pÏÏËÏÏWDs Sniititibs KIEZEN EN DELEN (3) Het kabinet Alternatieve landbouw in Nederland Opleiding voor kantoor en winkel "V erkoopkunde wordt in het derde leerjaar aan alle leerlingen gegeven zodat zij dan ook wat dit betreft in het vierde leerjaar, als over het keuzepakket wordt gesproken een bewuste beslis sing kunnen nemen. Ook hier wordt de praktijk al evenmin vergeten; 26 weken lang gaat de leerling een middag per week bij twee verschillende winkels ervaring opdoen. Het werkboekje zorgt daarbij voor de nodige verscheidenheid van opdrachten. Wij mogen dus zeker stellen dat de adspirant-verkoopster, die in dat derde leerjaar ook het diploma machineschrijven verwerft, een uitstekende grondslag meekrijgt voor na de school. Ook meisjes die later alleen als klant de winkel betreden, zullen de verworven kennis beslist nuttig kunnen gebruiken. Met deze W at wil dat precies zeggen: de Tweede Kamer stuurt een kabinet naar huis? Als het kabinet bij de Kamer een voorstel indient, waarmee een meerderheid van de Kamer het oneens is, kan die meerderheid proberen het voorstel te wijzigen. Soms zal het kabinet daarmee (met moeite) instemmen. Een andere keer kan het kabinet zeggen, dat de wijzigingsvoorstellen van de Tweede Kamer-meerderheid onaanvaardbaar zijn. Dat bete kent dan, dat het kabinet het bijltje er bij neerlegt als de meer derheid van de Kamer, ondanks het blijk van afkeuren van het kabinet, zijn plannen doorzet. Mr. Pieter van Heemst. 13 e laatste aflevering van Kiezen en Delen zal gewijd zijn aan het kabinet, het kabinetsbeleid en het werk van de Tweede Ka mer. In de tweede aflevering is de totstandkoming van een kabinet onder de loupe genomen. Een kabinet komt in Nederland slechts tot stand als er twee, drie of vier partijen zijn (met een meerder heid aan zetels in de Tweede Kamer), die bereid zijn het pro gramma van een nieuw kabinet te steunen. Immers, een kabinet kan alleen slagvaardig optreden als het ervan uit kan gaan, dat het niet de eerste beste keer door een meerderheid in de Tweede Kamer naar huis wordt gestuurd. Naar huis sturen Op het moment, dat zo'n wezenlijk verschil van mening tussen kamermeerderheid en kabinet zich openbaart, is er sprake van een kabinetskrisis. Er zijn dan twee mogelijkheden: öf het ka binet ontbindt de Tweede Kamer en schrijft nieuwe, vervroegde verkiezingen uit. Of het kabinet dient zijn ontslag in en een nieuwe (in)formateur probeert een nieuw kabinet te vormen. Een konflikt hoeft niet altijd te ontstaan doordat een kamer meerderheid van mening verschilt met het kabinet. Het kan ook voorkomen, dat er binnen het kabinet grote verschillen van mening ontstaan. Die ruzies kunnen zo hoog oplopen, dat een of meer ministers hun ontslag indienen. Zo is het kabinet-Marij- nen in 1965 gestruikeld over de omroepkwestie, het kabinet- Biesheuvel in 1973 over de begroting en het kabinet-Den Uijl in 1977 over de grondpolitiek. Als er een of meer ministers op stappen, is de steun aan het kabinet ontvallen. De frakties waarmee de vertrekkende ministers zich verwant weten, zullen zich achter die ministers scharen. Ook dit keer is dat het geval. Als ministers na een ruzie binnen het kabinet opstappen, is dat heel wat anders dan wanneer een kamermeerderheid een kabi net naar huis stuurt. In dat laatste geval namelijk kan het niet anders of een aantal ministers worden door "bevriende" frakties in de steek gelaten. De laatste keer dat dat het geval was, was in 1966 toen de K.V.P.