Stikstofgift op granen aanpassen aan
gemineraliseerde bodemstikstof
16 en 17 februari Open huis
Proefboerderij Cranendonck Maarheeze
D e aanpassing op proefbeorderij Cranendonck te Maar
heeze zijn atgelopen jaar gereed gekomen. Alle aandacht is nu
weer gericht op het onderzoek ten behoeve van de rundvee
houderij op de zuidelijke zandgronden. Op 16 en 17 februari a.s.
worden de deuren van Cranendonck voor iedereen opengezet.
Tijdens deze dagen worden er geen speciale groepen rondgeleid.
Iedereen kan op eigen gelegenheid rondkijken en horen wat er
gebeurt, want overal op het bedrijf zullen medewerkers aanwe
zig zijn om de nodige informatie te geven. Vooral voor hen die
nog niet in de gelegenheid waren Cranendonck via een excursie
te bezoeken, kan dit een goede kennismaking zijn. Reserveer
één van deze dagen: U bent van harte welkom! Aldus de uit
nodiging van ing. N. v.d. Heuvel namens C.R.A. Eindhoven,
waarin o.m. nog de volgende bijzonderheden staan vermeld en
informatie over de lopende en komende onderzoekprojecten
wordt gegeven.
Graszaad onder wintertarwe
KORTE WENKEN C.A.R.-Zevenbergen
AKKERBOUW
Straks komt weer de tijd dat er stikstof ges
trooid moet worden op de wintergranen. De
mogelijkheid bestaat nu om door middel van
een grondonderzoek nauwkeurig te bepalen
wat er nog aan gemineraliseerde bodemstikstof
in grond achtergebleven is. Met deze gegevens
in de hand kunnen we de stikstofgift voor het
komende groeiseizoen beter bepalen dan
voorheen.
Ing. J. Mulder van het C.A.R. IJsselmeerpol-
ders schrijft hierover in het maandblad
"Aspekten van de landbouw" het volgende:
De belangstelling voor het stikstofonderzoek is
sterk toegenomen. Er zijn inmiddels hier en
daar al heel wat onderzoekresultaten verkregen
die als basis dienen voor de advisering aan de
graantelers. In overleg met diverse instanties is
een aantal richtlijnen opgesteld over de relatie
tussen de hoeveelheid gemineraliseerde bo
demstikstof en de gemiddelde optimale kunst-
meststikstofhoeveelheden op granen. Deze
richtlijnen zullen vanaf januari 1977 direkt bij
Overzicht van de richtlijnen over de relatie tussen de hoeveelheid gemineraliseerde bodemstikstof
en de gemiddelde optimale kunstmesthoeveelheden op granen.
de uitslag van het bodemstikstofonderzoek
vermeld worden.
Het bedrijfslaboratorium voor grond- en ge-
wasonderzoek te Oosterbeek heeft zich met de
uitvoering hiervan belast.
Richtlijnen voor gemiddelde optimale kunst-
meststikstofhoeveelheden bij granen
In de tabel word een overzicht van genoemde
richtlijnen gegeven.
Bij de richtlijnen wordt er vanuit gegaan dat de
kunstmeststikstof in twee keer wordt toege
diend.
Gewassen
Eerste kunstmest
N-gift in kg per ha 1)
Tweede kunstmest N-giften in kg per ha
Bodemstikstofvoorraad in de grond
170 170-200 200
Wintertarwe
140 min bodemvoorraad
60
30
0
Zomertarwe
120 min bodemvoorraad
50
30
0
Haver
120 min bodemvoorraad
50
30
0
Wintergerst
120 min bodemvoorraad
60
30
0
Zomergerst
120 min bodemvoorraad
0
0
0
I) Eerste kunstmeststikstofgift voor wintertarwe maximaal 100 kg N per ha.
Eerste kunstmeststikstofgift voor zomertarwe, haver en wintergerst maximaal 80 kg N per ha.
Door stikstofonderzoek heeft U de opbrengst
beter in de hand.
Gedurende 1976 werd Cranendonck door ruim 60 excursies met
in totaal bijna 2500 personen, bezocht. De bezoekers tonen veel
interesse voor de proeven die worden gedaan. Veel belangstel
ling bestaat ook voor de nieuwe stal en voor de jongveeopfok.
Het onderzoek is evenzeer van belang voor veehouders die zich
richten op "niet meer maar beter" en geen grotere investeringen
meer willen doen, als op bedrijven die reeds aangepast zijn of
alsnog willen aanpassen. Uit het overzicht van de proeven voor
1977 blijkt dat duidelijk.
