Prijsvergelijking rundveevoeders
Schapen
kalender
Regering denkt aan samenvoeging
agrarische produktschappen
IP® cl®
sUlD
ÊELU1 ID
Kursus Pech Onderweg
Bijdrageregeling voor de mestbanken
verlengd en aangepast
15
C.A.R. Barendrecht, P. van Nes
Uit de berekende voederwaardeprijs bleek dat de zetmeelwaardeprijs 62 cent en de eiwittoeslag-
pn'jS 58 cent bedroeg. Ten opzichte van de vorige maand een lichte stijging van de prijzen. Alle
prijzen zijn exclusief B.T.W.
Ruwvoeders:
Produkten
Voederwaarde
Marktprijs
per 100 kg
Bewaar
verliezen'
Voederwaarde
prijs min verliezen
per 100 kg
Marktprijé in
v.d. voeder
waardeprijs
gzw
gvre
Aardappelen 1)
176
15
10,50
5
11,15
94
Bierbostel
145
44
12,50
15
9,80
128
Mix
125
25
10,75
15
7,80
138
Spruitestokken 2)
120
25
7,50
5
8,45
89
Witlofwortelen
107
5
6,00
5
6,55
92
Appelpulp
70
-
3,50
25
3,25
108
Fruit
70
-
3,00
5
4,10
73
Spruiten
100
25
3,00
10
6,85
44
Spoeling
45
13
3,00
-
3,50
86
Perspulp
90
12
6,00
20
5,00
110
Granen e.d.:
Voederwaarde
Marktprijs
per 100 kg
Voederwaarde
prijs per
100 kg
Marktprijs in
v.d. voeder
waardeprijs
gzw
gvre
Maismeel
806
54
53,-
53,10
100
Gerstemeel
706
80
54,-
48.40
112
Havermeel
648
81
51-
44,85
114
Tarwemeel
778
102
55-
54,15
102
Gedr. bietenpulp
661
50
41,—
43,85
94
Citruspulp
668
26
41,-
42,90
96
Tapioca
671
-
44-
41,60
106
De pulpsoorten zijn de goedkoopste eiwitarme grondstoffen.
1) De aanvoer van voeraardappelen is groot. In dit produkt komt echter nogal wat "glas" voor en
de partijen die veel "glas" bevatten, zullen een lagere voederwaarde hebben.
2) In de tabel is de voederwaarde weergegeven van de handgeplukte stokken. De machinaal
geplukte stokken hebben, door meer bl d en minder stengel, een lagere voederwaarde.
Hooi- en stroprijzen:
Eiwitrijke
grondstoffen:
Voederwaarde
Marktprijs
per 100 kg
Voederwaarde
prijs per
100 kg
Marktprijs in%
v.d. voeder
waardeprijs
gzw
gvre
Lijnschilfers
689
287
68-
59,35
115
Sojaschroot
691
414
66,-
66,85
99
Kokosschilfers
778
166
57,-
57,85
99
Maisglutenvoermeel
647
178
54-
50,40
107
Palmpitschilfers
729
137
50-
53,15
94
Tarwegries
646
139
48-
48,10
100
Tarwezemelgrint
565
131
46,-
42,60
108
Sojaschroot en kokosschilfers zijn de goedkoopste eiwitrijke grondstoffen.
Weidehooi
Graszaadhooi
Tarwestro
Gerstestro
Haverstro
Erwtenstro
500,— per ton
420,— per ton (beemd)
240,— per ton
300,— per ton
285,— per ton
400,— per ton
Voederwaarde
Voederwaardeprijs
gzw gvre
per ton
360 1) 75 1)
266,-
248 20
165-
130 7
84,-
184 12
121,—
175 8
113-
170 48
133,-
Mengvoeders: gzw gvre
A-brok 650 120
Energierijke brok 680 100
Eiwitrijke brok 630 170
A-brok 1) 620 75
1) Er blijkt ook een A-brok te worden verkocht met een ZW van 62 en een re-gehalte van 10%.