-fraktie het kabinetsbeleid afviel en daar mee haar eigen ministers als het ware in de steek liet. Een kabinet dat zijn ontslag bij de koningin indient, krijgt van haar het verzoek om aan te blijven tot er een nieuw kabinet gefor meerd is en zolang de lopende zaken in het belang van het land af te wikkelen. Dat betekent, dat zo'n kabinet geen belangrijke voorstellen meer aan de Kamer zal voorleggen, maar zich slechts beperkt tot het afhandelen van de doodgewone, alle daagse zaken waarover iedereen in de Tweede Kamer het zo goed als eens is. Zo'n kabinet heet dan een "demissionair kabi net". Straks kunt U kiezen uit een veelheid van partijen. Misschien staat U niet te dringen om het stemburo binnen te gaan, wel is het goed te beseffen dat mogen stemmen een voorrecht is! De gang van een wetsontwerp Sinds 1945 zijn er maar drie kabinetten die de volle vier jaar hebben uitgezeten: het kabinetDrees, de Quay en de Jong. Er is al opgemerkt, dat een kabinet bij de Tweede Kamer voor stellen indient, waarover een konflikt kan ontstaan. Maar bij de meeste voorstellen zullen zich of geen problemen voordoen, of voor eventueel gerezen problemen wordt bijtijds een oplossing gevonden. Het slot van deze drie artikelen over Kiezen en Delen is bedoeld om een indruk te geven van de gang van een wetsontwerp. Als bij de totstandkoming van een kabinet tussen de nieuwe ministers een aantal afspraken zijn gemaakt, zal elke minister (waar nodig) zijn ambtenaren opdragen een wetsontwerp voor te bereiden waarin de afspraken verder worden uitgewerkt. Zo'n wetsontwerp bestaat uit artikelen (de wetstekst) en een toelich ting, die officieel de Memorie van Toelichting heet. Daarin legt de minister uit, waarom het wetsontwerp naar zijn mening noodzakelijk is en licht hij de voorgestelde tekst toe. Als het kabinet het met het voorstel eens is, gaat het via de koningin naar de Raad van State, een groep wijze mannen en vrouwen die vooral op de juridische kanten van het voorstel let en daarover een advies opstelt. Soms zal het kabinet naar aan leiding van het advies besluiten wijzigingen in het voorstel aan te brengen. Als dat allemaal achter de rug is, krijgt de Kamer het ontwerp toegestuurd. De Tweede Kamer gaat niet zondermeer over tot een bespreking van het wetsontwerp. Eerst komt het aan de orde in een Kamercommissie. Dat is een groep deskundige kamerle den afkomstig uit alle frakties die het wetsontwerp nauwkeurig en grondig doorneemt. Als bijvoorbeeld de minister van Land bouw een wetsontwerp indient, komt dat eerst in de Vaste Ka mercommissie voor Landbouw, waarin alle deskundigen op het gebied van landbouw vertegenwoordigd zijn. De leden van een commissie vuren schriftelijk vele vragen op de verantwoorde lijke minister af. Deze beantwoordt ze zo volledig mogelijk, eveneens schriftelijk. Als de schriftelijke voorbereiding voltooid is, buigt de voltallige Tweede Kamer zich over het voorstel. Dat voltallig moet wel met een korreltje zout worden genomen. Wie wel eens een televisie-uitzending heeft gezien van een kamer debat, weet dat er maar een handjevol kamerleden aan de dis- kussie meedoen. Dat zijn dezelfde die al in de Kamercommissie aan de behandeling van het wetsontwerp hebben meegedaan. Het kamerdebat is bedoeld om de grote lijnen van het wets voorstel door te nemen, terwijl de commissie, zoals gezegd, vooral de technische kanten van de zaak zorgvuldig bestudeert. Als het kamerdebat erop zit, wordt het wetsontwerp in stem ming gebracht. Kamerleden/frakties die een wijziging in het voorsiel wensen aan te brengen, kunnen een amendement in dienen. Dat is een aanvulling of uitbreiding van de tekst, die de minister heeft voorgesteld. Soms zal de minister het niet op een stemming aan laten komen en neemt hij het amendement ge woon" over. Een andere keer zegt hij zich te zullen neerleggen bij het oordeel van de kamer over het amendement. Maar ook komt het voor dat hij zich met hand en tand verzet tegen het amen dement. Er is al opgemerkt, dat hij dan kan dreigen met aftre den. Een dreiging waarvoor de kamer meestal terugschikt. Bij de stemming zijn wél alle kamerleden aanwezig. Elke fraktie stemt overeenkomstig het standpunt, dat de fraktie-deskundige in het debat heeft verdedigd. Als het wetsontwerp is aangenomen door een meerderheid van de kamer, gaat het vervolgens naar de Eerste