D e glassektor in onze tuinbouw moet doorgaan met de interne versterking. De sektor van het harde fruit moet weer gaan geloven in eigen kunnen. De vollegronds- groenteteelt dient op de huidige grondslag verder te bou wen; dit geldt ook voor de champignonteelt. Voor de kleinfruitteelt zien we slechts beperkte kansen en wel op de verse markt". Deze woorden sprak de vorige week Mr.Huyts, de voorzitter van het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen aan het eind van zijn openingsrede tijdens de algemene ledenvergadering van deze organisa tie welke in Den Haag werd gehouden. Een vroege groei, maar géén vroeg begin DINGEN VAN BE 1 VBEK Bacterievuur - het zwaard van Damocles Ruilverkaveling Kapelle-Wemeldinge komt op gang In de laatste volle week van maart, heeft ook in ons Thoolse land het zaaien en poten praktisch géén voortgang kunnen vinden. De grond bleef door het, iets te vochtige weertype wat te nat, en dan is 't raadzaam om er de teelten niet in te prutsen. Gelukt het in de eerste helft van maart, dat vroeg kon worden begon nen; de tweede helft echter heeft de teler teleurgesteld in zijn werkzaamheden. Tot eind vorige week, was er naar schatting minder dan 20aan de grond toevertrouwd, en dat hadden wij graag op 50% gehad. Temeer daar de temperatuur in de gehele maand maart aan de hoge kant was, en zo kon men konstateren, dat de enkele vroege percelen aardappelen de grond al flink vast hadden, en dat de eerstgezaaide uien nog vóór eind maart boven de grond zouden zijn. Hierop is met de daarvoor gunstige zwarte grond, al een onkruidbestrijding toegepast. Juist nu het zaaien, en de grondbewerking al maar uitgesteld moeten worden, groeit Het was op Zuid-Beveland erg nat en heel koud in het afgelopen weekend. Eerst regende het een etmaal lang onafgebroken en daarna volgden sneeuw- en hagelbuien. Maart roerde op de bekende wijze zijn staart. De rechtstreeks van de noordpool aangevoerde lucht betekent tevens gevaar voor flinke nacht vorst. Wie op zaterdag 26 maart tegen schurft had gespoten zat prima, 't Was toen overdag nog droog, zodat de grond niet werd ver knoeid door trekker en spuit en tevens was het bijna windstil zodat alles goed kon worden geraakt. Als men juist voor een infektie de boel er onder heeft gedraaid geeft dat een veilig gevoel. Overigens is het geruststellend dat er zo nodig kuratief kan worden gespoten. Tot eind vorige week was het nog vrij rustig geweest met de gewasbeschermingsaktiviteiten. Volgens de telefonische waarschuwingsdienst was er omstreeks 20 maart ook al sprake van infektie, maar menigeen was van gedachte dat het nog wel mee zou vallen. Er waren nog weinig groene delen en de temperatuur was vrij laag. dus men hoopte dat het met een sisser af zou lopen! Dikwijls werden daarom alleen de schurft- gevoelige peren gespoten. Maar nu is de ontwikkeling zo ver dat alles moet worden bespoten. Als men rondkijkt moet er nog .tamelijk veel worden gesnoeid. Lang niét overal zal men voor april klaar komen. We hebben de indruk dat het vele sorteerwerk hierbij nogal eens een rol speelt. De Conference en Golden kon niet over de machine en dat heeft veel tijd gekost die men nu tekort komt. Als het sterk groeiende bomen betreft is laat snoeien geen groot bezwaar, want laat snoeien remt de groei. Maar zwak groeiende bomen moeten op tijd geknipt en geschoren zijn. De bloei van de peren staat voor de deur. Begin april zullen de eerste bloemen open gaan bij vroegbloeiende rassen als b.v. Precoce de Trevoux. Als eerder is opgemerkt dat de hoeveelheid