Nog weinig gele roest in het Zuid-Westen D e doelstelling is om te komen tot een systeem, waarbij uiteindelijk de toepassing van chemische bestrijdingsmid delen zodanig geschiedt, dat overbodige toepassing voor komen wordt door een betere kennis van de ziekteontwik keling en het economisch rendement van de bespuitingen met inachtneming van de teeltomstandigheden en de ver bouwde rassen. D e direkteur-generaal voor de landbouw en de voedselvoor ziening, ir.A. de Zeeuw, heeft in zijn toespraak t.g.v. het 25-jarig jubileum van de Nederlandse Federatie voor de Handel in Poot- aardappelen (N.F.P.) op 5 mei j.l. in het Jaarbeurskongrescen- trum te Utrecht veel aandacht geschonken aan de ontwikkelin gen in de E.E.G. D e opzet van het onderzoek bestaat uit drie hoofdelementen. Allereerst wordt getracht steeds een goed beeld te verkrijgen over het voorkomen van gele roest op tarwe en gerst. Niet alleen gedurende de periode dat de ziekte direkt schadelijk is maar ook in de herfst en het vroege voorjaar. Het is daarom bijzonder belangrijk, dat zoveel mogelijk graantelers het voorkomén van gele roest in hun gewassen, zelfs al zijn het maar enkele blaadjes, melden bij de specialist planteziekten in hun i;egio of direkt aan het IPO ter attentie van ir. R.W.STUBBS. Ten tweede zal er een computer-informatiesysteem opgezet worden, waarin de gege vens over het voorkomen van de roest en de fysio's bewaard worden per regio en eventueel per gemeente. T ot dusver werd gele roest vooral aangetroffen op verschil lende rassen in de Flevopolders en de Noord-Oostpolder. In de Wieringermeerpolder, Noord-Groningen en bij Wageningen zijn enkele vondsten gedaan op het ras Clement. G ele roest is een moeilijk te bestrijden ziekte. Tot dusver zijn er geen chemische bestrijdingsmiddelen in de handel, die een volledige effektieve bestrijding mogelijk maken. Wel zijn er middelen beschikbaar, waarmee de opbrengstderving aanmer kelijk beperkt kan worden. Voor de toepassing van deze mid delen wordt gewezen op het advies van de Plantenziektenkun- dige Dienst en het Consulentschap voor Plantenziekten en On- kruidbestrijding zoals vermeld in Bericht no. 77-19 betreffende bestrijding van schimmelziekten in granen. Nederland voorstander van liberaal aardappelbeleid De Stichting Nederlands Graan-Centrum maakt in haar "Gele Roestbericht no. 19" melding van een op te zetten waarschuwingssysteem voor graanziekten. Dit bericht werd samengesteld door: ir.R.W.Stubbs Instituut voor Plantenziektenkundig Onderzoek en ir.F.H.Rijsdijk Lab.voor Fytopathologie v.d.Landbouwhogeschool Een van de direkte gevolgen op korte termijn is, dat in het algemeen vroeger in het voorjaar aandacht gevraagd zal worden voor gele roest. Dit betekent dan niet, dat er dan al een gevaarlijke situatie ontstaan is maar alleen, dat extra informatie uit de praktijk over het voorkomen van gele roest gewenst is om de ontwikkeling van het ziekteverloop te kunnen voorspellen. Een waarschuwingssysteem voor graanziekten O p 1 april 1977 is er een onderzoekprojekt begonnen met als doel het ontwikkelen van een waarschuwingssysteem voor het optreden van ziekten in granen. Het onderzoekprojekt wordt gefinancierd door het Nederlands Graan-Centrum en uitge voerd op het Laboratorium voor Fytopathologie van de Land bouwhogeschool in nauwe samenwerking met het IPO en het .Consulentschap Plantenziekten. Het onderzoekprojekt, in de wandeling EPIPRE genaamd, richt zich op het ontwikkelen van rekenmodellen waarmee, met be hulp van gegevens over het weersverloop, het voorkomen van tarwerassen, ziekten en de teeltomstandigheden, voorspellingen gedaan worden over de te verwachten ziekteontwikkeling. Daarbij wordt gestreefd naar een detaillering per ras, per graanteeltgebied en mogelijk in de toekomst zelfs per bedrijf. Voorlopig bestaat het projekt uit drie fasen van elk een jaar zodat per jaar nagegaan kan worden of voortzetting van het projekt zinvol is. Deze drie jaar wordt voornamelijk aandacht geschonken aan de gele roest van tarwe en gerst. De samen werking met het IPO geschiedt vooral op het gebied van inden- tificatie van gele roestfysio's en de verbreiding van de fysio's en het gemeenschappelijk volgen van de roestontwikkeling op proefvelden. Het Consulentschap Plantenziekten verstrekt ge gevens over het voorkomen van aantastingen in de praktijk en maakt gebruik van de informatie over de te verwachten ziek te-ontwikkeling bij het vaststellen van bestrijdingsadviezen en de advisering met betrekking tot de rassenkeuze. Ter voorkoming van misverstanden wordt er op gewezen, dat vanuit dit projekt geen adviezen verstrekt worden aan de prak tijk. Dit is en blijft de taak van de Consulentschappen. In de E.E.G. trachten we uniforme regels voor de onderschei dene produkten tot stand te brengen. De lidstaten trachten echter hun nationale produkten zoveel mogelijk te beschermen, zodat veelal een kompromis nodig is om tot een besluit te ko men. Dit principe zal nog versterkt worden bij uitbreiding van de Gemeenschap. Ook voor aardappelen zijn voorstellen voor een E.E.G.