VIGORAVE
N ederland is een land waar het goed toeven is. Dat mag
wel eens gezegd worden want beseffen doen we dat niet.
Behalve diegenen, die voor zaken of met vakantie ergens
in de wereld gezeten hebben. Die hoor je nog wel eens
zeggen, oost west thuis best. Met onze sociale voorzie
ningen staat Nederland helemaal bovenaan, zelfs boven
Zweden. De beste graadmeter, dat het goed gaat, schijnt
het kankeren te zijn. Hoe beter het gaat, hoe meer gezeur
er is. Eigenlijk een zeer treurige zaak. Het zijn sterke
benen, die de weelde kunnen dragen en daar zal het wel
in zitten. Wij dachten deze keer nog eens op een rijtje te
moeten zetten welke sociale voorzieningen wij in Neder
land hebben, die voor de totale bevolking gelden.
Z oals bekend, is dit de oudste volksverzekering, nl. van 1
januari 1957. Met deze wet werd beoogd aan alle 65
jarigen of ouder een welvaartsvastbodempensioen te
verstrekken.
D eze wet bestaat vanaf 1963 en beoogd kinderbijslag
te geven vanaf het 3e kind. Premie rond 0,8% van ma
ximaal 38.800,- inkomen is 310,-.
D eze wet geeft recht op verpleging in erkende inrich
tingen voor zwakzinnigen en zintuigelijk gehandicapten,
verpleegtehuizen, medische kindertehuizen en kleuter
dagverblijven voor gehandicapten vanaf de eerste dag.
Opname in ziekenhuizen, psychiatrische inrichtingen en
sanatoria vanaf de 366e dag.
D it is al een vorstelijk bedrag en daarmee bent U als
zelfstandige niet klaar. U zult op zijn minst vrijwillig een
ziektekostenverzekering moeten hebben voor het 1e jaar
opname ziekenhuis, specialistenhulp en huisartskosten.
U zult een arbeidsongeschiktheidsverzekering nodig
hebben ter volledige dekking van het 1e jaarsrisiko en
aanvullend voor het na-eerste jaarsrisiko.
E en ander onderwerp dat door de kamerleden aan de orde
werd gesteld was dat van de belastingfraude en de belastin
gontwijking. Ook geen nieuw punt in het begrotingsdebat.
En ook hierbij weer hetzelfde antwoord "het punt is in
studie"! Er zijn daarover zelfs wel vier wetenschappelijke
studies tegelijkertijd aan de gang. Sommige kamerleden
vonden dit zelfs te veel van het goede. Ze kunnen best gelijk
hebben.
Verzekeren van de wieg tot het einde
1 .Algemene Ouderdomswet (A.O.W.).
De daarvoor benodigde gelden zouden jaarlijks worden
omgeslagen over de werkende generatie.
Deze wet bestaat nu precies 20 jaar. Er werd in 1957
gestart met een uitkering van 1.584,- per jaar.
De premie bedroeg 6 V2% over een maximaal inkomen
van 7.450,- d.w.z. een maximum premie van 485,-.
Voor 1977 bedraagt de uitkering, indien gehuwd
14.130,- bruto en voor ongehuwden 9.648,- per
jaar.
De premie is intussen opgelopen tot 10,4%. Dat valt
eigenlijk best mee. Maar dat is dan ook niet alles. Intus
sen is de maximum inkomensgrens opgetrokken tot
38.800,-. Dat betekent, dat U tot aan een inkomen van
38.800,- een premie van 10,4% betaald d.w.z. de
maximale premie bedraagt nu 4.035,-. U ziet dus dat
de uitkeringen in de loop der jaren zijn verzesvoudigd; dit
in verband met de welvaartsvastheid en uiteraard mede
een gevolg van de inflatie. De premies daarentegen zijn
ruim achtmaal zo hoog geworden.
Aan deze wet ligt de solidariteitsgedachte ten grondslag.
Immers de beroepsbevolking moet jaarlijks het bedrag
opbrengen dat nodig is voor uitkeringen A.O.W. Becijfe
ringen van het CBS. wijzen uit, dat het aantal bejaarden
boven de 65 jaar sterk toeneemt.
Daartegenover staat een afname van de beroepsbevol
king.
Er komt dus een moment, dat deze twee groepen elkaar
kruisen d.w.z. dat de groep 65-jarigen en ouder groter is
dan de beroepsbevolking. Als de A.O.W. uitkeringen
dan gestegen zijn tot rond 20.000,- moet er van ieder
inkomenstrekkende gemiddeld alvast 20.000,- aan
premie voor dit doel af. Maar dat is toekomstmuziek.
