Z oals u reeds hebt kunnen lezen beperkt de proeftuin zich niet
tot haar eigen tuin. Met een aantal gewassen wordt uitgeweken
naar de praktijk. Veelal betreft het hier onderzoekobjekten die
reeds 1 a 2 jaar op de proeftuin zijn beproefd. Om de resultaten
vervolgens op de praktijkschaal te kunnen toetsen is deze
werkmethode zeer waardevol. Veelal worden deze proeven
middels hulp van de studieklubs bij de diverse tuinders onder
gebracht. Voor 1977 worden verspreid over de provincie proe
ven genomen met betrekking tot zomer-, herfst- en winterprei,
sla bonen en ziekte- en onkruidbestrijdingsproeven.
Veel aandacht voor vollegrondsgroenteteelt
N atuurlijk kunnen we bij deze vraag niet alle proefresultaten
die vanaf de start van de proeftuin behaald zijn, gaan opsom-
men. Het zou een ellenlang verhaal worden, waardoor we door
de bomen het bos niet zouden kunnen onderscheiden. We zullen
ons dan ook beperken tot de belangrijkste uitschieters.
D e vollegrondsgroenteteelt is een van de belangrijkste takken van tuinbouw in Noord-Brabant. Ook doet men in het
landelijk geheel aardig mee. Volgens gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek bedraagt het landelijk areaal
(exklusief zaaiuien) 43.000 ha waarvan in Noord - Brabant 12.500 ha ofwel 30%.
Proeftuin Breda
In't kort
- De vollegrondgroenteteelt is in Noord-Brabant een be
langrijke tak van tuinbouw.
- Aan onderzoek werd de afgelopen 11 jaren veel aan
dacht besteed.
- Voordat een proevenplan tot stand komt, wordt er
zorgvuldig gewikt en gewogen.
- Een groot aantal proeven hebben een duidelijke bij
drage geleverd aan de ontwikkeling van de vollegronds
groenteteelt.
- De komende jaren zullen ook nieuwe gewassen en de
zogenaamde vergeten teelten moeten worden beproefd.
- Van alle proeven worden verslagen gemaakt, die aan de
abonnees regelmatig worden toegezonden. Voor diege
nen die nog niet geabonneerd zijn, kunnen met een tele
foontje 070 - 144382 naar Proeftuin Breda zich alsnog
laten inschrijven. De kdsten hiervoor bedragen slechts
10,per jaar exkl. BTW.
proevenplan opgenomen geweest. Naast het voortdurend aan
geven van de meest geschikte rassen werden waardevolle proe
ven gedaan met betrekking tot de onkruidbestrijding. In dit
verband willen wij o.a. noemen de toepassingsmogelijkheden
van het middel Vapam. Verder niet te vergeten het onderzoek
naar virus en/of witvrije rassen, alsmede het gebruikswaar-
deonderzoek bij Ijsbergsla.
Bij de gewassen bloemkool en bleekselderij werd middels een
groot aantal zaai- en plantdata een schema samengesteld om de
kontinuteelt te kunnen bedrijven.
Voor witlof werd de teelt zonder dekgrond geïntroduceerd. Di
verse proefen met o.a. rassen, temperaturen, verwarmingstijd
stippen werden uitgevoerd. Inmiddels hebben 40 telers in
Brabant deze teeltmethode overgenomen.
Diverse andere gewassen zijn de afgelopen jaren eveneens op de
proeftuin beproefd. We denken hierbij aan asperges, bonen,
knolselderij, radijs, spinazie, savoy en spitskool, wortelen enz.
We willen ons echter beperken tot de bovengenoemde en verder
verwijzen naar de proeftuinmap waarin alle resultaten voor u
zijn neergeschreven.
Bij tuinders
Onderzoek komende jaren
Een groot aantal gewassen zijn reeds op diverse facetten be
proefd. De technische en economische ontwikkelingen, die zich
Wat werd er bereikt
Consulentschap voor de Tuinbouw
Ing.A.J.van Oijen
Het gebruik van plastik-folie bij de augurkenteelt gaf een aanzienlijke opbrengstverhoging.
