MODERNE DRAINAGE EN WAT ERAAN VAST ZIT T en aanzien van kokos is geconstateerd, dat in bepaalde gevallen deze in de grond vrij snel verteert, zonder echter een nadelige invloed op de werking van drainage te kunnen vaststellen. Drainage vraagt onderhoud. Samengesteld door: Ing. A.E. Havenga en Ing. W. v.d. Meer Een van konklusies uit het vraagpunt, ervaringen met bouwen, verharding, drainage en egalisatie, dat door de Groninger Maatschappij van Landbouw aan de orde werd gesteld was. De boer weet te weinig van drainage af. Dit is aanleiding geweest voor het leggen van kontakten tussen de Cultuurtechnische Dienst in Groningen en de Groninger Mij. van Landbouw. Uit dit kontakt zijn tot slot een aantal interessante artikelen over drainage tot stand gekomen, waarvan wij dank baar gebruik maken. Voor omhulling te weinig belangstelling en afdek- c.q. omhullingsmateriaal kan bij drainage nodig zijn voor een tweetal doelein den, nl. enerzijds als filtermateriaal, ofwel voor het tegenhouden van zand- en slibdeeltjes anderzijds voor het verminderen van de weer stand, die het water moet overwinnen om vanuit de sleuf in de drainbuis te komen, ofwel het vergemakkelijken van de toestroming. Voor de eerste functie is een materiaal nodig met een fijne structuur, zoals glasvlies en an dere kunststofsoorten; op gronden met ijzer houdend grondwater is hierbij de kans op ver stopping als gevolg van roestafzetting groot. Voor de tweede functie wordt een materiaal verlangd, dat volume (dikte) heeft met tevens een open structuur, zoals de organische mate rialen, kokos, turfmolm, vlasvezel e.d. Een na deel hierbij is, dat in gronden met een niet stabiele structuur (vooral zavelgronden) slib en zanddeeltjes in de buis komen, welke de af- voercapaciteit van de drain doen afnemen. Beide functies stellen dus tegengestelde eisen aan het omhullingsmateriaal en het is duidelijk dat er geen goede tussenoplossing gevonden moet worden. Wel is het zo, dat bij iedere grondsoort het accent op één van beide functies kan worden gelegd. Werd in het verleden meer nadruk gelegd op het verminderen van de weerstand, thans is de aandacht meer ge richt op de filterfunctie. den. Als redelijk tot goed functionerende ma terialen kunnen worden aangemerkt kokos, turfkokos en turf (in een netje). Bij turf is het vooral van belang, dat de kwaliteit goed is (niet te veel molm). Omdat de vraag naar turf stijgt en de hoeveel heid turf van goede kwaliteit beperkt is, ligt de prijs boven die van kokos. Van de bestaande kunststoffen, als glasvlies en krammat, is bekend dat deze een fijne structuur hebben, die nogal eens aanleiding (hebben) Omhulling op zavelgrond gewenst. Kort geleden is een landelijk onderzoek af gesloten, dat gericht was op de mate van ver zanding en inslibbing van drainbuizen, welke afgedekt of omhuld waren met verschillende materialen of kaal waren gelegd. Dit onder zoek was gericht op de zand- en zavelgronden. Bevindingen: 1. Geen van de organische afdek- of omhul lingsmaterialen (kokos, losse turfmolm, turf- band, turfkokos, vlasband) is geheel bedrijfs- zeker. 2. Omhullen is doorgaans beter dan afdekken. 3. Verzanding beperkt zich in hoofdzaak tot de zavelgronden (in ondergrond licht materiaal), voorzover deze lichter zijn dan 30% afslibbaar). Geconcludeerd kan worden, dat op zavelgron den, lichter dan ca. 30% .afslibbaar, het toepas sen van een omhullingsmateriaal gewenst is. Dit geldt ook voor bepaalde veen- en zandgron Diverse organische omhullingsmaterialen. gegeven tot verstopping; vooral glasvlies heeft wat dat betreft een zwart verleden. In Zeeland wordt echter volop met glasvlies gedraineerd op de zavelgronden en met goed gevolg. Voor een redelijk functionerend omhullingsmate riaal (filterwerking toestroming bevorde rend) is voor de praktijk de keus beperkt tot kokos, turfkokos en turf. Geen bovengrond op de drain. ding in het eerste jaar het grootst. In