w e hebben lang gewacht om er iets over te schrijven, omdat er lang gerommeld is en men nu pas is klaargekomen met wat er tenslotte disponibel is. Uiteenlopende prijsontwikkelingen - Rustig exporttempo De Zeeuwse koudbloed dekhengsten Landbouwvoorlichting in de toekomst Produktschap voor Aardappelen LANDBOUWSCHAP J.O.Steenks, Na de prijsinzinking van februari en vooral in maart is de laatste weken, althans tot 25 april het prijspeil voor aardappelen weer wat aangetrokken. Op 25 april evenwel liepen de prijzen voor de Bintjes 50mm opw. weer wat terug, evenals de prijzen voor zand Bintjes. De prijsdaling die zich, aldus mededelingen van het Produkt schap voor Aardappelen in de gehele Gemeenschap heeft voorgedaan is goeddeels veroorzaakt door het zachte weer, waardoor de neiging om de vaak minder goed bewaarde aard appelen te ruimen toenam. Tevens was ook de toen nog omvangrijke import van invloed, alsook de verminderde consumpties. Uiteenlopende ontwikkeling Het grote prijsverschil van dit afzetseizoen tussen de 35/50mm en de 50mm opw. is niet alleen toe te schrijven aan de aanzien lijk kleinere produktie van 50mm opw., maar ook aan de be trekkelijk minder goede kwaliteit van de 35/50 mm. Het gebrek van glazigheid komt namelijk in deze aardappelen meer voor terwijl de gemiddelde knolgrootte veelal kleiner is dan de uiteindelijke afnemers in binnen- en buitenland wensen. Gemiddelde noteringen Rotterdam (tot half april) Bintje 35/50mm 50mm opw. Oogsten 1970/74 14.60 17.50 Oogst 1975 72.60 79.15 Oogst 1976 43.70 68.45 1977 1976 1975 1974 36.00 107.00 17.75 7.00 75.30 109.00 17.50 16.25 40.00 32.00 28.00 26.50 12.50 9.75 Prijzen omstreeks half april Bintje 35/50mm Bintje 50mm opw. Irene/Furore Bintje zand, 35mm opw. Export rustig Het exporttempo is dit voorjaar nogal rustig. Zo wel de uitgevoerde hoeveelheden als de uitvoerwaarde en de gemiddelde exportprijs per 100 kg komen vrijwel overeen met vorig jaar. Overzicht export tot 1 april: in tons oogst 1976 1975 1974 Duitsland 194.000 269.000 221.000 Engeland 178.000 267.000 0.500 Frankrijk 98.000 0.000 1.500 België 42.000 21.000 23.000 Italië 28.000 28.000 98.000 Denemarken 3.000 7.000 0.000 Ierland 0.000 "1.000 0.000 EEG 643.000 593.000 344.000 derde landen: in Europa 3.000 68.000 9.000 buiten Europa 10.000 28.000 59.000 Totaal 656.000 689.000 412.000 Opvallend is de kleine export naar derde landen. In 1976 is dat 2% geweest, van oogst 1975 14% en van oogst 1974 ongeveer 17%. De exportcijfers naar België zijn onvolledig. Invoer gestegen Tot 1 april werden 136.000 ton aardappelen ingevoerd, waarvan 13.000 ton primeurs. Noord Amerika was de belangrijkste leverancier met 36.500 ton uit de USA en 36.000 ton uit Canada. Voorts kwamen nog 27.000 ton uit Ar gentinië. Uit de lidstaten kwamen 32.000 ton, en wel 16.500 ton uit Duitsland en 10.500 ton uit Italië. Van de primeurs kwamen 11.000 ton uit Argentinië. De gemiddelde invoerprijs was 52.20 per 100 kg, met een totale invoerwaarde van 71 milj. (vorig jaar toj 1 april 118.000 ton, totale invoerwaarde 40 milj.). Marktsituatie De marktsituatie wordt steeds meer beheerst door enerzijds de nog aanwezige voorraden van oude aardappelen in de Gemeenschap en anderzijds de mate waarin de aanvoer van nieuwe aardappelen uit de warmere gebieden zal toenemen en wanneer de vroege aardappelen in