De zomerpreiteelt onder de loupe
Zomerprei kan vrij dicht worden geplant. Goed plantmateriaal bij zomerprei is van essentieel belang.
Extra vervroeging
Vroegheid bij zomerprei blijft een belangrijke faktor. Naast de
keuze van een goed beschut perceel, waarbij de grond in een
goede conditie verkeert, biedt mogelijk het gebruik van plastic
folie nog enige perspectieven. Het is in dit verband interessant
de resultaten weer te geven van een bedekkingsproef genomen
op de proeftuin te Breda. De bedekte velden waren afgedekt
met geperforeerde plasticfolie met een doorsnede van 0,03 mm.
Resultaten proef
Oogstdata
22 juni
29 juni
Object
Onbedekt
118
178
2 weken bedekt
145
223
4 weken bedekt
186
263
6 weken bedekt
126
245
8 weken bedekt
147
249
Uit deze proef blijkt dat het bedekken direkt na het planten een
vervroegend effect heeft. De winst in vroegheid wordt vooral in
de beginperiode behaald. In deze proef komt een bedekkings
periode van 4 weken als meest optimaal naar voren. Nogmaals
moge worden opgemerkt dat het hier gaat om één proef, die
weliswaar in viervoud heeft gelegen, doch zeker nog enkele
keren moet worden herhaald, voordat er vaststaande conclusies
aan verbonden mogen worden. Anderzijds lijkt het ons goed u
hiervan reeds nu kennis te laten nemen. Voor sommigen moge
lijk aanleiding middels een proefje de mogelijkheden na te
checken.
Ing. A.J. V. Oijen Consulentschap voor de Tuinbouw Tilburg
Zodra de weersomstandigheden en de grond het toelaten kan in
de vollegrond worden geplant. In de zuidelijke provincies zal dit
reeds in maart het geval zijn, terwijl in het midden en noorden
van ons land veelal tot in de eerste dagen van april moet worden
gewacht.
Van allerlei wege wordt vernomen dat de teelt van zomerprei
een toenemende belangstelling ondervindt. De goede gang van
zaken gedurende de laatste jaren zijn hieraan ongetwijfeld de
bet. Ofschoon bekend is dat de preimarkt enige ruimte biedt,
blijft geleidelijk hierop inspelen een vereiste. Of we dit doen zal
straks blijken, doch we hebben het in eigen hand. Veel of weinig
uitbreiding: het blijft noodzakelijk dat de teelt op een hoog
niveau wordt bedreven. Zaken waarover wij in dit artikel enkele
facetten nader zullen belichten.
Het beste stukje grond
De meeste perspectieven biedt zomerprei wanneer wordt gegokt
het produkt zo vroeg mogelijk op de veiling te hebben. Alle
faktoren die daartoe kunnen bijdragen zullen daarom zoveel
mogelijk moeten worden uitgebuit. De geschiktheid van de
grond speelt hierbij een belangrijke rol. Prei vraagt grond met
een goede, losse struktuur, goed toegankelijk voor lucht en met
veel beschikbaar vocht. Veelal zijn dit gronden waarop jaren
achtereen grote hoeveelheden organisch materiaal is toege-
bij het gebruik van perspotplanten. Natuurlijk kunnen de kos
ten van de perspotplanten enigszins worden gedrukt indien men
in de gelegenheid is ze op het eigen bedrijf op te kweken.
Overigens is voor het seizoen 1977 een gegeven of men trap- of
perspotplanten gebruikt.
Hoeveel planten per are
Het is niet zo eenvoudig hierop een pasklaar antwoord te geven.
In de praktijk komen hierin dan ook grote variaties voor. Op de
proeftuin te Breda werd enkele jaren geleden de invloed van de
filantafstand op de kg.-opbrengst middels een proef nagegaan,
n onderstaande tabel worden de resultaten weergegeven.
