Er staat in het land veel
handwerk te wachten
Eind-afstand-zaaiers hebben goed
gegokt
KORTE WENKEN C.A.R.-Zevenbergen
AKKERBOUW
Opkomst gewassen gunstig te noemen
Plantuien, een lust om te zien
Wanneer is nadunnen bij bieten nodig?
VEEHOUDERIJ
Zoals de vorige keer reeds vermeld, is de zaai-/poottijd dit
voorjaar op Schouwen Duiveland in de tweede helft van april
grotendeels afgerond, n.a.w. zeer vlot. Daarna in de eerste helft
van mei zijn de laatste percelen gepoot. De afsluiting van de
zaai- en poottijd. Uiteraard moeten de bruine bonen nog ge
zaaid worden. Ongunstig weer, kou en nattigheid, waren de
oorzaak dat er in de eerste helft van mei weinig landwerk ver
richt is. Eigenlijk bestonden de mogelijke werkzaamheden
slechts uit twee aspekten n.l. spuiten en aardappelfrezen. De
plaats en hoeveelheid van regen was de beperkende faktor. Op
Duiveland is vooral in de eerste helft van mei, veel meer regen
gevallen dan in Schouwen. Het ongunstige weer was van invloed
op de groei van de gezaaide gewassen. De opkomst was goed, de
groei verliep traag. Dit laatste vooral van belang bij de uien en
suikerbieten. Het verplegingswerk in het algemeen kwam in de
knel. Veel wiedwerk - dunwerk kon nog niet verricht worden.
De uien en suikerbieten kwamen goed, maar daar bleef het min
of meer bij. Genoemde ongunstige omstandigheden resulteer
den ook in ontsnapping van onkruid (jong- en oud) aan de
werking van toegepaste bodemmiddelan. Het gevolg zal zijn dat
er veel na-opkomstmiddelen gebruikt zullen worden en dat er
veel handwerk te wachten staat. De wintertarwe staat over het
algemeen goed.- Verschillende percelen met wat afwijkingen
(struktuur en vocht) hebben zich goed hersteld na N-gift. Het is
dat we een koud voorjaar hebben en zodoende zullen de wat
zware percelen/plekken wel overeind blijven en bovendien is er
nogal CCC toegepast, maar bij sterk groeizaam weer zouden we
nog wel eens voor verrassingen kunnen komen te staan.
Van roest en meeldauwproblemen kunnen we nog niet spreken.
Zoals reeds is vermeld, zijn de uien goed opgekomen. Dit geldt
ook t.a.v. de suikerbieten. Dit jaar hebben de "grote afstand
zaaiers" geluk gehad. De 18 cm zaaiafstand gaf nog voldoende
planten. Toch moeten we dit niet als vanzelfsprekend zien. Het
opkomstpercentage is wel eens minder, ook bij latere zaai. Ook
vlas, blauwmaanzaad en erwten komen goed. Wel trage groei,
maar nog geen belagers, hoewel we wel meer nazorg krijgen.
Momenteel zien we de "dunners" in handwerk een begin ma
ken. Hopelijk zal spoedig de temperatuur omhoog gaan, want
dat is wel een eerste wens.
Blijf uw gewassen kontroleren op eventuele belagers en maak
gebruik van de juiste middelen ter vernietiging van ongewenste
planten.
Wanneer we thans in "Het Land van Axel" de balans opmaken
wat de stand der werkzaamheden en de ontwikkeling der ge
wassen betreft, dar realiseren we ons maar al te goed de ver
schillen met het vorige jaar. In 1976 zaten we deze tijd van het
jaar reeds met extreem hoge temperaturen en droogte, terwijl we
nu verschillende malen geplaagd zijn met regenbuien op mo
menten dat de grond weer net zo'n beetje droog genoeg was om
met de zaaiwerkzaamheden te herbeginnen. Door deze oorza
ken is dan ook de zaaitijd der stambonen en mais op verschil
lende plaatsen flink verlaat. Ook de betrekkelijk lage tempera
turen die we gehad hebben deden hun invloed gelden op de
ontwikkeling der gewassen. En men hoorde de laatste tijd dan
ook "het groeit maar niks en het is veel te koud". Daartegenover
staat dat er nog veel werk is te doen wat de onkruidbestrijding
betreft en men loopt thans op een periode dat men wat dat
betreft ongestoord aan de slag kan en dat een wat groeizamer
HET BI ETEN KEVERTJE slaat dit voorjaar zijn slag
daar waar bieten op bieten of waar bieten naast bieten zijn
gezaaid, komen ze in grote aantalllen voor. Het bruine
kevertje is te vinden in overgebleven bietenkoppen. Er moet
dan ook op deze percelen in vele gevallen worden overge-
zaaid. Voor zover nu bekend is een grondbehandeling met
lindaan en een zaadbehandeling met Mesurol de beste re
medie hiertegen. Een goede leer voor het volgend jaar.