bloemknoppen meevalt na de vrij grote pereoogst van vorig jaar. Plaatselijk laat de Doyenné du Cornice het weliswaar zit ten. maar dat kon bijna niet anders na de topproduktie van vorig seizoen. Ook de Hardy en Triomphe de Vienne hebben soms te weinig bloemen, maar over het geheel genomen zijn er vol doende bloemknoppen voor een normale pereoogst. Bij de ap pels valt de Goudreinette vaak tegen, vooral wat betreft de bomen die vorig jaar een flinke oogst gaven. Die tegenvaller werd. zoals steeds, pas vrij laat duidelijk, omdat het verschil In een bijzonder knappe rede gaf Mr. Huyts eerst een overzicht van de gang van zaken binnen de Nederlandse tuinbouw in het afgelopen jaar, behandelde hij de invloed van de inflatie op de tuinbouw, de handelspolitiek van de E.E.G. en de invloed op onze koncurrentiepositie van de economische politiek van de overheid. Dit laatste met name waarin werd ingegaan op het sektorstruktuur beleid van de overheid, bracht de voorzitter van het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen tot een uitvoeri ge analyse van wat er ten aanzien van de tuinbouw op het spel staat. Bij het sektorstruktuur beleid gaat het vooral om de vraag of de internationale koncurrentiestrijd een kans op sukses biedt. Er zijn voor de tuinbouw twee konkurrentiefronten. Het eerste wordt gevormd door de onderlinge verwevenheid van vraag en eigen aanbod in Noord West Europa, waar de economische het onkruid op de vroegst geploegde percelen, steeds weliger op. dankzij de reeds gestrooide kunstmest. Voortgedwongen voert men daar een grammoksone bespuiting op uit. wat maar tijde lijk helpt, daar de ongelijke grond wel zorgt dat niet alle onkruid geraakt wordt. In ieder geval zal er gelet moeten worden om dit onkruid zoveel mogelijk op te ruimen, wat speciaal geldt voor de bloemzaadteelt, om niet in arbeidsmoeilijkheden te geraken. Het zachte weer heeft ook gezorgd, dat de winterbloemkool zich al flink ontwikkeld heeft. Vermoedelijk zal de oogst hiervan wel een week eerder zijn dan het gemiddelde, zodat dit ook weer ten voordele kan zijn van het volggewas. Door enkele groentetelers is het droge jaar 1976 nog niet vergeten, getuige hun plannen tot een grondboring naar goed gietwater. Ook juist de volle- grondsgroenteteelt in al zijn verscheidenheid, heeft een grote behoefte aan geregelde watervoorziening om te komen tot een volwaardige oogst. Het beste rendement geeft dit, wanneer men zijn grond aan één gesloten heeft, in verband met de berege- ningsinstallaties. Vanzelfsprekend zijn dit weer flinke investe ringen, waarbij een juist gebruik hiervan, zak dit over een reek's van jaren zeker zijn nut hebben, en de teelten oogstzekerder kunnen maken. Waar uitvoerbaar, zou van deze mogelijkheid meer gebruik van gemaakt kunnen worden, voor gezondhou- ding van het bedrijfstype. Zoals wij vorige week konden lezen, speelt niet in de éérste plaats, de bedrijfsoppervlakte de boven toon, maar de te verwezenlijke S.B.E.'s. Vooral jonge onderne mers zullen hier zeker hun profijt mee moeten doen, en zich géén hersenspoeling laten ondergaan, dat binnenkort alle kleine bedrijven ten dode zijn opgeschreven. Er zullen zéér zeker nog een aantal bedrijven verdwijnen, maar dit geldt voor alle kate- goriën. Maar even zeker zal "het zijn, dat er een aantal zullen blijven, die een volwaardig inkomen kunnen verschaffen. In de toekomst blijft gezien de bedrijven zonder opvolger, toch altijd de kans, om tot wat bedrijfsvergroting te kunnen geraken, en de praktische teler zal naast gezonde