Plantgetal Kg.-opbrengst
Plantafstand per are per are
25 x 8 cm. 5000 475
25 x 10 cm. 4000 428
25 x 12 cm. 3330 408
25 x 14 cm. 2850 382
Uit deze proef blijkt dat de dichtste plantafstand de hoogste
kg.-opbrengst geeft. Dit laatste wil echter niet zeggen, dat 28 x 8
diend. Het gezegde "prei is dankbaar voor "oude" kracht is hier
zeker van toepassing. Hiernaast stelt het gewas hoge eisen aan
de kalktoestand van de grond. Voor zandgronden geldt dat de
pHKCl. maximaal 6 moet zijn. Bij kleigronden geven we de
voorkeur aan een pHKCl van minimaal 6,8. Van kleigronden
mag nog worden opgemerkt dat deze voor de teelt van zomer
prei erg geschikt kunnen zijn, doch wanneer het afslibbaar per
centage boven de 30 ligt problemen oplevert bij de oogst. Der
gelijke gronden dienen dan ook voor de preiteelt te worden
ontraden. Extra voordeel voor de zomerteelt leveren de be
schutte percelen op. Zowel beschutting door de aanwezigheid
van hagen alsmede glasopstanden op de aangrenzende percelen
kunnen met name de vroegheid van zomerprei positief be
ïnvloeden.
Goed uitgangsmateriaal
Naast grond die in optimale conditie verkeert is goed plantma
teriaal van het allergrootste belang. Aan dit laatste mankeert het
helaas nogal eens. Dunne, spillige planten die nauwelijks of niet
zijn afgehard, dienen menig keer als uitgangsmateriaal. Bekend
is dat dergelijke planten in groeisnelheid duidelijk achter blijven
en bovendien erg gevoelig zijn voor harde wind en nachtvorst.
Stel daarom hoge eisen aan de planten. Zorg ervoor dat u van
start kunt gaan met korte, stevige planten die ruimschoots voor
het uitpoten zijn afgehard. U zult ontdekken dat dergelijk
plantmateriaal best een stootje kan verdragen en bovendien in
vroegheid een belangrijke voorsprong oplevert.
Nogal eens komt de vraag of de voorkeur moet worden gegeven
aan perskluiten. Bekend is namelijk dat perskluiten in vergelij
king met trapplanten 10 dagen vroeger oogstbaar zijn. Toch
behoren hierbij duidelijk enkele kanttekeningen gemaakt te
worden. Allereerst zijn perskluiten bij aankoop erg duur. Afge
lopen jaar werd 7-9 ct per stuk gevraagd, hetgeen bij een plan-
thoeveelheid van bijv. 300.000 per ha. 21.000,— 27.000,—
betekent. Op zich behoeven deze hoge kosten geen probleem te
zijn, mits het aan de opbrengstenkant maar voldoende wordt
gecompenseerd. Aan dit laatste mankeert het nogal eens. Im
mers na 14 dagen wordt het vervroegend effect achterhaald
door een gewone trapplant. Bovendien vraagt het schonen van
perspotprei wat meer arbeid i.v.m. het vastkleven van resten van
de perskluit. Alles bij elkaar zien wij weinig extra perspectieven
cm. ook de meest ideale plantafstand is. Zowel de kosten van het
plantmateriaal alsmede de arbeidskosten stijgen met het nauwer
planten. Tevens zal naarmate men nauwer plant met snellere
slijtage van het gewas rekening moeten worden gehouden.
Welke plantafstand u het best kunt kiezen zal dus mede afhan
kelijk zijn van beschikbare hoeveelheid grond, oppervlakte zo
merprei, arbeidsvoorziening enz. Als algemene richtlijn zou
kunnen gelden dat naarmate de grond de beperkende factor is
en de oppervlakte zomerprei geringer is de voorkeur uitgaat
naar de nauwere plantafstanden. Zodra grond voldoende aan
wezig is en de oppervlakte zomerprei groter is kan de ruimste
plantafstand de voorkeur verdienen. Nogmaals om een juiste
conclusie té kunnen trekken is een kostprijsberekening van de
vier verschillende plantafstanden nodig.
