Chemische onkruidbestrijding in snij- en korrelmais O W at de keuze van de middelen betreft moet in dit verband ons inziens ook de persistentie - het langzaam werkzaam blijven D eze zal moeten worden aangepast aan de te verwachten onkruiden. (De doseringen zijn gegeven per ha). Onkruidbestrijding in aardappelen D e middelen bestrijden alleen zaadonkrui den zoals muur, herderstasje, roodbeen en tuintjesgras. C.J. Govers C.A.R. Goes ok in het Zuid-Westen is voor veel bedrijven snijmaïs een belangrijk gewas geworden. Daar - zonder een goede bestrijding - onkruiden in dit gewas de eerste weken na opkomst grote konkurrenten voor de maïs zijn, is een juiste bestrijding ervan gewenst. Het gewas verdraagt een mechanische onkruidbestrijding tussen de rijen d.m.v. schoffelen of frezen, slecht. Het zal daarom dan ook via de chemische methode moeten plaatsvinden. Erg lastige onkruiden in maïs kunnen zijn: kweek, distels, klein hoefblad, hanepoot, aardappelopslag, kamille, muur, varkensgras en duist. De bestrijding van kweekgras, distels en andere overblijvende wortelonkruiden dient in het na jaar vooraf, of in een voorafgaand gewas plaats te vinden. Desalniettemin worden velen hiermee tijdens de maïsteelt geconfronteerd en zal men trachten er iets aan te doen. Ook blijkt het onkruid hanepoot op een aantal percelen een steeds groter probleem te worden. We kunnen de chemische onkruidbestrijding in maïs inde len in drie tijdstippen: - voor het zaaien en direkt inwerken van het middel - vanaf het zaaien tot kort voor de opkomst - na opkomst van de maïs over het gehele gewas of als een tussen-rijenbespuiting In totaal staan de maïsteler een zevental middelen ter beschikking, t.w. Atrazin, DNOC, Bladex, Basagran, Su- tan 6 E, Lasso en Gramoxone (als strokenbehandeling). Andere middelen zijn niet toegelaten. Atrazin zeer persistent - van atrazin genoemd worden. Op grond van de ervaringen in de afgelopen jaren, nog eens onderstreept door de situatie in 1976, moet deze persistentie een reëel bezwaar genoemd wor den. De groeiremming door atrazin valt (in het najaar bij win tertarwe en in het voorjaar met name bij bieten) meestal niet op omdat geen vergelijking wél en niet-atrazin mogelijk is, maar komt meer voor dan men wel denkt. Ook om deze reden is meer spreiding bij de keuze van de middelen op zijn plaats. Evenals voor vele andere gewassen is, zoals blijkt uit dit artikel, dus ook voor maïs een wel doordacht spuitplan vereist. Spuitmethodiek Verwacht men hanepoot (wilde maïs, ijsgras) dan kort voor het zaaien spuiten met 5 liter Sutan 6 E en direkt goed inwerken. Na opkomst nog een bespuiting met 2 kg atrazin olie of uitvloeier of met 3 liter Basagran uitvoeren tegen andere onkruiden. Verwacht men naast hanepoot ook kamille en zwarte nacht schade dan kan, tussen zaaien en opkomst ook gespoten worden met 4 liter Lasso plus atrazin of Bladex. Eventueel 5 liter Lasso vóór opkomst en atrazin uitvloeier of olie né opkomst van de maïs. Op de klei- en zavelgronden waar hanepoot vrijwel niet voorkomt spuit men tussen zaaien en opkomst met 2-3 kg atra zin of 3-4 kg Bladex, zo mogelijk op een vochtige grond. Beide middelen hebben een voldoende lange nawerking, tenzij het na de bespuiting lange tijd droog blijft. In het laatste geval kan het dan aanbevelenswaardig zijn kort voor opkomst te spuiten met een contactmiddel zoals DNOC of - wanneer atrazin gebruikt werd - alsnog met 3-4 kg Bladex. Een bespuiting met DNOC na opkomst als de maïs plm. vijf bladeren heeft gevormd is, in verband met vaak optredende bladverbranding, ongewenst. Wel is het mogelijk bij toepassing van atrazin of Bladex vóór opkomst, na opkomst te spuiten met 3 liter Basagran. Het on kruid moet dan klein zijn. Bij twee atrazin-toepassingen (dus zowel vóór als na opkomst) zal men het jaar erna eigenlijk alleen maar maïs kunnen telen, tenzij er een goed gewas maïs groeit, wat een deel van de atrazin afbreekt en.de periode tot aan de zaai van het volggewas niet te droog is. Ook dan blijft tweemaal atrazin voor de nateelt echter een riskante methode die men alleen in noodsituaties moet hanteren. Het middel atrazin heeft niet zelden een redelijk effect op kweekgras, maar men moet er toch niet van uitgaan een perceel