landen als Frankrijk, Duits- land-en Engeland beschikbaar komen. Over de voorraden in de Gemeenschap bestaat geen duidelijk beeld. Verwacht wordt dat de markt voor oude aardappelen in mei en juni een onrustig beeld zal blijven vertonen. Uitbetaling naar kwaliteit Tussen de Ver. voor Aardappelver- werkende Industrie (VAVI) en de Ver. tot behartiging van de Nederlandse Aardappelhandel (V.B.N.A.) is volledige over eenstemming bereikt om op vrijwillige basis over te gaan tot uitbetaling naar kwaliteit. Er zullen drie kwaliteitsklassen wor den onderscheiden, te weten een premieklasse, een basisklasse en een kortingsklasse. De premie bedraagt 10% evenals de kor ting op de contractprijs, met een minimum van 3 ct/kg. De prijs van de basisklasse is gelijk aan de contractprijs. Spoedig zal begonnen worden met het overleg tussen het Landbouwschap en de V.B.N.A. over de toepassing van uitbetaling naar kwaliteit door de collecterende handel aan de telers. De nieuwe Algeme ne modelvoorwaarden die in de 2e helft van april zijn vastge steld kunnen, indien ze tijdig gereed komen, dienen als basis voor contracten voor pommes frites-aardappelen van de ko mende oogst. vdw Zo zal het jarenlang bestaan hebbende fokstation van de heer Serrarens wel moeten stoppen wegens gebrek aan clientèle. Zijn laatste hengst Marcus werd met een eerste prijs bekroond maar liet zich door gebrek aan kilo's zien met weinig snit, dus te eenvoudig. In zijn plaats kwam de nieuwe aanwinst van J. Scheele te Axel. Nico v.d. Pijp door Nico van Nieuwendijk een werkelijk best kleine maats paard met fel beenwerk en vlot over de baan. Jammer, de meisjes zijn schaars daar in het Axelse. De hengsten van Az. de Buck, Alexander v. Aardenhof en Félix uit de Linde van A.N. Steendijk lieten heel behoorlijke kollekties veulens zien op de Zeeuwse Najaarskeuring. Ze zijn beide van best bloed en we zijn dan ook wel benieuwd hoe of de verdere ontwikkeling zal verlopen. De Buck kocht nog een aanvullend paard nl. Nico v. Schoonebeek door Gamin uit Marie III, dus een volle broer van Gamin van Schoonebeek, kampioen natio naal 1976. Op papier dus zeker een aanwinst die nog mee kan komen. Toch zijn we niet zo enthousiast over deze tot op te hoge ouderdom, doorgedreven kombinatie's, zie ook Bart en Bianca v.d. Eik. Een flink verlies leed de Zeeuwse fokkerij door de verkoop van Due. van Iz. de Buck Wz. die tenslotte terecht kwam bij H. v.d. Heijden te Zijtaart (N-Br.). Due, die zich best vererfde en steeds tot de hoogst bekroonden behoorde komt dus samen op stal met Ideal de Wassenhove en Gamin van Wooldink, een respektabel drietal. In zijn plaats kwam Martien van de Biezen (le prijs te Doetin- chem) door Nico v.d. Maasvallei uit de beste Nico v. Fai- ra-dochter. Isabella v. Overakker en zeer zeker een mooie aan winst voor onze fokkerij. Nog groen, vlot, best van type met sterk beenwerk wat we juist nodig hebben. Op dezelfde stal staat IJsbrand v. Reimershoek door Due, la hengsten 4-5 jaar, enorm zwaar, daarbij grof en gespierd van beste origine, de gangen flatteren niet. Bij A.L.C. Brooijmans kwam op stal Gamin uit de Heide door Gamin van Schoonebeek. la 3 jarige Gr. maat uit de beste merriestam mede een der beste, als vader gebouwd, erg diep en vlot, wat in de rug, terwijl een teveel aan wit beslist uit de toon valt. Ook nog op stal de oude