-marktordening gedaan. Ons land heeft zich echter Steeds voorstander getoond van een zo liberaal mogelijke rege ling. In het betreffende Commissievoorstel worden een aantal steunmaatregelen voorgesteld in de bewaaraardappelsektor teneinde die markt te stabiliseren, indien de ter beschikking komende hoeveelheden de verwachte behoefte aanzienlijk zul len overtreffen. In de toelichting wordt gesteld dat het produk- tievoljime van de aardappelmarkt zeer onregelmatig is en dat het klimaat een zeer belangrijke rol speelt bij de hëfctare-op- brengst. Op basis van de uiterste gemiddelde opbrengsten per hêktare in de afgelopen vijfjaren zou het verschil bij het huidige areaal in de Gemeenschap ca. 10 miljoen ton bedragen. Bij vrije prijsvorming kunnen ten gevolge hiervan en gezien de weinig elastische vraag grote prijsverschillen optreden. Het natuurlijke minimum-prijsniveau is dan de veevoederwaarde. In het Commissievoorstel worden maatregelen voor bewaar- aardappelen voorgesteld, zoals steun voor partikuliere opslag, voor kunstmatige droging en denaturatie en de mogelijkheid van uitvoerrestituties. Willen de voorgestelde maatregelen in jaren van overschotten enig effekt hebben met betrekking tot de stabilisatie van de markt, dan is duidelijk dat het prijs-, verschil tussen het ge wenste prijsniveau voor konsumptieaardappelen en het prijspeil van veevoederaardappelen door middel van de steun moet worden overbrugd. Alleen op deze wijze zal men bij een kunst- Medewerking telers gevraagd Tenslotte zal op grond van de bovengenoemde informatie en het weersverloop per ras de te verwachten ziekteontwikkeling be rekend worden met behulp van zogenaamde computer-simula tiemodellen. Gele roest in 1977. Nu ook Lely aangetast. In de zomer van 1976 is het tarwegewas vrijwel geheel vrij gebleven van gele roest. Door de relatief vroege inzaai in de herfst van 1976 en de voor de roest gunstige weersomstandig heden in de herfst en winter zal de weinig roest, die aanwezig was, zich verder hebben kunnen ontwikkelen op de nieuw in gezaaide percelen van vatbare rassen. Een en ander wordt be vestigd door een aantal zeer vroege meldingen van voorkomen van gele roest in een aantal praktijkrassen (begin april 1977) in de IJsselmeerpolders en enkele meldingen van aantastingen van het ras Clement elders in het land. Bijzonder opmerkelijk is de aantasting van het ras Lely, dat tot dusver vrijwel vrijgebleven was van gele roest. De aangetroffen aantastingen hebben in het algemeen betrekking op vrij vroeg ingezaaide percelen. De waargenomen aantastingen vertonen lang niet altijd een duidelijk haardpatroon zodat er rekening mee gehouden moet worden, dat in de omgeving van zulke aantastingen oudere haarden met een sterke aantasting aanwe zig zijn. De mate van aantasting en de aangetaste rassen doen vermoe den, dat tenminste in de IJsselmeerpolders rekening gehouden moet worden met zeer sterke aantastingen later in het seizoen. Waakzaamheid is daarom geboden. Om de tijdige herkenning van de ziekte in tarwe mogelijk te maken, is een kleurenfoto, overzicht van aantastingstypen van gele roest op tarwe, beschikbaar. Op aanvraag zijn eventueel meerdere exemplaren te verkrijgen bij het IPO. matig hoog gehóuden markt het overschot aan konsump- tie-aardappelen naar de veevoedersektor kunnen overhevelen. Gezien de omvang van de overschotten, die de E.E.G. in jaren waarin de productieomstandigheden in de gehele Gemeen schap gunstig zijn, zal kunnen produceren, wordt onzerzijds gevreesd dat de-voorgestelde steunmaatregelen in zulke jaren een enorme financiële last voor de E.E.G. zullen betekenen, hetzij weinig of geen effekt zullen hebben. Door de steun te beperken tot enkele exklusieve groepen zoals de producentengroeperingen kunnen wel de kosten van het Europese Landbouwfonds worden verminderd, doch zal geen stabilisatie van de marktprijzen kunnen worden verkregen, mede gezien het feit dat deze groeperingen niet representatief zijn in de aardappelsektor. Een nieuw fysio op het ras Lely 2fj oals al vermeld is Wordt er op verschillende plaatsen in de IJsselmeerpolders gele roest aangetroffen op het wintertarweras Lely. Gezien