Kamer. Daar wordt het öf ongewijzigd aangenomen öf verworpen, een tus senweg is niet mogelijk. Het gebeurt zelden dat de Eerste Kamer een wetsontwerp verwerpt. De laatste keer dat dat voorkwam was bij de behandeling van de zogenaamde "Abortuswet". Als ook de Eerste Kamer met het wetsontwerp instemt, wordt het zo snel mogelijk in het Staatsblad geplaatst. Daarbij staat ook de dag waarop de wet in werking treedt. Vanaf dat moment is iedereen gehouden zich eraan te houden. Mochten er, tot slot, vragen zijn over deze drie afleveringen van "Kiezen en Delen", dan kunnen die via de redaktie worden in gestuurd. Een volgende keer zal geprobeerd worden ze zo duide lijk mogelijk te beantwoorden. Eetgewoonten wijzigen Geen politiek van goedkoop voedselpakket Er is een rapport verschenen dat een studie bevat over alterna tieve landbouwmethoden. Het rapport is in opdracht vervaar digd van het ministerie van landbouw. Door Mr.G.van Setten, sekretaris generaal van het ministerie die het rapport namens de minister in ontvangst nam, werd opgemerkt dat deze studie van groot belang is geweest. De problematiek van de biologische landbouw zal op velerlei manieren worden aangepakt. Een erg praktische zal zijn, het voorstel, om in de Noord-Oost Polder een drietal organische stof bedrijven op te richten. Hierdoor zal de mogelijkheid worden geschapen om vanuit de praktijk de tra ditionele en biologische methode van landbouw met elkaar te vergelijken. ^^^Onde^redakt^^var^^^Ande^on. De redakteur van "onderwijsnotities" vroeg mij iets te schrijven over onze huishoud- en nijverheidsschool "Prinses Beatrix" te Kruiningen - in het algemeen en over de opleidingen "verkoopkunde" en "machineschrijven" in het bijzonder. Ik voldoe daar gaarne aan. In verband met de plaatsruimte uit eraard wel summier; de redaktie weet uit ervaring dat over elke school, over elk vak, over elke leerling en over elke leerkracht wel een boek apart te schrijven is. O nze school werd geopend op 8 augustus 1956. De leerlingen van toen kijken zich de ogen uit als ze haar nu weer terugzien. Zowel buiten als binnen vallen gelijk de frisse kleuren op. Vi trage en overgordijnen spelen daarbij beslist een belangrijke rol. In de lokalen zien we overal moderne hulpmiddelen. Ik noem er een paar: alle naaimachines "elektrisch-zig-zag", verder de epidiascoop, de overheadprojektor en bij handenaröeid een schopschijf voor boetseren. Om echter tot een biologische landbouw in hanteerbare vorm te komen zal er in Nederland wel het een en ander gewijzigd moeten worden. In de eerste plaats de politiek van het "goed kope voedselpakket". De alternatieve systemen waarbij gelet wordt op het behoud van evenwicht in de natuur zuinigheid op grondstoffen en de afwezigheid van giftige stoffen, zijn interes sant maar vooral duur. Het kan zelfs zo ver komen dat er serieus gedacht moet worden om een ander bestedingspatroon te over wegen van het inkomen. De kommissie is van mening dat alternatieve landbouwmetho den ook tot lagere produktie zal leiden. Dit behoeft geen ramp te zijn mits het Nederlandse volk maar bereid is als offer voor dit biologisch voedsel anders te gaan eten. Het zal dan vooral neerkomen op een versobering van de dis. Men meent dat deze aanpassing moeilijk zal zijn, en alleen maar kan slagen indien de konsument voldoende gemotiveerd is. Zelfs in de alternatieve landbouw komt men soms voor proble men te staan, die kunstgrepen noodzakelijk maken wil men niet de hele oogst verliezen. De binnenruimte van de school werd naar de inzichten van deze tijd geheel opnieuw gepland en conform verbouwd. De vroegere keuken bijvoorbeeld werd een smaakvol ingericht theorie- en overblijflokaal. Wat weleer het "huishoudelijk werklokaal" was werd met de voormalige "droogruimte" samengevoegd en om getoverd tot een fraai "kombinatielokaal" waarin de leerlingen en dat mogen nu meisjes èn jongens zijn! -gelijktijdig bezig