Per 100 kg moet de prijs dan 4,50 lager zijn dan van een normale A-brok. Tevens is voor een
hoge melkproduktie een zetmeelwaarde van 62 te laag.
voederwaardeprijs per 100 kg
47,26
47,96
48,92
42,79
1) De voederwaarde van vooral weidehooi kan sterk variëren. Het is duidelijk dat de voeder
waardeprijs van deze ruwvoeders ver boven de marktprijs ligt.
Weidehooi van tovengenoemde kwaliteit is nog het minst dure produkt. Erwtenstro en tarwestro
zijn de duurste voeders.
januari 1977
n deze tijd van het jaar leveren de weiden niet veel gras meer
op. Daarom is het zaak aan de bijvoedering de nodige aandacht
te besteden. Dit geldt in de eerste plaats voor de drachtige ooien.
De voederbehoeftlvan de drachtige dieren bedraagt per dag: 1,7
- 1,8 kg droge stof:
90 - 140 gr voeder-norm-eiwit en
600 - 800 gr zetmeelxaarden.
De eerste (lage) cijfers gelden voor het begin en de hoge cijfers
voor de tweede helft van de drachtigheid. Het berekenen van de
te voeren hoeveelheden van de op het bedrijf beschikbare voe
dermiddelen kan vrij eenvoudig uitgevoerd worden, wanneer de
analyse-cijfers voorhanden zijn. Als men over deze cijfers be
schikt, dan kan de voederwaarde heel aardig worden geschat
met een zgn voertabel.
Bijvoorbeeld: de gemiddelde kwaliteit hooi heeft 85% droge
stof, 6% verteerbaar ruw eiwit en 32% als zetmeel, waarde: 1 Vi
kg hiervan zal dan bevatten 1275 gram droge stof, 90 gram eiwit
en 480 gram zetmeelwaarde.
Een aanvulling van 0 - 50 gram eiwit en 120 - 320 gram zet
meelwaarde zal hierbij dan nodig zijn. Wanneer 2 ons ge
droogde pulp wordt toegevoegd, wordt vrijwel aan de behoefte
voor de eerste helft van de drachtigheid voldaan.
Voor de tweede helft nog 50 gram eiwit en 200 gram zetmeel
waarde worden toegevoegd: 300 gram eiwitrijke schapenkorrels
(eiwitgehalte 17%) komen hiervoor in aanmerking.
De voederbehoefte van de overhouders niet drachtige jaarlin
gen bedraagt ongeveer 1 xh kg droge stof, 80 gram eiwit en 600
gram zetmeelwaarde. Deze waarden kan men bereiken met 1 kg
hooi plus 300 gram schapenkorrels. Het spreekt vanzelf, dat bij
hooi van een mindere kwaliteit meer krachtvoer moet worden
gegeven. Als het aanwezige ruxvoer echter van prima kwaliteit
is, behoeft niet zoveel krachtvoer te worden toegediend. In de
regel komt men voor drachtige ooien tot de lammertijd wel uit
met 1 kg hooi plus 3 kg kuilgras (die tenminste 30% droge stof
moet bevatten) of hooi tezamen met ingekuilde bietenkoppen.
Er moet bij voedermiddelen van eigen bedrijf wel op worden
gelet, dat deze voldoende mineralen en spore-elementen bevat
ten.
3ij het ontbreken van groen- en kuilvoer moet wel worden
gedacht aan vitamine A (caroteen). Met 100 gram grasmeel of
lucernemeel kan de caroteenbehoefte worden gedekt. Ook
ruwvoer en krachtvoer bevatten caroteen en daarom kan wor
den volstaan met 50 gram grasmeel per dier per dag. Zolang de
weiden nog groen zijn of wanneer kuilgras wordt gevoerd, zal
een getrek aan vitamine A zich niet voordoen.