kweekvrij te kunnen maken door maïs te telen en daarin een flinke portie atrazin te verspuiten. Ook duist en windhalm wordt door atrazin behoorlijk bestreden. Strokenbehandeling B ehalve een volveldsbespuiting na opkomst is het ook moge lijk en zelfs reeds toegelaten te spuiten tussen de rijen met het middel Gramoxone. De daarvoor benodigde apparatuur komt er steeds meer in. De meeste onkruiden en (in mindere mate) aardappelopslag worden goed gedood of ernstig in hun groei belemmerd. De maïs dient een lengte van plm. 50 cm te hebben, waarbij dan onder de bladeren dóór tot aan de stengelvoet wordt gespoten. Vaak treedt kort erna wat bladbeschadiging op, maar deze is van weinig invloed op de van dat moment af zeer snelle lengte groei van de plant met haar vele bladeren. De onderste bladeren van een maïsplant doen weinig mee aan de korrelvulling. ing.J.Meems "Aspekten van de landbouw" "C.A.R. IJsselmeerpolders" Mechanische bestrijding O m het onkruid tussen de rijen tijdens het aanaarden te bestrijden kan men gebruik maken van schoffels in het verzorgingsgarnituur. Op deze manier is het mogelijk de ontwikkeling van hoefblad en andere onkruiden behoorlijk tegen te gaan. Om dit te kunnen doen moeten op het verzorgingsgarnituur drie aanbouwmogelijkheden achter elkaar aanwezig zijn, namelijk voorde kombinatie van schoffel, aanaarder en geulegje. Chemische onkruidbestrijding Wortelonkruiden als hoefblad en distels wor den door deze middelen niet bestreden, net zo min als de chemische onkruidbestrijdingsmid delen in bieten, erwten en uien dit doen. Ook hebben deze middelen voor een goede werking vocht nodig. De onkruidbestrijding van deze middelen met een lange werkingsduur loopt uiteen van matig tot goed. Dc middelen met een korte werkingsduur (DNOC) zijn onge schikt om het gewas lange tijd (ongeveer 2 a 3 maanden) vrij van zaadonkruid te houden. Toch kan met een bespuiting met DNOC vlak voor opkomst van de aardappelen op niet te onkruidvrije percelen wel wat worden bereikt. In sommige jaren lukt dit vooral goed wanneer het hoofdzakelijk om koolzaadopslag gaat. In pootaardappelen komt het onkruid gezien de korte groeiperiode ook weer minder fors tot ontwikkeling. Voor konsumptieaardappelen is een bespuiting met DNOC kort voor opkomst ontoereikend. Chemische onkruidbestrijding in aardappelen met bodemherbiciden is mogelijk mits geen wortelonkruiden als klein hoefblad en kweek voorkomen. Het werken in aardappelen kan door een bespuiting aanmerkelijk worden ver minderd. Een nadeel is dat een goed resultaat nog gepaard kan gaan met enige opbrengst derving bij pootaardappelen. Wanneer ook PCNB wordt gebruikt zal nog met een extra opbrengstderving rekening moeten worden gehouden. Een voorwaarde is verder dat meteen tijdens of kort na het poten een goed kluitvrije rug wordt gemaakt. Van de middelen met een lange werkingsduur zijn onder andere de volgende voor gebruik in aardappelen goedgekeurd: Dinoseb-acetaat monotinuron (Ivorin), me- tobromuron (Patoran, Patoran BASF) en me- tribuzin (Sencor). De beste middelen betref fende de onkruidbestrijding zijn: Patoran en Sencor. Van het middel Ivorin is het resultaat van de onkruidbestrijding vaak minder goed dan van Patoran met name tegen koolzaadop slag en ereprijs. Het middel Sencor heeft op de proefvelden de beste onkruidbestrijding gegeven. In de prak tijk heeft dit middel eveneens zeer goed vol daan. Sencor kan niet op alle rassen worden toege past. Uit meerjarig onderzoek in veldproeven en uit praktijktoepassingen blijken verschillen in ge voeligheid voor te komen tussen een aantal rassen. Tot de voor Sencor tolerante rassen be horen onder andere: Bintje, Saturna, Gineke, Pimpernel, Saskia, Furore, Sirtema, Clivia, Amaryl, Alcmaria, Climax, Doré, Alpha en Libertas. Onder bepaalde omstandigheden blijken een aantal rassen minder tolerant. Zo reageren de aardappelenrassen Irene en Ei genheimer duidelijk sneller op Sencor, vooral op de zeer lichte humusarme zavel- en zand gronden. De gevoeligheid blijkt in deze rassen toe te nemen bij het gebruik van een kleine poter- maat. In een aantal gevoelig te noemen rassen zoals Voran, Spartaan, Multa, Jaerla en Clivia biedt Sencor weinig of geen mogelijkheden. De ervaringen