Overigens speelt ook nog een rol in welke fase men het gewas wil
oogsten. Is men van plan het produkt zo vroeg mogelijk te
oogsten en aan te voeren in bosjes van 3-5 stuks dan kan gerust
nauw worden geplant. Is men van plan wat-later te oogsten en
per kg. aan te voeren dan gaat de voorkeur uit naar wat ruimer
planten.
Plantmethode
Het planten van zomerprei geschiedt zowel met het plant-
schopje als met de plantmachine. Vooral wanneer het over
kleine oppervlakten gaat, wordt nog veel gewerkt met het
plantschopje. Bij grotere oppervlakten maakt men gebruik van
de machine. De keuze van de machine is meestal afhankelijk
van welke op het bedrijf aanwezig is. Sommigen beschikken
over de Accord, terwijl anderen de Super Prefer gebruiken. Met
beide plantmachines kunnen voor de zomerteelt goede resulta
ten worden behaald. Als nieuwkomer is hierbij een Gaten
ponsmachine gekomen. Bij het gebruik van de gatenponsma-,
chine voor de zomerteelt behoren echter wel enkele toelichtin
gen. Belangrijk hierbij is namelijk dat de gaten slechts 8-10 cm.
diep worden geponst. Dieper planten betekent verlating, het
geen bij zomerprei juist niet de bedoeling is. Bovendien verdient
het aanbeveling bij het planten telkens bij elke plant een beetje
grond op de wortels te laten vallen. Dit laatste versnelt de weg-
groei en geeft een bescherming, indien een chemische onkruid-
bestrijding wordt uitgevoerd. Voordeel van deze plantmethode
is vooral de rechtere prei die kan worden geoogst.
Ziekten- en onkruidbestrijding
Bij de plagen kan de uienvlieg een van de grootste belagers zijn.
Deze vlieg zet omstreeks eind april haar eitjes af. Hieruit komen
na enkele dagen de maden, welke zich in de plant naar beneden
vreten. Vooral op lichte zandgronden kan dit insekt aanzienlijke
schade aanrichten. Ter bestrijding dient voor het planten een
grondbehandeling met één van de volgende middelen te worden
uitgevoerd: Phytosol, Birlane en Diazinon. T.a.v. de dosering
van de diverse middelen wordt naar de verpakking verwezen:
in mindere mate kan een aantasting van de preimot en/of trips
optreden. Hiertegen kan met een regelmatige bespuiting met
een fosforester veel worden bereikt. De onkruidbestrijding kan
met chemische middelen geschieden. Wel behoort hierbij een
toelichting. Na het planten kan o.m. worden gespoten met Si-
mazin, Propachloor, Camparol, Bladex en Tenoran. Ligt het in
de bedoeling in hetzelfde jaar op het preiperceel nog een volg-
gewas te verbouwen dan vallen de middelen Simazin, Camparol
en Bladex af i.v.m. een eventuele nawerking. In dergelijke ge
vallen kan alleen gebruik worden gemaakt van Propachloor of
Tenoran.
C
i
i
in 't kort:
- De teelt van zomerprei staat volop in de belangstelling.
- Het beste stukje grond is nog maar amper goed genoeg.
- Alleen korte, stevige, goed afgeharde planten komen
voor het uitpoten in aanmerking.
- Het plantgetal per ha. kan sterk variëren.
- Zomerprei mag hooguit 10 cm. diep worden geplant.
- Vervroeging middels plastic folie biedt mogelijk enige
extra perspectieven.
- De ziekten- en onkruidbestrijding kan geheel met che
mische middelen geschieden.
"I
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
t
i
t
j
i
i
j
j
i
i
i
15