Jan de Jonge
op het "Hoog Huis" in Hulst
G,
H,
H,
D
J an is echter in de eerste plaats akkerbouwer.
Akkerbouwer op een flink bedrijf, maar toch
doet hij het werk helemaal alleen. Natuurlijk
heb ik daar mijn bouwplan bij aangepast. Want
D e aardappels heb ik allemaal nog zitten.
Dat kan ik makkelijk doen want ik heb be-
waarvoorzieningen in mijn schuur. Dat is wel
een vereiste wil je tegenwoordig nog een beetje
meespelen op de aardappelmarkt. Ik heb mijn
aardappelen altijd vrij. Ik bind me nooit, niet
aan een koöperatie en niet aan een handelaar.
Ik wil baas blijven over mijn eigen produkten.
Toegegeven hoor, ieder bekijkt dat anders, ge
lukkig is iedereen vrij om te doen wat hij wil,
maar ik ben van mening dat ik me door de
koöperatie niet wil laten binden.
Op bezoek bij:
R. van Wezel
\J ebeurt het U ook wel eens dat U ergens* over de weg rijdt en dat plotseling Uw
aandacht wordt getrokken door een fraaie boerderij. Natuurlijk, dat zullen de meeste
mensen wel hebben. Vooral w anneer zo'n bedrijf ook nog piekfijn erbij ligt. Dat valt op.
Net zo goed dat het opvalt wanneer het ergens een rotzooi is. Nu kan men natuurlijk
gemakkelijk aanvoeren dat iemand die langs de weg woont altijd wel beter op zijn
spullen zal letten dan iemand die ergens achter in de polder huist. Daar durven we een
groot vraagteken bij te zetten. Sterker nog, we geloven er niet zo veel van. 't Zit er in of
't zit er niet in en daar is dan al veel mee gezegd. We kunnen nog een beetje verder gaan
door te stellen: het moet ook in de boerin zitten. Huis, tuin en erf dat zijn domeinen die
nogal eens in beheer zijn bij de boerin. Schuren en stallen vallen meer onder de
verantwoordelijkheid van de boer.
Goed, wanneer U naar de "overkant" gaat met de veerdienst Kruiningen-Perkpolder en
dan verder naar Hulst rijdt, zult U net even voordat U Hulst nadert aan de rechtse kant
van de weg een fraaie boerderij zien liggen. Het huis vooral, en de gebouwen in mindere
mate liggen aanmerkelijk hoger dan de rest van de omgeving. Een reden waarschijnlijk
dat men het bedrijf "Het Hoog Huis" heeft genoemd.
Hulst nadert
et "Hoog Huis" aan de rand van Hulst. De
bebouwing is het bedrijf al akelig dicht gena
derd. Maar 't ziet er nu naar uit dat het met de
stadsuitbreiding in de richting van de boerderij
gedaan is. De gemeente is bezig met het aan
leggen van een brede groenstrook als duide
lijke scheiding tussen de bebouwing en het ak
kerland.
Jan de Jonge slaakt er een zucht van verlichting
bij want hij, een boer in hart en ziel, heeft er
helemaal geen behoefte aan om zijn verwor
ven pachtboerderij kwijt te raken aan de uit
breidingsdrift van de gemeente Hulst.
Een vaste oeververbinding hoeft niet
.et is een mistige sombere dag wanneer we
het erf oprijden voor een gesprek met Jan de
Jonge. De wereld is maar klein, we hebben
nogal wat tijd verprutst met het wachten voor
de pont. Dan stel je al vlug de vraag of hij niet
blij zou zijn met een vaste oeververbinding
over de Westerschelde. Het blijkt dat Jan de
Jonge echter helemael niet zit te wachten op die
vaste oeververbinding. Het zal mij een zorg
zijn. zegt hij. Je hebt tegenwoordig een auto en
erg geschikte plaats. Ik heb er met allerlei ma
chines omgegaan, en natuurlijk een schat van
ervaring opgedaan. Wel moet ik er bij zeggen
dat ik nooit uit het oog verloor dat ik uiteinde
lijk toch boer wilde worden. Maar je weet dat is
tegenwoordig gemakkelijker gezegd dan ge
daan. Op een dag hoorde ik echter, dat er een
bedrijf in de buurt van Hulst door de pachters
zou worden verlaten. Je begrijpt dat ik helaas
niet de enige was die dit nieuwtje ter ore kwam.
