E Zelfstandig zijn zit hem in het bloed A< G< M G, A I k heb ook nog 2 Zi ha bloemenzaadteelt. Als de aardappelen uit zijn komt de aandacht daar te liggen. Het zijn voornamelijk viooltjes en Op bezoek bij Adam Wessels r zijn soms van die vastgeroeste begrippen. Buitenlanders denken nog steeds aan ons "land in termen van windmolens, klompen en tulpen. Ze zijn er wel, maar ze overheersen toch het Nederlandse beeld geenszins. Nog veel dichterbij huis bestaat het misverstand als zou het Zuid-Westelijk kleigebied alleen maar grote akkerbouwbedrijven kennen. Ook dat is een mis verstand. Een hardnekkig misverstand overigens. De buitenstaander denkt aan grote hoeven waar de boer de scepter zwaait over vele hektares wuivend graan en onafzienbare velden suikerbieten. Het zal wel komen door het feit dat alles wat groot is eerder en meer opvalt dan het kleine. Dit wil echter helemaal niet zeggen dat de kleine bedrijven niet groot zouden zijn. Want wat is klein?! Het heeft helemaal niets meer te maken met de oppervlakte grond die in gebruik is. Juist omdat die "flinke bedrijven met weinig grond" niet zo opvallen leek het ons goed eens op bezoek te gaan bij een ondernemer op zo'n produktie eenheid. te St. Annaland R.van Wezel.. Adam de eerste agrariër. k.dam Wessels, woont in de Schoolstraat in St.Annaland op Tholen. Zodra je de straat in komt, begin je al te twijfelen of je wel-op het juiste adres bent. Ook al weer zo'n verkeerd begrip, als zou een agrarische ondernemer persé op zijn land moeten wonen, met een schuur en stallen eromheen. Adam woont in een gewone burgermanstraat. Zijn huis, staat op de hoek en heeft een flinke fraai aangelegde lap tuin, waarin nog dennen uit Oostenrijk groeien die ze een paar jaar terug van een va kantie meebrachten. Toch ben ik agrariër, zegt Adam. Zelfs aan mijn naam is het te zien, was Adam immers niet de eerste agrariër op aarde? Ik heb niet altijd hier gewoond hoor. Vanaf mijn veertiende jaar ben ik wat ze zo mooi noemen bij de boer gaan werken. Vader deed dat al en natuurlijk moest ik het ook gaan doen. We woonden toen buiten het dorp. Toen ik daar begon was ik paardenknecht. De paarden verdwenen, waarna je automatisch trekker chauffeur werd. Maar in 1958 hield de boer er mee op en was het voor mij ook gedaan. Kijk van huis uit zijn wij geen mensen die dan maar onmiddellijk naar de WW stappen en zeggen "het zal'mijn tijd wel duren". Uit dat hout ben ik niet gesneden. Het jaar dat toen volgde heb ik doorgebracht met allerlei werkzaamheden. Ik had natuurlijk weer wel elders boerenknecht kunnen worden, maar nu het bij die ene boer gedaan was, was het gelijk een mooie gelegen heid om iets nieuws te beginnen. Ik ben toen voor het eerst een seizoen in de gladiolen gaan werken. Rooien en alle verdere voorkomende werkzaamheden. Ik deed heel wat ervaring op. Van die ervaring besloot ik het jaar daarop, dat was in 1960, gebruik te maken om voor mezelf een lapje gladiolen te gaan telen. We huurden 1 hektare grond en begonnen. Natuurlijk werkte ik overdag nog elders. Ik kan van alles, dus alle voorkomende werkzaamheden werden aange pakt. Soms veel te gek natuurlijk, want die da gen datje bij een ander in het land was stond je ook niet uitje neus te eten. Maar wanneer die officiële uren gedaan waren pakten we ons ei gen stukje aan. We maakten hele lange dagen. Maar toen was toch al de droom een beetje werkelijkheid aan