Zaailijnzaad
oogst 1977
E
H et in het verkeer brengen in Nederland van door een bui
tenlandse keuringsinstelling goedgekeurd en geplombeerd zaad
van bovengenoemde rassen uit oogst 1977 is alleen toegestaan
na voorafgaande toestemming van de kweker van het ras en
onder voorwaarde dat degene die het zaad in het verkeer brengt
Gewasbeschermingsnieuws
/'i. f VS s'yLtk «V 1
Bestrijd de wilde haver met alle
middelen
Aardappelkonsumptie in E.E.G.
daalt
Luisbestrijding in pootaardappelen
Gele roest en afrijpingsziekten in granen
Invloed van de bovenste plantendelen op de korrel
opbrengst bij tarwe
Luxan Borium spuitpoeder tegen
boriumgebrek
Mogelijkheden van MESUR0L
tegen vogelschade
in de sierteelt
I
r is overeenstemming bereikt door, Cebeco-Handelsraad te
Rotterdam, kweker van het vlasras REINA, Friese Maatschappij
van Landbouw te Leeuwarden, kweker van de vlasrassen NA
TASJA EN NYNKE, W.P.HvIkema te Groningen, kweker van
het vlasras FIBRA en Landbouwbureau Wiersum te Groningen,
kweker van het vlasras HERA, aangaande een algemeen aanbod
tot licentieverlening volgens art. 42 van de Zaaizaad- en Plant-
goedwet.
Dit algemeen aanbod heeft uitsluitend betrekking op het voort
brengen en verhandelen van zaaizaad oogst 1977 in de klassen
gecertificeerd zaad van de 2e en 3e vermeerdering Iedere vlaste
ler die voor uitzaai in Nederland in 1977 door de N.A.K. definitief
goedgekeurd en geplombeerd zaailijnzaad koopt of uit eigen
oogst beschikbaar heeft, mag het daaruit groeiende vlas in 1977
te velde en op partij door de N.A.K. laten keuren en bij goed
keuring laten plomberen en in het verkeer brengen tegen betaling
van een licentievergoeding per 100 kg, bruto voor netto geplom
beerd zaad van 10,-voor het ras REINA en van 12,50 voor de
rassen FIBRA, HERA, NATASJA en NYNKE.
Licentieplichtig is ieder die percelen vlas afkomstig van zaaizaad
le of 2e vermeerdering voor handelsdoeleinden ter keuring aan
de N.A.K. aanbiedt.
Verrekening van de licentievergoeding zal plaatsvinden bij de
definitieve plombering; de N.A.K. zal zich belasten met de inning
van de licentievergoedingen.
Dit algemeen aanbod is eveneens van toepassing op de nateelt
van zaailijnzaad dat buiten Ned. is gegroeid, goedgekeurd en
geplombeerd door een in het betrokken land werkende officiële
keuringsinstelling en dat door de N.A.K. voor veldkeuring wordt
aangenomen.
Toestemming van kweker
een gelijke licentievergoeding aan de kweker betaalt als voor in
Nederland geplombeerd zaad verschuldigd is.
Alle exporten van definitief goedgekeurd en geplombeerd
zaailijnzaad zijn onderworpen aan de voorafgaande toestem
ming van de betrokken kweker, behalve in de onder a, b en c
genoemde gevallen.
a. Export van goedgekeurd en definitief geplombeerd zaad in de
klasse gecertificeerd zaad 2e vermeerdering naar Frankrijk is
toegestaan voor zover het ras daar officieel tot het verkeer is
toegelaten en voorts onder de voorwaarde dat aan de koper de
verplichting wordt opgelegd dat het gekochte zaad uitsluitend in
Frankrijk wordt uitgezaaid en dat bij eventuele vermeerdering
tot zaaizaad een licentievergoeding aan de kweker betaald
wordt ten bedrage van 10,- per 100 kg over het in Frankrijk
vermeerderde zaad van het ras REINA en van 12,50 per 100
kg over het vermeerderde zaaizaad van de rassen FIBRA, HE
RA, NATASJA en NYNKE.
