KNLC KOMMENTAAR ZO SPRAK DE j RECHTER^-#/ De verlenging van de pachtovereenkomst «j» H et systeem van de huidige Pachtwet m.b.t. de verlen ging van een pachtovereenkomst komt in het kort gezegd op het volgende neer. A fgelopen week vrijdag was het een belangrijke dag voor de heer H.J.van der Zande uit Oosterland. Toen nam hij n.l. afscheid van zijn funktie als voorzitter van de raad van toezicht van de Rabobank en voorzitter van de Z.L.M. afdeling Oosterland "Door Eendracht Sterk". Ter gele genheid van dit afscheid was er een bijeenkomst waarop vele sprekers het woord voerden. H et beleid zoals dat vandaag de dag voor land- en tuinbouw gevoerd wordt is dermate ingewikkeld geworden en bevat zoveel facetten, dat het steeds moeilijker wordt om nog enige grote lijnen voor de toekomst te herkennen. 4 Wanneer noch de verpachter, noch de pachter de pacht aan zijn wederpartij opzegt wordt de pachtovereenkomst automatisch van rechtswege met 6 jaar verlengd (art. 36 lid 1 PW) (A). Automatische verlenging heeft niet plaats wanneer de verpachter of de pachter aan zijn wederpartij heeft laten weten dat hij geen verlenging (meer) wenst. Men moet dat uiterlijk 1 jaar voor het einde van de lopende pachto vereenkomst laten weten, maar niet eerder dan drie jaar (B). -De pachter, die een opzegging van de verpachter heeft ontvangen moet, wanneer hij verlenging wenst, binnen 1 maand na ontvangst van die kennisgeving, een verlengingsverzoek bij de Pachtkamer indienen. De ver pachter die zo'n kennisgeving van de pachter heeft ont vangen kan echter geen verlengingsverzoek bij de Pachtkamer indienen, omdat een pachtovereenkomst niet tegen de wil van de pachter in kan worden verlengd (C). De Pachtkamer moet op verzoek om verlenging naar bil lijkheid beslissen. De rechter is daardoor een grote vrij heid gelaten om in een gegeven geval tot een bepaalde beslissing te komen. Op deze regel bestaan een aantal uitzonderingen; wanneer die zich voordoen moet de pachtkamer het verlengingsverzoek afwijzen (D). Nadere toelichting van bovenstaande: A. Automatische verlenging betekent dat de tussenkomst van de rechter niet meer nodig is om verlenging te krij gen. Niet iedere pachtovereenkomst wordt automatisch van rechtswege met 6 jaren verlengd, maar alleen die pachtovereenkomsten die voor de wettelijke duur zijn aangegaan (12 jaar voor een hoeve en 6 jaar voor los land). Dus pachtovereenkomsten die voor een kortere duur dan de wettelijke zijn aangegaan worden niet auto matisch verlengd. De pachter moet dan zelf het initiatief nemen als hij verlenging van de pachtovereenkomst wenst. De Grondkamer, die de kortere duur van de pachtovereenkomst moet goedkeuren, bepaald bij die gpedkeuring ook de termijn waarbinnen de pachter eventueel verlenging kan vragen. B. De verpachter maar ook de pachter die geen verlen ging (meer) wenst, moet dit per aangetekende brief of deurwaardersenploit aan zijn wederpartij laten weten. Deze kennisgeving moet duidelijk en ondubbelzinnig zijn. Ook moet die kennisgeving uiterlijk 1 jaar voor het einde van de lopende pachtovereenkomst geschieden. In bijzondere omstandigheden kan die kennisgeving echter nog gedaan worden tot uiterlijk 6 maanden voor het einde van de lopende pachtovereenkomst. Een omstan digheid wordt echter niet vlug als bijzonder aangemerkt. De Rechtspraak gaat er van uit dat er slechts sprake is van een bijzondere omstandigheid wanneer die niet aan de verpachter is toe te rekenen en een tijdige opzegging daardoor niet mogelijk was. C. Wanneer de pachter het verlengingsverzoek ook maar 1 dag te laat bij de Pachtkamer indient, is zijn verzoek niet meer ontvankelijk. Hetgeen wil zeggen dat de Pachtkamer het verzoek niet in behandeling neemt; met als gevolg dat de pachter geen verlenging van de pach tovereenkomst kan verkrijgen. Hij zal dan aan het einde van de lopende pachtovereenkomst het