W anneer een aanvankelijk gaaf grasmatje na verloop van tijd verandert een soort spons van mos, betekent dat voor de eerst zo trotse gazonbezitter een diepe teleurstelling en een vaak blij vende bron van ergenis. Zo verging het ook een trouw lezer van deze rubriek. In een schrijven aan de redaktie vroeg hij ons een oplossing voor dit probleem aan te willen dragen. Omdat het een nogal algemeen voorkomend probleem is willen we daartoe in deze rubriek een poging wagen. H et beste middel om mos te doden is Tenoran. Tenoran is een middel dat zodra de vorst voorbij is op het gazon gespoten kan worden. Het werkt onder koude omstandigheden vrij langzaam, maar wel grondig. Spruiten - schaars en duur biNG-EN VAM DE WEEK H et Nederlandse spruitenseizoen pleegt om deze tijd van het jaar, naar de hoeveelheid gemeten, voor krap driekwart, en naar de waarde gemeten voor rond tweederde voorbij te zijn. Aan vankelijk - d.w.z. t/m oktober - hielden aanvoer, prijzen en besomming ongeveer het midden tussen die van 1974 en 1975, maar nadien liepen de prijzen - bij een overigens normale tot ruime aanvoer - op tot een voor de tijd van het jaar ongekende hoogte. Per saldo leverde een middelmatige grote aanvoer 25% meer geld op dan in 1975/'76 (tot medio jan.) en zelfs 35% meer dan in 1974/'75. De verklaring voor dit voor de telers bijzonder fraai resultaat schuilt duidelijk niet bij het aanbod maar bij de vraag. Met name de buitenlandse vraag was door de schaarste aan groenten in het algemeen abnormaal groot. T och komen thans de eerste berichten over de mogelijkheid van minder importappelen dan het vorig jaar al zal dat dan niet komen op grond van regeringsbesluiten. Zuid Afrika maakte bekend dat de uitvoer van fruit dit jaar kleiner zal worden dan men aanvankelijk dacht. De export wordt op dit moment ge raamd op 1453 miljoen kg tegen het vorig jaar 182,9 miljoen kg een reductie dus met ruim 20%. Van de totale export zou 127,5 miljoen kg of wel 88% bestemd zijn voor West Europa. Uit Nieuw Zeeland komen berichten dat de uitvoer van appelen en peren uit een belangrijk teeltdistrict dit jaar flink zal achter blijven, doordat de fruitoogst aldaar eind 1976 zwaar is getroffen door hagelstormen. Men verwacht dat de export er voor een kwart zal terug vallen en ongeveer de helft van het te exporteren kwantum appelen en peren uit Nieuw Zeeland komt uit deze streek. Mos in het gazon Bevelanden B.V. S pruiten zijn betrekkelijk schaars en duur in West-Europa; nog schaarser en nog duurder dan vorig seizoen. De oorzaak is bekend. De droge zomer van 1976, heeft de oogsten per ha fors gereduceerd, met name in het ons omringende buitenland. De Nederlandse handelsproduktie wordt 2,5% groter geschat (vj -16%), de Belgische 33% kleiner (vj -22), de Engelse 19% kleiner (-18) en de Westduitse 35% kleiner 5). In deze vier landen tezamen komt de produktievermindering op gemiddeld 14% (vj -17). De prijzen zijn hoog en het ziet er naar uit dat ze tot aan het einde van het seizoen hoog zullen blijven. Dit tenzij de Europese consument het advies opvolgt van het Franse blad France Soir "om de groenten voorlopig te boycotten en bruine bonen te eten"! Maar ja, alle dagen bruine bonen is nu ook weer zo lekker niet. Overigens zal die Franse journalist het allemaal niet zo cru bedoeld hebben, maar hij raakt wel de kern van de zaak: Er is deze winter minder groente in West-Europa en als de geza menlijke huisvrouwen desondanks evenveel groenten willen blijven kopen, zijn in feite zij mede oorzaak van de hoge prijzen. Inmiddels lijken er aanwijzingen dat met name een aantal Westduitse huisvrouwen zo geen eieren, dan toch bruine bonen voor haar geld beginnen te kiezen. Daar zijn de spruitenprijzen althans niet of nauwelijks hoger dan vorig jaar; en dat ondanks het weer 14% kleinere totaal-aanbod aldaar. Aldus het "Markt en prijsbericht" van het Produktschap voor Groenten en Fruit van 20 