UIT DE PRAKTIJK .0 s Verzorging gewassen vraagt weer de volle aandacht Worden bieten te wijd in de rij gezaaid? N onderzoek slechts een momentopname? Kontroleer op tijd de gewassen! In West Zeeuws Vlaanderen is beslist nog niet alles gezaaid of geplant De stambonen en de stamslabonen moeten nog worden gezaaid. Dit is ook het geval met witlof in de grensstreek. Verder komen er ook enkele percelen wortelen en kroten. Een geheel nieuw gewas dit jaar is knolselderij wat door ruim 10 boeren zal worden geteeld. Binnenkort begint het planten hier van. Aan de organisatie zullen de telers bij het planten wel even moeten wennen. Voor een zes-rijige planten zijn ongeveer 10 personen nodig. Zoveel mensen bij elkaar op een veld. zien we vrijwel nooit meer. Ook moeten er nogal wat aardappelen worden gepoot, vnl. op de zwaardere kleigrond. Vele aardappeltelers hebben meer op pervlakten gepoot dan eerst de bedoeling was, doordat het aantal knollen in een zak pootgoed nogal aan de hoge kant was en doorverkopen van een overschot slechts een lage pootgoed- prijs op bracht. Wij hebben de indruk dat het met de zieke knollen wel meeviel. Zo af en toe valt er een buitje regen wat voor de jonge gewassen en de werking van de bodemherbiciden erg welkom is, doch daardoor wil op de zware klei de bovenlaag tot onvoldoende diepte opdrogen. De rijenfrezen zullen er de komende weken weer aan te pas moeten komen. Dit is reeds al volop het geval voor de spuitmachine. Het valt niet altijd mee de gewassen goed en lang genoeg schoon te houden. We ervaren nog steeds dat bepaalde middelen worden gespoten die niet goed zijn gekozen. Het is ook niet eenvoudig meer. Het minste wat men hoort te doen is dan ook de artikelen in de vakbladen grondig te lezen en zonodig bij voorlichters en handel informatie te verschaffen. Verder is het erg leerzaam eikaars ervaringen uit te wisselen en proeven te bekijken. Reeds verschillende boeren en loonspuiters doen mee in gespreks groepen over deze materie. Het is zeer gewenst dat dit nog toeneemt. Men mag niet denken dat men het wel weet, want het verandert heel snel. Nog steeds komen er nieuwe middelen op de markt. Zo werden bieten uitgereden en opnieuw gezaaid wat achteraf gezien niet nodig was geweest als de goede maatregelen waren genomen. De komende dagen zal elke tarweteler zijn gewas goed moeten beoordelen op de noodzaak van CCC en een bestrijding tegen voetziekte. Weer in andere gewassen kan een insektenbestrij- ding nodig zijn, terwijl ook onkruiden moeten worden bestre den. Kortom er zitten weer veel spuituren te komen. Laten we vooral oppassen voor verontreiniging van het oppervlaktewater. Hoe we ook over bepaalde aktiegroepen denken we hebben die naangaande een verantwoordelijke taak. Als we al het beno digde water voor de spuitmachine in de toekomst uit de water kraan moeten halen zijn we verder van huis. In 14 dagen tijds is, al hetgeen wat van het voorjaarswerk nog moest gebeuren in Zuid Beveland nu ook gedaan. Het werk is ondanks enkele kleine buitjes, die wat vertraging veroorzaakten vlot gegaan. Wat er nu. na 1 mei, nog aan aardappelen gepoot moest worden is echt van geen betekenis meer. Een deel van de mais is eveneens al gezaaid. De struktuur van de grond viel niet tegen, mits je maar niet te diep kwam met welk werktuig dan ook. Op de zwaardere gronden was de laag goed van struktuur zijnde en droog bewerkbare grond aan de dunne kant. Het bleek nu dat de kernen van de ploegsneden nog onvoldoende ver weerd waren. Nu voldoende machines aanwezig zijn om flinke ruggen op te bouwen is dit niet zo bezwaarlijk, al is het niet uitgesloten dat nog wel eens wat minder goed van struktuur zijnde grond naar boven wordt gehaald. - Een meevaller was het dat het aantal poters per gewichtshoe- veelheid duidelijk groter was, zodat op een aantal bedrijven wat pootgoed overbleef. 