Bart 2x nationaal la met afstamme lingen voor 4 jaar goedgekeurd, kon dat niet eerder? Via Due en Björn nog kans op een voortzetting van deze lijn. We staan er dus nog lang niet slecht voor, al zullen we steeds voorrang moeten verlenen aan de Brabanders. Fokken is een wegkruisen van gebreken! Dus geen hengst en een merrie met dezelfde fouten kombineren. Gelukkig is de gelegenheid om dit te omzeilen voldoende aanwezig. Alle fok kers sukses gewenst in het aanstaande seizoen en niet minder de hengstenhouders! Paerdenvriend IJSBRAND VAN REIMERSHOEK Den Bosch, geb 25/5 1973. V,Duc K 2714. M, Jennie v/d Sluis K 64030. Fokker B. de Maaker te Wolphaartsdijk, Izaak de Buck W.Z. Meliskerke. IA Nationaal en Den Bosch 1977 v/d Grootte maat. MARTIEN V/D BIEZEN door Nico v/d Maasvallei K 270 j. Uit Isabella Overakker. 1 prijs 3 jarige mm keuring Doetinchem. Fokker W J. de Groot, Aarle Rixtel. Door Rommel en Roodzand verkocht aan Melissen, Iz. de Buck Mz te Meliskerke. afdeling Pers en Voorlichting V orig jaar is in landbouwkringen het feit herdacht, dat het Rijk 100 jaar zorg had gedragen voor het onderwijs, het onderzoek en de voorlichting in de agrarische sektor. Een mijlpaal werd dus bereikt. Dat geeft altijd aanleiding tot terugblikken. Voor wat de voorlichting betreft, dienen we nu echter dringend vooruit te kijken. Dit zal duidelijk zijn aan ieder, die het rapport "Toekomst voorlichting ten behoeve van Land- en Tuinbouw" leest. Dit rapport staat thans binnen de landbouworganisaties ter diskussie en zal binnenkort door het Landbouwschap in de openbaarheid worden ge bracht. Eerste aanleiding tot het onderzoek, dat heeft geleid tot het rapport, was een zekere ongerusthèid van het bedrijfsleven, ontstaan door een zuiniger overheidsbeleid ten aanzien van de rijksvoorlichting. Na de tweede wereldoorlog heeft de overheid de landbouwvoorlichting jarenlang uitgebreid en doelmatiger georganiseerd. Aan het einde van de zestiger jaren is daar een kentering in gekomen, gevolgd door reorganisatie en inkrim ping. In 1975 werd aangekondigd, dat de Rijksvoorlichtings dienst, die ondertussen Dienst Bedrijfsontwikkeling heet, zou worden ingekrompen met 60 man in de periode tot 1980. Kan de landbouwvoorlichting ook in de toekomst in voldoende mate voorzien in de voorlichtingsbehoefte? Dat was de vraag, die het agrarisch bedrijfsleven bezig hield. Om een beter inzicht in het probleem te verkrijgen werd vanuit het Landbouwschap een werkgroep ingesteld. Deze bestond uit leden van de Com missie Bedrijfsontwikkeling en enkele voorlichters van land bouworganisaties. Allereerst moest men zich beraden over de vraag, wat het doel van landbouwvoorlichting is. Men koos voor een ruime defini tie: landbouwvoorlichting dient tot het bevorderen van welvaart en welzijn van de agrarische bevolking, rekening houdend met de ekonomische en andere maatschappelijke funkties, die de landbouw vervult. Op het eerste gezicht zegt u dat misschien niet zoveel. Aan de hand van een praktijkvoorbeeld wordt de zaak echter al snel duidelijk. Veel melkveehouders staan in deze tijd voor het pro bleem of zij al dan niet moeten overgaan tot het bouwen van een ligboxenstal. De ingrijpendheid van zo'n beslissing is enorm. Het is niet een zaak van puur technische aard. Er zit veel meer aan vast, waarbij vooral de positie van het gezin