D aarnaast wil ik er dan tegelijkertijd de aandacht op vestigen
dat het een keihard feit is dat de Z.L.M. onder haar ledenbe
N u zijn er een aantal boeren, die gekozen hebben voor een
minder traditionele uitwijkmogelijkheid n.l. niet het vergroten
van de produktie door te intensiveren of vergroten maar door te
gaan extensiveren waardoor arbeidsuren vrijkomen en deze
vrijkomende arbeidsuren in loondienst produktief te maken.
Deze keuze heeft als bijeffekt, dat kollega's en loonwerkers een
aantal uren en machines produktief kunnen maken bij laatst
genoemde categorie boeren, zodat er in totaal toch een aantal
arbeidsuren zeer adequaat binnen de landbouw produktief
blijven. Door de zeer ongenuanceerde wijze waarop het funk-
tioneren van de part-time boer in een artikel in de P.Z.C. naar
buiten is gebracht, leggen de brengers willens en wetens een
ongerechtvaardigde claim op deze part-timers zonder dat deze
materie voldoende bestudeerd is.
N aar aanleiding van de publikaties van grondgebruikers met
een nevenberoep wil ik reageren met het volgende.
H et treft mij dat met de gedachte gespeeld wordt maatregelen
te nemen. Het klinkt mij in de oren als zou er "tegen een kwaad"
ingegaan moeten worden. Nogmaals, zoek het liever aan de
basis van het verschijnsel. Is de oorzaak dan niet te keren, en dat
vrees ik, gezien de recente ontwikkelingen, dan zal het eerder
zaak zijn om er zo goed mogelijk mee te leren leven. Zoals
trouwens met zoveel recente maatschappelijke ontwikkelingen.
Speel er aktief op in. Benader de aktieve part-timer als een
ondernemer die verstrekkende - vooral ook sociale - beslissingen
heeft genomen. Overigens ziet men buiten de landbouw talloze
gelijkaardige ontwikkelingen. Onder meer die welke men vroe
ger aanduidde met het woord "branchevervreemding". Maar
die zijn nu vaak allang geaccepteerd. De uitgroei van kruidenier
tot supermarkt. De landbouwloonwerker die nu ook werk
zaamheden in de wegenbouw verricht. Maar ook binnen de
landbouw; de verschuiving van specifieke tuinbouwgewassen
naar het akkerbouwbedrijf. Terwijl ook op akkerbouwbedrijven
tegenwoordig kippen, koeien en varkens te vinden zijn.
I n overleg met de overheid en het landbouwschap is er onder
tussen een struktuurbeleid samengesteld en gepropageerd dat
zich richtte op een koude sanering in de landbouw, de aantallen
van de geplande wijkers zijn mij niet bekend. De koude uit
straling van deze sanering echter wel. Het lijkt op een in 1970
van de stal gehaalde "veredelingstheorie" uit de periode van
Marx.
H et begrip "vrije ondernemer" mag in deze diskussie ook nog
wel eens op zijn betekenis worden gewogen. Is dat bijvoorbeeld
het vermogen om arbeidsuren zo adequaat mogelijk te beste
den. Of is dat het vermogen om een arbeidsorganisatie te runnen
met overheidssubsidie's. Zo zou ik nog wel een poosje door
kunnen gaan. Door na te denken over dit fenomeen zou U nog
Wie wordt er nu eigenlijk bedoeld?
Pak de oorzaak van het verschijnsel aan
Zij kozen hun eigen weg
In hart en ziel blijf ik boer!
Naar aanleiding van het in de pers gepubliceerde
artikel over de part-time boeren door de heer Oggel,
zou ik graag willen weten wie er nu eigenlijk niet een
part-time boer wordt bedoeld. Want in de publikaties
is dit mij nog niet duidelijk geworden,
ik zou het heel erg op prijs stellen als dit nu eens
precies in ons Z.L.M. blad uit de doeken zou worden j
gedaan.
hoogachtend, G. de Badts, landbouwstraat 6 te
Schoondijke
feit dat hij ondernemer is zal ook hij trachten zijn bedrijf tot een
maximaal rendement te brengen.
Part-timer heeft verstrekkende beslissingen genomen
Ik zie dit echter alles in het licht van de ondernemer die zijn
inkomen zeker wil stellen c.q. vergroten. Voor de landbouwer is
er dan helaas vaak maar een alternatief: het werknemerschap,
waarbij ik dan hier verder nog niet wil ingaan op de sociale
konsekwenties.
Positieve kanten?
Bij dit alles, kom ik nu tot een paar andere zaken die een
nadere beschouwing waard zijn.
Welke waarde kan zo'n part-timer hebben ten aanzien van de
loonbedrijven. Ik dacht een positieve.