de virulentie van deze roest bestaat het sterke vermoeden, dat een voor Nederland nieuw fysio is ontstaan zodat er rekening mee gehouden moet worden, dat ook in Lely dit jaar sterke aantastingen kunnen optreden. Opvallend is, dat Clement onvatbaar blijkt zodat kennelijk geen zeer direkte verwantschap bestaat tussen het Clement-fysio en dit nieuwe fysio. Eveneens van belang is, dat Norda, Kaspar, Toro en Melchior, althans in het kiemplantstadium, sterk vat baar blijken te zijn. Dat Manella in het kiemplantstadium vat baar voor verschillende fysio's is, is bekend maar in het volwassen plantstadium is Manella tot dusver voldoende resistent. Een de finitieve fysiodeterminatie wordt thans uitgevoerd op het IPO aan de hand van de daarvoor geijkte toetssortimenten. Bruine roest op tarwe B ij het kontroleren van een aantal meldingen van voorkomen van gele roest in wintertarwe werd in vele gevallen een uitzon derlijk vroege aantasting door bruine roest van tarwe gevonden. Deze bruine roestaantastingen zijn waarschijnlijk tot stand ge komen in de herfst en hebben zich in de milde winter kunnen handhaven. Deze extreem vroege aanwezigheid van bruine roest, bijna 2 maanden vroeger dan normaal, maakt een verdere uitbreiding in de latere groeistadia van de tarwe waarschijnlijk. Op 9 mei geen gele roest in Z.W.-Nederland Opmerkelijk is, dat tot nu toe geen gele roest werd aangetroffen in Zuid-West Nederland. Dit betekent nog niet, dat daar geen gele roest voorkomt aangezien bij het vaststellen van gele roest in de praktijk bij relatief lage aantastingen in het voorjaar, naast een goede ervaring, ook het toeval een handje moet helpen. Voor zover nu bekend zal met name in de IJsselmeerpolders een zeer sterke epidemie tot ontwikkeling komen. Het is goed denkbaar, dat vanuit deze polders de roest verspreid zal worden naar andere delen van Nederland. De kans op ontsnapping door het te laat arriveren van de roest is echter reëel zodat bij aan tastingen laat in het seizoen mogelijk eventuel' bestrijding ach terwege kan blijven. Raadpleeg bij twijfel de specialist plante ziekten in het betreffende rayon. Chemische bestrijding van gele roest In verband met de gewekte verwachtingen voor hogere mini mum prijzen zal bovendien de geleidelijke natuurlijke aanpas sing van het aardappelareaal aan de behoefte worden belem merd. Dit zal de vorming van strukturele overschotten in de hand werken en daarmede op den duur de inkomensvorming in de aardappelsektor nadelig beïnvloeden. Om genoemde rede nen heeft ons land zich steeds uitgesproken tegen de voorges telde steunmaatregelen. Algemene beschouwing Zowel voor pootgoed als konsumptieaardappelen geldt dat bij na de helft van de produktie nodig is voor de voorziening van het binnenland. Mede door een goed handelsapparaat vindt dus ruim de helft van de produktie zijn weg in het buitenland, voor een deel in de vorm van verwerkte produkten. Naar verwachting zal de exportwaarde in het lopende seizoen 1976/1977 de miljardgrens overschrijden. Na twee gouden jaren voor de aardappelteelt zullen er ongetwijfeld weer andere tijden volgen. Gezien de sterke prijsfluctuaties zal de exportwaarde in de toekomst wel weer eens aanzienlijk dalen, maar toch is de aardappel, gezien de exportwaarde, niet alleen een agrarisch belangrijk produkt, doch ook nationaal gezien een produkt van een zekere importantie. Positie in de E.E.G. Terwijl in de overige E.E.G.-landen het aardappelareaal de laatste tien jaren daalde, is alleen in ons land stabilisatie opge treden. Met 24% van het akkerbouwareaal in aardappelen steekt ons land sterk af tegen een vergelijkend cijfer voor de gehele E.E.G. van 5%. Ons land had in 1976 16 Zi% van de totale E.E.G.aardappelproduktie, hetgeen onderstreept hoezeer we op export zijn aangewezen. Dat handhaving en verbetering van de kwaliteit van groot belang zijn voor toekomstige exportmoge lijkheden behoeft dan ook geen betoog. Ir. de Zeeuw noemde de nauwe samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid op dit punt een goede zaak. Ontwikkeling pootgoed De export van pootgoed zal dit jaar, mede door de droogte in 1976 in geheel West-Europa, een topniveau bereiken. De afgelopen tien jaren is het aandeel van Nederlandse poters in West-Europa met een derde toegenomen, terwijl de export naar Oost-Europa deze jaren met 50% tot ca, 15.000 ton toenam. Ook de export naar de derde wereld grotendeels liggend tussen de keerkringen - is de laatste jaren sterk toegenomen. Zilveren jubileum Nederlandse Federatie voor de Handel in Pootaardappelen 9

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 9