het worden, nl. het zelfstan dig ondernemer zijn. Van huis uit geen grond leen het zelfstandig worden is niet gemakkelijk als je van huis uit niets hebt of krijgt. Als ik dan naar sommige anderen keek. Die trouwden en kregen zomaar ineens een stuk grond van thuis. Ze konden zo beginnen. Laten we maar eerlijk zijn, dan werd ik wel eens jaloers. Van de an dere kant ben ik dan weer verbaasd als ik zie hoe sommige van die "gelukvogels" er onder door zijn gegaan. Ze hebben het niet gemaakt. Volgens mij lag dat aan het feit dat ze zich nooit hebben aangepast. Ze bleven tarwe en gerst verbouwen, terwijl ze met hun lege uren weinig beters wisten te doen dan op het dorp lopen. Geleidelijk aan land gekocht O, V, an huis uit hadden we helemaal geen grond. Vader had 250 roeden land waarop van alles en nog wat werd verbouwd. Bovendien was het in die tijd zo, althans in mijn ogen, dat je als klein boertje heel wat meer verdiende dan als knecht. Maar ook het zelfstandig zijn, be slissingen nemen, lag me na aan het hart. Al- Hier in St.Annaland zie je hele families elkaar op deze manier helpen. Je kunt er niet meer buiten. De gladiolenteelt doen we ook helemaal in een samenwerkingsopzet. We hebben een vast schema waarlangs we werken en plannen. Schoonvader, samen met dochters, en ik hebben ieder anderhalve hektare gladiolen. Ieder werkt voorzich, alle voorkomende werk zaamheden, behalve het rooien. We rooien ge lijk op, dat wil zeggen, ik rooi niet eerst alles bij mijn schoonvader en daarna pas bij mij. Nee, bijvoorbeeld een dag bij mij, dan de andere dag bij mijn schoonvader. Als het goed is zou je binnen twee weken klaar moeten kunnen zijn met gladiolenrooien. Helaas is dat meestal niet mogelijk. Rassenkeuze en risikospreiding L aar je kunt er natuurlijk zelf ook wel wat aan doen. We kiezen met zorg de rassen, vroege en late, waardoor je al spreiding brengt in de rooitijd. Je zit natuurlijk ook met het drogen en pellen van je produkt. Er zijn er. wel eens die dat vergeten, maar 't is een tijdrovende karwei waarmee je terdege rekening moet houden als je op datum verkoopt. Ik probeer altijd te be ginnen met het rooien omstreeks de 2e week van oktober. We streven er dan wel naar om voor 15 november alles van het land te hebben. Je begrijpt wel dat in het verwerken ook de beperking van je areaal ligt. Je kunt er niet mee spotten, wantje hebt voor zo'n anderhalve ha veel duur plantgoed nodig. Zeg maar een tientje de roe, dat komt neer op ongeveer twaalfduizend gulden per ha. Kijk, ik doe niet al te veel aan die LEI berekeningen, maar ik weet wel dat ik minstens twintig gulden per roe terug moet vangen wil ik er aan uit komen. Dan heb ik nog geen winst hoor. Wil je er dan nog een centje aan overhouden dan heb je toch tenminste zo'n dertig gulden de roe no- van informatie ongezien in de vuilnisbak. Dat is fout. Ik bestudeer die cijfers nauwkeurig. Je kunt er uit leren wat een ander gedaan heeft. Hoeveel soorten er van dat en dat zijn geplant. Je kunt er je eigen teeltplan een beetje bij aan-* passen. Ik ben door die bestudering van die cijfers nog nooit slechter geworden. Bij werkbaar weer niet op een uurtje kijken. In mijn bouwplan heb ik twee hoofdteelten, aardappelen en gladiolen. Terwijl ook de uien en bloemenzaadteelt meedoen. Kijk,, er zijn bedrijven die ook bieten telen, soms vanwege de "aandelen" die ze nog hebben. Die mensen willen ervan af, want