Voederproeven gericht op rantsoenen met veel stro
R.eeds vanaf 2 september worden groepen van 6 melkkoeien,
die elk tot 25 kg melk geven, gevoerd met stro als enig ruwvoer
en met stro snijmais. De dieren met alleen stro in het rantsoen
nemen daarvan 5 kg droge stof per dag op en krijgen daarnaast
krachtvoer tot de norm voor de produktie. De dieren met snij
mais stro krijgen 4 kg droge stof uit maiskuil en 2 kg uit stro,
met eveneens krachtvoer tot de norm voor de produktie. Het
krachtvoer wordt steeds in 4 keer verstrekt, nl. 5 kg om 12 uur 's
De deuren van Cranendonck staan 16 en 17 februari voor ieder
een open.
Grote giften krachtvoer
spreiden lijkt noodzakelijk
Begin december zijn enkele groepen pas afgekalfde koeien
met een melkproduktie boven 25 kg per dag bij de proeven
betrokken. Eén groep krijgt onbeperkt tarwestro en krachtvoer
tot de norm voor de produktie, verdeeld over 4 giften per dag,
zoals ia de vorige proeven omschreven. Een andere groep krijgt
het krachtvoer in de melkstal en direkt na het melken aan het
voerhek. Deze groep laat dikwijls resten liggen, zowel van
krachtvoer als van stro en'ook de melkgift lijkt iets lager. Sprei
ding van grote krachtvoergiften lijkt dus gunstiger.
Proeven voor de komende zomer
intussen worden op Cranendonck de nodige voorbereidingen
getroffen voor het komende seizoen. De volgende proeven staan
op het programma voor 1977:
grassoorten voor zomerstalvoedering
bijvoeren in de zomer
verkorting van de veldperiode bij voordrogen
grote hoeveelheden drijfmest op mais
mengteelt van snijmais en sojabonen
oogsttijdstip van snijmais
gras-roggemengsel voor tussenteelt bij snijmais
kweekbestrijding in het voorjaar voor snijmais
stikstofbemesting voor snijmais
vliegenbestrijding bij jongvee in de weide
middags, 5 kg om 9 uur 's avonds en het resterende deel 's
morgens en 's middags in de melkstal. Inmiddels hebben deze
dieren 4 maanden op rantsoenen met minimale hoeveelheid
ruwvoer gestaan. De melkgiften zijn volgens het normale ver
loop van het laktatiepatroon gedaald. Verder zijn bij de dieren
geen bijzonderheden waargenomen.
Voederproeven met jongvee
R.eeds vanaf 1972 wordt op Cranendonck gezocht naar de
beste rantsoenen voor jongvee. Groepen van 6 tot 9, 9 tot 12 en
12 tot 14 maanden oud, kregen ruwvoederrantsoenen met hooi,
voordroogkuil of snijmaiskuil. Bij elke leeftijdsgroep werd een
royale'naast een krappe hoeveelheid aan voederwaarde ver
strekt. Het effekt op de groei en konditie werd door regelmatig
wegen vastgesteld. Hierbij bleek dat bij goede kwaliteit ruwvoer
in het geheel geen krachtvoer nodig was en het ruwvoer zelfs in
beperkte mate verstrekt moest worden om vervetting te voor
komen.
Ook bij de pinkenproeven bestaat het ruwvoer deze winter uit
stro, waarbij uiteraard wel een krachtvoeraanvulling nodig is. Er
wordt naar gestreefd een groei van 300 gram per dag en 600
gram per dag te bereiken bij elke leeftijdsgroep. Ook deze proef
is dus volledig aangepast aan de praktijkbehoefte van dit jaar,
tengevolge van de droge zomer.
In de brochure "Grasaspekt" van Barenbrug Holland B.V.
worden een aantal redenen genoemd waarom wintertarwe een
goede dekvrucht kan zijn voor graszaad.
Maar dan moet de teler wel de nodige aandacht hieraan beste
den. Dit geld niet alleen voor de reeds ingezaaide graszaadper
celen, maar zeker ook voor de percelen die straks in het voorjaar
zullen worden ingezaaid.
Wanneer men besluit om wintertarwe als dekvrucht te gebrui
ken is het volgens Barenbrug goed de volgende punten in het
oog te houden.
1Neem een wintertarwe-ras dat weinig gevoelig is voor korrel-
uitval (zie hieronder de gegevens in de rassenlijst)
2.0verleg met deskundigen de wijze van inzaai. Mogelijk kunt
U gebruik maken van een speciale zaaimachine met dubbele
zaaibak waarmee U in één werkgang de wintertarwe en het
graszaad kunt zaaien. Het is niet alleen een werkbesparing,
BIJ HET PROEFSTATION voor de Groenteteelt in de volle
grond te Alkmaar, Postbus 266, zijn uitgebreide teeltbeschrijvin
gen verkrijgbaar van diverse gewassen. Om er enkele te noemen,
knolselderij, stamslabonen, tuinbonen, spinazie, spruitkool, prei
enz. Voor enkele guldens hebt U zo'n boekje in Uw bezit.
