Stormachtige groei mengvoederindustrie ten einde
Mengvoederfabrikanten
verwachten verdere groei
Regelingen nieuwe
melkprijsjaar 1977/78
KORTE WENKEN C.A.R,Zevenbergen
AKKERBOUW
VEEHOUDERIJ
De AMRO Bank heeft een studie gemaakt van de mengvoeder
industrie in Nederland. De bevindingen van deze studie zijn
vermeld in de "Kaleidoscoop voor het bedrijfsleven". Exem
plaren van de "Kaleidescoop" zijn verkrijgbaar bij het Eco
nomisch Buro van de AMRO Bank, Herengracht 595, Amster
dam (020-282138).
15 e Nederlandse mengvoederindustrie heeft de afgelopen
tientallen jaren een stormachtige groei beleefd. Vorig jaar
heeft de omzet de 6 miljard waarschijnlijk overschreden.
Aan het tempo van de groei lijkt echter in 1975 een eind te
zijn gekomen. In de komende tijden zal het produktievo-
lume met gemiddeld niet meer dan 2 a 3% per jaar kunnen
stijgen. Daarbij zal de wisselvalligheid van de nog altijd
behoorlijke rendementen eerder toe- dan afnemen.
De' toekomstige mengvoederprodüktie hangt af van de afzet van
veehouderijprodukten (vlees, melk, kaas, eieren, slachtpluim-
vee). Een verdere afbraak van de Euromarkt voor veehouderij
produkten zou tegelijkertijd de rentabiliteit en de groeikansen
van de mengvoederindustrie zeer nadelig kunnen beïnvloeden,
al zal het waarschijnlijk niet zover komen, voorzover thans is te
voorzien.
Concentratie:
aantal bedrijven gehalveerd
In 1975 telde deze bedrijfstak 660 bedrijven, waarvan ca. 200
met 10 of meer werknemers. Bekend zijn particuliere bedrijven
als Denkavit, Hendrix, Koudijs, Provimi, Trouw, UT-Delfia,
Wessanen, en de in Cebeco-Handelsraad georganiseerde coö
peratieve bedrijven.
In totaal biedt de mengvoederindustrie werk aan ruim 11.000
personen. Het aantal bedrijven is in 10 jaar tijd gehalveerd. Dat
vindt zijn oorzaak deels door het samengaan van kleine bedrij
ven, maar voornamelijk doordat vele kleine producenten de
eigen produktie gestaakt hebben en zich veelal geconcentreerd
hebben op de handel in voeders en andere agrarische beno
digdheden. In de studie wordt aangenomen dat de concentra
tietendens zal doorzetten, vooral onder de zeer kleine produ
centen (tot 10.000 ton per jaar). De middelgrote staan behoorlijk
sterk. Hun voordeel is dat zij dicht bij hun afnemers zitten en
met lage overhead kosten werken.
Produktie verdubbeld
In de laatste 10 jaar is de produktie van mengvoeder sterk
gegroeid met 87%. In totaal wordt circa 11,5 miljoen ton gepro
duceerd. Sinds enkele jaren nemen de coöperatieve bedrijven
hiervan het merendeel voor hun rekening, hoewel het verschil
met de particuliere bedrijven nog zeer gering blijft.
Het voeder is vrijwel uitsluitend bestemd voor binnenlands ge
bruik. Het leeuwedeel gaat naar de ruim 7 miljoen varkens en 5
miljoen runderen, terwijl ook de bijna 70 miljoen kippen en
eenden nog flinke hoeveelheden verorberen. In geen ander land
Het leeuwendeel van 't mengvoeder wordt verorberd door de ca.
7 miljoen varkens en 5 miljoen runderen in ons land.
ter wereld is de produktie van mengvoeder in verhouding tot de
veestapel bij benadering zo hoog als in Nederland.
Het veevoeder wordt hier in grote variëteit aangeboden. Men
onderscheidt drie groepen. Het meest in trek voor rundvee zijn
ruwvoeders, gewassen die in hun natuurlijke staat - al dan niet
na droging - als voer worden gegeven, zoals hooi, knollen en
rapen. Daarna volgen de krachtvoeders. Dit zijn produkten met
een hoge voedingswaarde per gewichtseenheid, zoals graan,
meel, afval van graan, en nevenprodukten van de oliebereiding
(de z.g. veekoeken). De derde, in verhouding onbelangrijke,
groep bestaat uit melk en wei.
Verticale integratie
Nederland is voor het merendeel van de grondstoffen voor
mengvoeders afhankelijk van de invoer. Belangrijke toeleve
ranciers voor grondstoffen zijn tal van voedings- en genotmid
del industrieën. In de loop der jaren hebben ettelijke grote en
middelgrote bedrijven in deze branche belangen genomen in de
mengvoederbereiding. Dit betreft met name ondernemingen,
die oliezaden verwerken, en meelfabrieken. Hiermee hebben
deze voedingsmiddelenbedrijven zich verzekerd van regelmati
ge afzet van hun nevenprodukten, terwijl omgekeerd de be
trokken mengvoederfabrieken hun grondstoffenvoorziening al
thans voor een deel zien veilig gesteld.