kunnen zijn met koken, wassen, strijken en huishoudelijk werk. Voor elke twee leerlingen is er een "unit" aanwezig die bestaat uit een roestvrij stalen aanrecht met werkbladen, een inbouw- fornuis met grill, een weegschaal, een mixer en de nodige pan nen en schalen. In de reeds genoemde droogruimte vindt men nu een prachtige provisiekast en de diepvriesinstallatie. Ook is hier de "natte washoek" ingericht met wasautomaten, centrifu ges. droogtrommel, strijkmachine, moduulkast - voor het werk materiaal - strijkplanken en strijkijzers. De vroegere "eetnis" onderging een komplete gedaanteverwis seling; hier vindt men nu met het oog op onze verkoopsters opleiding, 'n volledige winkel met een keur van artikelen op de keurig beladen stellingen, een groenteweger, een snelweger, een elektrische kassa met namaakgeld! De etalages kunnen 's avonds verlicht worden en materiaal voor etaleren is eveneens aanwezig. Er moet echter nog veel gebeuren alvorens men werkelijk se rieus over biologische landbouw op grote schaal kan gaan den ken. Vooral veel wetenschappelijk en praktisch onderzoek zal onontkombaar zijn. Er zal rekening gehouden moeten worden met vele aspekten. Wie dan tenslotte die biologische landbouw moet gaan bedrij ven is ook in grote lijnen aangegeven n.l. bestaande bedrijven die reeds volgens een alternatieve methode werken, bestaande bedrijven die interesse hebben om bij wijze van proef mee te werken, en tenslotte de overheidsbedrijven. Vooral de laatste groep leent zich uitstekend voor demonstratie en onderzoek. Er moeten proefbedrijven op nieuw land als ook in gevestigde gebieden komen. Ook in gebieden waar landschapsparken zijn geprojekteerd zou een goede plaats zijn om een begin te maken met alternatieve landbouwmethoden. Het bijna 400 bladzijden tellende rapport "Alternatieve land bouw, inventarisatie, evaluatie en aanbevelingen voor onder zoek" is verkrijgbaar in de boekhandel tegen een prijs van 47,50. vakken in het keuzepakket is bovendien doorstroming mogelijk naar de middelbare beroepsopleidingen. .A.1 schrijvend ben ik zo ongemerkt met U de eigenlijke oplei ding binnengestapt. Ook hier zou een gedetailleerde beschrij ving veel te ver voeren. Ik probeer daarom enkele punten uit het leerplan te lichten, die U misschien wel aanspreken. Verkoopkunde doet allereerst een beroep op de zorgzaamheid tegenover klanten en kollega's. Voorts op akkuratesse en krea- tiviteit. De instelling van de leerling zal zakelijk maar toch ook sociaalvoelend dienen te zijn. Bij de presentatie wijst de docent op de verzorging van uiterlijk en gesprek, op het afrekenen, op het opvangen van klachten. Wat betreft de diversiteit der arti kelen noem ik U: textiel, levens- en genotmiddelen,-huishou delijke artikelen - ook elektrische - en voor het diverse speel goederen en van alles voor hobby en kunstnijverheid. Etaleren is belangrijk; de leerling dient de sfeer van een etalage te leren aanvoelen en die eventueel zelf te leren scheppen. De organisatorische en technische kanten van de handel, zoals de tussenpersonen, offertes, het kredieten geldwezen, worden eveneens behandeld. Machineschrijven richt op zich uiteraard op de praktijk hiervan. Dus na het leren gebruiken van de toetsen de verschillende werkstukken, zoals de hollandse- en de amerikaanse brief, het concept met doorslag, overzichten en rekeningen. Zoals ik aan het begin reeds schreef met genoegen voldoe ik aan het verzoek van Uw redakteur om iets over onze school te vertellen. Met des te meer genoegen indien de lezers uit de kringen van onze Z.L.M. na lezing zullen denken: "maar dat onderwijs aan de huishouden nijverheidsscholen voor de kin deren van nu, dat is dan toch wel heel wat anders dan het was in "onze tijd". Het is gewoon niet te vergelijken! Want dit vooral heb ik getracht voor U te belichten. Mej. H.G J. Brouwer direktrice

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 4