ondernemingen daar in zijn toekomst op kunnen bouwen. tussen dikke bladknoppen en "echte" bloemknoppen moeilijk te zien is tijdens de eerste ontwikkeling. Kortgeleden zagen we de ruilverkavelingswerkzaamheden bij Kapelle. De Zuidhoek wordt hier onder handen genomen. Hier waren veel kleine perceeltjes, vaak met klein fruit. Alles wordt nu ingrijpend veranderd. Eigenlijk is het een ravage. Wie de situatie in 't verleden kende, zal er weinig bekends terugvin den. Ongetwijfeld liet vooral in dit gebied de vorm en grootte van de percelen veel te wensen over en zal straks blijken dat de bedrijfsstruktuur sterk verbeterd wordt. Maar momenteel kijkje toch wel vreemd tegen alles aan, al het oude vertrouwde is plotseling verdwenen. Zoals gezegd was er veel klein fruit en dat is nu overwegend opgeruimd. Hoewel de frambozen door te weinig wisselbouw niet meer floreerden, kwamen er alles bij alles toch nog zoveel bessen, aardbeien, frambozen en bramen uit de Zuidhoek dat het wegvallen ongetwijfeld duidelijk merkbaar zal zijn bij de veilingaanvoer. Daar komt nog bij dal ook verder veel frambozen-percelen er maar matig bijstaan om dat vorige zomer door de droogte te weinig of te korte nieuwe stengels werden gevormd. Naarmate de ruilverkavelingswerk zaamheden vorderen zal het klein-fruitareaal waarschijnlijk steeds meer inkrimpen en we vrezen dat er voor hetgeen ver dwijnt niet voldoende zal worden teruggeplant om de aanvoer op peil te houden. De animo voor kleinfruit is nu eenmaal dalend. Toch is het te hopen dat er voldoende aanbod blijft om kopers te trekken, want andefs gaat het zeker fout met de prijs. En voor vele tientallen telers is en blijft het kleinfruit de hoofd bron van het inkomen. We hopen dat de lezers uit het voorgaande niet de indruk heb ben gekregen dat we negatief staan tegenover ruilverkavelingm, want dat is beslist niet het geval. Wie de Zuidhoek kent zal moeten toegeven dat het wel een schilderachtig hoekje was, maar dat er land- of tuinbouwkundig bekeken alles aan man keerde. Speciaal voor de jongere ondernemers komen er nu mogelijkheden voor een doelmatiger bedrijfsvoering en daardoor een betere toekomst. Er worden weer nieuwe moder nere boomgaarden aangelegd en over enkele jaren is het mis schien nog mooier dan voorheen. Tijdelijk is het afbraak en ongemak, maar straks is het opbouw, gemak en voordeel. Het gaat er om iets verder te kijken dan we zo vaak geneigd zijn te doen. voorwaarden van alle landen min of meer gelijk zijn aan de Nederlandse. Het tweede bestaat uit het raakvlak van N.W.Eu- ropa en de zgn. lage lonen landen, waarvan de meesten gelegen zijn in zonniger klimaten en de economische voorwaarden sterk verschillen. De sterke punten van de Nederlandse tuinbouw zijn bekend. We hebben een milde natuur, een uiterst gunstige ver- keersligging en we produceren in enkele grote centra. Onze vei lingen maken daarvan een belangrijk onderdeel uit. De voordeel punten van de tuinbouw verder uitwerkend noemde Mr.Huyts als voordeel van het milde klimaat het optimaal kun nen beheersen van de groeiomstandigheden. Dit vraagt een ken nis-intensief werken. Het inzicht in de teeltmogelijkheden wordt nog dagelijks beter. Goede voorlichting blijft een onmisbare verbindingsschakel tussen praktijk en wetenschap, 't kapitaal- intensive karakter dat onze groente en fruitteelt in de loop van de jaren heeft gekregen, moet verder worden uitgebouwd. Kennis plus kapitaal zijn de middelen om de lage lonen konkurrentie te weerstaan. Als we alleen op arbeidsintensieve produktie zouden zijn