Er waren heel wat meer kapers op de kust.
Uiteindelijk ben ik het geworden. Ik werd
nieuwe pachter op het "Hoog Huis". Waarom
ik het nu geworden b£n en een ander niet? Ja,
dat weet ik ook niet zo. Ik weet wel dat het de
eigenaar niet te doen was om het geld. Bij hem
ging het er om of je in de smaak viel? Nou. trek
dan de konklusie zelf maar....
Er viel veel aan op te knappen
een wonder dat er veel gegadigden waren
voor dit bedrijf. Het heeft ongeveer vijftig ha
grond van goede kwaliteit. Waar vind je zoiets
nog vrij? Maar nu was het ook weer niet zo dat
het bedrijf als een rijp appeltje in Jan de Jonge
zijn schoot viel. Er viel nogal het één en ander
aan op te knappen. De vorige pachters waren
Jan de Jonge is trots op zijn bedrijf. Hij is een handige doe het zeiver, want ook het hek en de
letters "Hoog Huis" heeft hij zelf gemaakt.
wat maakt het nu uit of je een poosje moet
wachten op de boot.
Als het mooi weer is dan is zo'n tochtje met de
veerpont toch een gezellige onderbreking van
de rit. Voor het vrachtverkeer hoeven ze het
volgens mij ook niet te doen, want veel van die
vrachtwagens gaan al over België. Verder zal
het volgens mij met de kosten ook wel tegen
vallen. Want een vaste oeververbinding die zal
ergens ook terug betaald moeten worden, dan
krijg je weer die tolheffing. Er zijn wel eens
mensen die menen dat we hier in Zeeuws-
Vlaanderen in een geïsoleerde positie zouden
leven. Maar ook dat gevoel hebben wij nog
nooit gehad. We vinden dat we er net zo goed
bij horen als de rest van het land.
Uiteindelijk wilde ik boer worden
J an de Jonge is vijf en dertig jaar. hij is ge
trouwd, en ze hebben één zoontje van vijfjaar.
Ik ben geboren en getogen op het boerenbe
drijf. We waren thuis met zijn tweeën. Na
tuurlijk dan is er in deze tijd maar plaats voor
één man meer. Ik ben toen een tijd lang gaan
werken bij het loonbedrijf Pateer in Kuitaart.
Dat was niet zomaar een toevalligheid, hoor. Ik
heb altijd interesse gehad in machines en me
chanisatie. Dan is een loonbedrijf daarvoor een
geschikt is om helemaal in akkerbouw te heb
ben, heb ik toch nog een perceel van ander
halve hektare in weiland liggen.
Charlois mestvee, een hobby
at heb ik speciaal voor een van mijn grote
hobby's, öet fokken en mesten' van Charlois
vee. Ik heb er nu een stuk of veertien, groot en
klein, plus nog een stier. Dat ik die stier er bij
heb komt omdat je tegenwoordig geen Charlois
vee uit Frankrijk in mag voeren. Vroeger was
dat nog wel. maar ze nemen het daar nog niet
zo nauw met de kontrole op T.B.C. Je kunt
natuurlijk niet met dat ongekontroleerde vee
Nederland binnenkomen. Maar nu ik die stier
er bij heb lopen kunnen we zelf doorgaan met
fokken. Het is echt wel een liefhebberij, hoor.
Maar toch moet ik ook zeggen dat het tevens in
mijn ogen ook een lekker spaarpotje oplevert
Kijk, vee verzorgen dat is in de eerste plaats
winterwerk. Op een akkerbouwbedrijf heb je
ook altijd een hoop met afval van je akker-
bouwprodukten die heel goed bij de mesterij te
gebruiken zijn. Dan heb je die omzet van een
afvalprodukt in kwaliteitsvlees het eerste ver
diend. Nu moet ik er verder ook nog bij zeggen
dat je door dat vee wel meer gebonden bent.
