgave "Dat zit zo"
Algemene Vergadering I.F.A.P.
in Finland
Landbouwschap benadrukt nogmaals
lastenverlichting
Gewijzigde algemene spuitvoorwaarden
vastgesteld
Het Landbouwschap heeft een programma opgesteld, dat het gewenste landbouwbeleid voor de komende vier jaar aangeeft en
tevens een leidraad is voor de periode daarna. Het beleidsprogramma zal op korte termijn vertaald worden in een wensenbrief
aan het kabinetsformateur. Het beleidsstuk van het Landbouwschap is zowel bedoeld als uitgangspunt voor de eisen, die het
bedrijfsleven aan het landbouwbeleid van de overheid stelt, als basis voor de besluitvorming door het bedrijfsleven.
Veelzijdig beleid
Tevens dient rekening gehouden te worden met een algehele
beperking van de groei van de overheidsuitgaven. De groeimo
gelijkheden van de agrarische afzet zullen even. eens beperkt
zijn. Hierdoor zal het voeren van een goed markt- en prijsbeleid
moeilijker worden.
De toegenomen aandacht voor andere waarden zoals ten aan
zien van milieu, landschap en het welzijn van dieren, zal het
beleid veelzijdiger maken.
Markt- en prijsbeleid
O ok in de toekomst zal het inkomen van boer en tuinder uit de
markt moeten komen.
Het goed funktioneren van het EG markt- en prijsbeleid moet
dan ook gezien worden als een levensvoorwaarde voor de Ne
derlandse land- en tuinbouw. Wil de EG dat goede beleid kun
nen voeren, dan zal daadwerkelijk gewerkt moeten worden aart
een harmonisatie van het economische, monetaire en sociale
beleid in alle lidstaten.
Tevens zal op EG-niveau gestreefd moeten worden naar een-zo
goed mogelijke aanpassing van het aanbod van landbouwpro
dukten aan de vraag. Als mogelijkheden daartoe ziet het Land
bouwschap op korte termijn het betrachten van enige terug
houdendheid bij maatregelen, die een produktieverhogend ef-
fekt hebben. Met name van het struktuurbeleid zullen zo min
mogelijk impulsen tot produktieverhoging moeten uitgaan.
Daarnaast is het mogelijk gebleken maatregelen te treffen ter
vermindering van de produktiekapaciteit. Genoemd worden de
rooiregeling voor de fruitteelt, de afslacht- en de niet-leverings-
regeling voor melkveehouders. Ook in de toekomst zullen der
gelijke regelingen nodig blijven.
Sociaal beleid
In februari 1976 verscheel) de eerste uitgave van "Dat zit zo". De
brochure, die praktisch alle subsidieregelingen voor de land- en
tuinbouw behandelde, had zoveel belangstelling dat ze in korte
tijd uitverkocht wras.
Er is nu een tweede uitgave van "Dat zit zo". Tal van wijzigingen
en aanpassingen zijn daarin opgenomen. Sommige regelingen
hebben een tijdelijk karakter, zijn aangepast of zelfs vervallen,
terwijl nieuwe mogelijkheden zich aandienen. De tweede uit
gave probeert zoveel mogelijk "bij de tijd" te zijn.
Als nieuwe regelingen zijn o.a. opgenomen:
- boerderijverplaatsing; algemene regeling (d.w.z. toepassing
buiten ruilverkaveling)
- beheer en onderhoud van bossen en natuurterreinen
- Rijksgroepsregeling Oudere Zelfstandigen (R.O.Z.)
- mestopslag intensieve veehouderijbedrijven
Naast de beschrijving van een 20-tal regelingen is een herziene
Van 14 tot 23 juni 1977 zal te Helsinki, Finland, de 22e Algemene
Vergadering van de Internationale Federatie van Producenten
worden gehouden. Aan deze vergadering zal worden deelgeno
men door vertegenwoordigers van landbouworganisaties in een
vijftigtal landen verspreid over de gehele wereld, waaronder voor
Nederland de 3 Centrale Landbouw Organisaties.
Besprekingen zullen onder meer worden gewijd aan de situatie
van de landbouw, zowel in ontwikkelde als in ontwikkeling
slanden, de marktsituatie en -vooruitzichten van een aantal be
langrijke landbouwprodukten, zoals granen, suiker oliezaden,
veevoeders, vlees en zuivelprodukten, vraagstukken betreffende
produktie van en handel in landbouwprodukten, maatregelen
ter verbetering van de voedselsituatie in ontwikkelingslanden,
alsmede vraagstukken betrekking hebbende op internationale
overeenkomsten voor landbouwprodukten.