aangewezen, waren we in onze welvaartsmaatschappij red deloos verloren. Een ander belangrijk punt is dat de organisatie van produktie en afzet steeds volmaakter dient te worden. Vervolgens werd het begrip centrumfunktie in de tuinbouw door Mr.Huyts nader uiteengezet. Hij zag in deze centrumfunktie ook een belangrijke bijdrage tot de kracht van de Nederlandse tuinbouw. De kleinere centra zul len vanuit de grote centra van produktie en afzet ondersteuning moeten vinden. Op grond van deze gedachten deed de C.B.voorzitter de uitspraak waarmede we dit overzicht begonnen. Hij dacht dat de Neder landse tuinbouw sterk staat op langere termijn, wanneer de zaken aangepakt worden zoals hiervoor uiteengezet. O p korte termijn zijn we echter uiterst kwetsbaar. Vooral het thans zo extra grote risiko van prijsval bij overvloed, maakt ons bezorgd. Ons geloof in de toekomst valt samen met de verwach- Bij de fruittelers op Schouwen - Duiveland is de snoei van de vruchtbomen bijna overal weer achter de rug. Enkele telers zullen nog wel eens met de kleine schaar wat vruchthout door hebben te knippen. Eén van de belangrijkste teeltmaatregels is hiermee weer getroffen. Veel mensen buiten de fruitteelt heb ben geen idee hoe arbeidsintensief de snoei nog steeds is. Door verbeterde boomvormen is het aantal snoeiuren per ha in de achter ons liggende decennia met 30 - 50% verminderd, maar het betekent altijd nog een 60 - 120 uren per ha. Dit betekent ook dat in de winterperiode alle werkbare uren benut moeten worden orn op tijd klaar te komen. Als er dan door de telers 700 - 800 beschikbare snoeiuren benut zijn geeft het toch een zekere op luchting als we er mee klaar zijn. Na de snoei vraagt de kankerbestrijding weer onze aandacht. Voor dat de bomen in het blad staan is het raadzaam de aange taste plekken te behandelen, wachten we langer dan zijn ze door de bladontwikkeling weer moeilijker te vinden. De ontwikke ling van de bomen is -dit jaar vroeger dan het statistische ge middelde. De vroege oeren zijn al dichtbij het roze knop sta dium. De koude inval van begin deze week remt deze ontwik keling sterk af, al hopen we niet op strenge nachtvorst. Schurft- bestrijding is ook curatief al één of meerdere malen nodig ge weest. Hiermee heeft het spuitseizoen weer zijn begin gemaakt. Een andere ziekte die onze aandacht vraagt is het bacterievuur (nieuwe naam voor het beter bekende perevuur), deze is echter chemisch bijna niet te bestrijden. Deze bijzonder besmettelijke ziekte komt op ons eiland uitgebreid voor. Ook nu zijn weer enkele perepercelen door deze ziekte aangetast. De aangetaste bcmen kunnen het best ter plaatse vernietigd worden, waarbij erg opgelet moet worden voor besmetting d.m.v. aanraking van gezonde bomen. Hoe vlugger de verdachte bomen worden ge lokaliseerd en vernietigd hoe beter het is. Door allerlei vliegende insekten wordt edeze ziekte anders verspreid. De grootste be smettingsbron vormen de meidoorns, die na de herverkaveling overal langs de wegen zijn geplant. In het krekengebied van Ouwerkerk zijn deze struiken zwaar aangetast. De Plantenziek- tekundige Dienst heeft een aantal jaren intensief gekontroleerd en waar nodig werden de bomen gerooid. Door allerlei protest- akties van z.g. milieu vrienden heeft men eerst geaarzeld en nu gebeurt er maar zeer weinig meer om het bacterievuur te be strijden in openbare beplantingen. Het Staatsbosbeheer heeft 't laatste jaar ook geen meidoornstruiken gerooid die door het bacterievuur zijn aangetast. Dit betekent dat wanneer dit beleid