januari, waaraan wij nog betreffende de spruitensituatie het volgende ontlenen: C.J.Nouse Oorzaken zijn een groot aantal factoren die aanleiding kunnen geven tot mosvorming in een gazon, of liever gezegd er is een groot aantal factoren dat het concurrerend vermogen van de grasmat beïnvloedt. En daar gaat het in feite om. Want bijna steeds treedt mosvorming op, daar waar de groeiomstandigheden voor gras niet optimaal meer zijn. Een aantal oorzaken waarbij grasgroei afneemt en mosvorming kan optreden zijn de volgende. Een te dichte en/of vette toplaag van de grond. Lucht en water kunnen zich onder die omstandigheden te moeilijk door de grond bewegen. Het gevolg is dat er voor de grasplantjes te weinig zuurstof beschikbaar komt waardoor deze gaan kwijnen en ruimte, maken voor o.a. mossen die met veel minder genoe gen nemen. Te sterke verdichting van een toplaag kan voorkomen worden door bij aanleg een te vette grond te verschralen met zand. het gras tot gevolg hebben. Daarentegen zal het voor tal van mossen een aangename voedingsbodem zijn. Ook voor dit aspect zal een grondmonster met bemestingsadvies de weg kunnen wijzen die bewandeld moet worden om tot een beter resultaat te komen. Wateroverlast en schaduw, zijn eveneens factoren die op gras een nadelige en op mosvorming een gunstige invloed hebben. Door verluchten, verschralen en draineren kan wateroverlast veelal voorkomen worden. Tegen schaduw is meestal weinig te beginnen. Hoogstens kan een wat aangepast graszaadmengsel gekozen worden. Uit het bovenstaande mag de conclusie getrokken worden dat de beste vorm van mosbestrijding bestaat uit het zorgen voor optimale levensomstandigheden voor het gras. De bestrijding van reeds aanwezig mos. Een ander wat moeizamer toe te passen middel is ijzersulfaat dat als "mosdoder" onder veel merken en fancynamen in de handel is. Het kan in oplossing of vermengd met zand toegepast wor den. Voor de juiste toepassing van de genoemde-middelen steeds de gebruiksaanwijzing nauwgezet opvolgen. Het doden van mos is slechts een tijdelijke maatregel. Alleen het verbeteren van de groeiomstandigheden van gras kan een blij vende oplossing bieden. In 't kort 1.een duurzame mosbestrijding bereikt men door te zorgen voor optimale levenskansem voor het gras. Zorgen dus voor een goede toplaag, een goede ontwatering, een goede bemesting, een tijdige beluchting en indien wenselijk verschraling. 2.Aanwezig mos kan bestreden worden door spuiten met Teno ran of toepassen van ijzersulfaat. 3.Na bestrijding dood mos verwijderen en de grasmat middels de geschetste maatregelen in goede conditie brengen. 4.Niet te kort maaien en maaisel in de vochtige maanden van het gras verwijderen. 5.Stikstof liever als zwavelzure ammoniak dan als kalkammon- salpeter toedienen. (zie voor uitvoeriger aanwijzingen met betrekking tot gazo- naanleg en -onderhoud de artikelen van 11 juni en 6 augustus jl). Verhelpen kunnen we deze oorzaak door de grond te beluchten door middel van gaatjes prikken met een prikrol of door het opensnijden van de grasmat met een zogenaamde "verticuteer- hark" of'verticuteermachine". Deze apparaten snijden dunne reepjes zode uit de grasmat. Nadat een dergelijke behandeling is uitgevoerd dient er een dunlaagje zand uitgestrooid te worden. Een slechte bemestingstoestand van de grond. Grassen zijn over het algemeen goede eters en voor een voorspoedige ontwikke ling verlangen ze dan ook een regelmatige en ruime bemesting. Vooral stikstof vormt een belangrijk onderdeel van het menu. Om een mooi gazon te houden dient U er steeds de nodige aandacht voor te hebben. De zuurgraad van de grond. Een te hoge, maar vaker een te lage zuurgraad van de grond zal een sterk verminderde vitaliteit van Komt er in een grond te weinig voedsel beschikbaar, dan gaat het grasbestand hard achteruit en zullen mossen zich gemakke lijk vestigen. Verkeert U in een dergelijke situatie laat dan een