de sleuf bevindt zich veel los materiaal, dat pas na lange tijd weer een stabielere structuur herkrijgt. Wanneer kort na het draineren dan ook veel regen valt, treedt in zo'n sleuf veel transport op van zand en slib. Vooral dan moet een omhul lingsmateriaal zijn nut bewijzen. Na de eerste twee jaar neemt de stabiliteit van de grond rond de drain toe, waardoor verzanding of in slibbing geringer is. Opgemerkt dient te wor den, dat bij het doorspuiten het slib wel is te verwijderen, maar dat zand zich niet of zeer moeilijk laat verwijderen. Draineer alleen bij droge ondergrond. In het bovenstaande kwam al sterk naar vo- De vertering wordt veroorzaakt door een schimmel, welke onder bepaalde omstandig heden zich gunstig kan ontwikkelen. Als één van de belangrijkste factoren óierbij is te noe men de aanwezigheid van organisch materiaal. Het is dan ook onjuist om voor de zgn. goede goede werking van de drainage eerst een steek bovengrond op de drain aan te brengen. Niet alleen in verband met kokos, maar ook in algemene zin, omdat door de natheid op drainniveau het organische materiaal niet zel den verzuurt en daarbij een ongunstige invloed heeft op de drainage. De geconstateerde verteringsverschijnselen bij kokos zijn echter geen reden dit materiaal niet meer te gebruiken, daarvoor zijn de resultaten in brede zin te goed. Momenteel is men ook een betere kwaliteit kokos gaan gebruiken. Vooral op zavelgronden is de kans op verzan- Er moet bij het inbrengen van de drainage op gelet worden dat het omhulsel niet beschadigd is, zoiets is ontoelaatbaar. ren, dat de omstandigheden bij het draineren van belang zijn. Meer dan alle andere zaken zijn de aanlegomstandigöeden bepalend voor het welslagen van de drainage. Het gebruiken van een omhullingsmateriaal is daarom ook geen verzekering tegen het risico voor het wer ken onder minder goede omstandigheden. Daarom: a. Drainage uitvoeren in perioden, dat het grondwater lager is dan het drainniveau. b. Zorg voor een goede en snelle sleufdichting. c. Geen water uit plassen e.d. via de verse drainsleuf laten afvoeren. d. Bij doorsnijding van oude drains voorzie ningen treffen of aansluiten. e. Geen humeuze bovengrond op de drain omhulling) aanbrengen. De zomer- en herfstperiode zijn de meest gun stige tijden voor het draineren; op het eind van het groeiseizoen van gewassen is vooral de on dergrond goed droog. Kunststof in ontwikkeling. Sinds kort is er een aantal nieuwe omhul lingsmaterialen op de markt gekomen, die vooral voor de zavelgronden interessant lijken. Het betreft synthetische materialen, welke enerzijds een goede filterwerking hebben en anderzijds toch voldoende volumineus (dik) zijn om de toestroming van water niet te be lemmeren. Bovendien zijn deze kunststoffen gevrijwaard van vertering, zoals dat bij orga nische materialen kan voorkomen. Het gaat hierbij vooral om polypropyleenvezel of kunstkokos en polystyreenballetjes in een ge perforeerde folie. Naast deze twee zijn er nog een paar, die een goede aanvulling lijken op het beperkte pakket van goede omhullingsmate rialen, die thans worden gebruikt. Hoewel de genoemde materialen in het labo ratorium uitstekende resultaten geven, zijn de ervaringen in de praktijk zeer beperkt. Door de C.D. zijn landelijk een aantal proefvelden aangelegd, waarin nieuwe omhullingsmateria len worden getest. Voorlopig is ook het aanbod nog te gering om op grotere schaal te worden toegepast. In onderstaande tabel is een overzicht weerge geven van d.e wenselijkheid van het toepassen van een omhullingsmateriaal op diverse bo demtypen. Het zal duidelijk zijn, dat het goed functione ren van de drainage een zeer belangrijke zaak is. De aanleg van drainage is daarbij vaak een hele investering, waarvan men gedurende een lange tijd de vruchten hoopt te plukken. Teneinde dit te kunnen bereiken, is onderhoud van het drainagestelsel dan ook noodzakelijk. Dit onderhoud