BIJ DROOGTE, KOUD EN NA T weer of slechte struk
tuur gaan de bietenplantjes wat steil staan. Direkt wordt dan
aan mangaangebrek gedacht. Bij echt mangaangebrek ver
tonen de plantjes witachtige en in een later stadium bruine
ingezonken vlekjes. Treden ernstige gebreksverschijnselen
op, dan is spuiten met 10 - 15 kg mangaansulfaat verant
woord.
De weersomstandigheden geven tot op heden nog weinig reden
tot juichen. Op Walcheren moeten als gevolg van het ongunstige
weer nog enkele percelen aardappelen worden gepoot. Dit
wordt nu wel een late pootdatum. De opzet was om te wachten
tot de grond goed bekwaam zou zijn. Door de aanhoudende
regenbuien en het weinig drogend karakter van het weer, zal
men nu genoegen moeten nemen met een minder goed pootbed.
De kalender is onverbiddelijk.
Ook de inzaai van de bruine bonen stagneert door genoemde
omstandigheden. Voor dit gewas dringt de tijd echter nog niet
zo.
De opkomst van de gewassen is tot op heden gunstig. De stand
laat echter op sommige percelen bieten veel te wensen over. Op
gescheurd grasland is er schade door emelten en op percelen
waar bieten naast bieten of bieten op bieten zijn gezaaid is er
ernstige schade door het bietenkevertje. Deze schade is dit jaar
aanzienlijk erger dan voorgaande jaren. Reden waarom er dit
jaar diverse percelen een dunne stand aan zullen overhouden of
zelfs nog een ander gewas ingezaaid zal moeten worden. In
verschillende gevallen waren niet die voorzorgsmaatregelen ge
nomen, die in dergelijke omstandigheden noodzakelijk zijn.
Gezien meerjarige ervaringen waren die voorzorgsmaatregelen
niet nodig geacht. Dit voorjaar is er dan echter verkeerd gegokt.
Door de langzame groei van o.a. de bieten worden de werk
zaamheden wat opgeschoven. Het opéénzetten van de bieten,
v£at op de meeste bedrijven toch nog gedaan wordt, moet
hoofdzakelijk nog plaats vinden. Ook de regenbuien veroor
zaakten stagnatie.
Deze regenbuien speelden ook de veeboeren parten. Een aantal
percelen gras die voor voordroogkuil bestemd zijn en gemaaid
waren hadden het weer niet mee. Het gras was meer nat dan dat
het droogde. Dit zal de kwaliteit zeker niet ten goede komen.
Overigens is de grasgroei goed, maar de voederwinning geeft ot
op heden meer werk en minder kwaliteit. Dit in schrille tegen
stelling tot vorig jaar.
Ook wat sommige bespuitingen betreft, heeft men moeite om ze
op de gewenste tijd te kunnen uitvoeren. Dan is het weer te
vochtig óf te winderig in verband met belendende percelen. De
wintertarwe is zeer hard gegroeid. Op sommige percelen wel
zodanig dat men bevreesd is voor een te geile stand, met alle
gevolgen van dien. De kleur is over het algemeen wel goed. De
tijd voor een overbemesting is nu wel aangebroken. In veel
gevallen heeft een overbemesting nog een gunstige invloed op
de korrelv.ulling en dus op de kg-opbrengst. Nodig is wel, dat we
maatregelen treffen om het gewas gezond te houden.
Ej is veel nat in de Westhoek gevallen. Wanneer we echter
horen wat er op andere plaatsen is gevallen, dan mogen we weer
niet al te hard mopperen. Toch verlangen we nu echt naar weer,
waarbij we zaken kunnen gaan doen. 't Onkruid doet enorm zijn
best en er komen meer dan drukke weken. De verzorging der
gewassen is een belangrijke zaak en ieder foutje dat gemaakt
wordt, kan goed bestraft worden. De bodemherbiciden hebben
wel de kans gekregen om te werken. Sommigen beweren dat er
weer teveel nat is gevallen en dat deze middelen nu te diep zijn
weggezakt. Eerst maar eens zien wat de resultaten gaan worden.