grondmonster nemen en volg het daaraan verbonden beme stingsadvies consequent op. Het Produktschap voor Groenten en Fruit maakte dezer da gen bekend dat de voorraad appelen in ons land bij het begin van de jaarwisseling werd geschat op 186 miljoen kg. Dat is 15% minder dan een jaar daarvoor op dezelfde datum en ongeveer een gelijke hoeveelheid als twee jaar releden. Er zijn echter flinke verschillen wat de rassen betreft. Door de slechte houdbaarheid en de kleinere oogst van Cox's Orange Pippin en goudreinette zijn deze rassen in sterkere mate dan in de voorgaande jaren geruimd en hierdoor is het aandeel van de Golden Delicious in de totale voorraad appelen groter dan de laatste jaren ooit het geval was. ?3% van de appelvoorraad in ons land per 1 januari bestond uit Golden Delicious en dat was het vorig jaar maar 61% en twee jaar geleden 68%. Op grond van dit gegeven zijn er mensen die van mening zijn dat het er dus slecht uitziet voor de afzet van dit belangrijkste appelras van ons sortiment. We dachten dat er voor een al te grote angst op dat gebied toch geen reden is. Zeker, we zien ook niet direkt extra hoge prijzen voor dit ras, maar wanneer we er voor zorgen dat aan de vraag die er is voor de binnen- en buitenlandse markt, regelmatig wordt voldaan, dan kan er mis schien toch wel een redelijke markt worden opgebouwd in de komende maanden met betere prijzen dan we gewoon zijn voor de Golden Delicious. Op het ogenblik is er een goede vraag naar iets groenere partijen. Daar is moeilijk aan te komen en wat groen de cel in ging zal ook het langst bewaard kunnen blijven. Het zal echter wel in het belang zijn van de appelafzet dat wat geel is, regelmatig wordt geruimd en niet wachten tot het produkt ver sleten is en hierdoor extra de markt bederft. Het Nederlandse spruitenareaal 1976 kwam bij de jaarlijkse augustus/september steekproef van het C.B.S. uit de bus met 5.265 ha (vj 5.162; wj 4.804). Dat is 2% meer dan het jaar te voren (vj 7%; wj 8%). Er is dus sprake van een voortgezette maar sterk vertraagde uitbreiding van de beteelde oppervlakte. De oogst per ha wordt geraamd op 12 ton bij eenmalige pluk en 14 ton bij meermalige. Aangezien ongeveer een derde van het areaal wordt doorgeplukt kan het gemiddelde beschot becijferd worden op 12,7 ton per ha (vj 12,6; wj 16,0!), m.a.w. de droogte heeft de beschotten weer bijna net zo sterk gereduceerd als in het eveneens droge 1975. Uitgaande van deze beschotraming zou de beteelde oppervlakte een handelsproduktie opleveren van 66.700 ton (vj 65.114) wj 77.081). Dat is 2,5% meer dan vorig seizoen, maar 13,5% minder dan in 1974/'75. Van de genoemde 66.700 ton is het grootste deel al gerealiseerd. Er kwam tot half januari 44.500 ton geschoond produkt aan de veiling. Telt men daar de gebruikelijke 10% bij voor aanvoeren buiten de veiling om dan komt men op rond 49.000 ton. Inklusief nog ca. 1.000 ton geschoond produkt en een 2.000 ton kontraktspruiten wordt dat rond 52.000 ton. (vj 48.800; wj 54.400). Gedurende de rest van het seizoen kan er dan nog 14.700 ton verwacht worden (16.300 en 22.700), of 10% minder dan verleden jaar (en ruim een derde minder dan eerverleden jaar). Tot dusver kwam er 7,5% meer aan de veiling dan in 1975/'76 en desondanks lagen de veilingprijzen gemiddeld ruim 16% hoger (hoger dan de toch al hoge prijzen van vorig seizoen). Als de aanvoer de komende maanden inderdaad 10% kleiner gaat worden zal dat zijn uit werking niet missen op de veilingprijzen. Die kwamen afgelo pen week voor het ongeschoonde produkt op gemiddeld 150 ct/kg (vj 78; wj 97). Het lijkt aannemelijk dat de prijzen zich de komende maanden tenminste op dit hoge niveau zullen hand haven (vorig jaar maakte men na half januari gemiddeld 137 kg en eerverleden jaar 98 ct/kg). Als deze gematigde raming van het verdere prijsverloop ver wezenlijkt wordt zou dat betekenen dat de produktiewaarde per ha gaat uitkomen op ruim 150.000 gulden. Vorig seizoen was dat (in guldens van 1976!) 