2.Algemene Weduwe en Wezenwet (A. W. W.).
Op 1 oktober 1959 kwam deze volksverzekering tot
stand met het oogmerk een bodempensioen te verstrek
ken aan alle weduwen en wezen. De uitkeringen lopen
parallel aan de A.O.W. uitkeringen.
De premie bedraagt momenteel 1,5% en de maximaal
inkomensgrens is eveneens 38.800,-. Maximaal te
betalen premie derhalve 582,- per jaar.
Het topras van eigen bodem
'hoge suikeropbrengst'
'zeer goede voorjaarsontwikkeling'
'snelle grondbedekking'
'goed rooi baar'
'goede zaadkwaliteit'
fall-bG&aiVH - Kapelle - Tel. 01102-1441
advertentie IM
Zij gingen rustig slapen, verzekerd van de wieg tot het einde.
3.Algemene Kinderbijslagwet.
Voor de loontrekkenden is er nog een kinderbijslagwet
waaruit zij voor de eerste twee kinderen een uitkering
ontvangen.
Voor de kleine zelfstandigen is er eveneens een kinder
bijslagwet voor de eerste twee kinderen, waarbij het in
komen niet hoger mag zijn dan rond 1 8.800,- per jaar.
4.Algemene Wet Bijzondere ziektekosten
A.W.B.Z.
Daaraan betalen wij met zijn allen een premie van 2,8%
over maximaal 38.800,-is afgerond 1.086,-.
5.Algemene Arbeidsongeschiktheid (A.A.W.).
Deze wet is zojuist gestart d.w.z. per 1 oktober 1 976.
Met deze wet wordt beoogd een uitkering te verstrekken
aan alle ingezetenen van 1 8 tot 65 jaar, die reeds langer
dan 1 jaar arbeidsongeschikt zijn.
Zoals gesteld werkt deze wet vanaf 1 oktober 1 976 en in
het laatste kwartaal werd al rond 1 50 miljoen gulden
uitgekeerd.
Wat de premie betreft bedruipt deze wet zichzelf nog niet.
Grote bedragen komen er uit de staatspot.
Vandaar, dat de premie nog slechts 1,9% bedraagt of
maximaal 737,-. Overigens moet men hier een oplo
pende premie verwachten. De uitkeringen zijn eveneens
welvaarsvast en bedragen momenteel bij 100% arbeids
ongeschiktheid rond 17.000,— bruto.
Samen va tting.
Zetten wij de 5 volksverzekeringen onder elkaar dan
moet U met een inkomen van 38.800,- of hoger aan
maximale premie betalen van:
1. A.O.W.10,4% van 38.800,- 4.035,
2. A W W. 1.5% van 38.800,- 582,
3. A K W. 0,8% van 38.800,- 310,
4. A.W.B.Z.2,8% vanf 38 800,- 1 086,
5. A A W. 1,9% van 38.800,- f 737,
Tota&le premie 6.750,
U zult voor een aanvulling moeten zorgen op de pen
sioenuitkering na 65 jaar en het Weduwe- en wezenpen
sioen.
U zult tenminste de risiko's af moeten dekken op gesloten
geldleningen etc.
U zult Uw motorvoertuigen dienen te verzekeren en een
W A. bedrijfs of kering kunt U niet missen. Een brand
verzekering evenmin.
Kortom, U dient naast deze verplichte volksverzekeringen
de nodige voorzieningen zelf te hebben of te treffen. En
dan zal Uw inkomen er naar moeten zijn om dit alles waar
te maken. Het mag dan niet zo gaan als bij die veehouder,
die staande gehouden werd door een dief. Laatstge
noemde zei je geld of je leven. Eerstgenoemde zei, ik ben
veehouder dus ik heb geen geld. Waarop laatstgenoem
de zei dan zul je ook wel niet veel aan je leven hebben.
dei.
In de vorige maand heeft de Tweede Kamer de begroting
1977 van het Departement van Financiën behandeld. In het
debat over deze begroting komen een vrij groot aantal on
derwerpen aan de orde.
