nummer één! snijmais Er kan op één dag veel gebeuren Opkomst vroege zomergranen goed Voor de tweede maal hetzelfde perceel zaaien Landbouw moet zich harder opstellen We schrijven nu op Walcheren 18 april en nog is er van de inzaai in ons gebied weinig gebeurd. Het ziet er echter wel naar uit dat er vanaf deze datum op grote schaal begonnen kan worden. Bovenop is de grond redelijk droog, zodat het velen moeilijk zal vallen nog langer het werk uit te stellen. Vooral op de zwaardere grond valt de bewerkbaar heid van de ondergrond nog tegen. De struktuur van de grond is op deze percelen nog zodanig dat er gevaar is voor te sterke sporenschade door de trekker. Veel hangt en vanaf welke weersomstandigheden er volgen na de inzaai. Het is niet on mogelijk dat wanneer u deze regels leest, er al een flink deel van de voorjaarsinzaai klaargekomen is. Bij gunstig weer en lange werkdagen kan er met de huidige machinekapaciteit in enkele dagen veel gepresteerd worden. Hoewel er niet veel vroeg gezaaid is, zullen we de eerstkomende weken toch wel grote verschillen waar kunnen nemen. Er zijn enkele bedrijven waar de bieten, uien en blauwmaanzaad boven staan. Voorzover thans waar te nemen, is de opkomst en het plantenaantal voldoende. Schade door vorst blijkt mee te vallen. Wel zagen we onlangs een perceel uien waar, in de enkele voorkomende distels, veel vroege akkerthrips huisden. Het is dan wel zaak zo spoedig mogelijk een bestrijding van de thrips uit te voeren. Er zijn ook enkele percelen zomergerst en vlas die al enige tijd bovenstaan. Bij vlas wordt ook wel gevreesd voor aanzienlijke vorstschade. Daarnaast zal ook de struktuur van de grond wel van invloed zijn. We hebben eens enkele percelen wintertarwe bekeken op het voorkomen van de oogvlekkenziekte. Dit is voor ons wel de meest gevreesde voetziekte. Tot op heden is de aantasting nog zeer gering en vormt geen reden tot ongerustheid. Het is wel noodzakelijk de wintertarwe tot begin mei te blijven controleren op het voorkomen van oogvlekkenziekte. Vooral percelen die erom bekend staan dat er vroegtijdig legering optreedt, zullen voorlopig goed in de gaten moeten worden gehouden. Voor het toepassen van CCC op de daarvoor in aanmerking komende percelen, is gezien het stadium van ontwikkeling het tijdstip al aangebroken. Door het koude weer van de laatste weken is de grasgroei wat vertraagd. Nu de temperatuur wat aangenamer is, zijn er de laatste "dagen veel dieren in de weide gebracht. In sommige gevallen noopte de voedervoorraad hiertoe, maar ook andere motieven zoals arbeids- en krachtvoerbesparing spelen even eens een rol. Er zijn enkele percelen Italiaans raaigras "over winterd". Hiervan wordt nu gemaaid voor stalvoedering of kuil. Er is voor de komende weken veel werk aan de winkel. Hopelijk zal er deze week gezaaid kunnen worden. Het is dan voor Wal- cherse omstandigheden nog niet extreem laat en alle voorwaar den voor een goede oogst zijn nog aanwezig, maar dan moeten de weersomstandigheden wel meewerken. Voorzover we ge ïnformeerd zijn, hebben de Walcherse collega's nog geen ingrij pende wijzigingen in hun bouwplan aangebracht. Hieraan zijn toch ook weer teveel konsekwenties verbonden. Een goed doordacht plan kun je toch ook moeilijk weer van de één op de andere dag gaan wijzigen. Door ongunstige weersomstandigheden was er op Schouwen- Duiveland tot en met de eeTSte helft van april nog niet veel gezaaid-gepoot. Behalve pootuien en vroege aardappelen was het beperkt gebleven tot wat zomertarwe, zomergerst, schok kers, uien en suikerbieten. Van de granen wat meer dan van de andere genoemde gewassen. Dit betrof dan hoofdzakelijk de lichtere gemakkelijk bewerkbare gronden. De weersverbetering na half april gaf aanleiding tot plaatselijk meer aktiviteit. Afge lopen week is er nog al wat voorjaarswerk verricht. Gelukkig hield de weersverbetering stand en vandaag (18-4) was er volop aktiviteit op de akker waar te nemen. Overal was de grond nog niet geschikt, maar het later tijdstip speelde mede een rol en bij goede weersvoorspelling was men bereid een begin te maken. Vele kale percelen waren weelderig bezet met onkruid. Bespui ting met 3 of 5 1 Grammoxone is vrij veel toegepast en niet overal met succes. Voor de teelt van korte vruchten kan dit nog wel eens problemen geven. Succes t.a.v. het onkruid middels mechanische bewerking zal er van wege de tijd en de gronds- truktuur niet veel zijn. Voor aardappelen, bruine bonen en mais bijv. kan men met mechanische bewerking