bestaat dan vooral uit door spuiten en het schonen van drainagesloten en de eindbuizen. In de praktijk wordt veel te vaak geconstateerd, dat de sloten niet worden onderhouden, dat de uitmondingen verdwenen zijn, vol modder en gras zitten of volledig zijn vernield door talud- maaien of afbranden. Dit wordt niet alleen bij oude drainage geconstateerd, doch ook al vaak bij nieuwe drainage. Uit een daartoe ingesteld onderzoek in Groningen bleek, dat ongeveer 25 pet. van de bedrijven de drainage min of meer regelmatig wordt onderhouden. Van gericht periodiek onderhoud is nauwe lijks sprake. Het onderhoud door de boer zelf is wegens tijdgebrek een afnemende zaak, alleen op de grotere bedrijven met meerdere arbeids krachten wordt nog wel eens onderhoud ver richt met een lagedrukinstallatie. Het doorspuiten van drainage is een vorm van groot onderhoud, dat op het ene bodem type vaker nodig is dan op het andere. Ook de kwaliteit van de drainage (gebruik van een omhullingsmateriaal is kwaliteitsverhogend) speelt hierbij een rol. Het doorspuiten is soms een vrij kostbare aangelegenheid. Daarbij speelt ook het vertrouwen dat men heeft in een doorspuitbedrijf een belangrijke rol. Soms wordt dit groot onderhoud ook bewust nagela ten, omdat men meent, dat men na verloop van tijd beter opnieuw kan draineren. zo'n 28.000 liter water uit de uitmonding moet komen, ofwel zo'n 20 liter per minuut. Nu is 7 mm. wel een hoge afvoer, maar 4 of 5 mm. zal toch geregeld voorkomen in de winterperiode. Zelf afvoer meten. Door meting van de afvoer in natte perioden kan men zelf ook een indruk krijgen over het meer of minder goed functioneren van de drainage. Met een emmertje of litermaat kan gemeten worden hoeveel water er in 'n be paalde tijd wordt afgevoerd. Bij een afwate rende oppervlakte van weer zo'n 4.000 m2 (drainlengte en afstand) meet men bijv. 0,71. in 10 seconden. Dit betekent dat per dag 0,7 x 6 x 60 x 24 is 6048 liter wordt afgevoerd, ofwel 6,048 m3 0,0015 m. ofwel 1,5 mm. 4.000 m2 In natte perioden is dit duidelijk veel te weinig. De oorzaak kan liggen in verstopping van de drainbuis of in de toestroming naar de drain buis (hoge intreeweerstanden). In het voorgaande is uiteengezet, dat de boer zelf op simpele wijze al veel aan het onderhoud kan doen en desnoods ook een indruk kan verkrijgen van de werking - van de drainage in natte perioden. Wanneer men moet besluiten tot groot onder houd (doorspuiten) is een moeilijke zaak; in gronden met roest-afzettingen en in gronden met kans op zand- en slibinspoelingen is dit meer en vaker nodig dan op (zware) kleigron den en sommige zandgronden. Met name op zavelgronden is het aan te beve len om 1 2 jaar na aanleg de buizen door te laten spuiten, omdat juist in de eerste tijd de grootste inslibbing en verzanding optreedt. Dit is vooral gewenst wanneer de aanlegomstan- digheden minder gunstig waren. Onderhoud eindbuis en sloot is goed begin. Veel verbetering kan men bereiken met een jaarlijks terugkerend beperkt onderhoud, dat weinig tijd vergt en bovendien door de boer zelf kan worden uitgevoerd. Dit onderhoud is vooral gericht op slootonder- houd en het onderhoud aan de eindbuizen. De eindbuizen moeten dan in de herfst vrij ge maakt worden van modder en begroeiing. Met een bamboestok of een stuk plastic buis van enkele meters kan men de laatste meters van de drain doorsteken en wat reinigen. Deze han deling dient zonodig een keer herhaald te wor den in de afvoerperiode. Het belang van een goede uitstroming van water uit de drain kan met het volgende voorbeeld worden onder streept. Bij een drainlengte van 250 m. en een onderlinge afstand van 16 m. is de afwaterende oppervlakte 4.000 m2. Wanneer in zeer natte perioden door drainage 7 mm. per dag moet worden afgevoerd, betekent dit, dat per dag Het onderhoud van de drainage is een rendabele zaak. 10

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 10