Ook in andere richting is om dezelfde redenen een dergelijke
integratie tot ontwikkeling gekomen. Enige grote ondernemin
gen in de mengvoederindustrie hebben eigen veehouderijbe
drijven, dan wel vaste contractuele relaties met veehouders,
voornamelijk bedrijven uit de intensieve veehouderij (varkens-
en kalvermesterijen, en kippenfokkerijen).
Ontwikkelingslanden
Voorts gaat de studie onder andere in op een actuele (veron
derstelling dat de geïndustrialiseerde wereld minder vlees zou
moeten verbruiken om meer voedsel over te laten voor de hon
gerende volkeren in ontwikkelingslanden. Deze redenatie gaat
uit van de omzetting van veevoeders (bijvoorbeeld graan) in
vlees, waarbij 3 4 calorieën aan voer worden gebruikt om 1
calorie aan dierlijke produkten te winnen. In de Kaleidoscoop
wordt gesteld dat deze opvatting geen recht doet aan de aard van
het wereldvoedselprobleem. De begrenzing van de mogelijkhe
den, voedsel te produceren dan wel te importeren is veeleer
gelegen in economische factoren dan in fysieke tekorten. De
agrarische opbrengst in nagenoeg alle ontwikkelingslanden kan
sterk worden opgevoerd door toepassing van eigentijdse mid
delen en methoden.
Een wezenlijk antwoord op het vraagstuk zou kunnen bestaan
uit het opvoeren van ontwikkelingshulp, gericht op bevordering
van de eigen agrarische produktie, aldus de AMRO Bank.
Hoewel de EG basisverordening voorschrijft dat het melkprijs
jaar op 31 maart eindigt, hebben de moeilijke onderhandelingen
dit jaar ertoe geleid dat het melkprijsjaar 1977/78 op 1 mei a.s. is
begonnen. Zoals bekend is de gemeenschappelijke richtprijs
voor melk met ingang van 1 mei met 3 verhoogd.
Het betekent een verhoging tot 59,04 per 100 kg, op basis van
3,7% vet franko-fabriek. Van 15 maart tot 16 sept. 1976 gold een
richtprijs van 55,43 en van 16 sept. 1976 tot 1 mei 1977 van
57,03.
Interventie onaangetast
De interventiemogelijkheden (inleveringen) blijven onaange
tast bestaan. Uitgaande van de nieuwe interventieprijzen is een
basisprijs voor de melk berekend van 52,— per 100 kg met
3,7% vet, dat is 3,05 hoger en 2,— hoger dan in de eerste en
tweede helft van voorgaand melkprijsjaar.
Heffing op melk
Ter medefinanciering van de kosten die gepaard gaan met de
liquidatie van de interventievoorraden zal een heffing worden
opgelegd bij de veehouders van 1.5% van de richtprijs, ingaande
16 september 1977. Vóór dat tijdstip zal de Commissie rapport
uitbrengen over de administratieve moeilijkheden voor het
hanteren van een dergelijke heffing in Italië.
Effekt voor de veehouder
Het effekt voor de veehouder is als volgt te becijferen, waarbij
de vergelijking met het gehele melkprijsjaar 1976/77, lopende
van 1 maart tot 1 maart wordt getroffen.
1) per 1 mei ten opzichte van de per 16 sept. 1976 vastgestelde
richtprijs -l- 3,5%
2) van 1 maart 1977 tot maart 1978 geldende gemiddelde richt
prijs (waarin dus nog voor twee maanden de oude richtprijs is
verdisconteerd) ten opzichte van de sinds 16 sept. 1976 geldende
richtprijs 2,8%
3) als nr. 2, doch rekeninghoudende met de heffing van 1 xh
per 16 sept. 1977 2,3%
4) van 1 maart 1977 tot maart 1978 geldende gemiddelde richt
prijs ten opzichte van de gemiddelde richtprijs van 1 maart 197.6
tot maart 1977 4,7%
5) als nr. 4, doch rekening houdende met de heffing van 1 xh
per 16 sept. 1977 4,1%
De verhoging van de richtprijs in de gehele Gemeenschap in de
nationale valuta van de verschillende landen, voor zover die
verhoging het resultaat is van de aanpassing van de groene
koersen in Duitsland (min), Denemarken, Italië, Ierland, Fran
krijk en Engeland (plus) en het gelijkblijven van de groene
koersen in de Benelux kan worden getaxeerd op 2,3%. Benelux
en Duitsland profiteren daar niet van.
Omschakeling van melk op vlees
Er is een premieregeling ingesteld voor het niet in de handel
brengen van melk en voor de omschakeling op rundvleespro-
duktie. De periode waarin geen melk mag worden afgeleverd is
vastgesteld op 5 jaar; de omschakelingspremie duurt 4 jaar.
