Rassenberichten landbouw 1977 zuidelijke landbouw maatschappij ir.LTh.J M.de Wit. IN aast het areaal wintertarwe zijn er al een aantal per celen met meerjarige gewassen, zoals graszaad, karwij, koolzaad en luzerne ingezaaid. Men kan stellen dat voor ongeveer 66-75% van de oppervlakte én het bouwplan én de keuze uit één of meer rassen per gewas nog gedaan moet worden. Ook de keuze voor de meerjarige gewassen voor oogst 1978 moet nu reeds gebeuren. z.l.m tuinbouwblad land- en VRIJDAG 21 JANUARI 1977 65e Jaargang - no. 3365 1977 Consulent voor de Akkerbouw en de Rundveehouderij te Goes H et is een goede traditie geworden van de redactie van het Z.L.M. Land- en Tuinbouwblad om een der eerste nummers in het nieuwe jaar in het teken te stellen van de rassenkeuze voor de diverse zomergewassen. In deze tijd van het jaar, als de balans van het voorbije jaar is opgemaakt, moeten de plannen voor het nieuwe jaar geconcretiseerd worden. Ongeveer de helft van het bouwplan (dit zijn de twee gewassen wintertarwe en sui kerbieten, waarvoor een E.E.G.-prijsregeling geldt) is bij na zeker vastgesteld. De andere helft van het bouwplan moet nog verdeeld worden over een groot aantal gewas sen. De goede prijzen van het moment voor een aantal vrije produkten mogen echter niet enkel bepalend zijn voor de keuze van die gewassen voor 1 977. Immers de prijzen van dit moment gelden voor oogst 1976 en zijn dus niet vastgesteld voor 1977. Het achter de markt aanzaaien komt ook thans nog voor. Rassenkeuze zomergewassen 1977 Van het grote pakket maatregelen dat bij de voorberei dingen voor de nieuwe oogst samengesteld moet wor den, is deze rassenkeuze voor een groot aantal gewassen een belangrijke zaak. In dit nummer worden een aantal kenmerken van een aantal rassen genoemd, worden re sultaten gegeven van rassenproeven op de proefboerde- rijen Rusthoeve en Westmaas, en adviezen gegeven waarbij hulp geboden wordt de keuze te bepalen. Bij enkele gewassen zijn er echter wel algemene opmerkin gen te plaatsen. A. Aardappelen In tegenstelling tot bijvoorbeeld wintertarwe moet ge constateerd worden dat er bij aardappelen een zeer een zijdige teelt van één enkel ras plaatsvindt. Al jaren neemt in Zeeland en West Noord-Brabant het ras Bintje 90% en meer van het areaal aardappelen in. Op de Zuid-Holland se eilanden is dit met 66% duidelijk minder. Daar is Eigenheimer nog een goede tweede met 20% van het areaal in 1976. Landelijk neemt Bintje slechts 35% van het totale aardappelareaal in. Vooral de opbrengst en afzetmogelijkheden zijn de sterk bepalende factoren voor deze ontwikkeling in het Zuid-Westen geweest. Bij de rassenkeuze voor 1 977 zou men zich toch eens bewust moeten afvragen of er iets anders is in het sortiment aardappelrassen. Weliswaar vormt de doorwas niet elk jaar een probleem, maar tussen de rassen is er een groot verschil in gevoeligheid aanwezig. B. Suikerbieten Bijna 85% van het bietenareaal luisterde in 1976 naar de naam Monohil. Een ras dat 10 jaar geleden (1967) nog niet voorkwam in het rassensortiment neemt nu een mo nopoliepositie in. Voor risicospreiding lijkt het nuttig dat men vóór de zaadbestelling toch eens nagaat of er voor de eigen situatie ook andere rassen zijn die tot een goed resultaat kunnen leiden. C. Zomergerst Eenzelfde geluid of mogelijk nog sterker dan bij suiker bieten geldt dat bij de zomergerst de laatste twee jaren de Pirouette omhoog geschoten is. In 1976 nam dit ras reeds 75 tot 80% van het areaal zomergerst in beslag. Het is een wat beangstigend beeld dat er zo weinig aan bod is van goede brouwgerstrassen. Een eenzijdige teelt is in verband met de ziektendruk ongewenst. In het van ouds bekende brouwgersttelende Zuid-Westen, zou men toch uit meerdere rassen moeten kunnen kiezen. Algemene opmerkingen B ij de samenstelling van het bouwplan en de passende rassen per gewas dient thans ook reeds aandacht ge schonken te worden aan de groenbemesting. Moet deze NU onder het gewas of STRAKS na de oogst in de stop pel ingezaaid worden? Ga in deze ook planmatig te werk. Nauw verband hiermee houdende is de onkruidbestrij- ding die gericht moet worden op dekvrucht én onder vrucht. Dit let des te nauwer bij de teelten met weinig of geen handwerk. De gewasbescherming met het oog op ziekten en plagen moet gericht gebeuren en niet spuiten omdat de buurman ook spuit. Eigen waarnemingen in het gewas zijn noodzakelijk. Als de keuze van de rassen gemaakt is dient men voor een goede oogst nog te zorgen voor een goede start door een goed zaaibed, middels aangepaste bewerkingen waarbij weinig sporen overblijven en er een vlakke ligging is. Het zaaizaad en pootgoed dient van een goede kwaliteit te zijn en de te gebruiken hoeveelheden moeten niet overdreven worden. Voor de N-bemesting is het voor de granen thans reeds mogelijk een uitgebalanceerd stikstofadvies te krijgen. Voor de andere gewassen, speciaal de rooivruchten gel den duidelijke grenzen aan de stikstofgift, dit in verband met het suikergehalte van suikerbieten en de knolvorm van aardappelen. Als de boer nu alle bekende technische maatrege len die er te nemen zijn om tot maximale resultaten te komen genomen heeft, blijft nog zijn afhanke lijkheid van gezondheid en weersomstandigheden. Hierover heeft hij niets te zeggen. Hij kan alleen vragen om en hopen op deze zegeningen! Een voorspoedig en "gezegend'' jaar zij U toege wenst! 1

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 1