Ken uw melkmachine E en technisch goed funktionerende melkmachine is voor het melkveehouderijbedrijf van grote betekenis. De wer king, de wijze van gebruik en het onderhoud van de melk machine hebben namelijk een belangrijke invloed op de melkproduktie, de uiergezondheid, alsook op de kwaliteit van de melk. M elkmachineinstallaties werken in het algemeen met een vacuümpeil dat ligt iussen de 35 en 38 cm Hg (ongeveer een 0,5 atmosfeer). Dit geeft de gunstige verhouding tussen melk- snelheid en de mechanische krachten die op de tepels werken. Bij 'n hoger vacuümpeil neemt de zuigkracht toe. Er zijn dan een groter risiko dat de tepelhouders tegen het eind van de melktijd omhoog kruipen, d.w.z. dat de tepelhouders de verbinding tus sen tepel en melkboezem afsluiten en de hoeveelheid melk die in de boezem achterblijft groter wordt. H H D e afgelopen maanden heeft de Melk winningscom missie "Zuid-Nederland" zich uitvoerig beraden over de wijze van aanpak om de melkveehouders te stimuleren tot het afsluiten van een onderhoudsabonnement van de melkmachineinstallatie. Door middel van een gezamelijk aktieprogramma van de Zuivelindustrie, de Gezondheids diensten, de melkmachene-detailhandel en de Rijksland- bouwvoorlichtingsdienst zal vanaf nu en in de komende weken de waarde van het onderhoudsabonnement speciaal onder de aandacht van de melkveehouders worden ge bracht. Tevens zal extra aandacht aan de mastitisbestrij- ding geschonken worden. In een serie van 3 opeenvolgen de artikelen waaronder hier het eerste volgt zal op ver schillende aspekten nader worden ingegaan. Kalveropfok op de proefboerderij Cranendonck te Maarheeze S inds enkele jaren worden op Cranendonck op deze wijze alle kalveren opgefokt. M inimaal de eerste 10 dagen zitten de kal veren in eenling boxen soms ook wat langer. Voordelen van eenling boxen zijn: D H et lijkt ons zinvol te overwegen wat er in deze richting van opfokmethode op het eigen bedrijf mogelijk is. In de komende maanden kan gezocht worden naar de juiste opstelling van eenling boxkn en de aanschaf en plaatsing van spenen, bussen en slangen. Schapen kalender N u voor de schapenhouder een wat rustiger tijd is aangebro ken, is de beweiding van de ooien met de lammeren een punt, waarop goed moet worden gelet. Doet men dit niet, dan kan afremming van de groei ontstaan met als gevolg verlies van kleur. Dit kan de handelswaarde flink doen dalen. Men kan dit voorkomen door er voor te zorgen, dat de voedselvoorziening van de dieren op peil blijft. Het gebeurt op rundvee/schapen- bedrijven nogal eens, dat het beste gras wordt bestemd voor de melkkoeien, terwijl bovendien nog een aantal percelen wordt gereserveerd voor hooien kuilvocrwinning. Het gevolg is, dat de schapen dan genoegen moeten nemen met gras van mindere kwaliteit. Onderhoudsabonnement melkmachine-installaties aktiepunt van' de Melkwinningscommissie "Zuid-Nederland". mei 1977 Namens de Melkwinningscommissie voor Zuid-Nederland, De Consulentschappen voor de Rundveehou derij en de Akkerbouw, Zuivelindustrie, Centrale Landbouw Organisaties en Gezondheidsdiensten voor Dieren. De kapaci|f it en reservekapaciteit van de vacuümpomp D e vacuümpomp moet in staat zijn om de hoeveelheid lucht die de installatie binnenstroomt af tc zuigen, bijvoorbeeld wan neer een melkstel verwisseld wordt, bij luchtlekkage, bij lucht- verbruik in de pulsator en luchtinlaat in de melkklauw voor het vervoer van de melk. De reservekapaciteit is de hoeveelheid lucht die over is boven het werkelijke verbruik. Deze hoeveel heid lucht, die overeenkomt met de reservekapaciteit, passeert de regulateur. Wanneer er meer kapaciteit nodig is, bijvoor beeld om de lucht die binnenstroomt bij het afvallen van een melkstel weg te werken, dient de regulateur direkt af te sluiten. Het reservevacuüm wordt dan ter beschikking van de installatie gesteld om het vacuümverschil op te heffen. Vacuümpeil V acuümregulateur ontwerpen met voldoende inlaat waar de voelende erf'regelende funkties gescheiden zijn. Vacuümstabiliteit