Zaai uitsluitend goedgekeurd zaaizaad l Blijft bleekselderij een kleine loot in de vollegrondsteelt H< H, Tuinbouwjournaal O, O Verloop van de campagne 1976/77 voor handappels Import-beperking voor appelen Consulentschap voor de Tuinbouw Ing. A.J. van Oijen fschoon bleekselderij reeds jarenlang wordt verbouwd, blijft de oppervlakte met naar schatting amper 100 ha van geringe omvang. Er zijn dan ook in Nederland weinig vollegronds- groenteteeltbedrijven waarop de bleekselderijteelt een belang rijke pijler is. Op zich een toch wat merkwaardig verschijnsel, temeer daar bijv. in België, Frankrijk, Italië en vooral Engeland op grote schaal de teelt wordt bedreven. Voorop kan worden gesteld dat zowel grond- als klimatologische omstandigheden in Nederland goed zijn voor deze teelt. Veel meer wordt de oor zaak gezocht in de eetgewoonten. Bleekselderij is voor vele gezinnen nog een vreemd produkt. Hierin verandering brengen kost veel tijd en inspanning. Toch bestaat momenteel de indruk dat de belangstelling bij het publiek enigszins toeneemt. Over igens zijn er enkele fabrieken die jaarlijks een behoorlijke hoe veelheid conserveren. Continuteelt .liernaast kennen we de zogenaamde vrije teelt, waarvan de afzet rechtstreeks via de veilingen geschiedt. Ook hiervan wordt de topaanvoer bereikt in de maanden september, oktober en november. In de overige maanden wordt het produkt in veel mindere mate aangevoerd. Overigens is hierbij een toename van de aanvoer merkbaar. Dit laatste wordt veroorzaakt doordat er zich inderdaad enkele telers op de continuteelt hebben toege legd. In het algemeen zijn de continutelers erg tevreden. Door met het produkt steeds aan de markt te zijn, worden de ups en downs in de prijsvorming genivelleerd, waardoor vooral de laatste jaren een bevredigende middenprijs uit de bus is geko men. rSL Enkele facetten plant is erg kort. Bij het planten moet men er steeds op letten dat het hart van de plant boven de grond blijft. De onkruidbestrij- ding kan vrijwel geheel met chemische middelen geschieden. Bij eventueel falen van de middelen zoals Maloran en Linuron kan in een later stadium nog met succes selektief werkende olie worden verspoten. Bleekselderij heeft relatief weinig belagers. De meest voorko mende is de bladvlekkenziekte. Regelmatig spuiten met kop- er-oxychloride of maneb kunnen deze kwaal tot een minimum beperken. Ook dienen wantsen en luizen te worden bestreden. Deze kunnen namelijk de hartblaadjes aansteken, waardoor ze afsterven. Het probleem van de zwarte harten kan in veel ge vallen door een goede vochtvoorziening worden voorkomen. Oogst en opbrengst. Let is mogelijk in Nederland het gehele jaar verse bleeksel derij aan te voeren. Wel hebben we dan naast de vollegrond ook de koude en verwarmde kas nodig. Voor een dergelijke continu teelt geeft onderstaand schema een globaal inzicht van de zaai-, plant- en oogsttijden: fschoon de teelt van bleekselderij zeker geen moeilijke aangelegenheid is, zijn er toch wel een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan. Allereerst dient het gewas on gestoord te kunnen doorgroeien. Remmingen geven niet alleen opbrengstvermindering, doch kunnen bij bleekselderij de ge vreesde zwarte harten veroorzaken. Bij de grondkeuze gaat de voorkeur uit naar vrij lichte, voch- thoudende grond met een behoorlijk gehalte aan organische stof. Zware kleien droogtegevoelige gronden zijn ongeschikt. „et oogsten is nog hoofdzakelijk handwerk. De öandelingen hiervoor bestaan voornamelijk uit door de struik van de wortel te snijden en vervolgens aan de onderzijde wat bij te snijden. Bovendien moet de struik