En zou de part-timer ook geen stimulans zijn voor het samen
werken op allerlei gebied, maar speciaal op het vlak van de
mechanisatie? Dan laat ik het aanvullend stuk werkgelegenheid
nog maar buiten beschouwing. Het is niet ondenkbaar dat dit
kan leiden tot een volledig aktief blijven, met daarnaast de
mogelijkheid van ekonomische werken van een aantal onder
nemers.
Met deze opmerkingen wil ik graag een bijdrage leveren aan de
diskussie - en de meningsvorming aangaande het verschijnsel
van de PART-TIME BOER.
Ko de Regt
Axelsestraat 169
Zaamslag
Z aterdag 5 maart en maandag 7 maart werd ik gekonfronteerd
met artikelen over part-time boeren, zowel in het Z.L.M. land- en
tuinbouwblad als in de P.Z.C. Een artikel over een zeer complex
probleem. Ten eerste voor wat betreft de ontstaanreden, ten
tweede wat de diverse verschijningsvormen aangaat. Toch wil ik
proberen wat reaktie te geven. Zo mogelijk nuanceringen aan te
brengen en mogelijk om met zwart-wit stellingen tot verduidelij
king te komen. De volledigheid in deze wil ik zeker niet preten
deren. Dat er part-time boeren zijn is een feit. Op de eerste plaats
is het echter van belang om te weten wat de oorzaken zijn ge
weest. Als dit ontstaan is vanuit een full-time boer zijn, dan ben ik
van mening dat iedere poging om deze mensen iets negatiefs aan
te wrijven te veroordelen valt. Men kan genoegelijk aannemen
dat men met gegronde reden part-time boer is geworden. Ik ben
het wel met de heer Oggel eens dat het anders wordt als
"branch-vreemden" als part-time boer beginnen. Dan is waak
zaamheid zeker op zijn plaats. Dit zou in zekere zin devaluatie
van de bedrijfstak kunnen betekenen. Toch denk ik niet dat
laatstgenoemden de hoofd moot vormen, het zullen eerder de
anderen zijn, de gewezen full-time boeren. En daarmee raken we
in feite het kernpunt van de zaak; een onvoldoende landbouwbe
leid. Want in tegenstelling tot de strekking van de beide artikelen
dat men het verschijnsel aan wil pakken, zeg ik; pak de oorzaak
aan. Daarmee is iedereen in de landbouw gediend.
De Z.L.M. is er ook voor de part-timer
stand 13 a 14 procent part-timers heeft, die verwachten dat de
Z.L.M. ook hun belangen behartigen. Reagerend op een aantal
punten uit beide artikelen het volgende.
Het bezet houden van grond
Zolang we ons nog sterk maken voor het vrije ondernemers
schap geloof ik dat diegene die beschikt over produktiemidde-
len. deze ook moet kunnen beheren. Ik denk uiet dat we op dit
gebied een soort politiek moeten volgen die binnen bepaalde
kringen opgeld doet n.l. die van het zogenaamde eerlijke delen.
Dat een part-timer bevoordeeld is door een vast basis inkomen
en de paraplui van de sociale zekerheid, is juist. Dat dit oneer
lijke konkurrentie zou geven is mij niet duidelijk. Althans niet
naar het producent zijn toe. Wel wil ik hierbij een paar opmer
kingen maken..
Ten eerste, dat een vast basisinkomen een zeer sterk punt is t.a.v.
van de continuiteit van de bedrijfsvoering. Denk o.m. aan in
vesteringen!
En vervolgens dat men door deze keuze als ondernemer blijk
heeft gegeven van een verantwoordelijkheid in de situatie die hij
ook heeft ten opzichte van zijn gezin. Waarmee ik zeker niet wil
zeggen dat een full-time boer deze niet heeft, integendeel!
Nog een opmerking i.v.m. die sociale zekerheid. In de P.Z.C.
wordt gesteld dat deze zomaar kado wordt gedaan. Dat is echt
niet zo. Een werknemer verdient toch eerst zelf wel die sociale
zekerheid omdat dit onderdeel is van de mankosten faktor in
een bedrijf, alleen hij krijgt het bedrag dat daarmee gemoeid is
niet eerst in handen. Daarom is dit zeer onjuist gesteld. Met de
opmerking, dat hij.de aktieve part-timer, minder met de ont
wikkelingen mee zal gaan; geneigd is met minder genoegen te
nemen en zijn aanwezigheid remmend kan werken bij ruilver
kavelingen, wil ik niet akkoord gaan. Want waar is aangetoond
dat hij een tweederangsondernemer zou zijn? Uitgaande van het
mogelijkheden biedt wordt er vaak naar aanvul-
Wanneer het bedrijf niet voldoende financiële
lende arbeid buiten de landbouw gezocht.