Als akkerbouwer kon ik natuurlijk al het vee
vergeten, dan kon ik in de winter, weken van
mijn bedrijf af als ik dat zou willen. Maar die
gebondenheid die bezwaart ons in het geheel
niet. Je moet ook niet denken dat je met een
paar beesten minder gebonden zou zijn dan
met een grote veestapel van vijftig stuks of
meer. Ik ben nu al zo'n jaar of acht bezig met
dat mestvee. Destijds gingen we ieder jaar, met
een kennis, naar Frankrijk om de dieren zelf te
kopen. We kochten dan grote magere beesten,
die hielden we een seizoen op stal en in de wei,
waarna ze rijp waren voor de slacht. Nu moe
ten we ze dus zelf fokken. Verder houd je na
tuurlijk ook kontakt met kollega's die ook met
dit vee fokken. We ruilen dan wel eens onder
elkaar. Invoeren zou nog wel gaan, maar dat
zijn dan dieren die van gekontroleerde bedrij
ven komen. Dtiar hebben ze in Frankrijk dan al
zoveel kosten voor moeten maken dat het vee
daardoor ook onbetaalbaar is geworden.
Een éénmans bedrijf vereist een speciaal bouw
plan
allerlaatste moment gaan rooien. Mirakels, wat
die peeën toen nog hebben gedaan. Het heeft
me heel wat meer kilo's opgeleverd. De bieten
heb ik deels aan de Suiker Unie en deels aan de
CSM geleverd bij de fabrieken in Sas van Gent.
Links en rechts zijn er hier nogal wat boeren
die vrije bieten hebben en hun produkt leveren
aan de suikerfabriek in Moerbeke in België.
Het voordeel hiervan is dat de bieten onmid
dellijk worden weggehaald wanneer ze zijn
gerooid. Met onze eigen suikerindustrie zit dat
nog wel eens moeilijk, 't Komt voor dat de
gerooide bieten weken aan de hoop moeten
liggen. In België gaat dat een stuk gemakkelij
ker. Hoe langer die bieten aan de hoop liggen
hoe meer verlies je hebt. Je hoeft het niet voor
de prijs te doen zoals sommigen wel eens den
ken, die zal wel ongeveer op het zelfde niveau
liggen.
Het loof en de koppen die houd ik zelf. Ik heb
altijd te veel. maar dan verkoop ik het aan de
veehouders in de streek. Vooral dit jaar waren
die er bijzonder blij mee.
Ik was hier een van de eersten die op eindaf-
stand ging zaaien. Ik heb nog maar één keer
meegemaakt dat het mis ging. Toen moest ik
overnieuw zaaien.
Ik blijf baas over mijn eigen produkten
In 1970 is hier de schuur afgebrand. Bij de
opbouw heb ik toen meteen de gelegenheid
aangegrepen om er een koelruimte in te bou
wen. Wanneer je zelf vorstvrij kunt bewaren
dan ben je een vrij man. als je tenminste de
centjes niet direkt nodig hebt.
Aardappels 20 ton per gemet
Ik ben in het afgelopen najaar vijf en vijftig
centen veldsgewas geboden. Ik verkocht ze
niet. Of dat wijs is geweest!? De tijd zal het
leren. Maar als ik nu dezelfde wil blijven van
die ik was toen ze me die vijf en vijftig cent
boden, dan moet ik er nu minstens vijf en zestig
Langs de drukke weg naar Hulst ligt het akkerbouwbedrijf van ruim vijftig hektare. Ook hier is
een ruilverkaveling geweest. De oude stoere bomen zijn toen ook zonder "inspraak" blijven
staan.
bejaarde mensen waarvan niemand meer kon
verwachten dat zij nog met dezelfde frisse
ideeën rondliepen als Jan. Je kon er maar aan
gaan staan, merkt hij op. Maar als je jong bent
en je wilt. dan kun je veel verzetten. De vorige'
pachters trokken van het bedrijf weg en bouw
den een nieuwe bungalow in Hulst. Zo nu en
dan komen ze nog wel eens langs. Het zal hun
zeker ook wel opgevallen zijn dat er een wisse
ling van de "wacht" heeft plaatsgevonden.
