VOO It iie VltOIIW De resultaten van het effektiviteitsonderzoek (N0K/CRM) D e veruit belangrijkste konklusie uit het NOK rapport is dat de NOK vindt dat de landelijke organisaties in de toekomst zelf Het K.N.M.I. D e belangrijkste werkzaamheden van de Centrale Weer dienst zijn de weersverwachtingen. - E en organisatiestruktuur die afgestemd is op het type orga nisatie. Voor de PJGN betekent dat dat er een efficient funk- tionerend tussennivo (kringen, ringen, kommissies, werkgroe pen) zou moeten bestaan. De NOK gaat er n.l.' vanuit dat in een vrijwilligersorganisatie ook de ondersteuning (begeleiding en dienstverlening) in le instantie moet worden verricht door vrij willigers en wel vanuit een tussennivo (dus zonder beroeps krachten) U it bovenstaande zal duidelijk zijn dat de uitwerking van de eerder genoemde formule voor de PJGN niet gunstig uitvalt. Berekeningen van de NOK geven aan dat de PJGN bij toepas sing van de formule van haar subsidie kwijtraakt. H oe kijkt de LR aan tegen de gedachte om de subsidiëring van het agrarisch werk los te koppelen van de subsidiëring van het sociaal/kulturele werk. Of met andere woorden CRM stelt én een bedrag vast voor de 18 landelijke vrijwilligersorganisaties én een bedrag voor het agrarisch werk van de 3 p.j.o.'s. Het politieke klimaat voor een dergelijk verzoek ligt niet ongunstig. Voor het sociaal/kulturele werk zou het toepassen van de for mule in dat geval nogal wat gunstiger uitvallen. H et ziet er naar uit dat het effektiviteitsonderzoek dat is ingesteld door CRM en is uitgevoerd door de NOK voor 1 juli zal worden afgerond. Maar het lijkt er niet op dat we vanaf dat moment weer op de oude voet met ons werk door kunnen gaan. Tenminste als CRM en de landelijke organisaties de resultaten van het NOK onderzoek serieus nemen. Het is waarschijnlijk dat dit zal gebeuren, want CRM heeft het effektiviteitsonderzoek natuurlijk niet ingesteld om de resultaten daarna in de kast te leggen. Aktiviteitenagenda P.J.G.N. krijgt kritiek Meepraten over de inrichting van de Landelijke Gebieden Recept 16 JUNI - RAK - DE BEVELANDEN Ekskursie naar proefboerderij "De Rusthoeve" te Co- lijnsplaat. Verzamelen 19.00 uur bij de proefboerderij. 17 JUNI - GOES/NRD.BEVELAND Ekskursie naar biol.-dyn. landbouwbedrijf "Loverenda- le" 19.15 uur verzamelen bij Loverendale, Lijdijkweg nr. 1. te Oostkapelle. 17 JUNI - RAK - WEST.Z.VL. Traktorbehendigheidswedstrijd: 18.30 uur- proefrijden; 19.00 uur - wedstrijd; 22.30 uur - prijsuitreiking. Verder: verloting, bazar, wafels. Plaats: "De Brink" te Schoon- dijke. Opgave: L. Plasschaert, 01170-2627. 18 JUNI-PROVINCIAAL P.J.Z.-sportdag op het sportkomplex van Steenbergen. 25 JUNI-FIJNAART Schuurfeest bij fam. Den Engelsen, Zwingelspaansedijk la te Fijnaart. Met band. Om 20.30 uur. 25 JUNI - SCHOUWEN Inter-afdelings voetbaltoernooi met 's avonds: Schuur feest. In het algemeen kan gezegd worden dat het verkrijgen van CRM subsidie in de toekomst veel en veel meer tijd (mankracht) en waarschijnlijk ook takt zal kosten dan nu het geval is. In onderstaande worden eerst een aantal algemene konklusies besproken. Daarna wordt ingegaan op de situatie bij de PJGN. Eén pot en daaruit samen delen R.eeds 300 jaar voor Christus schreef Aristoteles zijn "Me- teorologica" (dit is alles wat zich in de lucht bevindt) en daar komt het woord meteorologie vandaan. Na de uitvinding van de barometer in 1643 door Toricelli en de thermometer in 1740 door Celcius, kon men eenvoudige waarnemingen doen betreffende de luchtdruk en temperatuur. In 1854 werd met instemming van Koning Willem III het "Ko ninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut" opgerich) door professor Buys Ballot. Het K.N.M.I. is thans verdeeld in twee hoofdafdeling, en n.l. 1. Wetenschappelijk onderzoek en 2. Operationele Dienst. Afdeling 1 is weer verdeeld in drie onderafdelingen n.l.: me teorologisch-, radiografisch- en geografisch onderzoek. Afdeling 2 is onderverdeeld in a. Luchtvaart meteorologische dienst (deze is werkzaam op de vliegvelden zoals Schiphol, Zestienhoven, Beek en Eelde) en b. Klimatologische dienst (met het