Bovengenoemde normen moeten worden gezien als leidraad
voor de totale behoefte. Als de weiden nog wat gras opleveren is
een schatting van de grootte van de aanvulling moeilijk. Houdt
de dieren daarom goed in het oog en regel de bijvoering in
overeenstemming met hun conditie. Ook doet U er goed aan de
dieren zo af en toe op bevleesdheid te betasten.
Wenken voor de gezondheid
Kalver- en runderblokjes bevatten reeds extra koper. Ter voor
koming van kopervergiftiging daarom aan de schapenkorrels
geen extra koper toevoegen.
Plotseling voedseltekort, door sneeuwval bijvoor5eeld, kan bij
hoogdrachtige schapen daling van het bloedsuikergehalte tot
gevolg hebben met als resultaat slepende melkziekte. Het ver-
Den Haag - Minister Boersma van so
ciale zaken, die ook verantwoordelijk is
voor de publiekrechtelijke bedrijfsorga
nisatie, heeft mede namens zijn ambt
genoten van landbouw en van econo
mische zaken, de Sociaal-Economische
Raad om advies gevraagd over een
eventuele herstructurering van de PBO.
Behalve de structuur van de bedrijfsli-
chamen zouden daarbij ook hun be
voegdheden aan de orde moeten komen.
Om redenen van praktische aard zou in
de eerste plaats aandacht moeten wor
den besteed aan de PBO op het terrein
van de landbouw en de voedselvoorzie
ning. De ministers hebben "om de ge
dachten te bepalen" bij hun adviesaan
vraag al een herstructureringsschema
gevoegd, waarin het aantal van veertien
produktschappen in de landbouw- en
voedselsector wordt verkleind tot vijf.
Slechts "vis en visprodukten" en "mar
garine, vetten en oliën" zouden als af
zonderlijke produktschappen blijven
bestaan. Verder zouden er een produkt-
schap voor akkerbouwprodukten, een
produktschap voor tuinbouwprodukten
en een produktschap voor veehouderij
en zuivelprodukten moeten komen.
Hoofdafdelingen en afdelingen zouden
daarin de taak van thans zelfstandige
produktschappen moeten overnemen.
Verder lijkt het de ministers gewenst het
regelend optreden der schappen nog
eens te bezien in het licht van de consu
mentenbelangen. Men zou kunnen
overwegen hoe men de consumentenor
ganisaties inspraak zou kunnen geven
bij de totstandkoming van PBO-rege-
lingen die voor de consument van be
lang zijn te achten.
In de motivering van hun adviesaan
vraag grijpen de bewindslieden terug op
de nota inzake de selectieve groei.
Daarin heeft de regering gezegd dat,
gezien de intensivering van het sector-
beleid, versterking van het overleg bin
nen bedrijfstakken en tussen bedrijfstak
en overheid nodig is. Herstructurering
van de publiekrechtelijke bedrijfsorga
nisatie kan ertoe bijdragen dat de
PBO-organen de basis gaan vormen
voor de opbouw van een tussenstruc
tuur, waarin werkgevers en werknemers
kunnen meewerken aan een door de
overheid gewenst geachte sociale en
economische ordening per sector. Die
kan voor het slagen van het sectorbeleid
van groot belang zijn.
De ministers willen een herstructurering
van de PBO laten beginnen in de agra
rische hoek omdat daar de meeste
PBO-organen zijn en omdat de kritiek
van vakbondszijde zich juist op die or
ganen, met name op de produktschap
pen, heeft gericht. Verder is de ver
schuiving van het zwaartepunt dei
agrarische marktordening naar de EG
van invloed geweest op het werk der
produktschappen, terwijl sommige pro
duktschappen zelf al vinden dat zij om
efficiënter te werken, een andere striic-
tuur zouden moeten krijgen.