nauwkeurig bekeken dient te worden. De voorlichter is de persoon, die de boer bewust kan maken van zijn eigen situatie door alle voor- en nadelen, die in zijn geval aan een dergelijke beslissing verbon den zijn, op een rijtje te zetten. De boer zelf zal uiteindelijk kiezen, maar om dat zo verstandig mogelijk te doen is een kompleet en objektief advies beslist nodig. Daarbij komt, dat de boer ervan overtuigd moet worden respektievelijk zijn, dat de eenmaal genomen beslissing inderdaad de juiste is geweest. Anders zou hij - om in sporttermen te spreken - een stuk moraal verliezen en dat kan niet in deze tijden, die voor de melkvee houderij toch al niet te best zijn. U ziet, de boer heeft behoefte aan een deskundige, die alle facetten van zijn bedrijf kent en die kan oordelen over de voor- en nadelen van een bepaalde keuze, kortom iemand, die volle dig met hem kan meedenken. Nu wordt er vanuit handel en industrie ook steeds meer aan voorlichting gedaan. De levering van een stal gaat tegenwoordig met een heel pakket goede raad gepaard. In de praktijk is ge bleken, dat dergelijke voorlichting zeker niet slecht is, maar dat deze altijd'éénzijdig is gericht. Nee, de rijksvoorlichter in de rol van vertrouwensman is niet uit de land- en tuinbouw weg te denken. De overdracht van kennis en ervaring door deze man kunnen dan ook niet gemist worden. Voor een juist landbouwbeleid is het noodzakelijk, dat de over heid voldoende gelden beschikbaar blijft stellen voor een goed toegerust voorlichtingsapparaat. Daarom kan de voorlichting op zogenaamde pariteitsbasis, waarbij 50% door de overheid en 50% door het bedrijfsleven gefinancierd wordt, slechts een aanvullende rol spelen in de ogen van de werkgroep. Deze voorlichtingsvorm wordt weieens aangedragen als de oplossing voor het probleem, dat de in krimping van de rijksvoorlichting veroorzaakt. Die oplossing zal echter in de eerste plaats gezocht moeten worden in juist het handhaven van het huidige aantal rijksvoorlichters, terwijl een uitbreiding zeer wenselijk is. Voor die groepen bedrijven, die boven de beschikbare over heidsvoorlichting nog extra voorlichting en begeleiding wensen, kan de pariteitsvorm uitkomst bieden. De werkgroep van het Landbouwschap vindt trouwens, dat niet alleen uitbreiding van de rijksvoorlichting wenselijk is, maar ook een aanpassing van de werkwijze. In het rapport worden verscheidene wegen aangegeven, waarlangs men tot een nutti ger verdeling van de huidige voorlithtingskapaciteit kan komen. De voorlichting zal zich daarbij meer op de "midden"-bedrijven moeten gaan richten en minder op de enkele voorlopers in de landbouw. Het initiatief zal echter niet alleen van het Rijk moeten komen. Voor het voorlichtingsapparaat van de standsorganisaties, de sociaal-ekonomische voorlichting, is in de toekomst evenzeer een belangrijke taak weggelegd, niet alleen omdat het boeren bedrijf steeds hogere eisen zal stellen, maar omdat de maat schappij rondom de boer meer en meer komplex wordt. Ook zou het een goede zaak zijn om de voorlichting van handel en in dustrie meer binnen het landbouwbeleid te brengen. Het is immers noodzakelijk de mogelijkheden optimaal te benutten, want in de toekomst zal voorlichting even hard nodig zijn als nu, misschien nog wel harder. 7 I

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 7