gepachte moeten verlaten. De termijn van 1 maand na ontvangst van de opzegging is "fataal". De wet biedt geen ontsnappings mogelijkheid! D. Eén van de uitzonderingen op de regel dat op het verlengingsverzoek door de Pachtkamer naar billijkheid moet worden beslist, is te vinden in art. 39 PW. Dit artikel bepaald nl. dat, wanneer de bedrijfsvoering van de pachter niet is geweest, zoals een goed pachter beaamt of wanneer er gegronde klachten bestaan, de Pachtkamer het verlengingsverzoek moet afwijzen. De Pachtkamer moet het verlengingsverzoek ook afwij zen (is dus een tweede uitzondering), wanneer de ver pachter óf echtgenoot, een bloed- of aanverwant in de rechte lijn of een pleegkind van de verpachter, het ver pachte persoonlijk voor een tot de landbouw betrekkelijk doel in gebruik wil nemen (art. 41 lid 3). Wanneer echter door verlies van het gepachte het maatschappelijk be staan van de pachter ernstig zou worden aangetast en het persoonlijk gebruik voor de verpachter niet van overwe gende betekenis is, moet de Pachtkamer weer naar bil lijkheid beslissen. Partijen dienen dus goed de termijnen die in de Pachtwet worden gesteld m.b.t. de verlengingspro cedure in acht te nemen, vooral gezien de grote be langen die er meestal op het spel staan. Mevr. Mr. S.M. Vermuë-van 't Westeinde De burgemeester van Duiveland de heer J.D.Kam had een verrassing in petto voor de heer van der Zande. De schei dende voorzitter werd voor de vele jaren van volledige inzet voor allerlei organisaties en instanties beloond met de eremedaille in goud, horend bij de orde van Oranje Nassau. Tevens viel hem de gouden medaille met briljant ten deel. Dit is de hoogste onderscheiding van de Centrale Rabo bank. Deze versierselen werden hem overhandigd door de heer LJ.H. Sonnenschein direkteur van de Centrale Ra bobank. Een van de sprekers de heer L.van Gastel voorzitter van de kring Schouwen Duiveland van de Z.L.M. memoreerde o.a. de tijden dat de jubilaris zich vooral inzette om het gehavende Schouwen weer leef- en woonbaar te maken, na de oorlog en de ramp. De heer P.L.Krepel oud kring bestuurder richtte zich tot de jubilaris met er op te wijzen dat de heer van der Zande altijd in staat was om de band met de leden zo goed tot uiting te laten komen. Hij wist een sfeer van vertrouwen te scheppen, waardoor het steeds prettig vergaderen was. Door het bekleden van vele bestuursfunkties gedurende eep periode van veertig jaar ontstond er een hechte ver trouwensband in de dorpsgemeenschap. De jubilaris was in staat om een speciale prettige sfeer te scheppen waardoor de afdelingsvergaderingen van de ZLM in Oosterland zeer druk werden bezocht. De heer van der Zande zette zich vooral in voor de kleinere bedrijven. Een van de resultaten hiervan is de stichting geweest van een aardappelkoelhuis. Hierdoor waren de kleinere telers niet langer meer gedwongen om direkt van het land de aardappels te verkopen. Bij vele waarderende woorden werd ook mevrouw van der Zande niet vergeten. Zonder de steun van de vrouw is het moeilijk werken in het organisatieleven. Na afloop van deze bijeenkomst volgde er nog een zeer druk bezochte receptie. Velen maakten van de gelegenheid gebruik om de heer en mevrouw van der Zande geluk te wensen. Na veertig jaar allerlei bestuursfunkties te hebben bekleed vindt de heer van der Zande het nu tijd om er mee op te houden. Hij is nu 62 en wil niet zoals vroeger wel eens te veel voorkwam nog bestuurslid zijn als hij tachtig is. Overigens zal hij in de toekomst beslist niet zonder bezig heden zijn. Hij kan altijd terecht op het land en tuinbouw bedrijf van zijn zoon. Verder is er vollop gelegenheid om te tuinieren in zijn royale tuin.. De heer en mevrouw van der Zande bekijken met belangs- Jellin^de^onderscheidin^^^^^^^^^^^^^^^^^^ Beleidsprogramma Juist om al diegenen, die regelmatig met het landbouwbeleid bezig zijn, wat