Het door de bewindslieden gedachte
produktschap voor akkerbouwproduk
ten zou hoofdafdelingen krijgen met
dezelfde naam en taak als de vier thans
onder het Hoofdproduktschap voor Ak
kerbouwprodukten ressorterende pro
duktschappen voor granen, zaden en
peulvruchten, landbouwzaaizaden. aar
dappelen en veevoeder.
In plaats van het huidige hoofdpro
duktschap zou een aparte hoofdafdeling
van het nieuwe produktschap zich met
koffie, thee en cacao gaan bezighouden,
met een afdeling voor koffie en thee en
een voor cacao. De produktschappen
voor bier en, voor gedistilleerde dranken
zouden hun taken moeten overdragen
aan afdelingen van de hoofdafdeling
alcoholhoudende dranken van het
nieuwe produktschap. Die hoofdafde
ling zou verder een afdeling bevatten
voor wijn. een produkt waarmee hel
hoofdproduktschap zich nu al bemoeit
(wordt vervolgd)
dient aanbeveling om de dieren bij plotseling voedseltekort in
de weide extra krachtvoer bij te voeren.
Overhouders kunnen in de winter een door diarree veroorzaakt
vuil achterstel hebben. Dit kan wijzen op'maagdarm wormen.
Een wormtehandeling is in zo'n geval noodzakelijk. U doet er
goed aan in twijfelgevallen de gezondheidsdienst voor dieren in
Uw provincie een mestonderzoek op wormeieren te laten uit
voeren.
Problemen bij het mesten op stal
Aangetrokken door de goede prijzen op lamsvlees worden
steeds meer lammeren op stal gemest met krachtvoer. Daarbij
kunnen zich twee met ernstige verliezen gepaard gaandepro-
blemen voordoen:
- Blaas- en nierstenen: Deze aandoening, waarbij de pisbuis
verstopt raakt door gruis en steentjes, komt alleen bij ramlam-
meren voor. De dieren weigeren voedsel, vertonen liggen en
opstaan en na één of twee dagen sterven ze onder heftige pers
weeën. De oorzaak is een overmaat van fosfor in het krachtvoer
met een onjuiste kalk/ fosforverhouding.
- Kopervergiftiging: Dit treedt in de regel pas op nadat de dieren
verscheidene weken achtereen grote hoeveelheden krachtvoer
hebben opgenomen. De dieren maken een ernstig zieke indruk,
laten de oren meestal hangen, vertonen geelzucht (gele bink) en
produceren koffie-bruine-urine. Binnen 24 uur na het waarne
men van deze verschijnselen treedt de dood in. De oorzaak
hiervan is een te hoog kopergehalte van het voer. Krachtvoer,
bestemd voor het mesten van lammeren, dient van te voren te
worden onderzocht op het gehalte van kalk. fosfor en koper.
Naast krachtvoer dient men veiligheidshalve minstens 2 3 ons
ruwvoer (hooi of erwtenstro) te verstrekken. Vanzelfsprekend
moet steeds volop drinkwater aanwezig zijn.
i_redaktie_j|
|kees schipper'
Afd. W.Z.-Vlaanderen.
Pech-onderweg-kursus in de landbouwpraktijkschool,
Pr. Beatrix 117, Schoondijke.
4 avonden 30,— p.persoon.
Opgave voor 6 januari bij Daniël Dekker, 01152-1255.
Het Bestuur van de Stichting Ontwikkelings- en Sane
ringsfonds voor de Landbouw (O.- en S.-fonds) heeft be
sloten de bijdrageregeling voor de mestbanken in aange
paste vorm te verlengen voor de jaren 1977 en 1978.
De bijdrage is vastgesteld op: - 85% voor het jaar 1977 en
80% voor het jaar 1978 van de salaris- en apparaatkosten
(was 90%);
- 3,— per ton niet stapelbare mest, die door of door
tussenkomst van de mestbank is vervoerd naar een mest-
verwerkend bedrijf oVer een aïstand van tenminste 10 km
in het jaar 1-977 en van tenminste 12 km in het jaar 1978
(was 8 km).