Voor de verkaveling zat je op een eiland
In de jaren '67/'68 werd de streek hier verka
veld. Dat was natuurlijk een zegen voor het
gebied. Ik heb wel eens horen vertellen, zegt
Jan. dat dit bedrijf vroeger veertig verschillen
de perceeltjes had. Natuurlijk was het toen ook
veel meer een weidebedrijf. Daar kwam nog bij
dat vooral in de winter en het najaar het met dc
ontwatering niet al te best zat. Overal stond
water en plassen. Misséhien is dat overigens
wel een van de redenen dat men destijds be
sloot om het bedrijf op een terp te bouwen.
Maar na die verkaveling werd het anders. Nu
heb ik maar één perceel aan de overkant van de
weg. de rest van het bedrijf ligt hier achter de
schuur, netjes in rechte lange kavels. Je kent je
gemak niet. Ofschoon de grond van nature
je kunt wel van alles op je nek halen, maar je
moet het ook allemaal goed verzorgen, tèn-
manswerk is gauw overzien. Daarom is Jan in
dit opzicht voorzichtig te werk gegaan. In het
bouwplan vinden we tien na konsumpueaar-
dappelen. 10 ha vlas. 10 ha wintertarwe, tien ha
korrelmais. terwijl de rest vaak verdeeld wordt
tussen suikerbieten en kapucijners. Een over
zichtelijk bouwplan, dat ik goed de baas kan
blijven. Natuurlijk spelen in zo'n bouwplan
ook persoonlijke voorkeuren een rol. Ik houd
niet van het gewas suikerbieten. Voor de
vruchtwisseling neem ik ze op. maar anders zag
je ze bij mij op het bedrijf niet. Verder heb ik er
dan nog het voordeel van dat ik het loot en de
koppen aan mijn Charlois voor een gedeelte
kwijt kan. Bovendien vind ik datje aan bieten
gewoon te weinig kunt verdienen, met naar
verhouding toch nog veel te veel werk. De bie
ten die ik dit jaar had waren goed. Een hoge
kilo opbrengst maar een veel te laag suikerge
halte. Dat is trouwens bij iedereen wel zo ge
weest. Vroeger hoorde je daar toch niet van.
Gehaltes van zeventien, achttien procent wa
ren niks bijzonders. Ik weet wel. de opbrengst
was toen minder. Ik kwam dit afgelopen jaar
aan vijf en twintig ton bieten netto per gemet.
met een gehalte van 14.8 procent, 't Lijkt wel of
er geen suiker meer in zit. Ik ben pas op het
cent van beuren. Immers, door dat bewaren
ben ik ook heel wat kilo's kwijt. Ach. ik mag
wat betreft mijn aardappels helemaal niet
mopperen. Ik heb ongeveer twintig ton per ge
met veldsgewas geoogst. Misschien zijn er wel
betere, maar ik neem aan dat er heel wat meer
slechter af zijn geweest.
Ik heb medelijden met degenen die aan een
kontrakt hebben vastgezeten. Ik vind dat de
handel hier en daar een beetje misbruik heeft
gemaakt van haar positie. Ze boden duur
pootgoed aan met de belofte dat dit niet kon-
tant betaald moest worden, maar dan wel met
de voorwaarde, dat zij de patatten zouden
kopen, tegen een vastgestelde prijs die hier en
daar niet ver boven de twintig cent de kilo lag.
terwijl er ook wel zijn die nog lager uit de bus
zijn gekomen't Een hangt natuurlijk met het
ander samen, wanneer je een jaar slecht finan
cieel bent uitgekomen, dan durf je niet zo goed
aan dat dure pootgoed te beginnen. Je bent dan
al vrij vlug gebonden aan de handel, als je toch
verder wilt gaan. Zelf koop ik altijd mijn poot
goed al in het najaar. Ik heb nu alles op het
bedrijf zitten. Dat komt wel eens een enkele
keer slecht uit. maar door de bank genomen,
ben je er toch het beste mee.
14