De maand april op het Zuid-Westelijk landbouwbedrijf $K52i T en gevolge van de extreme omstandigheden waaronder het pootgoed in het afgelopen jaar is gegroeid, zijn de poters nu verder "versleten" dan in normale jaren. De sortering is echter goed, zodat het aantal poters per baal hoger ligt dan normaal. In de maat 35/45 zijn er vele M et het pootbed klaarmaken kan worden 12 D e wintertarwe is over het algemeen zeer goed ontwikkeld het voorjaar in gegaan. Voor of rond half maart is de stikstof gestrooid. De indruk bestaat dat de praktijk in het algemeen het stikstofadvies wat aan de lage kant heeft gevonden. Onder het motto van geen stikstof op aardappelland is ook niets, is veelal de voor de overbemesting in eind mei bestemde hoe veelheid nu al gegeven. Men zal daarom deze gewassen goed in de gaten moeten houden op dat men tijdig, indien het gewas te zwaar dreigt te worden, een CCC-bespuiting (1,5-2 liter per Z/odra het vlas 5 cm groot is kunnen de bladherbiciden worden toegepast. De omstan- I n de eerste helft van maart kon de kunstmest grotendeels gestrooid worden. Ten tijde dat dit artikel wordt geschreven, begin tweede helft maart, lijkt het erop dat ook de zaaiwerkzaam- heden op gang gaan komen. Er wordt gewerkt in een grond die weliswaar in een goede stniktuurtoestand verkeert, maar die tevens enorm kwetsbaar is. In de bouwvoor en in de ondergrond wordt vrij veel vocht lang vastgehouden (blijft lang te vochtig), waardoor snel struktuurbederf t.g.v. het berijden optreedt. E r zal deze maand weer veel worden gespo ten. Spuiten is vakwerk! Spuiten is verant woordelijk werk! Soms wordt het maar al te gemakkelijk haastwerk en ziet men bepaalde voorschriften en wenken op de verpakking ge makkelijk over het hoofd. Ook bestaat er onder wat bijzondere omstandigheden gemakkelijk de neiging te gaan experimenteren door toe passing van middelen of methoden waarvoor géén ontheffing werd verleend. Akkerbouw Ais het weer maar wil meewerken, dan kan in maart alle zaaizaad nog wel aan de grond worden toevertrouwd. Voor de maand april zullen de aktiviteiten op het Zuid-Westelijk akkerbouwbedrijf dan bestaan uit de gewasverzorging, het poten van aardappelen en het zaaien van maïs, conservenerwten en groenbemesting. Het poten van aardappelen met een vierrijige machine met voorraadbak. Wenken bi j het spuiten Wij menen er goed aan te doen U met name te wijzen op de volgende punten: a) Toepassingen die niet op het etiket zijn ver meld zijn verboden. Naast het risiko dat men loopt door een behandeling uit te voeren die onvoldoende onderzocht is loopt men dus ook de kans op een bekeuring. b) Rijd Uw tank zoveel mogelijk leeg op het betreffende perceel voor U weer gaat tanken. Voorkom verder het overlopen van de tank bij het vullen. De wet verontreiniging oppervlakte water stelt ook in dit opzicht hoge eisen. c) Pas op voor overwaaien naar naburige ge wassen of beplantingen. d) Houd er rekening mee dat de toepassing van Gramoxone in en langs sloten aan strenge eisen gebonden is. Het middel 2,4,5-T mag in sloten helemaal niet meer worden gebruikt. Aardappelen partijen met rond 1100 poters per baal. Er komt echter nogal wat fusarium voor. Dit zijn enkele gegevens waarmee tijdens het poten rekening moet worden gehouden. Door de aanwezigheid van fusarium zal er voorzich tig met het pootgoed moeten worden omge sprongen. Beschadiging van spruit en knol zal zoveel mogelijk moeten worden voorkomen, om uitbreiding van infektie tegen te gaan. Ook zullen er mogelijk dit jaar minder stengels per knol tot ontwikkeling komen, die bovendien aan de fijne kant zullen blijven, t.g.v. het fy siologisch oudere pootgoed. Naast misvorming