De omzetten van de mengvoederindustrie waren in het voeder
jaar 1975-'76 ongeveer 6,5 procent groter dan het jaar daarvoor,
waarbij voor de rundveevoeders de stijging met 11,4 procent het
sterkst was. Voor de tweede helft van het kalenderjaar 1976 lijkt
het waarschijnlijk dat dit beeld aanwezig zal zijn geweest, gezien
de doorwerking van de droogte op de ruwvoedervoorziening.
In het jaarverslag van de Vereniging van Mengvoederfabrikanten
wordt er verder melding van gemaakt dat de mengvoederprijzcn
in 1976 ongeveer 11 procent hoger waren dan in het jaar daar
voor.
Vrij algemeen verwacht men dat de groei van de mengvoeder
prodüktie zich in de komende jaren zal voortzetten zij het in
bescheiden mate.
De premies voocjiet niet afleveren van melk zijn als volgt:
tot 30.000 kg 95% van de richtprijs
30.000 tot 50.000 kg 90% van de richtprijs
50.000 tot 120.000 kg 75% vap de richtprijs
De omschakelingspremie is vastgesteld op 90% van de richtprijs
over een hoeveelheid van minimaal 50.000 kg tot maximaal
120.000 kg.
De financiële bijdrage van het EG fonds FEOGA bedraagt voor
deze regelingen 100%.
vdw
WEER IS DIT VOORJAAR gebleken hoe lang het on
kruidbestrijdingsmiddel A trazin wel kan werken. Op diver
se gewassen komt schade voor op percelen maisstoppel waar
vorig jaar dit middel werd toegepast. Het dient daarom
aanbeveling geen A trazin te gebruikek, wanneer het jaar
daarop een akkerbouw gewas moet worden geteeld. Met het
middel Bladex kunt u ook een goede onkruidbestrijding
verwachten en het wordt gemakkelijk afgebroken dan
A trazin.
DE GROENE PERZIKBLAD LU IS is nog steeds de
overbrenger van de vergelingsziekte. Kontroleer daarom uw
bietenpercelen op aanwezigheid van deze groene luis ook als
u Temik hebt gebruikt. Met het spuiten kunt u wachten op
de gele kaart of radioberich t. Voor de eerste weken zal dan
wel onderscheid worden gemaakt in wel of niet met Temik
behandelde percelen.
ER KOMT AL VEEL meeldauwaantasting in de winter
tarwe voor en als regel, hoe zwaarder het gewas hoe meer
meeldauw. Een bestrijding heeft alleen zin bij een ernstige
aantasting wanneer het laatste blad juist zichtbaar is. Juist
dat laatste blad is belangrijk voor de korrelproduktie en
moet gezond blijven. De aantasting wordt bij een bespuiting
I a 2weken tot staan gebracht, meer mag u van deze
bestrijding niet verwachten.
OOK IS IN HET RAS CLEMENT al gele roestaantasting
waargenomen. Daarnaast schijnen ook andére rassen door
een nieuw physio (soort) te worden aangetast.
De gele roest die altijdpleksgewijs begint, kunt u bestrijden
met 3A liter Calixin 2 kg maneb 80 of met 2 liter Plantvax
20 EC per ha. Het laatste is een wat duurder middel. Gezien
de vroegheid van optreden is er wel de kans dat u de be
strijding na 2 weken zult moeten herhalen.
DE TIJD IS ER NU WEL om uw wintertarwe een over
bemesting te geven met stikstof. Het moet gebeuren voordat
het gewas in de aar komt. U kunt gebruik maken van
kalkammonsalpeter tegen 200 kg per ha. Lang niet alle
percelen zullen hiervoor in aanmerking komen. Het zal
afhangen van kleur en ontwikkeling. Ook. in de rassen is
nogal wat variatie b. v. Clement of Manella. Ieder ras moet
apart worden beoordeeld.
TE KLEINE OP AFSTAND LIGGENDE percelen met
dikwijls een ondoelmatige vorm is vooral tijdens het weide-
seizoen een geweldige belemmering voor de veehouder. Ex
tra tijd en slijtage aan machines en een hopeloos gesjouw
met het vee zijn hiervan het gevolg. Door een vrijwillige
kavelruil, wat geen cent behoeft te kosten kan heel wat
worden verbeterd.
VELE VEEHOUDERS MAAKTEN IN het vroege voor
jaar een beweidingsplan al of niet met behulp van de gras-
landgebruikskalender. Door de weersomstandigheden is
vooral het maaien van kuilvoer uitgesteld. Hierdoor komt
ook het eet groen later waardoor meerdere percelen voor ge
weid moeten worden. Deze te lange graspercelen worden
slechter afgegraasd zodat na het uitschoren gebloot moet
worden.
DE VEEBEZETTING PER HA IS ZWAAR, zodat elke
extra grasgroei volledig moet worden benut. Vooral op wat
droogte gevoelige gronden moet het vormen van een voor
raad ruwvoer als heel gewoon worden beschouwd. Het is een
soort,verzekering waarvan u kunt profiteren bij een stagne
rende grasgroei in perioden van te weinig regenval. Op echte
droogte gevoelige gronden kan alleen een beregeningsin-
stallatie uitkomst brengen.
9