nog wel succes ver krijgen, mits men wat geduld op kan brengen. De wintertarwe, hoewel veelal een dichte stand, staat er voor 't algemeen niet slecht voor. Naast verslempte plekken komen wel plaatselijk afwijkingen voor tengevolge van struktuurproblemen en/of minder goede ontwatering. Toediening van N-gift kan gunstig werken. De opkomst van de vroeg gezaaide zomergranen is goed. De weinige in de eerste helft van maart gezaaide suiker bieten geven nog geen juist beeld van de opkomst. Op verschillende tijdig gezaaide percelen wintertarwe is sta- fronica -o dium 5-6 (één knoop voelbaar) bereikt, hetgeen betekent, indien nodig, het meest juiste stadium voor toepassing van CCC. Menging van CCC met systhemische fungiciden (dit laatste tegen voetziekteaantasting) is mogelijk, maar voor een optimaal resultaat van elk van de beide middelen is dit bepaald niet aan te bevelen. Integendeel, waar men aanstuurt op gemengd ver spuiten loopt men gemakkelijk het risiko, dat men CCC te laat en het systhemische fungiciden te vroeg spuit. Bij consumptie aardappelen is controle op aanwezigheid van fusarium wense lijk. Bij aanwezigheid van rhizoctonia is een ontsmetting (poe deren bij het poten) aan te raden. Zorg voor een vlotte en regelmatige opkomst, dus: le goed pootbed klaarmaken; 2e gezond pootgoed gebruiken; 3e niet te vroeg poten; 4e niet te diep poten; 5e niet poten onder koude en natte bodem omstan digheden; 6e de rug geleidelijk op hoogte brengen. Dat de nog te verrichten werkzaamheden zonder stagnatie uit gevoerd kunnen worden, is nu wel te hopen. Veel bietenland kan toch nog goed klaargemaakt worden" Na een geheel droog weekend is men ook in "Het land van Axel" weer met goede moed herbegonnen aan de voorjaars werkzaamheden. Ook heeft men op sommige percelen vlas en blauwmaanzaad die door de nachtvorsten schade hadden op gelopen voor de moeilijke keuze gestaan wat te doen. Uitrijden en herzaaien van het vlas of laten staan. De vorstschade is het grootst op die percelen die juist aan het opkomen waren en niet zelden is het zo dat b.v. de wielsporen van de trekkers die juist iets eerder boven stonden geen vorst schade vertonen en tussen de sporen waar het tere vlas zich juist in de toplaag bevond de vorstschade het grootst is. Om welk percentage het gaat is zeer moeilijk te schatten. Men hoort getallen van 40% bevroren, per perceel wel te verstaan, als het blijkt nog wel mee te vallen. In elk geval, er zijn hier en daar percelen opnieuw ingezaaid en weer anderen wagen het er maar op met een wat dunnere stand Hierbij speelt de in eerste in stantie gebruikte hoeveelheid zaaizaad uiteraard ook een grote rol. Het is in wezen niet ondenkbeeldig dat de lintopbrengst van een iets dunner staand gewas en een later gezaaid gewas^in wezen weinig verschil zou kunnen opleveren. De tijd zal ons leren wat de realiteit zal zijn. De verlate zaai- en voornamelijk pootdatum der aardappelen en thans dus de vooruitzichten op een iets lagere nieuwe aardap peloogst heeft er toe bijgedragen dat de prijzen der aardappelen zijn aangetrokken zodat diegenen die nog geen zaken hadden gedaan, thans hiervan nog kunnen profiteren. Evenzo ook de uientelers niet te vergeten. Zo ziet men maar weer hoe wisselvallig het gehele landbouw bedrijf is. Hoe men soms door kleine zaaiverschillen goed of minder goed kan zitten en men door grotere natuur- of weer somstandigheden ook nog weer eens kan worden gered of ge nekt. Wanneer we, vanuit "Tholen en St. Philipsland", deze bijdrage schrijven valt er weinig nieuws te melden of het zou moeten zijn dat de collega's steeds feller worden om te beginnen. De afgelopen 14 dagen is er dan ook praktisch niets op het land gedaan vanwege de flinke hagel- en sneeuw buien. Leek het begin maart dat het een vroeg voorjaar zou worden zal het nu toch vrij laat zijn voor alle zaaizaad en pootgoed aan de grond is toevertrouwd. Maar we willen bepaald nog niet pessimistisch zijn en houden het maar op de woorden van een onzer bekendste dichters: Aan de uitkomst hangt het al. Voor de uitkomst dwaalt het oordeel. En een ieder die zich de bieten oogst 1976 herinnert zal dit beamen. Een vroege zaai, een goede opkomst, een hoog gehalte in augustus en een afrekening in april 1977, die 15% of meer lager was dan een jaar tevoren. En al zijn we als boeren wel bereid om een tegenvaller te accepteren dan moeten we er wel van uitgaan dat er ook eens meevaller in kan zitten. En van dat laatste is geen sprake als we de prijs vaststelling vanuit