Maak korte metten met onkruid
kort vóór opkomst van het gewas.
'Gramoxone'en 'Reglone'
geven u zekerheid.
TRIBUNIL
Ook jonge agrariërs
nog verdeeld over
grondpolitiek
D hr. de Bekker die vervólgens aan het woord
kwam vond de grond weliswaar duur, maar zo stelde
hij "ook gebouwen en machines worden duurder".
Volgens hem zijn de overname problemen ook op de
niet-grondgebonden bedrijven groot. De oorzaak van
de problematiek moet volgens dhr.De Bekker meer
gezocht worden in de slechte rentabiliteit, en de ver
kleining van het grondareaal.
D hr.van der Lely begon met op te merken dat vol
gens hem niet de inflatie maar de vraag- en aanbod
verhouding op de grondmarkt verantwoordelijk is
voor het huidige te hoge grond prijs nivo.
De helpende hand van ICI.
Ook voor de toepassing in het voorjaar
Het blad- en bodemherbicide met de
brede werking tegen zowel windhalm,
straatgras en duist als tegen breedbladi-
gen als muur, kamille, ereprijs en var
kensgras.
TRIBUNIL kan worden toegepast in win
ter- en zomertarwe alsmede in winter-
gerst; werkt doeltreffend en is veilig voor
het gewas.
BAYER NEDERLAND B.V. - ARNHEM
Nu u druk bezig bent met het zaaien van voorjaarsgewassen,
zoals uien en bieten, zijn grasachtigen zoals duist en wilde haver,
maar ook breedbladige onkruiden bezig om uit te lopen.
Geef ze niet de kans met het
nieuwe gewas te konkurreren en
daardoor de opbrengst te verlagen.
Spuiten vlak voor de
opkomst van het gewas met
'Gramoxone' of 'Reglone' is een
bedrijfszekere methode.
Neem geen risico en begin
met een schone lei. Vooral in een
droog voorjaar kan de werking
van bodemherbiciden nog wel eens tegenvallen.
Wanneer spuiten?
'Gramoxone' en 'Reglone' hebben na kontakt met de
grond geen nawerking meer en kunnen dus veilig tot kort vóór de
opkomst van het gewas worden toegepast.
Bovendien is het ook bijzonder plezierig, dat 'Gramoxone'
en 'Reglone' onder praktisch alle weersomstandigheden kunnen
worden toegepast.
'Gramoxone' of 'Reglone'
'Reglone' werkt goed tegen breedbladige onkruiden; tegen
divisie Agro Chemie Postbus 105 Tel. 085-629014
14
(3 ver één ding waren de circa 120 deelnemers aan
de studiedag van de 3 CJO-stuurgroep over grondpo
litiek, het roerend eens. De te hoge grondprijzen zijn
niet in het belang van de landbouw en zeker niet in het
belang van de jonge agrariërs. Toen de vraag aan de
orde kwam hoe dit te verwezenlijken, bleek dat de
meningen van jonge agrariërs hierover nog behoorlijk
uiteen lopen. Wien v.d. Brink: onderlinge belangen
tegenstellingen.
De studiedag die op 25 maart j.l. gehouden werd begon
met een openingswoord van stuurgroep voorzitter
Wien v.d.Brink. Hij ging daarbij vooral in op de se-
lektiviteit van het huidige landbouwbeleid, waardoor
de belangentegenstellingen tussen de boeren steeds
groter worden. Met name het rentesubsidiebeleid is
daar volgens Wien v.d.Brink een belangrijk voorbeeld
van. Ook het beëindigings- en het sociale beleid wer
den door Wien v.d. Brink bekritiseerd.
"Waarom", zo vroeg hij zich af, "worden er aan de
nieuwe ROZ regeling geen struktuurmaatregelen
verbonden, zodanig dat de grond bij bedrijfsbeëindi
ging op 65-jarige leeftijd van de ondernemer be
schikbaar komt".
"Nu dit niet gebeurt komt die grond tegen hoge prij
zen op de vrije markt en daar komen de meeste jonge
agrariërs niet aan de bak", aldus Wien v.d.Brink.
Vervolgens somde hij een aantal gevolgen op van het
huidige hoge grondprijsnivo:
- jonge boeren kunnen alleen bedrijven overnemen
wanneer zij zich diep in de schulden steken, of zij
worden afhankelijk van de goedwillendheid van fa
milieleden;
- de middenbedrijven die uit moeten breiden zijn
daartoe door het hoge grondprijsnivo niet in staat;
- alleen de financieel sterkere bedrijven kunnen nog
grond bijkopen waardoor de verschillen tussen de
bedrijven steeds groter worden;
- de konkurrentie positie met het buitenland ver
slechtert (hogere kostprijs);
- door de hoge grondprijzen vermindert het areaal
gepachte grond.
Zijn konklusie was dan ook dat hoge grondprijzen
alleen gunstig zijn voor boeren zonder opvolger die
hun bedrijf beëindigen en de grond verkopen. Ver
volgens gaf hij het woord aan de 4 inleiders.
Dhr.Voortman (P.v.d.A.): voorkeursrecht SBL invoe
ren!
Ais eerste inleider kwam dhr. Voortman van de
P.v.d.A. aan het woord. Hij zei al in 1974 gewaar
schuwd te hebben voor de huidige problematiek.
Toendertijd vond hij echter geen gehoor bij de mi
nister en de C.D.A. en V.V.D. frakties. Dhr.Voortman
pleitte voor een ingrijpen in de grondmarkt door aan
de SBL (grondbank) een voorkeursrecht te verlenen
voor te koop aangeboden landbouwgronden. Deze
grondbank zou de gekochte grond weer in erfpacht
moeten uitgeven. Hiervoor zou een uitgifte beleid
ontwikkeld moeten worden, waarbij vooral de "mid
denbedrijven" aandacht zouden moeten krijgen.
De prijs van de door de SBL aan te kopen grond zou
in principe gebaseerd moeten zijn op de pachtwaarde,
terwijl de pachtwaarde (pachtnormen) op haar beurt
weer gebaseerd zou moeten zijn op de reëele ge
bruikswaarde.
Dhr.Voortman meende tenslotte dat de aankoopprijs
de eerste jaren gefixeerd zou moeten worden op een
bedrag tussen de huidige marktprijs en de toepasse
lijke pachtwaarde, om pas weer te stijgen als de
pachtwaarde dit peil bereikt zou hebben.
Dhr. de Bekker (C.D.A.): rentabiliteit oorzaak pro
blematiek!
Hij voelde weinig voor overheids ingrijpen, hoewel er
in sommige gevallen (b.v. in landinrichtingsgebieden)
wel een voorkeursrecht voor de overheid zou mogen
komen.
Dhr.Van der Lely (Direktie Beheer Landbouwgron
den): Selektief toelatingsbeleid tot de grondmarkt
De oplossing voor de problematiek moet volgens hem
dan ook gezocht worden in een beïnvloeding van deze
verhouding. T)at kan enerzijds door aanbodvergro
ting, b.v. bij een stabiel prijsnivo beëindiging op ter
mijn op ROZ uitkeringen nivo - en anderzijds door
een verkleining van de vraag naar landbouwgrond -
b.v. door uitsluiting van bepaalde kategoriëen van de
grondmarkt.
vervolg op pag. 15