b. Export van goedgekeurd en definitief geplombeerd zaad in de
klasse gecertificeerd zaad 2e vermeerdering naar België is toe
gestaan voor zover het ras daar officieel tot het verkeer is toe
gelaten en voorts onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat ver
koop en levering uitsluitend plaats zullen vinden aan de deel
nemers in een groep van elf Belgische handelaren-bereiders, die
met de Nederlandse kwekers een licentiekontrakt hebben afge-
-
mt mtrw
sloten. De namen en adressen van deze elf Belgische kontrak-
tanten zijn op aanvraag bij de kwekers verkrijgbaar,
c. Export van gecertificeerd zaad 3e vermeerdering naar België
en Frankrijk is toegestaan, voor zover verkeer van het betref
fende ras aldaar officieel is toegestaan.
Export
Export van te velde goedgekeurd, strovlas en onbewerkt
zaaizaad onder internationaal geleidebiljet is alleen toegestaan
voor zover het internationaal geleidebiljet wordt aangevraagd in
de klasse 3e vermeerdering en onder voorwaarde dat het be
treffende ras in het land van bestemming officieel tot het ver
keer is toegelaten.
Export van partijen strovlas en onbewerkt zaaizaad, die te velde
zijn goedgekeurd als 2e vermeerdering kan alleen plaatsvinden,
wanneer het geleidebiljet wordt aangevraagd door de kweker
van het desbetreffende ras of wanneer op verzoek van de teler
C.q. exporteur déclassering plaats heeft tot 3e vermeerdering,
evenwel onder voorwaarde dat in het land van bestemming het
betreffende ras officieel is toegelaten.
De verschuldigde licentievergoeding zal in deze gevallen verre
kend worden bij de afgifte van het internationaal geleidebiljet
en wel forfaitair ten bedrage van 120,- per ha goedgekeurd
vlas c.q. 10,per 100 kg onbewerkt zaad voor wat betreft het ras
REINA en ten bedrage van 150,- per ha. goedgekeurd vlas
c.q. 12,50 per 100 kg onbewerkt zaad voor de rassen FIBRA,
HERA, NATASJA en NYNKE en voorts met dien verstande
dat ongeacht de geëxporteerde hoeveelheid strovlas de licentie
vergoedingen over gehele door de N.A.K. te velde gekeurde
percelen berekend zullen worden.
Wanneer in het verkoopseizoen 1977/1978 besloten wordt ook
zgn. handelszaad tot het verkeer toe te laten, dan wensen de
kwekers zich door hen alsdan in te nemen standpunt voorlopig
voor te behouden.
Het voor handelsdoeleinden voortbrengen van basiszaad (su
perelite en elite) en gecertificeerd zaad le vermeerdering zal in
1977 uitsluitend plaatsvinden door de kweker, behalve wanneer
hier omtrent door geïnteresseerden een speciale overeenkomst
met de kweker is gemaakt. Teneinde dit te kunnen realiseren,
zal de afgifte van superelite- en elitezaad uitsluitend plaatsvin
den op teeltkontrakt met terugleveringsklausule.
Omtrent nadere voorwaarden van deze teeltkontrakten kan men
zich wenden tot de betrokken kwekers.
Deze regel geldt uitsluitend voor oogst 1977.
Voor oogst 1978 zullen de kwekers de voorwaarden te gelegener
tijd bekend maken.
W.P.Hylkema, Groningen; Cebeco Handelsraad, Rotterdam;
Landbouwbureau Wiersum, Groningen; Friese Mij van'Land
bouw, Leeuwarden.