en doorwas zijn dit argumenten om de aard appel niet te wijd te poten. Ter verkrijging van een zo hoog mogelijke netto opbrengst bij consumptieaardappelen, moet er naar een stengeldichtheid gestreefd worden van 18-20 hoofdstengels per m2. In het bijzonder op de zware grond moet niet worden toegegeven op de standdichtheid, i.v.m. de toch al trage beginontwikkeling en daardoor eer. langer opblijvend gewas. Om deze stengel dichtheid te bereiken zullen de volgende plant- afstanden in de rij moeten worden aangehou-' den: potermaat 28/35 mm: 26,5 - 29,5 cm potermaat 35/45 mm: 33 - 37 cm potermaat 45/50 mm: 40 - 44 cm De resultaten van het ontsmetten van pootgoed tegen rhizoctonia zijn bij de consumptieaard appelteelt niet zo opzienbarend. Toch lijkt het ons raadzaam, gezien de kwaliteit van het pootgoed, om voor dit jaar een ontsmetting toe te passen als er rhizoctonia op de knollen aan wezig is. Te meer daar deze middelen ook enig effekt hebben op fusarium. De hiervoor te ge bruiken middelen zijn o.a. 3 kg/1000 kg pootgoed: Bavistin M 3 kg/1000 kg pootgoed: Delsene M 2 kg/1000 kg pootgoed: Topsar 2 kg/1000 kg pootgoed: Duphar Dithane M-45 Pootbedbereiding begonnen wannee^de grond "bekwaam" is. Bewerken van te natte grond heeft verdichting en versmering tot gevolg, terwijl er ook onge wenste kluitvorming op kan treden. Daarom moet de grond niet te diep worden losgemaakt. Een bewerkingsdiepte van 7-8 cm is ruim schoots voldoende om de aardappel circa 1 cm beneden maaiveld te poten met behoud van enkele centimeters losse grond onder de knol. Daarna kan met behulp van de rijenfrees vol doende losse grond worden verkregen om een volumineuze rug op te bouwen. Om uitdroging van het pootbed te voorkomen verdient het aanbeveling om het poten zo kort mogelijk na het pootklaarmaken uit te voeren. Het tijdstip waarop de rug op definitieve hoogte moet worden gebracht moet tegen de achtergrond van de poterkwaliteit, de bodemtemperatuur en de vochtigheid van de grond worden gezien. Bij de consumptieaardappelteelt moet dit ech ter wel voor opkomst plaatsvinden. Gezien het toch wat zwakkere pootgoed, moet worden ontraden, wanneer b.v. in de eerste week van april wordt gepoot, om dit jaar kort na het poten de rug op hoogte te brengen. Wordt echter op een later tijdstip gepoot dan verdient het direkt opbouwen van de rug de voorkeur, ter voorkoming van uitdroging van de rug. Onkruidbestrijding oor de onkruidbestrijding op klei- en za velgronden is mechanische onkruidbestrijding ongewenst en z'n kortwerkende onkruidbe strijdingsmiddelen minder geschikt. Hier ver dienen bodemherbiciden, dus middelen met een lange werkingsduur de voorkeur. Voor de ze toepassing moeten de ruggen zo kort moge lijk na het poten, met zo weinig mogelijk be werkingen, worden opgebouwd. Voordat de bespuiting wordt uitgevoerd moet de grond voldoende fijn en enigszins bezakt zijn. Men kan kiezen uit de volgende middelen: a) Bodemherbiciden met weinig kontaktwer- king, zoals: - AAlinuron 50%, Afalon, Shell Linuron (1,2-1,5 kg/ha) - Aresin (1-3 kg/ha) - AArduron, Dustex, Kombyrone (1,5-3 kg/ha) - Patoran, Patoran BASF 1) (2-4 kg/ha) 1) bij reeds bovenstaande onkruiden kan di- noseb in olie of DNOC worden toegevoegd. b) Bodemherbiciden met kontaktwerking - Ivorin (4,5-7,5 kg/ha) - Sencor (0,75-1,5 kg/ha) - Igrater (3-5 kg/ha - Topogard (2-3 kg/ha) - Potivin (1,5-2 kg/ha) Maïs H et areaal maïs dat gezaaid zal worden, zal in hoofdzaak uit snijmaïs bestaan. Ontsmetten van het zaad tegen vogels en fritvlieg is nood zakelijk. Dit is mogelijk met Mesurol (10 g per kg zaad). Nadat de grond voldoende is losge maakt is het vanaf 20 april de meest geschikte