^■D x*tni) Boer pas op je kippen M eestal is het zo dat een eerste reaktie op een bepaalde kwestie scherper en ongenuanceerder is dan die waar men geruime tijd over heeft kunnen nadenken. Zoiets moet tijd hebben. Dit gaat echter niet op voor ons oordeel over de prijsvoorstellen '77/'78 van de Europese Com missie. Integendeel, ons oordeel is bitterder geworden: slechts 2,6% gemiddelde verhoging! Dat is maar liefst 7% onder hetgeen er voor de Nederlandse landbouw nodig'is en bijna 5% onder de (dus) meer dan gerecht vaardigde eis van het COPA Als je dan weet dat elk procent staat voor honderd miljoen gulden 1.00.000.000 gulden - meer of minder voor de Neder landse landbouw dan betekent dat dus dat aan de Ne derlandse landbouw 700 miljoen gulden wordt onthou den. Laat ons dat met z'n allen heel goed beseffen! Daarvan hebben wij er in feite al 200 miljoen, uit solida riteit met het COPA, ingeleverd. Die overblijvende 500 miljoen gulden moet er daarom hoe dan ook komen. zuidelijke landbouw maatschappij «ZEGGE EM SOHMJYE» VRIJDAG 4 MAART 1977 65e jaargang no. 3371 land- en tuinbouwblad Nu de maand maart alweer op de kalender prijkt staat zowel de akkerbcuwer als de veehouder een drukke tijd te wachten. In hoeverre de noodzakelijke werkzaamheden voortgang zullen kunnen vinden hangt grotendeels van de weersomstandigheden af. In het bijzonder geldt dit voor een juiste zaai- en pootbeedbereidi.g waar.oor de akkerbouwer velerlei werktuigen ter beschik king staan. Op de belangrijkste werkzaamheden die in maart op de bedrijven in het Z.W.kiei- gebied de aandacht zullen vragen wordt op pag. 14 en 15 nader ingegaan. foto C.A.R.-Goes Doodgewoon omdat dat noodzakelijk is. Met kruimels kan er geen genoegen worden genomen. Tachtig procent van de Nederlandse melkveehouders staan, ook volgens onze eigen minister van landbouw, aan de rand van het faillissement. Dit laatste gegeven is voor ons dan ook aanleiding een melkheffing van 2,5% per 1 april a s. ver van ons af te werpen. De zaken worden door de Europese Commissie wel omgedraaid. Zo zijn we echter niet ge trouwd. Eerst moet er ook voor de melkveehouderij aan de noodzakelijke prijsaanpassing zijn voldaan. Misschien dat dan later een eventuele effektieve melkheffing over wogen kan worden. Laten we verder toch ook niet verge ten dat bijvoorbeeld een akkerbouw slechts drijft dankzij uitzonderlijke omstandigheden. Wij houden ons hart vast als die omstandigheden - dit jaar? - weer genormali seerd zijn of abnormaal in ongunstige zin worden. Machiaveili H et huidige landbouwprijsbeleid doet ons denken aan de verdeel- en heerspolitiek van Machiaveili. Deze be ruchte Italiaanse geschiedschrijver stelde in zijn tijd dat een heerser voor alles naar macht en rust behoort te streven, zonder zich daarbij om de moraal te bekomme ren. Het prijsvoorstel van de Europese Commissie is in derdaad voor elk land sterk wisselend. Engeland zal je niet horen, sterker nog, vindt de voorstellen te hoog. Maar dit land strijkt dan ook elke dag 6 a 7 miljoen gulden uit de gemeenschappelijke kas op. Frankrijk komt met 6% weg. Nederland moet het met 2,6% doen. De Europese ministerraad zal straks de uiteindelijke beslis sing moeten nemen. Minister Van der Stee maakt daar deel van uit Part-time boeren Mensen die een te laag inkomen hebben en zichzelf wil len blijven bedruipen zijn gedwongen er wat bij te gaan verdienen. Zo gaat het ook met vele boeren. Als je niet voldoende ontvangt voor je produkten en van je beroep houdt, ga je, zeker als de arbeidssituatie op'het bedrijf dat toelaat, zoeken naar