De aanbevelingen en resoluties van de Algemene Vergadering
zullen te zijner tijd ter kennis worden gebracht van de interna
tionale gouvernementele organisaties en van de regeringen van
de aangesloten leden-landen.
gaat om bepaalde gevallen van ziekte en werkloosheid van de
ondernemer.
De Rijksgroepregeling Zelfstandigen moet gezien worden als
een instrument bedoeld voor levensvatbare bedrijven' die te
kampen hebben met tijdelijke tegenslagen, zoals de droogte van
afgelopen zomer. Aangedrongen wordt op een kaderwet, die
voorziet in een vergoedingsregeling voor agrarische werkne
mers, die bij onteigening en bestemmings. verandering van
landbouwgronden hun arbeids. beidsplaats ar verliezen. Voor
ondernemers behoeven zowel het beëindigingsals het toetre-
dingsbeleid verbetering. In verband met toetreding tot de land
bouw verdient de problematiek van de jonge boer grote aan
dacht.
De toetreding tot de landbouw van de jonge boer verdient de volle
aandacht.
Struktuurbeleid
rubriek opgenomen van maatregelen op het gebied van de bouw
en de verbetering van de eigen woning.
De brocöure "Dat zit zo" geeft geen uitputtende behandeling
van alle regelingen. Zij probeert een wegwijzer te zijn, waarbij
adviezen van voorlichters (zowel gewestelijke organisaties als de
diverse consulentschappen) wenselijk en zelfs noodzakelijk zijn.
In enkele bijlagen worden dan ook adressen en telefoonnum
mers van deze voorlichtingsdiensten vermeld. Verschillende
aanvragen voor regelingen moeten worden ingediend bij de
distriktsbureauhouders (D.B.H.': Hoewel de brochure "Dat zit
zo" vooral bestemd is voor de voorlichters, werkzaam in de
land- en tuinbouwsektor, is zij op aanvrage verkrijgbaar zolang
de voorraad strekt.
De brochure kost 5,- en kan opgevraagd worden bij de afdeling
Pers en Voorlichting van het Landbouwschap, Raamweg 26,
's-Gravenhage, tel. 070-656920 toestel 228 of 229.
landschapsbehoud
Het Landbouwschap heeft zich nogmaals uit
drukkelijk uitgesproken voor lastenverlichting als eerst aange
wezen middel om het tekortschieten van de Brusselse prijsbe-
sluiten op te vangen. Aan de minister van Landbouw is dit ook
duidelijk kenbaar gemaakt tijdens besprekingen in de afgelopen
weken. Het Landbouwschap heeft de minister daarbij een lijst
voorgelegd van laste; die het bedrijfsleven draagt en die in
aanmerking komen om door de overheid overgenomen te wor
den.
Ten aanzien van strukturele maatregelen meent het Land
bouwschap, dat deze er zeker moeten komen. Ze kunnen echte'
minder snel verlichting brengen voor de inkomenssituatie in de
melkveehouderij.
Het bestuur had de hoop te kunnen spreken over de kabinets
beslissing inzake steun aan de landöouw. Door de aktuele ge
beurtenissen (o.m. gijzelingsakties), die ook het Landbouw
schap zeer betreurt, is het kabinet nog niet aan de boerenzaak
toegekomen. De verwachting werd echter uitgesproken, dat de
ministerraad eind deze week de voor de landbouw zo dringend
nodige besluiten zal nemen.
vergelijkbaar inkomen niet kunnen halen, is een knelpunten-
beleid nodig. De gedachten van het Landbouwschap gaan
hierbij vooral uit naar relatief hoge kapitaalsubsidies voor be
trekkelijk kleine investeringen.
Fiscaal beleid
Het probleem van een te zware belastingdruk op het boerenbe
drijf blijft echter bestaan. Om dit op te lossen, zal de overheid
rekening moeten gaan houden met het specifieke karakter van
het zelfstandigeninkomen. De fiscus zal onderscheid moeten
maken tussen het deel van de bedrijfswinst, dat voor gezins
doeleinden aangewend wordt en het deel dat nodig is voor de
voortzetting van het bedrijf. De winst, die in het bedrijf gelaten
wordt, zal tegen een aangepast tarief belast moeten worden.
Onderzoek, voorlichting en onderwijs
Een grote inspanning van de overheid inzake onderzoek,
voorlichting en onderwijs ölijft noodzakelijk om de ontwikke
ling van de land- en tuinbouw de juiste richting te geven. Het
onderzoek dient ervoor te zorgen, dat Nederland zijn technische
voorsprong op agrarisch gebied behoudt. De voorlichting zal
breder opgezet moeten worden, met nadruk op de ontwikkeling
van de middengroep van bedrijven. Grote aandacht verdient de
factor ondernemer. De basis voor goed ondernemerschap wordt
gelegd tijdens een goede agrarische opleiding.