et vacuümpeil moet konstant zijn. Onderzoek heeft duide lijk aangetoond dat er gevaar voor uierontsteking is als er drukschommelingen in de installatie optreden. Vacuümschom- melingen in de installatie bevorderen de kans van het naar binnen dringen van bakteriën in de uier via het slotgat. Men onderscheidt twee soorten van drukschommelingen; de onre gelmatige en de cyclische. Het kenmerk van onregelmatige schommelingen is dat de onderdruk daalt in het hele leidings et vacuümpeil in een melkinstallatie wordt bepaald door de pompkapaciteit en het werkelijke luchtverbruik. De vacuümre- gelaar regelt de hoogte van de onderdruk door lucht door te laten in verhouding tot de reservekapaciteit. Dat type van rege laar waar het vacuümpeil op het juiste peil gehouden wordt door een gewicht, verdient de voorkeur boven het meer eenvoudige veerbelaste type. Het eerste type heeft meestal een groter bereik en grotere nauwkeurigheid. Er is een streven om een regelaar te Het vacuümsysteem. Aansluitend wordt op de Werktuigendagen in mei te Liempde ruimschoots aandacht aan deze belangrijke za ken besteed. systeem. Deze schommelingen kunnen veroorzaakt worden door het wisselen van een melkstél of door het feit dat een melkstel van de uier valt, en ook tijdens het transport van de melk kunnen dalingen optreden. Cyclische schommelingen worden veroorzaakt door de beweging van de tepelvoering die deze maakt bij het pulseren en andere daarmee samenhangende faktoren, zoals vorm van de tepelvoering, diameter, korte melkslang, vorm en grootte van de melkklauw en luchtinlaat. De omvang van cyclische schommelingen hangt mede af van de melkbaarheid van de koe. De cyclische schommelingen staan in nauw verband met het grondprincipe van de pulsatietechniek. Er moet alles aan gedaan worden om de onregelmatige schom melingen te beperken. Dit kan men doen door de melkinstallatie juist te berekenen en goed te installeren. Ondanks deze goede zorgen bij de aanleg kunnen er zonder slijtage toch storingen ontstaan. Zo kan bijvoorbeeld vervuiling van regulateur en lei dingen aanleiding geven tot ongewenste vacuümvariaties. Een gedeeltelijke verstopping van het luchtfilter in de pulsator is oorzaak dat lucht vertraagd naar de pulsatieruimte stroomt, waardoor de tepelhouder niet goed meer funktioneert. Daar de teruggang in werking vaak langzaam gaat, kunnen gemakkelijk afwijkingen ontstaan, die de melker ontgaan omdat hij er da gelijks mee werkt. Zorg daarom goed voor uw melkmachi ne-installatie; sluit een onderhoudsabonnement af! De Spec.Voedervoorziening. Ing.J. G.A.Mies. C.R.A. Eindhoven. N eem in de komende zomer die maatregelen, die nodig zijn voor een goede kalveropfok in het volgende seizoen. Goed werken is vooruit zien. Dit geldt zeer zeker ook bij de voorzieningen die nodig zijn voor een goede voeding en stalling voor de jonge kalveren. De zomerperiode biedt de mogelijkheid om dit te realiseren. Vandaar dat we op dit tijdstip wat ervaringen willen doorgeven over de kalveropfok op de Proefboerderij Cranendonck te /Maarheeze. Speenmethode De heer A.Romme. bedrijfsleider op Cranen donck is zeer tevreden over deze methode. Hij heeft hiervoor een aantal argumenten. Met name - de kalveren krijgen direkt d.w.z. binnen een half uur na de geboorte biest te drinken. Dit is zeer belangrijk voor een gezonde opfok. Het wennen aan de speen lukt bij vrijwel alle kal veren. - het kalf kan drinken wanneer het wil en kan zelf de hoeveelheid bepalen. - de nuchtere kalveren worden in eenling bo xen geplaatst en via een speenemmer wordt tweemaal per dag verse biest gegeven. - deze methode vraagt belangrijk minder ar beid dan andere methoden. Op Cranendonck wordt het volgende opfok- geen noodzaak. Per 4 a 5 kalveren is dus een melkbus met slang en speen nodig. De kunstspeen kost ca. 8,50. De speenemmer 18,-. Geringe kosten dus! Stalling - goede kontrole op melkopname. - voorkomt zuigen bij elkaar. - goede kontrole op eventuele diarree. schema toegepast: 1. 