een aanvullend inkomen. Wanneer er dan bovendien nog sprake is van een ongunstige werkgelegenheidssituatie ontstaat het verschijnsel 'part-time boer. Het aantal part-time boeren is door deze en andere omstandigheden ook in ons land nogal aan het toenemen. Overigens is er over het verschijnsel part-time boer in Nederland tot nu toe betrekkelijk weinig bekend. Met name de laatste tijd wordt daaraan meer en meer aandacht besteed. Onlangs ook heeft de overkoepelende organisatie van jonge boeren in de Europese Gemeen schap (CEJA) uitvoerig stilgestaan bij het vraagstuk van de part-time landbouw. Dit heeft onder andere geresul- ln dit no. Zo sprak de rechter pag.4 K.N.L.C. Kommentaar pag. 5 Zetmeelsuiker bedreigt bieten pag. 6 Resultaten L.E.I. bedrijven in West-Brabant pag. 7 Voorjaarswerkzaamheden in de uienteelt pag. 8 Bietenteelt in het voorjaar pag. 9 Rassenberichten pag. 10 en 11 Ruitmelkstal in Friesland pag. 12 Veilig oversteken met veetun nels pag. 13 Groeiend areaal snijmais pag. 16 Kuikenmesterij manschap Prijsvergelijking ders Het sijsje komt proppen Nieuws uit de Gewasbescher- mings middelen sektorpag. 22 Tuinbouwklanken pag. 23 Voor de vrouw pag. 27 vereist vak- pag. 19 rundveevoe- pag. 20 weer op de pag. 21 teerd in het verzoek aan de Europese Commissie een studie te maken van dit verschijnsel. 1 op de 5 parttimer In Z.L M.-verband is het vraagstuk tot nu toe enige malen aangeroerd. Verder werd b.v. in "Landbouwaktualiteiten in Zeeland en West-Brabant 1971" een hoofdstuk aan dit onderwerp gewijd. Navraag bij het Centraal/Bureau voor - Statistiek leerde ons dat in Nederland in 1 975 globaal 1 op de 5 boeren part-timer was, dat wil zeggen minder dan 50% van de arbeidstijd aan het boerenbedrijf besteedde. De gemiddelde bedrijfsgrootte daarbij is 6 ha. Voor ons werkgebied ligt die verhouding zelfs nog wat ongunsti ger. Bij deze cijfers moet wel bedacht worden dat daarin ook de zgn. rustende boeren "verwerkt" zitten, die min of meer voor hun genoegen nog wat op kleinere schaal zijn blijven boeren. Onder de part-timers treft men echter ook bedrijven van 1 5 20 ha aan! Attent blijven Het is zaak in de naaste toekomst het verschijnsel part-ti me landbouw diepgaand te bestuderen. Temeer omdat het afbreuk lijkt te doen aan de full-time boer. Als enkele nadelen van het part-time boeren zijn te noemen: het "bezet" houden van grond en het nadelig beinvloeden van bet markt-, prijs- en struktuur beleid. De part-time boer is verzekerd van een vast basisinkomen en zit auto matisch onder de parapluie van de sociale zekerheid waardoor hij niet weinig bevoordeeld is ten opzichte van de full-time kollega. Oneerlijke konkurrentie dus. Over igens moet het vraagstuk wel genuanceerd benaderd worden. Zo is het bij het veroordelen van part-timers van belang te weten uit welke achtergronden men daartoe is gekomen. Wanneer het bijvoorbeeld iemand is die steeds de landbouw als hoofdberoep heeft uitgeoefend, maar dit later door zijn inkomenspositie of door andere omstan digheden niet meer waar kan maken, dan kan daarvoor begrip worden opgebracht. Zeker wanneer het bedrijf te zijner tijd beëindigd wordt. Dit ligt echter geheel anders wanneer niet-landbouwers het boerenbedrijf part-time gaan uitoefenen. Daar zullen wij voor moeten waken! Het meest zullen wij er echter voor moeten oppassen dat het part-time boeren ons niet opgedrongen gaat worden door een onvoldoende landbouwbeleid. En daar begint het, gezien de laatste ontwikkelingen, al aardig op te lijken! OGGEL

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 1