meer zicht op de voor de toekomst gewenste ontwikkelingen binnen land- en tuinbouw té geven, heeft er de laatste maanden aan de hand van een Landbouwschapsnota een uitgebreide diskussie over dit toekomstige beleid binnen de landbouworganisaties plaatsgevonden. Naar verwacht mag worden zal deze diskussie over de "beleids visie land- en tuinbouw" in de komende mei- en juni-vergaderin- gen van het Bestuur van het Landbouwschap tot een afronding kunnen komen. Hopenlijk komt er dan een aantal duidelijke beleidslijnen uit waarop wij ons beleid in de komende jaren met name kunnen baseren. Ook binnen de K.N.L.C.-gelederen hebben alle gewestelijke or- 4 ganisaties zeer uitvoerig deze beleidsvisie besproken, terwijl op meerdere vergaderingen van Dagelijks Bestuur en Hoofdbestuur van het K.N.L.C.tle beleidsvisie een belangrijk onderdeel van de agenda vormde. In de komende weken zal in onze publiciteitsorganen, alsmede bij de openbare behandeling in Landbouwschap de K.N.L.C.-visie op de toekomst voor land- en tuinbouw zo beknopt en duidelijk mogelijk worden gepresenteerd. Dat kan ook, omdat op een aantal belangrijke punten een geza menlijke, duidelijke meningsvorming mogelijk bleek. Zelfstandig ondernemerschap Z o stond de waarde van het zelfstandig ondernemerschap en de wens om de positie van boer en tuinder als zelfstandige onderne mer te versterken, duidelijk centraal in vele diskussie's. Het K.N.L.C. acht dan ook alleen, dat overheidsbeleid juist dat ge richt is op versterking van de positie van de zelfstandige agrari sche ondernemer, zowel met betrekking tot zijn inkomensvor ming op korte en langere termijn, de kontinuïteit van zijn bedrijf, de werkomstandigheden voor de zelfstandige ondernemer en zijn medewerkers als de toekomstige ontwikkeling van zijn bedrijf. In zijn algemeenheid betekent dat een overheidsbeleid wat via met name algemeen werkende maatregelen de positie van de individuele agrarische ondernemer versterkt. Dus voor de inkomensvorming dient met name dan een doelmatig markt- en prijsbeleid, dat zich blijft baseren op de ontwikkeling van de gemiddelde produktiekosten in land- en tuinbouw, cen traal staan. Om zoveel mogelijk bedrijven de kans te geven tot "levensvat bare" bedrijven te blijven ontwikkelen, dient het struktuurbeleid minder selektief (rentesubsidie) te werken en verdienen vooral regelingen de voorkeur waarvan ook bedrijven die zich geleidelijk willen ontwikkelen gebruik kunnen maken. In deze visie past zeker geen inkomensbeleid via een algemeen systeem van inko menstoeslagen, c.q. een minimuminkomen voor zelfstandigen. Uiteraard past in deze visie volledig een aanvullend sociaal beleid voor diegenen die in een overgangsfase in de knel kunnen komen, zoals oudere bedrijfsgenoten. Daarnaast kan een inkomensaan- vullende maatregel gewenst zijn bij een (tijdelijk) onvoldoende funktioneren van het markt- en prijsmechanisme, of bij kalami- teiten. Wat dit laatste betreft is overigens een interne versterking van de zelfstandige onderneming om tegenslagen zelf op te van gen zeker van even groot belang. Bij voorbeeld via een meer op de bijzondere situatie van de agrarische zelfstandige gericht fiskaal beleid. Juist om de positie van de zelfstandige ondernemer in zijn alge meenheid blijvend te versterken zullen ook in de toekomst on derzoek, onderwijs en voorlichting grote prioriteit dienen te be houden. Overigens is de behandeling van deze beleidsvisie ook van groot belang i.v.m. het pakket wensen en verlangens voor de naaste toekomst, wat we als georganiseerd landbouwbedrijfsle ven op korte termijn ter kennis moeten brengen in het kader van de komende kabinetsformatie. Hopenlijk kan in dit kader het door de landbouw gewenste beleidsprogramma voor de periode 1977-1981 omstreeks half mei worden afgerond en bekendge maakt. Luteijn

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 4