We keken nog eens even hoe ver we de andere jaren ervoor
stonden. In 1975 begonnen we 26 mei nog wat korrektie in de
bieten aan te brengen. Voxig jaar was dit de 10e mei. Daar zit
dus nogal wat verschil in. Over de opkomst hebben we niet te
klagen, dat is allemaal dik oké. 't Is echter allemaal ietsje te laat
en 't is de vraag hoever dat nog ingehaald kan worden om tot
weer een vlotte ontwikkeling der gewassen voortgang kan vin
den.
WILDE HA VER (oot) is kenbaar aan de sterk behaarde
kaf es en de 3 cm lange geknikte kafnaald. De verspreiding
gebeurt met machines (maaidorser) stro, zaaizaad en door
vogels. Wilde haver moet u na het plukken vernietigen. Gooi
ze in elk geval niet op een perceelskant, in een sloot of op een
wegberm. Het zaad blijft lang kiemkrachtig en u zou ze
anders later weer terug kunnen krijgen.
IS UW AARDAPPELBEWAARPLAA TS LEEG? Zo ja,
dan kan ook daar de grote schoonmaak beginnen. De grond
moet uit de ventilatiekanalen en ook de ventilator moet een
goede beurt hebben. Vergeet ook niet te kijken naar de
elektrische bedrading en kontroleer het isolatiemateriaal.
Straks moet alles weer prima in orde zijn.
HET D UUR T NOG WEL E VEN, maar voor de oogst van
graszaad en de granen moeten maaidorser en wegens klaar
staan voor het gebruik. Kijk lagers en V-snaren nog eens
goed na. Beter nu de zaak vernieuwen dan straks stagnatie
bij de oogst. Zitten de lagers van de wielen nog goed in het
vet?
Op Tholen en St-Philipsland merken we ook maar al te goed dat
ons klimaat toch zo grillig is. Half mei vorig jaar hadden we
temperaturen van 25 graden Celsius en was de grootste wens,
dat er spoedig regen zou komen. Nu we half mei anno 1977,
onze bijdrage voor de praktijk schrijven, moeten we nog gebruik
maken van de verwarmingsbronnen in de huiskamer en is nu de
hoop er op gevestigd dat de regen eens wat op gaat houden en de
grond spoedig wat droger gaat worden.
Door de nattigheid is er de laatste twee weken weinig aan de
verzorging van onze gezaaide en gepote gewassen kunnen ge
beuren. Op de meeste bedrijven is nog niets aan de aardappelen
gedaan sinds ze gepoot zijn en wordt het toch wel tijd dat de
ruggenopbouw plaats vindt.
Daar in onze streek niet veel vroeg is gezaaid, is de opkomst van
het gezaaide goed te noemen. Enkele bedrijfsgenoten hebben
we al horen zeggen, dat ze zelfs teveel bietenplantjes per ha
hebben, ondanks dat ze op 16 cm in de rij hadden gezaaid en nu
over nadunnen dachten. Of dit laatste nu wel zo hard nodig is
betwijfelen wij, mede gezien ook de proefveldresultaten die
bekend zijn over de suikeropbrengst per ha, bij een groot aantal
planten. Over de opkomst dus geen zorgen. Wel heeft de on
kruidbestrijding de nodige aandacht moeten hebben. De per
celen bieten, uien en conservenerwten waar voor de zaai reeds
veel onkruid opstond, en toen niet zijn gespoten is een voorop-
komst bespuiting met Gramoxone of Reglone hard nodig ge
weest. Ondanks dat de bodemherbiciden dit jaar een redelijke
werking hebben, blijkt een tweede bespuiting met Betanal op
diverse percelen suikerbieten voor het onkruid noodzakelijk te
zijn. Een enkele bespuiting met Pyramin blijkt ook dit jaar weer
niet afdoende te zijn geweest. De opslag van aardappelen laat
zich ook al zien, de lange hak zou dit jaar wel eens veel gebruikt
moeten worden voor dit lastige, moeilijke of niet te bestrijden
onkruid.