met andere uit de bijna 100 Nederlandse rassen blijkt beperkt en laten derhalve een algemeen advies op de niet ge noemde rassen niet toe. De onkruidbestrijding was uitstekend. Met het nieuwe middel Potivin is in de praktijk nog zeer weinig ervaring opgedaan. Het moet worden toegepast in een dosering van 1 xfi - 2 kg per ha. Koolzaadopslag werd in 1975 door dit middel niet bestreden. Het moet niet op pootaardappelen worden toegepast. De bestrijding van grasachtige on kruiden is zwak. Er is kans op schade op zeer lichte, opdrachtige gronden. Een ander nieuw middel is Igrater. Ook met dit middel zijn in de praktijk nog geen ervaringen opgedaan. In de proeven waren de resulaten van dit middel goed. Het resultaat tegen moeilijk te bestrijden onkruiden zoals koolzaadopslag kon in 1976 onvoldoende worden nagegaan. De dosering is 4 - 5 kg per ha. Hieronder geven wij nog een overzicht van de gebruikte hoeveelheden en de globale kosten per ha. Middel Dosering kode 6-7-8 Kosten kode 6-7-8 Dosering kode 4-5 Kosten kode 4-5 Sencor Patoran Jvorin 3,25-1,25 kg 3,00-4,00 kg 6,00-7.50 kg 67,50-112,50 78,00-105,00 87,00-108,00 0,50-0,75 kg 2,00-2,50 kg 4,50-6,00 kg 45,00-67,50 50,00-65,00 62,00-J 87,00 Om straks een onkruidvrij gewas te hebben moet u tijdig maatregelen treffen Een bespuiting moet plaats hebben na het po ten na de laatste keer aanaarden, zodra de weersomstandigheden gunstig zijn. Te ver spuiten in 300 - 400 liter water per ha. Zo mo gelijk spuiten bij windstil weer. Bij zijwind van enige betekenis bestaat het ge vaar dat het middel slechts aan één kant van de ruggen terecht komt. MCPA in konsumptie-aardappelen In konsumptie-aardappelen kan kort na de bloei een bespuiting met MCPA tegen onder andere distels, koolzaad en meide worden uit gevoerd. Het moet echter wel als een nood maatregel worden beschouwd. Bespuitingen op een vroeger tijdstip geven op brengstderving. Er kan ongeveer tot drie weken na de bloei een bespuiting worden uitgevoerd. De toelating is gegeven voor 4 liter MCPA 25% met een vei ligheidstermijn van twee maanden tussen toe passing en oogst. Het middel MCPA-estamine heeft geen toela ting. Kweekbestrijding Kweek in aardappelen kan worden bestreden met 125150 kg Eptam per ha. Bij proeven heeft dit middel een goede kweekbestrijding gege ven. Niet alle kweek was verdwenen, maar de be strijding kan zonder meer goed worden ge noemd. De opbrengst is niet of nauwelijks nadelig be ïnvloed. Soms echter werd wat schade aan het gewas gekonstateerd,. Er is ook Eptam-vloei- baar, de dosering is 8 l/i - 10 liter per ha. Eptam moet kort voor het poten worden toegepast. Na het strooien of spuiten moet hef direkt goed worden ingewerkt. Infrezen is waarschijnlijk het beste; met andere werktuigen, zoals eg en kultivator, is het resultaat vaak minder goed. Daarom moet bij gebruik van een eg of kulti vator het middel minstens tweemaal (overlangs en overdwars) worden ingewerkt. Met het goed, diep en direkt inwerken valt en Staat het resultaat van Eptam tegen kweek. Wanneer maar een half uur wordt gewacht met het in werken kan al weinig resultaat meer worden verwacht. Eptam granulaat kost ongeveer 3,- per kg. Het komt vooral in aanmerking voor een pleksgewijze- en randbehandeling. Eptam vloeibaar kost ongeveer f 20,- per liter. Eindhoven Vanaf 18 april ligt gedurende eèn maand ter inzage het bestemmingsplan "XI Hagenkamp". Zij die bezwaren heb ben ingediend bij de gemeenteraad, kunnen bezwaren indienen bij G.S. Gilze en Rijen Vanaf 12 april liggen gedurende een maand ter inzage de ontwerp-bestemmingsplannen "Grote Spie" en "Zuidelijke Randweg Dongen". Bezwaren kunnen worden in gediend bij de gemeenteraad. Duiveland Vanaf 18 april ligt gedurende een maand ter inzage het ontwerp-bestemmingsplan "Sportkomplex Oosterland". Bezwaren kunnen worden ingediend bij de gemeenteraad. Made en Drimmelen Vanaf 18 april ligt gedurende een maand ter inzage het ontwerp-bestemmingsplan "De Moer en De Worp". Bezwaren kunnen worden ingediend bij de gemeente raad. Oisterwijk Vanaf 18 april ligt gedurende een maand ter inzage het ontwerp-bestemmingsplan "Pannenschuur I". Bezwaren kunnen worden ingediend bij de gemeenteraad.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 7