In de inkomensontwikkeling in de landbouw heeft gedu
rende de laatste 10 tallen jaren een stuk scheefgroei
plaatsgevonden in vergelijking met het merendeel der
overige inkomens. Deze scheefgroei is bevorderd door een
achterstand in het socialevoorzieningen peil. Gaat men de
geschiedenis van de sociale voorzieningen na dan moet
men konstateren dat het met name de eigen vertegen
woordigers zijn geweest die deze achterstand mede hebben
bevorderd door een afwijzende houding ten opzichte van
deze voorzieningen.
Beleid gericht op overproduktie
In het kader van genoemd struktuurbeleid maakte men zich
ondertussen hard voor een adequate produktie via intensivering
en bedrijfsvergroting. Op deze filosofie werden tal van subsi
diemaatregelen in het leven geroepen w.o. het subsidiëren van
ontwikkelingsbedrijven, samenwerkingsvormen, bijzondere
Ërojekten etc. (wie sprak er over konkurrentievervalsing?)
>e mede hierdoor ontstane bedrijven zorgen voor een zeer
hoogwaardige produktie en veroorzaken ondertussen boterber
gen. suikerbergen en tarwebergen, die dan weer met overheids
gelden moeten worden weggewerkt.
Bovendien moet bij een zakelijke beoordeling het begrip
part-time dan toch wat nader omschreven worden.
Vallen hieronder ook boeren die loonwerk verrichten voor kol-
lega bedrijfsboeren die betaald organisatiewerk verrichten,
boeren met een politieke funktie, boeren die commissariaten
vervullen, boeren met een funktie elders etc. etc.
Landschapsbescherming
Zonder voorbij te gaan aan het probleem als zodanig denk ik
dat de landbouworganisatie^ er beter aan hadden gedaan om
vanuit de signalering van deze ontwikkeling te konstateren dat
de inkomensvorming in de landbouw is scheefgegroeid in het
nadeel van de landbouwers in plaats van met de vinger te wijzen
naar mensen die niet in het voetspoor van de plannenmakers
hebben gelopen en voor een minder traditionele oplossing heb
ben gekozen.
Een ander aspekt dat meegenomen moet worden in het kader
van deze part-timers is het sociaal aspekt. Op latere leeftijd van
beroep veranderen reduceert de ontplooiingskansen veelal.
Door de band met het oude vak niet helemaal te verbreken kan
dit gecompenseerd worden. Uit oogpunt van landschapbe
scherming lijkt me de geschetste ontwikkeling eveneens van
betekenis. Kleine landschappelijk waardevolle boerderijen
worden doelmatig beheerd zonder overlast voor de blijvers.
Niet afhankelijk van Banken
wel eens tot de konklusie kunnen komen dat uw organisatie tot
taak heeft meer part-time arbeidsplaatsen te scheppen ten be
hoeve van part-time boeren. Het zou zeer veel gezinnen uit de
direkte moeilijkheden helpen zonder dat ze afhankelijk worden
van banken en borgstellingsfondsen.
met vriendelijke groeten,
Mevr. J.L.A. Boogerd-Quaak
Zaamslag
Wie zijn er part-timers?
Ook een telefonische reaktie uit Walcheren van een lid, die ons
verzocht om zijn naam en adres niet te noemen. Het spreekt
vanzelf dat ons de naam en het adres wel bekend zijn.
Mijn grootvader had 32 ha, maar moest in de dertiger jaren toen
de tijd zo slecht was zijn bedrijf verkopen. Er was toen geen
weelde, mijn vader had toen wellicht graag opvolger geworden.
Maar dat ging niet. Later kon hij een stukje land kopen en
bouwde daar een boerderijtje op. Dat was in 1935. Hij was heel
graag boer geworden. Later kon hij nog een stukje bij pachten,
alles bij elkaar had hij toen een gemet of zes land. Hij heeft dit
grondgebruik altijd als een nevenbedrijf uitgeoefend. Nu heb ik
het bedrijfje gekocht, met ook nog een stukje grond dat ik heb
gepacht. Het was altijd mijn dierbaarste wens om landbouwer te
worden. Ik doe dit bedrijfje naast mijn werk. Niet in de eerste
plaats om de verdienste maar wel uit liefde tot dit beroep. Een
van mijn zoons gaat ook weer naar de landbouwschool en zal
waarschijnlijk wel weer opvolger worden. Nu vraag ik in alle
ernst; die pachtgrond, die kunnen ze mij misschien wel afne
men, als puntje bij paaltje komt, maar als ze ook aan het eigen
domsrecht gaan tornen, dan zeg ik- dat er een harde strijd zal
komen... Letterlijk maar ook figuurlijk. Ik weet het, er wordt op
allerlei manieren met grond gesjacherd. Ik zou er kranten vol
van kunnen schrijven. Maar men moet niet vergeten dat vooral
op het platteland heel veel mensen wonen die eigenlijk in hun
hart altijd boer zijn geweest en gebleven, die willen dat graag
nog lange tijd zo houden.
7