wordt voortgezet over enkele jaren geen gezonde meidoorn en cotoneaster soorten meer te vinden zullen zijn. Ook de 70 ha neren in ons gebied lopen door deze nalatigheid groot gevaar besmet te worden en binnen enkele jaren te verdwijnen. Men vergeet blijkbaar dat door de zieke meidoornstruiken niet te rooien ook de gezonde struiken binnen afzienbare tijd aangetast zullen zijn. Van telerszijde zullen we alles moeten doen om onze opstand gezond te houden al zal dat door eerder genoemde oorzaken steeds moeilijker worden, of zijn "de peren door de bevoegde instanties reeds afgeschreven in onze regio? Een stuk openheid hierover zal door de telers op prijsgesteld worden. We kunnen ons nu afvragen of het nog verantwoord is om peren te planten maar zonder bestrijding van het bacterievuur is de wegbeplanting en bebossing is dit zinloos. De plantuien komen op de meeste percelen al boven, evenals vroeg gezaaide granen. Op enkele plaatsen zijn al vroege aardappels gepoot die door de natte periode een voorsprong krijgen op nog te poten percelen. Het risiko van nachtvorst is echter bij vroeggeplante aardappels vaak aanwezig en vooral vandaag nu we dit schrijven ziet het aardappelland iedere keer wit van sneeuw en hagel. Maar ook in dit opzicht geldt het woord van Guido Gazelle "een mens lijdt dikwijls 't meest, om 't lijden dat hij vreest, maar nimmer op komt dagen". ting dat er ook harde jaren tussen zullen zitten, aldus Mr.Huyts die daarna kwam tot de volgende beleidseisen: a. De E.E.G. dient er in de eerste plaats voor te zorgen dat de konkurrentie uit derde landen geen ernstige prijsverstoring ver oorzaakt. Referentieprijzen en vrijwaringsmaatregelen blijven nodig en zullen voortdurend op hun effekt getoetst moeten wor den. "Wij vragen niet ons in de watten te leggen, wij eisen wel dat onze bestaansbasis niet wordt ondermijnd". b. In het eigen gebied dient de E.E.G. de bestaande overkapaci- teit af te remmen. Rooien en slopen gaan voor intervenieren. De interventie moet blijven bestaan maar gericht op het verhinderen van marktbederf. Als uit zwaar wegende politieke wensen de E.E.G. uitgebreid moet worden, mag de tuinbouw niet als wis selgeld ingeleverd worden. c. Het nationale beleid dient gericht te blijven op versterking van de bedrijfstak. Wij bieden werkgelegenheid aan duizenden, een grote bijdrage aan de betalingsbalans en waarborgen een goede binnenlandse voorziening. Onze bedrijfstak heeft voldoende pers pectieven om versterking te rechtvaardigen. Allereerst zal de kennisbasis verzwaard moeten worden. Onderzoek, voorlichting en onderwijs houden hoge prioriteit. De versterking van de kapi taalsbasis, zoals thans vooral met rentesubsidies, blijft een nut tige zaak. Versterking van de centrumfunktie is eveneens een overheidstaak. Dat kan aktief door de infrastruktuur te verbete ren, ten dele passief door de tuinbouw in het planologisch beleid te ontzien. d. In eigen kring zullen volgens de C.B.Voorzitter de veilingen verder moeten werken aan verbetering van de afzetstruktuur. Het fusieproces is nog niet voltooid. De fruitsektor dreigt steeds meer achterop te geraken. Het marktbeleid is van grote betekenis. Op het ogenblik krijgen de tomaten veel aandacht. Andere produk- ten zullen volgen, Een goed samenspel is nodig met de schakels vóór en na de veiling, aldus de C.B.voorzitter die de aanwezige bestuurders verder voor hield dat om het werk in eigen kring suksesvol te kunnen verrichten, een krachtige eenheid nodig is. 19

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 19