Grond- en pachtbeleid
Een belemmering voor de ontwikkeling van de agrarische
sektor is het beperkte grondaanbód. Aangezien het hoofdzake
lijk de overheid is, die nieuwe landbouwgronden aanbiedt,
dringt het Landbouwschap aan op een aktiever uitgiftebeleid en
een beter grondbeleid van het Rijk. Dit betekent voortzetting
van de uitgifte van kultuurgrond in de IJsselmeerpolders, een
spoedige .drooglegging van de Markerwaard en een beperking
van de claims op landbouwgronden voor andere doeleinden.
Het pachtbeleid zal zodanig gewijzigd moeten worden, dat
enerzijds de mobiliteit van het grondgebruik wordt vergroot en
anderzijds de pacht voor de landbouw behouden blijft. Om de
problemen van de jonge ondernemer te verminderen, dient de
gekwalificeerde erfgenaam het recht te krijgen om als bedrijf-
sopvolger het ouderlijk bedrijf in pacht over te nemen.
Landinrichting
O p veel bedrijven staat een verouderde landinrichting het
vormen van een redelijk inkomen nog steeds in de weg. Aan de
voortzetting van het ruilverkavelingsbeleid en aan de bevorde
ring van vrijwillige ruilverkavelingen dient dan ook grote prio
riteit gegeven te worden. Ook hier zal in het bijzonder gelet
moeten worden op de positie van de middengroep van bedrij
ven.
Landschapsbeheer
Het Landbouwschap zal ook in de toekomst bijzonder waak
zaam blijven bij de uitwerking van de gedachte, dat de boer
mede verantwoordelijk is voor het natuurbehoud. Onlangs is
akkoord gegaan met een eerste proef met beheersovereen
komsten, waarbij vooral de werking in de ruilverkavelingsge-
bieden getest zal worden. Het Landbouwschap behoudt zich
echter steeds het recht voor in te grijpen als het boerenbelang in
het geding komt.
Verzekeringsvoorwaarden aanpassen!
Het bestuur van het Landbouwschap heeft de gewijzigd' alge
mene voorwaarden voor bespuiting met bestrijdingsmiddele: in
de land- en tuinbouw vastgesteld, kortweg ASV genoemd
In deze algemene spuitvoorwaarden, die voorbereid zijn door de
afdeling Landbouwambachten, is de verplichte verzekering
voor loonspuiters ingevoerd. Krachtens deze voorwaarden is de
spuiter verplicht zich zowel tegen aansprakelijkheid jegens de
opdrachtgever te verzekeren als tegen wettelijke aansprakelijk
heid voor zover 't betreft schade die als gevolg van het spuiten
kan ontstaan. Ook zijn de minimum verzekerde bedragen voor
schaden, die zich hierbij kunnen voordoen, aanzienlijk opge
trokken namelijk 100.000,- voor zaakschade en 500.000,-
voor personenschade per gebeurtenis.
Tevens is een arbitrage-reglement aan de ASV toegevoegd; het
is van toepassing bij een geschil tussen boer en een loonspuiter.
Mede met het oog hierop is een herziene modelorderbevestiging
aan de ASV toegevoegd.
De gewijzigde Algemene Spuitvoorwaarden kunnen worden
toegepast met ingang van 1 januari 1978, zodat de polissen van
de loonspuiters bij de verzekeringsmaatschappi en intussen
kunnen worden aangepast.
Tijdens de bestuursvergadering van het Landbouwschap werd
erop gewezen, dat tot nu toe zowel bij de loonwerkers als bij de
boeren te weinig ernst wordt gemaakt met het werken onder
deze voorwaarden. In de praktijk kan dan ook niet genoeg
aandacht worden besteed aan het spuiten onder de ASV.
Het Landbouwschap zal gerichte stappen ondernemen om het
verzekeren tegen het risiko van spuitschade te bevorderen.
Akkerbouw Internationaal
Graanareaal in Frankrijk groter
De met tarwe bebouwde oppervlakte in Frankrijk zal dit jaar
volgens het Franse Graanbureau ONIC rond 4,13 miljoen ha
bedragen tegen 4,11 miljoen ha vorig jaar. Het aandeel harde
zomer- en wintertarwe is geraamd op 157.000 ha of 26% minder
dan vorig jaar.
Voor winter- en zomergerst rekent men op een areaal van 2,82
miljoen ha tegen 2,73 miljoen ha vorig jaar. Het aandeel win-
tergerst is geraamd op 1,10 miljoen ha, het aandeel zomergerst
op 1,72 miljoen ha.
5