Zij zijn niet allemaal nieuw. Over somige zaken is al een
aantal jaren achtereen gesproken, een antal vragen van
kamerleden zijn al meermalen gesteld aan de Minister of de
Staatssecretarissen hebben daarop vorige jaren dezelfde
antwoorden gegeven, als dit jaar. Die antwoorden komen er
dan dikwijls op neer, dat de zaak nog "in studie" is! Er
wordt op het Departement van Financiën veel gestudeerd en
die studies ondervinden nogal eens wat vertraging, omdat de
ambtenaar die ergens mee bezig is, dat werk of die studie
moet onderbreken om iets anders te gaan doen dat niei
langer kan wachten, dat zoals het dan gezegd wordt, een
hogere prioriteit geniet.
Een ander antwoord dat op vragen van Kamerleden naar de
resultaten van studies gegeven wordt is, dat er zoveel tijd
voor nodig is omdat de onderwerpen, waar men zich mee
bezig moeten houden, zo ingewikkeld zijn. Dat is een feit
waar wij niet omheen kunnen en dat niet alleen invloed heeft
op de snelheid waarmee studies afgerond worden, maar ook
op de maatregelen die eventueel genomen gaan worden.
Eén van de vragen die gesteld zijn, is die naar de voortgang
van de studie van de commissie Hofstra. Dit duurt volgens
sommige kamerleden toch wel lang. Het antwoord op de
opmerkingen die wat dit betreft, gemaakt zijn, is dat die
studie binnen de termijn van drie jaar afgerond zal zijn. Dat
is niet 3 jaar na vandaag, want Hofstra is al enige tijd bezig.
A Is hij zijn rapport klaar heeft gaat het naar de Minister van
Financiën en na enige tijd zal het dan worden gepubliceerd.
Het zal dus nog wel een poosje duren voor wij weten op
welke manier de regering, welke dat dan ook mag zijn,
rekening zal willen houden met de invloed van de waarde
daling van het geld bij het berekenen van winsten en andere
inkomsten. Misschien duurt het wel zo lang, dat de waar
dedaling, de inflatie dus, tot staan gekomen is! Dat zou nog
eens een bof zijn, maar laten wij daar niet op rekenen.
Ook dit jaar is door een kamerlid weer aangedrongen op het
nemen van maatregelen om de rente-aftrek bij de inkom
stenberekening te beperken. Het argument is, dat men van
waardevolle zaken b.v. woonhuizen door middel van de
rente-aftrek de financieringskosten voor een deel, bij hoge
inkomens zelfs voor een belangrijk deel, door de fiscus kan
laten betalen. Dit terwijl een eventueel daarop gemaakte
winst in de partikuliere sektor onbelast blijft.
Dat het gehele probleem dat hier zou kunnen zitten eigen
tijk helemaal niet het probleem is dat veroorzaakt wordt
door de mogelijkheid van rente-aftrek, bleek weer eens
duidelijk uit opmerkingen die een ander kamerlid tegenover
zijn collega maakte. Het gaat hier in feite om het al of niet
belasten van vermogenswinsten. Dat dit op al te veel be
zwaren stuit om praktisch uitvoerbaar te zijn, is al meer
malen aangetoond. Het stokpaardje is dan ook verder niet
van stal gehaald!
O ok de aftrek van steekpenningen bij de winstberekening
blijft een vraagstuk, dat de gemoederen blijft bezighouden.
Het is onbevredigend dat steekpenningen betaald worden en
bijzonder onbevredigend dat de ontvanger ervan een goede
kans maakt voor deze soort inkomsten niet belast te worden.
Het blijkt echter ook weer uit dit kamerdebat dat in een
aantal gevallen aan het betalen van steekpenningen niet valt
te ontkomen als iemand een opdracht wil verkrijgen. Vooral
in zaken die zich op internationaal terrein afspelen schijnt
dit nogal eens voor te komen.
De heer Nooteboom heeft tijdens het debat een motie inge
diend waarin hij de kamer verzocht uit te spreken dat er
geen reden is steekpenningen en andere onkosten fiscaal als
aftrekpost te erkennen, als de man die ze heeft betaald, de
naam van de ontvanger niet wil noemen, b.v. omdat die
ontvanger heeft bedongen dat zijn naam geheim zou blijven.
Deze motie is verworpen. Niet omdat de kamer niets tegen
die aftrek zou hebben, maar omdat de staatssecretaris de
kamer al toezegde aan dit punt aandacht te besteden.
Overigens deze zaken liggen vaak moeilijker dan men op
het eerste gezicht zou denken.
Maar dat is met heel veel dingen het geval!
Paauwe
3