worden ingekort. De lengte van de struik is in sterke mate afhankelijk van de bestemming van het produkt. Bleekselderij is een gewas waarbij de produktie meestal wordt uitgedrukt in stuks per oppervlakte-eenheid. Natuurlijk speelt het plantgewicht hierbij een belangrijke rol. Veelal wordt ge teeld op een plantgeaicht van 500-1000 gram. Het plantengetal per ha. varieert enigszins. Een norm is 70.000-75.000 leverbare struiken per ha. De opbrengstprijs per stuk is sterk afhankelijk van gewicht, tijdstip van aanvoer en afzetwijze. Zaaitijd jan.-febr. febr.-mrt. eind april sept.-okt. nov.-dec. Planttijd eind april mei juni okt.-nov. dec.-jan. Oogsttijd half juli-half aug. half aug.-eind sept. half sept.-eind okt. nov.-half april half april-half juli Het leeuwendeel van het areaal wordt verbouwd voor de ver werkende industrie. De planttijd hiervan valt in mei, terwijl de oogst plaatsvindt vanaf half september tot eind oktober. Deze teelt wordt op kontrakt verbouwd, waarbij de veilingen veelal een bemiddelende rol spelen. Het geoogste produkt voor Tevens is de kalktoestand van de grond erg belangrijk. Afhan kelijk van zand- of kleigrond moet de pHKCl minimaal 6-6,5 zijn. Bleekselderij is dankbaar voor een flinke organische be mesting. Daarnaast is het gewas vrij stikstofbehoeftig, terwijl het t.a.v. de kali en fosfaat een normale voorziening vraagt. De opkweek van het plantmateriaal geschiedt onder glas. Tot half april is hiervoor verwarmd glas nodig i.v.m. kans op dood schieten van de planten. In een enkel geval wordt in de volle- grond ter plaatse na half mei gezaaid. Het uitplanten geschiedt in de praktijk zowel met de hand als met de machine. Belangrijk hierbij is, dat niet te diep wordt geplant. Het stengelgedeelte tussen de wortels en het hart van de In 't kort. De bleekselderijteelt komt in Nederland moeizaam van de grond. Men kan het hele jaar verse bleekselderij aanvoeren. De teelt is niet moeilijk, wel moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Het oogsten is veelal nog handarbeid. De indruk bestaat dat öet publiek wat meer belang stelling krijgt voor het produkt. Voorzichtig hierop in spelen lijkt zeker een poging waard. De werkgroep Groente en Fruit van het Landbouwcomité van de Organisatie voor Europese Samenwerking en Ontwikkeling (O.E.S.O.) heeft o.m. nagegaan hoe de campagne voor de afzet van handappelen en -peren in de lidstaten van het Noordelijk Halfrond verloopt en welke de vooruitzichten zijn m.b.t. de oogst van deze produkten in de lidstaten van het Zuidelijk Halfrond. Handappels Op basis van de door de lidstaten verschafte gegevens en schat tingen kan de situatie als volgt worden weergegeven: -In de Europese lidstaten van de O.E.S.O. bedroeg de voorraad, waarvan de omvang ondanks een daling van de produktie met 10% ongeveer gelijk was aan die op dezelfde dag in 1975, ca. 2,7 miljoen ton. -Het blijkt dat de afzetmoeilijkheden zich voornamelijk t.a.v. de soort Golden Delicious en vooral voor de kleinere sorteringen, hebben voorgedaan. -In de Verenigde Staten van Nóord-Amerika waren op 31 de cember 1976 de voorraden kleiner dan in het jaar daarvoor, maar deze daling is minder groot dan m.b.t. de produktie was vastgesteld (nl. 12%, resp. 16%). -Voor wat betreft Australië, vertonen de oogstvooruitzichten een toename van ca. 15% t.o.v. het jaar daarvoor. Voor Nieuw- Zeeland blijkt uit de thans ter beschikking staande gegevens een zekere stabilisatie van de produktie, alhoewel de ongunstige weersomstandigheden hun invloed op de omvang van de wer kelijke produktie hebben doen gelden. Beschikbare informatie over de andere producerende