14 dagen terug was nog niet zoveel bekend hoe groot de schade door de nachtvorsten veroorzaakt eigenlijk wel was. Achteraf bleek deze schade toch vrij aanzienlijk te zijn. Er moesten op de bedrijven waar begin maart is gezaaid nogal wat percelen met suikerbieten worden overgezaaid. Verder nog een klein aantal percelen vlas en ook blauwmaanzaad. De voorsprong die ze door het vroeger uitzaaien hadden verkregen en een daardoor grotere mogelijkheid op een hogere opbrengst, is zodoende verloren gegaan. Van de laatst gezaaide suikerbieten komen de eerste al weer boven. De eerste gegevens over de opkomsten zijn niet onguns tig. Toch is er "duidelijk" misschien te duidelijk een aanwijzing te bespeuren dat men steeds wijder in de rij wil gaan zaaien. Het moet toch wel een beetje te riskant geacht worden dat zoveel bieten zo rond de 20 cm zijn gezaaid. Dit kan bij een beetje tegenvallende opkomst en een daardoor onregelmatige stand wat vrijwel steeds samengaat een slecht begin zijn voor een volwaardige opbrengst. Het lijkt me niet geheel verantwoord om met deze risiko's zo ver door te gaan. Bij wintertarwe vallen nog steeds de grote verschillen tussen de percelen onderling sterk op. Men is reeds begonnen met het toepassen van CCC op de vroegst ontwikkelde percelen. Op een aantal percelen is het hard noodzakelijk. Enkele weken terug begon het grasland al aardig groen te wor den en ook wat te groeien. Ondanks het reeds in de wei lopen van het vee is de grashoeveelheid nog niet zo groot. Er moet nog heel veel en heel snel veranderen om te kunnen spreken van voldoende mogelijkheden voor het winnen van kuilgras en hooi. -■Pm if r. - w. "v Bieten zaaien op eindafstand herbergt heel wat risiko's, maar zoals vroeger g^at het ook niet meer. Eindelijk is het dan zo ver dat in Oost Zeeuws Vlaanderen alles is gezaaid en geplant. Nu is het wachten op een groeizame periode, opdat de achterstand in groei enigszins ingelopen kan worden. Door de betrekkelijk vele regens van enige tijd terug, zien we, dat op veel percelen, die voor de regenperiode gezaaid zijn, zich een korst bevindt, zodat de opkomst van het gezaaide bemoeilijkt wordt. Gelukkig regent het zo nu en dan, zodat bovengenoemd verschijnsel waarschijnlijk van geen grote in vloed zal zijn voor de opkomst van het gewas. Ook voor een goede werking van de bodemherbiciden is het weer tot nu toe betrekkelijk gunstig. De wintertarwe gaat zich nu langzamer hand herstellen van het schrale, koude weer van de laatste we ken. Veel boeren hebben hun wintertarwe alsnog N gegeven, omdat zoals bekend, de hoge N-voorraad nogal vlug is uitge spoeld naar diepere lagen, zodat de tarweplant er niet meer over kon beschikken. Hieruit blijkt toch wel, dat we een niet al te grote waarde moeten toekennen aan de uitkomsten van het N-grondonderzoek. Dit onderzoek is slechts een momentopna me en zegt weinig over de N-voorraad in de nabije toekomst. De laatste week is bijzonder veel vlas doorgezaaid vanwege het feit dat veel percelen vlas voor een bepaald percentage bevroren was. Opvallend hierbij is dat weinig percelen geheel opnieuw zijn gezaaid. Het zal mij benieuwen of dit later geen konse quenties oplevert ten aanzien van twee-wassigheid. Het bevriezen van blauwmaanzaad is achteraf bezien meege vallen. Maar enkele percelen zijn opnieuw gezaaid. Het graszaad ligt er in zijn algemeenheid goed voor. Echter blijkt ook dit jaar weer dat een vast zaaibed bij het zaaien van Engels raaigras in het najaar van zeer groot belang is. Veel percelen geven qua ontwikkeling een onregelmatig beeld te zien. Daar waar de grond vaster ligt (windakker, trekkersporen) zijn de planten veel beter ontwikkeld dan in de lossere grond. Dus rollen voor of na het zaaien is zeer belangrijk. De enkele percelen karwij die in ons gewest voorkomen zijn nu goed aan de groei. Voor de enkeling die dit jaar karwij heeft, zien de financiële resultaten er veelbelovend uit. Wel is de inzaai van karwij (oogst 1978) bijzonder groot. We zien ook hierbij weer het overbekende verschijnsel van "achter de markt aan boeren". Dit fenomeen lijkt alle jaren grotere vormen aan te nemen. Wel een teken dat de financiële resultaten van de gega randeerde akkerbouwprodukten (bieten, tarwe) steeds geringer worden. Hierdoor zijn de boeren vlugger geneigd die produkten te gaan telen of uitbreiding hiervan, die op het moment van de inzaai hoog in prijs zijn. Vandaar dit jaar het enorme areaal aan blauwmaanzaad, karwij, uien en aardappelen. Al met al toch wel een bedenkelijke ontwikkeling daar de kans op overpro duce toch niet denkbeeldig is. De tweede helft van april heeft op Schouwen Duiveland in het teken gestaan van een zeer grote aktiviteit op de akker. Het schrale drogende weer was daar de oorzaak van. Het werd tijd ook. Niet overal kon een goed zaai/pootbed klaargemaakt worden. Vooral de toch al moeilijk bewerkbare gronden gaven dit jaar nog al eens problemen. De struktuur van de ondergrond liet daar dan te wensen over. Dit laatste gold dan vooral t.a.v. het aardappelen poten. Hier zal voor de opbouw van de rug meer dere keren van de frees gebruik gemaakt moeten worden. Mo menteel kan gezegd worden, dat, behoudens enkele maisperce- len en bonen, alles gezaaid/gepoot is. Ondanks de toen niet bepaald aangename temperatuur hielden de vroege zomergra nen zich goed. Van de*eerst gezaaide gewassen in de zaaiperiode van de 2e helft april kwamen verschillende toch ook goed op. Ook het onkruid deed zich gelden. Voorzover de wind direkt geen spelbreker was, gaf over het algemeen de toepassing van chemische bestrijdingsmiddelen geen problemen. Bovendien zijn hierbij nog al wat mogelijkheden. Van de eerst gezaaide suikerbieten, enkele percelen begin maart op 12 cm, is de op komst voorzover nu te beoordelen wel 50%. Ze hebben lang werk gehad om te "komen", maar toch wel zodanig dat van overzaaien geen sprake is. Dit geldt ook voor die percelen, die vlak voor de 2e helft van april gezaaid zijn. De zaaiperiode moet nog resultaten te zien geven. Met de komst van het Oranjezonnetje op de laatste dag van april kwam ook een aangenamere temperatuur. Dit zal de opkomst van alle gewassen ten goede komen. Denk er wel om, dat bij trage kieming de gevoeligheid voor allerlei ongerechtigheden toeneemt. Kontrole is een vereiste. Tijdige maatregelen tegen ongewenste situaties kunnen veel narigheid voorkomen zowel ten aanzien van onkruid als van insekten. Onder droge omstandigheden pleegt de werking van bodem herbiciden nogal eens te wensen over te laten. Mogelijk en wenselijk is 't dan om tijdig en na opkomst bespuiting uit te voeren. Bij suikerbieten is dan Betanal het aangewezen middel, al dan niet in kombinatie met andere middelen, zoals: Pyramin, Schering 1 IE olie, Vanzar. Op sterk afgeharde onkruiden is dë werking van 6 1 Betanal soms niet toereikend. Toevoeging van 5 1 Schering - 1 IE olie is dan op zijn plaats, vooral tegen kamille, kleefkruiden en varkensgras. Met 't oog op schade des avonds spuiten bij een temperatuur van 17 graden Celsius. Een kombi natie met Venzar (0.75 - 11) verbetert en verlengt de werking van Betanal op muur, melde en ganzevoetachtigen en éénjarige grassen. Bij nachtvorstverwachting behandeling uitstellen en is enkele uren droog weer na de toepassing gewenst. Het gros van de bieten welke voor 21 maart zijn gezaaid is geen