Wilde haver is een onkruid dat met alle middelen bestreden
dient te worden. Wanneer het voorkomt, zo hier en daar, dan
kan er met de hand nog wel wat aan gedaan worden, maar
wanneer de bezetting dicht wordt, dan is chemische bestrijding
op zijn plaats. Het C.A.R. te Emmen heeft hier over het vol
gende gepubliceerd. Er zijn enkele chemische bestrijdingsmid
delen die gespoten kunnen worden in o.a. zomergerst en zo-
mertarwe tèr bestrijding van dit lastige onkruid. De resultaten
van deze middelen kunnen goed zijn, mits zij onder gunstige
weersomstandigheden en in het juiste ontwikkelingsstadium
van de wilde haver worden toegepast. In aanmerking komen:
le. Bidisin. Dit middel mag in zomergerst en zomertarwe wor
den gespoten. Hebben de meeste wilde haverplantjes 2-3
blaadjes, dan wordt 8 1/ha geadviseerd, doch zijn er reeds veel
grotere planten met 4-5 blaadjes, gebruik dan 10 1/ha. Spuiten
met veel water 600 1/ha, geeft de beste resultaten. De spuit-
vloeistof moet zoveel mogelijk in de harten van de planten
terecht komen. Bij hoge temperaturen, dus '.arm en zonnig
weer boven 20 gr. C., is het beter tegen de avond te spuiten. 2e.
Avenge mag niet in zomertarwe, doch wel in zomergerst gespo
ten worden. De wilde haverplant>:.> moeten 3-5 blaadjes hebben
gevormd. De dosering is 4 1/ha, de hoeveelheid water 300 1. 3e.
Suffix kan niet in zomergerst doch wel in zomertarwe worden
toegepast. In tegenstelling tot de twee vorige genoemde midde
len moet Suffix laat, d.w.z. bij een gewaslengte van 20-30 cm
worden aangewend. De dosering bedraagt 5 1 de hoeveelheid
water 200-500 1/ha. Deze late bespuiting kan een voordeel zijn
omdat dan alle wilde haverpïanten, die dit jaar kiemen, bestre
den kunnen worden. Een nadeel is echter dat bij een zware
bezetting met wilde haver, de concurrentie zo groot is, dat het
cultuurgewas daarvan schade ondervindt. Op vele plaatsen bent
u verplicht dit onkruid op uw bedrijf te bestrijden. In de zo
mergranen, gerst en tarwe, kan dat met Bidisin in beide gewas
sen, Avenge alleen in zomergerst en Suffix alleen in zomertarwe.
Na een chemische bestrijding zal er toch nog wel een enkele
wilde haverplant de dans ontspringen. Zodra die een pluim
heeft gevormd, pluk die er dan af en neem deze mee. U voor
komt zodoende nieuwe zaadvorming. Voor de bestrijding van
andere onkruiden is het noodzakelijk dat u de gebruiksaanwij
zing van de genoemde middelen goed leest. Bisidin kan even
tueel gemengd met mecorpop MCPP) worden verspoten,
doch de beide andere middelen mogen niet met een onkruid
bestrijdingsmiddel worden gemengd.
Over 1976 bedroeg de aardappelkonsumptie per hoofd van de
bevolking 77 kg. Hiervan was 60 kg vers en 17 kg verwerkt
produkt. Deze nog voorlopige cijfers staan vermeld in het jaar
verslag '76 van het Produktschap voor Aardappelen. Het rapport
geeft diverse trends cijfermatig aan. Zo blijkt de afzet voor verse
consumptie over de laatste 25 jaar praktisch gehalveerd te zijn.
Stabilisatie
In 1960 lag de konsumptie van verse aardappelen nog op 98 kg
per hoofd. Tien jaar later daalde deze tot 75 kg. Over 1975 en
1976 geeft het jaarverslag respektievelijk 63 en 60 kg per hoofd
aan. Van 1970 tot 1975 steeg de konsumptie van verwerkte
aardappels van 11,5 naar 17 kg per hoofd. Vorig jaar nam
volgens de voorlopige gegevens dit verbruik dus niet toe. Men
neemt een zekere stabilisatie waar. Circa 70% van het verwerkte
produkt betreft voorgebakken aardappelen, ongeveer 20% be
staat uit chips, riibbit en andere snacks en zo'n 10% komt voor
rekening van puree en andere aardappelprodukten.
Het binnenlandse verbruik komt in totaal uit op 1.050.000 ton,
waarvan 820.000 ton vers en 230.000 ton verwerkt.