WAAROM ZOU U bij het zaaien van suikerbieten verder gaan
dan 18 cm in de rijU krijgt dan bij een rijafstand van 50 cm, ±11
zaadjes per m2. Bij een opkomstpercentage van 70 a 80 wordt dat 8
planten per m2 80.000 planten per ha. Volgens het I.R.S.te
Bergen op Zoom kunt U zelfs gaan tot 100.000 planten. Waarom
zou U onnodige risiko 's lopen.
HEBT UAL EENS gehoord van een losbladig bouwboek? Dit is
een aangepast bouwboek voor het moderne akkerbouwbedrijf.
maar deze inzaaimethode geeft bovendien de beste resultaten.
2.Pas de groei van de wintertarwe aan bij de dekvrucht.
D.w.z..zorg ervoor dat het gewas niet te zwaar wordt. Wanneer
het nodig is pas dan een CCC-bespuiting toe en voorkom door
een goede bestrijding van voetziekten en afrijpingsziekten lege
ring en korreluitval.
4.Belangrijk is het om de stikstofgift op wintertarwe in twee keer
te geven. Een latere overbemesting komt zowel de graanop
brengst als het graszaadgewas ten goede.
5,Oogst de wintertarwe tijdig en zorgvuldig. Rijd niet te snel en
zorg voor een goede afstelling van de maaidorser. Hierdoor kan
korrelverlies worden voorkomen waarmee het risico van tar-
we-opslag in een later stadium wordt verkleind.
6.De bestrijding van de eventuele wintertarweopslag moet
vooral op het juiste tijdstip worden uitgevoerd.
Alles onthouden kunt U beslist niet, vooral t.a.v. voorvrucht, be
mesting en opbrengst. U weet wel waar dit verkrijgbaar is.
NA EÈN WARME DROGE zomer is het poot goed vlugger ver
ouderd (versleten) dan na een normale zomer. Zeker is de beste
methode. Nu is een koude bewaring van 3. Vergeet dan echter niet
dat dit koude poot goed, tijdig d.w.z. minstens 2 weken voor het
poten moet worden opgewarmd. Het laatste is zeer belangrijk voor
een vlotte beginontwikkeling.
U ZULT INMIDDELS wel vernomen hebben dat de nateelt van
het poot goed van afgelopen jaar tegenvalt. Een reden temeer om
geen poot goed te draaien uit de konsumptieaardappelen. U moet er
rekening mee houden dat 10% ziek, weinig opbrengstdaling te zien
zal geven. Dat wordt wel opgevangen door de gezonde planten.
Wanneer de helft echter ziek is, moet U rekenen op een op
brengstdaling van 20%.
VEEHOUDERIJ
U KENT ZE WEL die kleine kortbenige gravers met hun spitse
snuit en fluwelen velletje. Bij dit ideale weer nemen de molshopen
Overschot amerikaanse uitvoer van landbouwprodukten
Het overschot van de Amerikaanse uitvoer van landbouwpro
dukten naar de Gemeenschap ten opzichte van de Europese
uitvoer naar Amerika is gestegen van 1.370.226. 000 dollar in
1970 tot 4.407.163.000 dollar in 1975, aldus een mededeling van
de Europese Commissie.
De Verenigde Staten hebben namelijk steeds grotere hoeveel
heden uitgevoerd, wat over het algemeen niet het geval is met de
produkten die door de EG worden geëxporteerd. Bovendien
zijn de prijzen van de Amerikaanse exportprodukten sterker
gestegen dan die van de EG. In de Amerikaanse export nemen
de oliehoudende produkten de eerste plaats in.
dagelijks toe in aantal en grootte. Vooral op jong grasland, dat
vorig najaar is ingezaaid, kan de schade enorm groot zijn. Nu er
wat meer tijd is, zult U toch met vangen moeten beginnen. Elke
mol die U vangt betekent in de mollenwereld gezinsbeperking.
EEN MINSTENS zo belangrijke graslandvernietiger is geen dier,
maar een onkruid. Vooral de laatste jaren neemt het onkruid muur
zeer sterk toe. Op vrijwel alle grasland dat afgelopen najaar niet
gespoten is, komt muur voor. Kontroleer Uw percelen en laat
direkt spuiten door de loonwerker. Langer wachten geeft grotere
pollen, die langzamer afsterven en kale plekken geven. Deze
groeien vol met kweek, straatgras en weer planten van kiemend
muurzaad.
BIJ GROTERE VEEST AR ELS is het niet gemakkelijk elk dier
te herkennen. Momenteel staat het nummeren van koeien en
jongvee door middel van vriesbranden in het middelpunt van de
belangstelling. Door koemapjes te gebruiken, is het mogelijk om
met behulp van deze nummering gegevens van dierenarts,
K.I.-fokvereniging, stamboek etc. op het mapje te noteren en in
een juiste volgorde in een doos op te bergen. Zonder een goed
administratiesysteem heeft nummeren van vee, op welke manier
ook toegepast, weinig zin.
8