Voor de veertiende maal hebben in onze streek vorige week
scholieren van het Amersfoortse scholengemeenschap hun
jaarlijkse werkweek doorgebracht. De scholieren die onderge
bracht worden op diverse bedrijven, hebben een weekje kunnen
zien, hoe de werk- en levenswijze op het platteland is.
Spijtig dat de weersgesteldheid niet ideaal was, om de werk
zaamheden op de akker te zien. Niettemin hebben we op de
afscheidsbijeenkomst de indruk'gekregen dat de scholieren een
goede week hebben gehad.
Uit de gesprekken die we met de scholieren hadden, bleek ook
dat de voorbereiding op school voorafgaande aan deze wer
kweek, dit jaar voortreffelijk was.
Voor de kring en voor de gastadressen een aansporing om na
deze geslaagde week met deze aktiviteiten niet te stonpen.
maximale opbrengsten te komen. Op het tijdstip dat ze moesten
toeslaan zijn de ijsheiligen tamelijk meegevallen. Enkele perce
len aardappelen zijn al flink ontwikkeld en een forse nachtvorst
zou flink schade doen. De plantuien die in onze streek staan,
doen het bijzonder goed. 't Is een lust deze percelen te zien. Niet
alleen in onze bedrijven zijn het belangrijke dagen, ook voor het
bestuur van ons land komt er een belangrijke dag; 25 mei, dan
wordt er weer voor 4 jaar gekozen hoe onze volksvertegen
woordiging er uit gaat zien. Ook voor onze agrariërs is deze keus
van groot belang. Zeer zeker menen wij, dat de kleine zelfstan
digen een goede plaats in deze samenleving verdienen. Nu
hebben we wel eens de indruk dat men niet voldoende aandacht
aan deze groep schenkt. Een weloverwogen stem is altijd van
belang, maar zeker in 1977. Al met al voor vele mensen dus
belangrijke dagen. Voor de agrariërs is echter zeer belangrijk en
voor de verkiezingen kun je met de parapluie ook 't beste re
sultaat bereiken.
Een enkeling staat nu nog in tweestrijd wat er moet gebeuren
met een partijtje blauwmaanzaad dat te veel van de vorst te
lijden heeft gehad. Dit zijn voor de boer altijd van die onzekere
momenten. Laten liggen en misschien een heel seizoen met een
hekel tegen een half gewas aankijken of een halve oogst uitrij
den en proberen een goede hele oogst te verkrijgen. Het alter
natief van opnieuw zaaien is thans alleen, de bruine bonen. Er is
voordien al heel wat blauwmaanzaad herzaaid en de opkomst is
goed gebleken over het algemeen terwijl de onkruidbezetting bij
velen belangrijk minder is.
De stand van het vlas is ook zeer gevarieerd. Er zijn verschil
lende percelen overgezaaid, maar ook deze zijn door het koude
weer nog in ontwikkeling achtergebleven. Andere percelen zijn
doorgezaaid en weer andere daar heeft men het er maar op
gewaagd ze te laten liggen. Men vindt zodoende een heel scala
van verschillende en een algemeen beeld is op het moment
moeilijk te schetsen. De opkomst van de suikerbieten was over
het algemeen goed te noemen en diegene die op eindafstand
hebben gezaaid zijn niet ontevreden.
MISSCHIEN ZIJN ER OP het eind van de staltijd een
aantal melkkoeien niet meer tochtig gezien. Laat ze niet
aan uw aandacht ontglippen. Het komt meermalen voor dat
koeien waarvan u dacht dat ze drachtig waren, in het begin
van de weideperiode toch niet drachtig zijn en opnieuw
tochtig worden.
OP VERSCHILLENDE BEDRIJVEN worden kalveren
het eerste jaar binnengehouden. Dit doet men om besmet
ting met maagdarmwormen te voorkomen. Meermalen
blijkt dat deze dieren in hun tweede levensjaar extra gevoe
lig zijn voor besmetting met deze darmparasieten. Dit kunt
u voorkomen door de kalveren het eerste jaar 4 a 6 weken te
weiden op voorgemaaide percelen.
STEEDS MEER WORDEN maispercelen na opkomst
gespoten ter bestrijding van het onkruid.
In de praktijk wordt vaak met deze bespuiting te lang ge
wacht. Voor een goede doding mag het onkruid niet meer
dan 6 blaadjes hebben. Laat op tijd spuiten en geef niet het
middel of de loonspuiter de schuld van een minder goed
resultaat.
6