Brussel de laatste jaren bezien. En ook nu verwacht Uw schrijver niet dat er, bij het hervatte overleg op 25 april, een prijsverhoging uit de bus komt die de helft van de kosten stijging (a raison van 10%) zal vergoeden. Een wat scherpere "landbouw" opstelling zou heus geen kwaad kunnen want al zijn we dan beperkt in aantal, we zorgen voor de eerste levensbehoefte en nemen een groot deel van de export voor onze rekening. Als "Brussel" zo blijft doorgaan zullen velen onzer helaas bij de bijstandregeling terecht komen. Daar ik de gave van de humoristische tekenaar mis moet ik in woorden deze bijdrage beeindigen. Het grote voordeel dat de regering den Uyl ons heeft gebracht? Als U op dezelfde tijd blijft opstaan, kunt U 's avonds een uur langer doorgaan!!!??? P.S. U hebt nog een maand bedenktijd voor het 25 mei is. De eerste helft van de maand april is nu we dit schrijven al weer voorbij. Regen, hagel, natte sneeuw, nachtvorst een harde wind was het weertype van deze laatste weken. Nu op deze zaterdag de 16e april was het pas de eerste dag met echt voorjaars weer. Wanneer we de barometer een tik geven springt de wijzer naar de goede kant, maar De Bilt twijfelt nog wat met zijn voorspel lingen. Veel collega's zagen echter vanmorgen de kans schoon om met de trekkers en de machines het land in te gaan. Op de lichte grond is dat gelukt, maar op de zware grond was het gauw bekeken. Dit zware grondtype heeft zelf nog een week zon en wind nodig om goed droog te worden en dan zal het nog op passen geblazen zijn om niet te diep te gaan bewerken. Eggen met korte en versleten tanden zullen we dus nodig hebben om het vele gekiemde zaadonkruid te lijf te gaan. Omwille van de slechte struktuur van de grond vinden er nog dagelijks ver schuivingen in het bouwplan plaats en wordt de lichte grond noodgedwongen voor de aardappelen gereserveerd. Met alles zijn we aan de late kant, maar dat is wel eens meer gebeurd. Het nare is echter, dat op het land voor de fijnzadige gewassen de kunstmest nog niet overal gestrooid is. Vooral voor de bieten geeft dat straks veel kans op zoutschade met alle nare gevolgen van dien. Als 50-plussers hebben we daarom tijdens de natte periode het kloeke besluit genomen om met de hand de kunstmest te gaan strooien. In onze jeugd hebben we dat vak goed geleerd, maar het vraagt toch wel enkele dagen training. Buurman had nog wat meer ervaring en deed het met een theeschoteltje en had daardoor een dubbele capaciteit. De tijd zal het echter leren of alle kunstmest goed verdeeld is en er straks geen "banen" te zien zullen zijn. Tijdens het afgelopen vergader seizoen zijn we volgepropt met vele goede adviezen, maar in zo'n voorjaar verloopt het niet allemaal volgens het boekje. De vorige maand stond de winter tarwe er prima voor en de nog aanwezige voorraad stikstof in de bouwvoor was op sommige percelen zelfs aan de royale kant. Enkele weken later stond de tarwe ondanks de mineralisatie rood van de kou. Thans krijgt ze de goede kleur weer terug en tevens komt het tijdstip voor een C.C.C.-bespuiting al weer heel dicht bij. Enkele percelen vlas en bieten zijn bij ons in de buurt bevroren en dan sta je als teler weer voor moeilijke beslissingen. Meestal is op deze vroege gewassen al een chemische onkruid- bestrijding toegepast en daarom blijft er veelal niets anders over dan overzaaien met hetzelfde gewas. Vlas kan men. heel de maand april nog zaaien en bieten nog wel.later, maar dan moet men wel bedenken, dat elke dag later zaaien dan normaal de bietenopbrengst met 300 kg naar omlaag brengt. Ondanks de kou gaat de vreterij van de insekten aan de jonge bietenplantjes toch door. Bietenkevertjes, thrips en spingstaar- ten zijn er al bij de vleet. Gelukkig zijn er al velen van gesneu veld door de goede werking van de toegepaste en doelgerichte insekticiden. Van de springstaarten zijn er verschillende soorten, doch alleen de witte diertjes doen scha'de doordat deze de plantenwortels aantasten. Om te controleren of we met springstaarten van doen hebben moeten we wat grond in water doen en dan komen deze diertjes spoedig boven drijven. Ge lukkig neemt bij goed groeizaam weer de kans op vreterij in de regel spoedig af. Die kans zit er nu wel in, want in Aardenburg hebben we deze week reeds twee zwaluwen aangetroffen en meer dan één maken toch zeker wel lente. Je weet het echter nooit, want in zo'n oeroude stad kunnen het best eens overjarige exemplaren geweest zijn.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 5