De snelle introduktie van de hybride spruitkoolrassen is een goede zaak geweest.
Gang van zaken
"V oordat een bepaalde proef wordt gezaaid of geplant zijn er al
diverse besprekingen gevoerd. Met nadruk willen wij hier nog
een stellen dat het werk op de proeftuin ten dienste staat van de
tuinders. Hieruit vloeit voort dat men op de proeftuin volledig
geïnformeerd moet zijn over de problematiek van de gewassen,
ondervonden op de bedrijven. Ofschoon nog voor verbetering
vatbaar, is het verheugend dat middels het grote aantal studie
klubs hierover een doorstroming wordt verkregen. De proce
dure die wordt gevolgd om een proevenplan samen te stellen
begint dan ook vaak bij de studieklubs. Elke tuinder die meent
dat bepaalde gewassen of onderdelen hiervan moeten worden
beproefd kan dit kenbaar maken tijdens de studieklubbijeen-
komsten. Hun bed rij fs voorlichter verricht hierbij vaak een
koördinerende taak. Deze verzamelt en rangschikt de "verlan
gens" en speelt ze door naar de proeftuinkommissie, hetgeen
eveneens voor de specifieke problemen door de specialisten van
het tuinbouwconsulentschap gebeurt. In de proeftuinkommissie
hebben zitting de direkteur, chef en waarnemers van de proef
tuin, aangevuld met het hoofd voorlichting en bedrijfstakdes
kundigen van het tuinbouwconsulentschap. Deze kommissie
stelt in enkele besprekingen het koncept proevenplan vast.
Hierna wordt het koncept-plan besproken met he"t landelijke
proefstation. Deze gaan o.m. na of bepaalde proeven gekoördi-
neerd kunnen worden met andere proeftuinen. Bovendien
verstrekken zij richtlijnen met betrekking tot de opzet van de
proeven.
Vervolgens wordt het koncept-plan voorgelegd aan de landelij
ke programmeringskommissie, waarin medewerkers van diverse
instituten en proefstations zitting hebben. Zij beoordelen het
plan o.m. op de uitvoerbaarheid. Als allerlaatste instantie wordt
het koncept-plan voorgelegd aan het proeftuinbestuur (waarin
het Brabantse bedrijfsleven zitting heeft), welke via eventuele
aanvullingen het plan goedkeurt.
Uit deze oplossing hebt u kunnen lezen dat voordat een proe
venplan wordt vastgesteld diverse schijven moeten worden ge
passeerd. De grote kosten en inzet die het uitvoeren van het
proevenplan opeisen noodzaken echter dat er zorgvuldig gewikt
en gewogen wordt voordat wordt begonnen.
Opmerkelijk mag in deze ook de bladvlekkenziektebestrijding
worden genoemd. De basis voor de goedkeuring van de mid
delen Difolatan en Maneb werden op de proeftuin gelegd.
In de augurkenteelt werd het positieve effekt van de bodembe
dekking middels transparant plasticfolie aangetoond. Boven
dien werd ingehaakt op de ontwikkelingen van de teelt aan
touw. Diverse problemen werden bij de touwteelt tot een
oplossing gebracht, zoals de meest gewenste draadhoogte,
snoeiwijze, rassen, onkruidbestrijding, plantafstanden enz. On
getwijfeld is dit mede de oorzaak geweest dat thans 150 ha
augurken aan touw worden geteeld.
Ook is sedert de start van de proeftuin de sla steeds in het
ook in de tuinbouw voordoen, noodzaken een voortdurende
bijsturing. Wat vandaag goede perspektieven biedt, kan morgen
als het ware in de goot liggen. Bezien we in deze de verschuiving
van enkele tuinbouwgewassen naar het grotere akkerbouwbe
drijf. De proeftuin heeft hierbij mede een taak de "open geval
len gaten" op te vullen.