op een klein bedrijf kun je geen bieten meertelen, mits je het als hobby wilt doen. Ik moet teelten hebben waar werk aan zit. Let wel, werk dat betaalt wordt! Terwijl je dan bovendien er nog voor moet zorgen dat je niet vastloopt in arbeidspieken die je niet meer aankunt. In de winter heb je het natuur lijk niet zo druk. Ik zorg voor mijn pootgoed en machines en kijk mijn andere zaakjes na. Maar zodra het kans geeft ga ik kunstmest strooien, bij mijn zwager, schoonvader en mezelf. Ik ben nogal fel. Zodra het kans geeft, ga ik er een partijtje aardappelen in doen. Gelukkig is mijn schoonvader wat minder heetgebakerd. Dat komt overigens wel goed uit wat de arbeids verdeling betreft. Ik heb ook samen met mijn broer een tweeriji- ge gladiolenplanter gekocht. Veel te groot voor mijn eigen bedrijf. Maar naast onze eigen gla diolen ga ik er ook bij een ander mee planten. Dat is een gezellige bijverdienste en arbeid- saanvulling. Ik plantte vorig jaar zo'n 80 ge- meet in de omgeving. Als de tijd er rijp voor is, begint ineens op een dag de telefoon te rinke len, en voor je het weet heb je in een paar dagen iedereen op "papier" staan. Je moet jezelf na tuurlijk in die planning ook niet vergeten an ders kom je helemaal achteraan. Maar vorig eleidelijk ben ik land gaan kopen. Voorlo pig had ik 1 ha pachtgrond. Maar in 1971 kreeg ik de kans om 2.80 ha te kopen, gelijkertijd kon ik er ook nog 1 ha bijpachten. In 1973 deed er zich weer een kans voor om nog eens 110 ha bij te kopen. Vorig jaar heb ik tot slot nog 30 are gekocht en nog eens 30 are gepacht. Tel maar op. Mijn bedrijfje heeft nu 6.60 ha eigendom en pacht samen. Verder huur ik dan ieder jaar nog los land bij. Vorig jaar was dat 3.40 ha en dit jaar komt er nog 2 ha bij. Dat bijhuren dat moet ik wel doen wil ik met die gladiolenteelt rond komen. Ook huur ik nog los land bij voor vroege aardappe len. Samenwerken in familieverband ns schuurtje was al gauw te klein. We heb ben er twee keer een stuk bijgebouwd. Maar nu kunnen we er zo'n 8 ha gladiolen in kwijt. De opslagruimte is ook voor de gladiolen van mijn broer bestemd. Toch doen we ieder voor zich het bedrijf. Je kunt samenwerken op allerlei gebied. Geen enkel probleem, maar je moet wel zelf op je eigen bedrijf de beslissingen kunnen nemen. Immers ieder heeft zo zijn ei gen mening. Twee kapiteins op een schip is niet mogelijk, wil het tenminste lang goed gaan. We doen heel veel aan samenwerken. Sterker gezegd het is voor mijn bedrijf een noodzake lijkheid. We hebben er op allerlei gebied heel veel gemak van. Vooral bij de oogst van de vroege aardappelen. We doen die oogst mis schien in de ogen van sommigen nogal primi tief. Maar we leveren wel een goed produkt af bij de-veiling. Als het nodig is helpt de hele familie elkaar. Ook mijn vrouw staat in dat geval haar man netje. We proberen voor de rooidatum een ge deelte aardappelen uit de grond te hebben. We kunnen als het moet een heel krootje bijelkaar krijgen. Mijn schoonvader van 74 met zijn twee dochters, mijn zwager. We kunnen op één man na zodoende de rooier helemaal zelf beman nen. Maar wij doen het niet alléén zo hoor! Het eerste huis op de voorgrond is de woning van de familie Wessels. Weinigen zullen achter die gevel een agrariër vermoeden. dig. Je kunt het daarom beter in het klein goed doen, dan in het groot maar half. Gladiolen, een ingebouwde zekerheid ladiolen, ik vind het een mooie teelt. Maar het geeft ook een stuk vastigheid, financieel, op het bedrijf. Je kunt er al een gedeelte van voorverkopen voor een vaste prijs. Ik heb driekwart van mijn gladiolen voor 1977 al in 1976 verkocht. Als bewijs haalt Adam het ver koopbriefje voor de dag. 