landen op het Zuidelijk Halfrond wijzen erop dat deze landen van plan zijn in totaal dit seizoen minder naar Europa te exporteren dan vorig jaar. Dit zou de afzet aan het einde van de campagne in Europa vereenvoudigen. advertentie IM Grondbank Het Landbouwschap is van mening dat de Grond bank als middel voor de financiering van de grond ook in de vollegrondstuinbouwsectoren moet kunnen werken. Deze con clusie is door de verschillende afdelingen en door het dagelijks bestuur getrokken. Dit standpunt zal ook aan de minister van Landbouw en Visserij bekend worden gemaakt. Aansluitend op het pleidooi van het Landbouwschap om de EG-import van appelen te beperken heeft het Raadgevend Co mité in Brussel besloten de invoer voor het gehele seizoen te beperken tot 300.000 ton. De ervaringen in 1976 hebben geleerd, dat de appel-importen uit landen van het Zuidelijk halfrond, zowel naar hoeveelheid als naar kwaliteit gemeten, niet in de hand gehouden zijn. Chili heeft gemaakte invoerafspraken in 1976 geschonden. De kwa liteit van het fruit was zodanig, dat van marktbederf gesproken kan wórden. In een brief, die het Landbouwschap op 16 februari j.l. aan de minister van Landbouw heeft geschreven, wordt gevraagd om vooraf duidelijkheid te geven over de verdeling van de hoe veelheden per betrokken land van het zuidelijk halfrond. Be halve de verdeling dringt het Landbouwschap in zijn brief ook aan op een goede controle van de in te voeren hoeveelheden en de kwaliteit van de appelen. De exportmogelijkheid voor Chili dient in 1977 beperkt te blij ven tot de eerder afgesproken hoeveelheid van 9.500 ton. Blijft de import uit het zuidelijk halfrond beneden 300.000 ton, dan zou de aldus ontstane invoerruimte volgens het Landbouwschap toegewezen kunnen worden aan landen, die loyaal de impor tafspraken nakomen. Verklaringen dbh kleinverbruikers aardgas Voor het kunnen toepassen van het kleinverbruikerstarief voor de tuinbouw moeten de gasbedrijven een verklaring hebben van de districtsbureauhouder (dbh) dat de betrokkene tuinder is. Voor 1977 zullen de in 1976 afgegeven verklaringen automa tisch geldig blijven. Alleen de nieuw aangeslotenen en de over stappers naar het kleinverbruik moeten bij de dbh een verkla ring halen. Voorstel herziening Pachtnormenbesluit De minister heeft over zijn voorstel tot wijziging van de opzet van de pachtnormen en de door hem noodzakelijk geachte sterke verhoging van de maximale pachtwaarde het Land bouwschap advies gevraagd. Een nieuw element vormt de voorgestelde extra verhoging van deze pachtwaarde, wanneer bouwland gebruikt wordt voor de teelt van grove tuinbouwge- wassen, bol- en knolgewassen. Volgens de minister zou de pachtwaarde van de fruitopstanden met 50% moeten worden verhoogd tot 1500,— /ha. Voorts wordt voor deze sector een van de kavelgrootte afhankelijk extra verhoging voorgesteld. Voor de beste gronden in de opengrondstuinbouw zouden de voorstellen leiden tot verhoging van ruim 30%, in de fruitteelt van 60% en in de boom- en bloembollenteelt van 35% (exclusief gebouwen). Kleinverbruikersprijs aardgas In het vorige Tuinbouwjournaal is reeds meegedeeld wat de kleinverbruikersprijs voor de tuinbouw zou worden, namelijk voorlopig 20 cent voor de eerste 30.000 m3. en daarna 14 cent. Nu is bekend geworden dat tot 1 juli a.s 20 cent gehandhaafd blijft. Daarna wordt de prijs 23 cent. Het vastrecht wordt iets verlaagd, namelijk met 15,— tot 69,— Voor zover de tuin der vóór 1 juli door de eerste 30.000 m3 heen is, werkt dit uitstel van de verhoging dus duidelijk zeer gunstig. 21

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 21