succes gebleken. In ons gewest is reeds ongeveer 400 ha van dit misgewas overgezaaid en nog dagelijks worden er van deze vroege bieten uitgereden. Wortelbrand, vreterij, nachtvorst en kou zijn als oorzaken aan te wijzen. Tevens hebben we de indruk, dat de optelsom van gewasbeschermingsmiddelen, in- sekticiden en kunstmest mede debet is aan het wegvallen van de kiemplantjes. Vanwege de langdurige koude is de opkomst erg vertraagd en juist in dat kiemplantstadium zijn de bietenplantjes erg gevoelig voor onkruidbestrijdingsmiddelen. Na dit stadium zijn de bieten in staat piramin af te breken en om te zetten tot onschadelijke verbindingen. Een vlotte begingroei is dus van levensbelang voor een gewas dat op eindafstand is gezaaid en waarvan bekend is, dat onder normale omstandigheden 30% nooit opkomt. Een groter percentage wordt een hachelijke zaak, want veel meer missers kunnen we niet hebben. Dit voorjaar is daarom weer overduidelijk gebleken, dat we op alle grondsoor ten gerust op eindafstand kunnen zaaien, maar dat daarbij een afstand in de rij van 15 cm wel de meest veilig is. De teelt van blauwmaanzaad heeft dit voorjaar een geweldige uitbreiding ondergaan. Het is een pracht gewas wanneer het eenmaal aan de groei is, maar in een koud voorjaar als dit is het een akelig gewas. Het komt slecht op, het heeft een moeilijke start en het is een lekkernij voor tripsen. Om die redenen is er daarom al veel overgezaaid. Vroege zaai geeft echter de beste resultaten en dat is wel nodig bij contracten van 1000 kg per ha. Voor karwij is het een prima dekvrucht en daar zijn we heel gelukkig mee. Momenteel doet karwij een hele beste prijs, maar dit is ons inziens wel een gevolg van de vele mislukkingen door de extréme droogte van het afgelopen jaar. Het kleine areaal karwij en koolzaad dat er nu nog is heeft een slechte en ongelijke stand en heeft dit voorjaar het weer ook niet mee gehad. Ook met de eerstejaars lucerne zitten we in hetzelfde schip en ook daarvan is geen topopbrengst te verwachten. Al deze drie ge noemde gewassen zijn te jong de winter ingegaan en bovendien staan ze veel te dun. De pas ingezaaide lucerne komt weer prima op en het lijkt er op. dat we van eventuele bodemherbicide schade niets meers te vrezen hebben. Het is opvallend hoe goed de eenden het dure pootgoed in de aardappelruggen weten te vinden. Precies op afstand pikken ze de poters uit de grond. De fauna wordt dus moderner en past zich goed aan bij de huidige landbouwmethoden. Opvallend is, dat op percelen met S en E uitgangsmateriaal praktisch geen eend te bespeuren is, terwijl percelen met poot goed van lagere klassen veel meer geliefd zijn bij deze wagge- laars. Het schijnt, dat een eend een virus zieke knol lekkerder vindt dan een gezonde, maar voorlopig moeten we met deze conclusie nog heel erg voorzichtig zijn. Tóch zou dit voor de selectie een enorm voordeel kunnen betekenen. In de poot- goedteelt heeft het konijn bij het seriologisch onderzoek voor de oplossing gezorgd en bij de bestrijding van de uienvlieg past men nu al de steriele mannetjesmethode toe. Boven een gebied met intensieve uienteelt worden deze mannetjes gedropt en dan vindt wel paring plaats, maar er komen geen nakomelingen van. De echte mannetjes wordendoor de wijfjes geweerd en aan is het resultaat wel logisch. Vroeger lieten we een kudde schapen op een perceel vlas grazen, maar dan louter met de bedoeling dat de schapen het onkruid opaten en het vlas lieten staan. De landbouw zoekt steeds naar oplossingen, maar prefereert daar bij wel de goedkoopste. Dit zal wel nodig blijven ook gezien het huidige klimaat in Brussel wat in wezen meer dan een jaar achter loopt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 5