1 -4 dagen: onbeperkt biest uit speenemmer: wordt 2 x daags warm verstrekt. 2. 5 - 6 dagen: 6 lt. melk uit speenemmer, wordt koud verstrekt. 3.7- 10 dagen: 6 lt. kunstmelk uit speenemmer. 4. dagen - spenen: 6 lt. kunstmelk uit bus met slang en speen. Wordt koud verstrekt. De kalveren worden gespeend bij een gewicht van ca. 60 kg en of een krachtvoeropname van 650 gram en een leeftijd van ca. 45 dagen. Het klaarmaken van de kunstmelk gebeurd driemaal per week. Eenmaal daags wordt de koude kunstmelk verstrekt in een melkbus. Deze werkwijze is aantrekkelijk en vraagt wei nig arbeid wat vooral ook op de weekenden welkom is. Aan de kunstmelk is een konserve- ringsmiddel toegevoegd waardoor de aange maakte melk enige dagen goed blijft. Per hok zijn 4 a 5 kalveren geplaatst, zo mogelijk enigszins van gelijke leeftijd. Dit is evenwel - goede ontsmetting mogelijk. Na ca. 10 - 14 dagen in groepboxen met 4 5 kalveren en met ingestrooide ruimte. Dit bevalt uitstekend voor de kalveren maar vraagt veel stro en arbeid voor het uitmesten. Weideperiode De kunstspeen is gauw gevonden. Ze nemen zoveel ze zelf willen e kalveren geboren voor 1 mei worden ge weid in twee koppels. 1. Kalveren geboren voor 1 januari. Deze kal veren krijgen geen krachtvoer in de weide. 2. Kalveren geboren na 1 januari. Deze ont vangen 1 - 1 Zi kg krachtvoer. De kalveren worden geënt tegen longworm, voordat ze naar buiten gaan en vrijwel steeds geweid op etgroen. In 1976 zijn op deze wijze ca. 40 kalveren opgefokt zonder uitval. Daar naast zijn nog ca. 55 stierkalveren de eerste dagen opgevangen zonder problemen, aldus de heer Romme, Konklusie Vooral op die bedrijven waar problemen zijn met de opfok is het goed om de speenmethode te gaan proberen. Veel problemen kunnen voorkomen worden door een efficiënte stalling waardoor de hygiëne bij de opfok beter wordt. Goed werken is vooruit zien! De voeding E en laat inzettend voorjaar met als gevolg een vertraging in de. grasgroei, schept problemen voor de voeding. De melkgift van de ooien bereikt namelijk in de derde week na het werpen zijn maximum en daalt daarna. De lammeren moeten dus vanaf hun derde levensweek in toenemende mate ander voer gaan opne men. In een normaal voorjaar is er voor het 5 a 6 weken oude lam voldoende jong eiwitrijk gras. Als het lam hier niet genoeg aan heeft, is het noodzakelijk om krachtvoer bij te voeren. Het is niet juist dat we het teruglopen van de melkgift kunnen voorkomen door de ooien krachtig bij te voeren. Dit geldt alleen voor de eerste twee weken na het werpen, doch zodra het tijdstip is bereikt waarop de daling van de melkgift inzet, kan met de toediening van krachtvoer de melkproduktie niet meer worden verhoogd. Het extra krachtvoer komt dan alleen nog ten goede aan het eigen lichaam van de ooien. De enige juiste methode is daarom het krachtvoer rechtstreeks aan de lammeren toe te dienen. Op bedrijven met een vrij dichte schapenbezetting, waar onvoldoende ruimte is om de lammeren tot de herfst te weiden, kan men het beste zoveel mogelijk lammeren klaar maken voor de voorjaarslammerenmarkt. Voor dieren, die goed zijn ont wikkeld, een gewicht van 25 - 30 kg hebben en daarnaast een mooie gesloten vacht en een gezonde kleur hebben, kan men een goede prijs krijgen. De beweiding oor de beweiding van de lammeren tot het afwennen (spe nen) kan men het beste, vanzelfsprekend afhankelijk van de aard van het bedrijf, als volgt te werk gaan: - de ooien met hun lammeren ruim weiden, tussen de koeien in of er achteraan; - de ooien met hun lammeren op aparte percelen omweiden. Per hektare kunnen 16 ooien met hun lammeren worden geweid, (let er vooral op, dat het gras niet te lang wordt); - de ooien met hun lammeren op een standweide houden en de lammeren met korrels of graan in speciale lammerbakken bij voeren; - de ooien met hun lammeren bij voorkeur niet weiden op percelen waar de vorige herfst veel lammeren hebben gelopen. Dit in verband met een overwinterde wormbesmetting in het weiland. 10

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 10