't Klopt. Afgelopen zomer dacht men dat door de droogte de gladiolen niet veel zaaks zou wor den. Daardoor trek de prijs aan. Voor die prijs kon ik toen niet veel meer verkopen, want ik had ze al verkocht. Maar ik kon wel gebruik maken van de situatie met mijn toekomstige oogst. Ik verkocht in september. Een beste prijs. Naderhand ging het regenen en de gla diolen deden nog veel. Zé kwamen verschrik kelijk in grootte aan. De prijs zakte. Ik zou nu in geen velden of wegen meer die prijs kunnen krijgen. Toch heb ik de afgelopen jaren gemiddeld dertig gulden per roe gemaakt van mijn gla diolen. Een resultaat waarover ik dik tevreden ben. Zoals gezegd we hebben een vast areaal met uitgekiende soorten. Ik vind dat je in je beleid ook vastigheid moet brengen. Niet het ene jaar zo en het andere weer zus. Cijfers bestuderen jaar kon ik alles planten precies volgens sche ma zoals ik het op papier had gezet. Maar laten we wel wezen, het weer was uitzonderlijk. Ik heb geleerd om nooit iets te beloven wat ei genlijk niet kan, dan zit je er aan vast. Zeker wanneer er verandering van weer op til is. Je moet er ook wat voor over hebben. Als 't werkbaar weer is maken we lange dagen en kijken we niet op een overuur. Ik denk nooit 't zal wel goed weer blijven. Ik weet datje zo niet mag denken. De wind moet maar uit een an dere hoek komen en 't is gebeurd. Als het goed is moet je ook doorpakken, dat is altijd mijn devies geweest. Werken, maar ook vakantie Ik heb leren werken, van kindsbeen af. Thuis was het gezellig maar geen vetpot in die dagen. Ik weet nog we hadden een bruine en een zwarte spaarpot, mijn broer en ik. Soms waren de centjes zo ver op dat moeder noodgedwon gen wegens ziekte de stuivers uit die spaarpot jes moest halen om brood op de plank te krij gen. Zodra ik van school kwam moest ik ook gaan werken. Maar één ding staat wel vast, je leert je handen gebruiken. N: Adam en zijn vrouw zijn blij dat ze samen op het eigen bedrijf het dagelijks brood kunnen verdienen. dam. hij kijkt me eens aan en zegt, die gladiolen daar raak ik nooit over uitverteld. We praten er soms veel te veel over hoor. Maar je leeft ergens voor of niet. Het is toch ook dikwijls een kwestie van bekij ken, berekenen. Alleen met je handen in de grond wroeten daar haal je het ook niet mee. Jaarlijks moetje opgeven hoeveel en wat voor soorten je hebt geplant. Deze gegevens worden landelijk verwerkt in een statistiek. De gladio- lenvereniging verspreidt deze gegevens ojider haaf leden. Bij sommigen verdwijnt zo'n bron a het planten en poten komt er een periode die wat rustiger is. Wel zorgen we ervoor dat alles schoon ligt voor we aan de vroege aar dappels beginnen. Het is ook de tijd om een weekje op vakantie te gaan. Dat doen we al jaren. Met de afdeling van de ZLM hier uit het dorp. Buitengewoon gezellig zo met elkaar. Dit jaar gaan we negen dagen naar Korinthië. Ik heb geen vee, zelfs geen kat. dus daar hoef ik niet voor thuis te blijven. Gezellig eens wat anders van de wereld bekijken. Ieder jaar er gens anders heen. Ook bloemenzaadteelt! 14

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 14