datum om te zaaien; zaaidiepte 5 a 7 cm. Niet dieper, daar anders de zaden gemakkelijk be schimmelen voor ze boven zijn. Wintertarwe ha) kan uitvoeren. Verder komt deze maand de onkruidbestrij ding aan de orde. Waar in het najaar een bo demherbicide is toegepast, zal nu nog tegen kleefkruid en distels gespoten moeten worden. Ook de kleinhoefbladbestrijding moet in april met 2,4D (2,5 liter per ha) worden uitgevoerd. Tegen kleefkruid kan MCPP (4 liter per ha) of MCPA/MCPP (5 liter per ha) worden ge bruikt. Op percelen waar geen bodem- herbiciden en ook waar gén kla vers zijn ingezaaid, kunnen de zaadonkruiden met een scala van middelen worden bestreden. Hiervoor wordt verwezen naar de handleiding: "Chemische bestrijding van ziekten, plagen en onkruiden in landbouwgewassen". Met het oog op het gewasstadium en de kli matologische omstandigheden zal tegen het einde van de maand en de eerste helft van mei goed gelet moeten worden op het optreden van oogvlekkenziekte. Wanneer bij 15 a 20% van de planten oogvlekken op de stengelvoet aanwe zig zijn, moet de voetziektebestrijding worden uitgevoerd. Op percelen waar twee jaar geleden ook graan stond doet men er goed aan om in de eerste plaats tijdig de CCC te spuiten. Het is in zo'n geval beter niet te wachten tot het juiste mo ment waarop men met een systemisch fungici de de voetziekte gaat bestrijden. Dit is meestal 10 a 14 dagen later het geval. Gaat men CCC combineren met het systemisch fungicide dan is het meestal öf voor het ene te vroeg öf voor het andere te laat. Zomergraan O ok in zomergraan blijken DM 68 en Oxytril M zeker zo goed te werken als DNOC. Haver is over heel de linie gevoeliger en daarom wordt aangeraden om van DM 68 en Oxytril M 1 liter minder te gebruiken dan voor zomergerst en zomertarwe. Verder kan men de ioxynil-mid- delen gebruiken. In zomergraan geen 2,4-D gebruiken voor kleinhoefblad, in dat geval kan men klaver gebruiken voor groenbemesting. Voor varkengras en perzikkruid een dicam- ba-bevattend middel nemen. Suikerbieten O p het moment dat we dit schrijven is er nog slechts een klein gedeelte van de bieten ge zaaid. Tijdig gezaaide percelen zullen in april al wel zover ontwikkeld zijn, dat een behandeling met Betanal op zijn plaats is. Voor een goed effekt op zoveel mogelijk onkruid(soorten) wordt vaak nog te laat gespoten, zelden te vroeg. Vanaf het moment dat de kiemblaadjes van de bieten gestrekt (horizontaal) staan, is een be spuiting met Betanal (6-7,5 liter per ha) op zijn plaats. Wanneer het onkruid afgehard is kan 5 liter per ha Schering - 11 E olie worden toege voegd. De temperatuur moet dan echter lager dan 18 gr.C zijn en de bieteplantjes moeten dan minstens twee echte blaadjes hebben. Kans op schade is niet uitgesloten. Zaai uien Tussen zaaien en opkomst liggen, afhankelijk van de grondtemperatuur en weersomstandig heden, 10 tot 30 dagen. Ondanks de toepassing van een bodemherbicide kunnen er in deze periode nog veel onkruiden tot ontwikkeling komen. Daarom is het noodzakelijk dat kort voor de opkomst nog een bespuiting met een kontaktmiddel wordt uitgevoerd. Alleen wan neer grasachtige onkruiden voorkomen moet Gramoxone (2-3 liter per ha) worden gebruikt, anders Reglone (2-3 liter per ha). Reglone kan wat dichter tegenaan de opkomst gespoten worden dan Gramoxone. Bij (te) laat spuiten van Gramoxone is er kans op kiemremming. Vlas Wanneer de onkruidbestrijding in zaaiuien niet gebeurt voor de opkomst van het gewas, dan dient men te wachten tot het gewas de juiste lengte heeft bereikt. Maar in veel gevallen zal dit dan wel extra werk kosten. C.A.R. Goes

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 12