14.700, in 1974/'75 16.500 en in 1973/'74 19.700. Zo bezien lijkt 1976/'77 voor de spruitente- lers dus wel een redelijk seizoen te worden, maar bepaald geen seizoen met financiële rekord-resultaten! De prijzen waren tot nu toe wel hoog en lijken dat ook wel te blijven, maar door oogstredukties (het korter "geschakeld" blijven van de planten en het - als gevolg daarvan - kleiner blijven van de spruiten) ging daarvan weer veel verloren. Voor de huisvrouw betekent dat dat ze nog al wat extra tijd kwijt is aan het schonen. Ook de kwaliteit is niet altijd even best. Er komt nl. vrij veelvuldig luis- en smetaantasting voor. In de maand december werden er in ons land 21 miljoen kg appelen afgezet. Dat kwantum zal aanzienlijk groter moeten worden om door de voorraad heen te geraken. Overigens troosten we ons dan maar met de gedachte dat niemand weet hoe een marktverloop zal zijn en dat het ook nog wel eens een keer mee kan vallen. Dat zien we de laatste weken bij de Doyenne du Comice. Er was een grote oogst van dit ras en er werd veel opgeslagen in de koelhuizen. Ieder vroeg zich af hoe deze zich zouden houden en men was er allesbehalve gerust op. Er kwam bij dat er tot eind november vrijwel geen Doyenne du Comice in het buitenland verkocht kon worden. Alles moest worden afgezet op de binnenlandse markt. Midden december waren er nog enorm gróte voorraden, groter dan ooit tevoren en een ieder vroeg zich af wat daarvan terecht zou komen. Algemeen vreesde men het ergste. Maar kijk, midden december gaat het buitenland ineens de voortreffelijke kwaliteit van de Nederlandse Doyenne du Co mice ontdekken. Er komt vraag voor België maar ook voor West Duitsland, dat er nog nimmer wat van had willen weten. Ook Frankrijk komt aan de markt en de grote aanvoeren blijken opeens geen probleem. Midden januari lag de prijs van deze peer gemiddeld bijna 40 cent per kg hoger dan begin december. We halen dit aan om te laten zien dat het anders kan gaan dan we verwachten. Op zich is dat natuurlijk geen nieuws. Van veel betekenis voor de afzet van onze Golden Delicious in de komende tijd zal zijn beleid dat wordt gevoerd met betrekking tot de import van appelen van het zuidelijk halfrond in de voorjaars- en zo mermaanden. Het is genoegzaam bekend dat hierdoor het vorig jaar de appelmarkt in ons land finaal werd bedorven. Er is veel gezegd en geschreven over het absurde van deze situatie en via het Copa is een dringend beroep gedaan op de autoriteiten in Brussel om in dezen te komen tot een ander beleid. De vrijwillige importbeperking waartoe het vorig jaar was beslotten, bleek in de praktijk een wassen neus te zijn. Ook thans blijkt dat er bij de bevoegde instanties nog weinig begrip wordt opgebracht voor deze toch alleszins gerechtvaardigde wensen van de Europese appeltelers en vooral van die in ons land want zij worden speciaal de dupe vanwege de grote invoer- en opslagmogelijkheden in het Rotterdamse havengebied. Tenslotte komt uit Australië het bericht dat men in het komende seizoen de uitvoer van appelen naar West Europa wil beperken tot 38 miljoen kg. Het vorig jaar kwamen er uit Australië 45,5 miljoen kg appelen West Europa binnen. Nog sterker dan de appelexport wil dit land de uitvoer van peren naar West Europa in het voorjaar beperken. Het zijn dus allemaal wat moedgevende berichten. Wanneer ze werkelijkheid worden is de kans aanwezig dat we wat minder met dit euvel van te grote importen te maken zullen krijgen en dat kan hoop geven voor onze appelafzet. Met de uitspraak van het Pro duktschap voor Groenten en Fruit dat de vooruitzichten voor de export van peren veel slechter zijn, zijn we het niet eens. Er is nog een grote voorraad, maar ook een grote vraag en wanneer er voldoende export is, behoeft het grote kwantum geen probleem te zijn. 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 15