klimaat van een plaats, streek of land wordt bedoeld met gemiddelde beeld van het weer over vele jaren. Dit gemiddelde beeld vertelt öovendien iets over het karakter van het weer in de verschillende seizoenen, daarbij behoren ook b.v. uiterste waarden van regenval, temperatuur en zonneschijn. In 1944 38 graden Celsius). Behalve de 24 stations van het K.N.M.I. die kontinu in bedrijf zijn, zijn er nog zogenaamde klimatologisch: stations, o.a. 265 regenstations en 10 windmeetstations. c. Centrale Weerdienst. Hoe komt het weerbericht tot stand? Op de stations worden uurlijks waarnemingen verricht en per telex verzonden naar "De Bilt". Dit doet men gelijktijdig op alle stations op het noordelijk halfrond. Al deze berichten worden in kaart getekend (zgn. geplot) in codevorm en symbolenvorm. de CRM subsidie moeten gaan verdelen en wel in onderling overleg. CRM stelt in dat geval de totale hoeveelheid subsidie voor de landelijke organisaties vast en bekijkt of de landelijke organi saties aan een aantal globale kriteria voldoen. De 18 landelijke organisaties verdelen daarna deze totale hoe veelheid in onderling overleg óp basis van een aantal door de NOK aangereikte kriteria (maatstaven). Voor de verdeling over het landelijke en het provinciale nivo geeft de NOK twee mo gelijkheden. 1Elke landelijke organisatie bepaalt zelf hoe zij de voor haar beschikbare subsidie verdeelt over het landelijke en de ver schillende provinciale nivo's. 2. Het totaalbedrag wordt eerst in tweeën gesplitst: één deel ter verdeling op landelijk nivo, één deel ter verdeling op de verschillende provinciale nivo's. In dat geval wordt ook op provinciaal nivo in onderling overleg de beschikbare hoe veelheid geld verdeeld. Uitgangspunt bij het overleg vormt een werkplan en een daar van afgeleide begroting. In zo'n werkplan dient de organisatie aan te geven wat haar doel is en hoe zij het doel denkt te realiseren (aktiviteiten en middelen). Voorwaarde is dat een werkplan op demokratische wijze tot stand komt. In haar rapport heeft de NOK een hele serie kriteria aangegeven die bij het overleg tussen de organisaties wel of niet gebruikt kunnen worden, (de NOK gaat er natuurlijk vanuit dat ze wel gebruikt worden maar dat hoeft niet persé). We zullen er in willekeurige volgorde hier een aantal noemen: Basis en tussennivo: - het aantal leden en vrijwilligers - het aantal dagdelen dat leden en vrijwilligers aan de organi satie besteden of in de organisatie bezig zijn - het percentage van de doelgroep dat wordt bereikt - de grootte van de basisgroepen (afdelingen, gespreksgroepen enz.) - de frequentie en duur van de bijeenkomsten Provinciaal (midden)nivo - het bestaan van beleidsplannen, werkplannen en begrotingen - het aantal groepen dat bereikt wordt - de aard van de aktiviteiten van vrijwilligers: besturend - de aard van de aktiviteiten van beroepskrachten: begeleidend, adviserend, cursusgevend enz. - het werken van beroepskrachten in teamverband - verhouding aantal staffunktionarissen/aantal overig personeel - verhouding eigen bijdrage leden/subsidie in procenten - tijdsbesteding beroepskrachten - het bestaan van een bedrijfsadministratie om de gegevens vast te leggen die noodzakelijk zijn voor het overleg Landelijk nivo - idem als op provinciaal nivo onder redaktie van de Redaktiecommissie Bond van Plattelandsvrouwen voor Zeeland en Brabant Redaktieadres: Mevr. A.W. de Jonge-Jansen, Camperlandpolder 3, Wissenkerke, tel. 01107-610. Daarna worden door de meteoroloog in de weerkaart de isoba ren en fronten met hoge- en lagedruk gebieden ingetekend. Van de weersatelieten worden foto's ontvangen van de wolken- formatie's. Met de radiosonde worden gegevens van de boven lucht gemeten en ontvangen (met radar worden buien opges poord). Met al deze gegevens, zowel van de bovenlucht als die van het aardoppervlak krijgt men een indruk van de luchtstro ming in de dampkring. Aan de hand van al deze gegevens wordt een weersverwachting opgesteld en verspreid via telefoon, radio en televisie. In 1980 - 1981 hoopt men verwachtingen te kunnen geven per regio b.v. verwachting voor het Delta gebied, voor