Het laat zich dan ook aanzien dat naast diepergaand onderzoek
van de reeds beproefde gewassen, nieuwe en de zogenaamde
"vergeten" teelten wat meer aandacht zullen gaan opeisen. Bij
de nieuwe gewassen is inmiddels met onderzoek gestart bij Ijs
bergsla, Chineese kool, rettich, koolrabi en knolvenkel. Bij de
zogenaamde vergeten gewassen zijn momenteel in beproeving
o.a. peulen, asperges, vervroegde snijbonen en stamslabonen.
Natuurlijk zullen ook de mogelijkheden van het gebruik van
plastikfolie nader worden uitgediept. Bij gewassen zoals peen,
zomerprei, andijvie, sla en radijs zijn in deze al opmerkelijke
resultaten geboekt.
Voortzetting vragen ook de beregeningsproeven. Zeker nu een
groot aantal vollegrondsgroenteteeltbedrijven beschikken over
een vrijwel geheel automatische beregeningsinstallatie. De
hoeveelheid water, in welke frequentie en het tijdstip waarop
het moet worden gegeven zijn nog onvoldoende uitgekristalli
seerd.
Met deze wetenschap is het dan ook niet zo verwonderlijk dat bij de te nemen proeven op de proeftuin de vollegronds
groenteteelt steeds een belangrijke rol heeft gespeeld. Bovendien worden er jaarlijks nog een aantal proeven genomen in
de praktijk. Dit alles gebeurt onder beheer van de proeftuin te Breda in samenwerking met het proefstation voor
akkerbouw- en groenteteelt te Alkmaar en Lelystad.
Verleden en heden
B ij het nemen van proeven is telkens getracht die gewassen te
beproeven, waaraan de tuinders de grootste behoefte hadden.
Natuurlijk is in deze niet elke wens in vervuiling gegaan. Het
omvangrijke gewassenpakket alsmede de beperkte ruimte en
bemanning noopte steeds tot het stellen van prioriteiten. Toch
kan men vaststellen dat vanaf de start van de proeftuin in 1965
een groot aantal proeven een wezenlijke bijdrage hebben gele
verd tot de ontwikkeling van de vollegronds-groenteteelt. Hier
van hebben een groot aantal tuinders kunnen profiteren waar
mede u blij kunt zijn en de werkers aan het proeftuinfront trots
op zijn. Door de inkrimping van de beschikbare cultuurgrond
op de huidige tuin dreigde de laatste jaren deze goede gang van
zaken enigszins verstoord te geraken. Het is dan ook verheugend
dat het bestuur van de proeftuin er in is geslaagd een perceel
grond ter grootte van 5 ha in de onmiddellijke nabijheid van de
huidige tuin te pachten. Het nieuwe perceel is meteen in gebruik
genomen en momenteel vrijwel volledig beplant en/of inge
zaaid.
Te.beginnen bij de spruitkool. Het was de proeftuin die in 1966
als eerste in Noord-Brabant zich begaf op het beproeven van de
nieuwe hybride-rassen. De snelle introduktie van de hybri
de-rassen en de intensieve proeven t.a.v. zaai- en planttijden,
plantafstanden, toptijdstippen, voorpluk enz. zijn aanleiding
geweest, dat in 1969 het hele rassensortiment in Brabant werd
omgezet in hybriderassen. De spruitkoolteelt is hierdoor in
sterke mate opgeleefd en is in areaal momenteel uitgegroeid tot
1200 ha. Bij de preiteelt is men aanvankelijk gestart met de
teelt van zomerprei. Het wel of niet gebruik maken van pers
kluiten, plantafstanden, oogsttijdstippen werden zorgvuldig be
proefd en de resultaten hiervan beschikbaar gesteld voor de
praktijk.
Bij de herfst- en winterprei werd intensief naar kwaliteitsverbe
tering gespeurd. Spectaculair zijn de resultaten die behaald zijn
middels het planten in ponsgaten. Een teeltmethode die de
telers in staat stelt kwalitatief hoogwaardige prei te telen. Het is
dan ook niet verwonderlijk dat dit inmiddels door vele tuinders
navolging vindt, waarvoor de proeftuin de aanzet heeft gele
verd.
Het beregeningsonderzoek staat volop in de belangstelling.
15