In de andere Westeuropese landen is eveneens van een kon-
sumptiedaling sprake. In enkele landen, zoals Engeland, Ierland
en Denemarken, zou vooral in het afzetseizoen 1975/1976 de
konsumptie sterk zijn gedaald vanwege de hoge aardappelprij
zen. In Engeland ligt de aardappelkonsumptie per hoofd op 87
kg, in Ierland op 108 kg en in Denemarken op 59 kg. Wat betreft
de andere E.E.G.-landen voeren België en Luxemburg de bo
ventoon met 105 kg, gevolgd door Frankrijk met 91 kg en Italië
met 36 kg. Per E.E.G.-hoofd vermeldt men 74 kg.
Agriben Nederland b.v. Postbus 209 te Etten Leur meldt dat ook
al is het erg koud geweest we niet moeten denken dat de luizen
vergeten mogen worden. De eerste bespuiting in pootaardap
pelen zal binnen afzienbare tijd plaats moeten vinden.
Agriben biedt twee middelen aan, ieder met eigen voordelen.
UNIMETON (thiometon) een van ouds bekende fosforester, die
vrij snel werkt door een gedeeltelijke kontaktwerking, en
daarom zeer geschikt is voor de eerste bespuiting.
KILVAL (vamidothion), in de fruiteelt algemeen bekend als het
bloedluismiddel bij uitstek. Kilval werkt hoofdzakelijk syste-
misch en geeft een langdurige bescherming. Omdat in een snel
groeiende plant de Kilval, die in de plant is opgenomen, sterk
wordt verdund is dit middel juist zeer geschikt voor de tweede
bespuiting, wanneer de plant reeds wat groter is en een vol
doende hoeveelheid blad bezit.
Ter voorkoming van resistentieproblemen wordt een afwisseling
van middelen aanbevolen b.v.:
1. Eerste bespuiting, als 90% van de pootaardappelen boven
staat, met 1 V2 liter Unimeton per ha.
2. Tweede bespuiting (12 - 14 dagen daarna) met 1 xh liter Kilval
per ha.
N.B. In konsumptieaardappelen is Kilval niet toegelaten.
BASF Nederland doelt mede dat er op het gebied van bestrijding
tegen gele roest en meeldauw in tarwe, gele roest in gerst en
meeldauw in haver het middel Calixin beschikbaar is. Ter be
strijding van afrijpingsziekten brengt men Bavistin-M op de
markt.
Bladmeeldauw in gerst en haver kunnen zo'n 1000 kg aan op
brengst schelen. Gele roest in tarwe kan wel 2000 kg opbrengst
kosten. Verder zegt men dat afrijpingsziekten in tarwe in meer
dere jaren verantwoordelijk waren voor een gemiddelde op
brengstvermindering van 500 kg per ha.
B.V. "Luxan" heeft haar assortiment uitgebreid met Luxan Bo
rium spuitpoeder.
Dit kan worden toegepast als bladbespuiting ter bestrijding van
boriumgebrek.
Het kan in de volgende teelten worden toegepast:
mais, bieten, koolrapen, knolselderij, stoppelknollen, kroten,
tomaten en wortelen.
Boriumgebrek veroorzaakt bij bieten hartrot en bij mais on
twikkelt de kolf zich slecht; Luxan Borium spuitpoeder is vooral
voor deze toepassingen een welkome aanvulling. Het is lever
baar in een verpakking van 2 kg. v
Het BAYER-middel MESUROL wordt reeds geruime tijd met
veel succes toegepast in mais ter voorkoming van schade door
vogels.
Na uitgebreide proefnemingen is dit produkt nu ook toegelaten
voor het beschermen van sierteeltgewassen in de volle grond
tegen knoppen- en bessenvreterij door vogels.
MESUROL kan bijvoorbeeld met goede resultaten worden
toegepast voor de bescherming van Forsythia's tegen knoppen-
vreterij en ter voorkoming van bessenvreterij bij o.a. Ilex, Pyra-
cantha en diverse Cotoneastersoorten.
Zodra de eerste pikkerij of vreterij wordt waargenomen, de
desbetreffende heesters bespuiten met 100 gram MESUROL
per 100 liter water.
5