het midden van het land enz. Tot de klantenkring van het K.N.M.I. behoren o.a. scheepvaart, visserij, industrie, land- en tuinbouw en verzekeringsmaat schappijen. Mevr.J.Kwekkeboom - Lampert, St.Laurens. - verhouding aantal staffunktionarissen landelijk/aantal staf- funktionarissen provinciaal. PJGN werk te licht bevonden!! Hoewel de NOK in het algemeen positief staat t.o.v. het vrij willigerswerk, geldt dat niet voor de PJGN. Slotkonklusie in het gedeelte van het NOK rapport over de PJGN is dat de NOK vindt dat het allemaal beter kan. De PJGN voldoet volgens de NOK niet aan een aantal kwali tatieve kriteria: - een goed funktionerend tussennivo ontbreekt - in de meeste gevallen wordt niet in teamverband gewerkt - de gezamenlijke identiteit wordt onvoldoende doorleefd: ieder is bezig op zijn eigen stekkie, men voelt zich niet verantwoordelijk voor andere delen van de organisatie. Ook met betrekking tot de kwantitatieve (cijfermatige) kriteria komt de PJGN niet zo best uit de bus. We noemen enkele voorbeelden: - het niet of nauwelijks bestaan van beleids- en werkplannen - het ontbreken (niet altijd) van een goede bedrijfsadministratie - het vrij geringe aantal leden en vrijwilligers - het geringe aantal dagdelen (t.o.v. andere organisaties) dat leden en vrijwilligers in de organisatie besteden t.o.v. het aantal dagdelen van beroepskrachten - de zeer geringe eigen bijdrage t.o.v. de subsidie van de over heden (resp. 21% en 79%) - het t.o.v. de andere organisaties vrij grote aantal beroeps krachten per lid - het naar het oordeel van de NOK vrij hoge aantal overige personeel t.o.v. aantal stafkrachten - het hoge subsidiebedrag per lid Dan elkaar bijstaan!? Een dergelijke inkrimping zou voor de PJGN rampzalige ge volgen hebben. Aan de andere kant geloven we niet dat de andere 17 landelijke organisaties het zover zullen laten komen. Daarvoor is de onderlinge solidariteit te groot. Maar dat die solidariteit zo groot zal zijn dat de subsidie op het huidige peil gehandhaafd zal blijven, lijkt niet waarschijnlijk. Alleen een gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor de organisatie kan de gevolgen van inkrimping op een verantwoorde manier opvan gen. Dat is het probleem waar we met z'n allen voor staan. Agrarisch werk Voorwaarde voor zo'n verzoek is wel dat de 3 p.j.o.'s het onder ling eens worden. Inspraak, ofwel meepraten, wordt ook door de overheid op prijs gesteld. U hebt toch ook wel de grote advertenties over de Planologische Kernbeslissing gelezen in uw krant? In spraak kan alleen als je de feiten kent. Dan pas is mening vorming mogelijk. In Zeeland kan ook meegepraat worden over de Nota Landelijke Gebieden. Deze nota ligt ter inzage in de openbare bibliotheek en op het Gemeentehuis. Toe lichting op deze nota is op 2 data gegeven, n.l. op 2 juni in Terneuzen en op 9 juni in Goes. Voor deze mededeling zijn we dus een beetje laat. Maar als het onderwerp uw be langstelling heeft, kunt u zich aanmelden voor een ge spreksgroep. Onderwerp is dus hoe de Landelijke Gebieden in Nederland in de toekomst ingericht zullen worden. In lichtingen en opgave voor de gespreksgroep bij 't Provin ciaal Opbouworgaan, Stichting Zeeland, A ntwoordnummer 72 te Middelburg. scholfilets au gratin 400 gr scholfilets, peper, zout, citroensap, 2 eetlepels boter of margarine, 25 gr bloem, 3 dl melk, 100 gr kaas, 2 eetlepels paneermeel. Bestrooi de vis met peper en zout, en rol de filets op. Steek ze vast met een houten prikkertje en besprenkel ze met citroensap. Kook ze in een bodempje water met zout in 10 minuten nét gaar. Maak intussen de saus. Smelt de boter of margarine en roer de bloem erdoor. Schenk de (liefst warme) melk in gedeel ten bij dit mengsel en breng het geheel steeds roerend aan de kook. Roer de helft van de kaas door de saus en maak hem op smaak met peper en zout. Leg de visfilets in een vuurvaste schotel. Schenk de saus erop en bestrooi die met een mengsel van de rest van de kaas en paneermeel. Laat er onder een voorverwarmde grill of bovenin een hete oven een bruin korstje op komen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 19