Afscheid van Ir. D. Luteijn voorzitter van de
Openingsrede Ir. D. Luteijn
s
het afgelopen half jaar. David die vaak bij nacht en ontij
thuis kwam, 's morgens weer op tijd weg moest en er
toch altijd weer zo fit bijliep, dankzij de goede manier
waarop u hem wist op te peppen, is groot. Kijk, mevrouw
Luteijn, u krijgt geen bloemetje, maar wel een melkbus.
En waarom een melkbus? Wel, uw man vroeg laatst tij
dens een D.B. vergadering of het mogelijk was om een
melkbus te pakken te krijgen. Nu is dat niet zo moeilijk;
de boeren gebruiken ze steeds minder. En nu schijnt het
dat voorzitters van landbouwmaatschappijen of hun echt
genotes ze kunnen gebruiken. Daarom voor u mevrouw
Luteijn een versierde melkbus met deksel".
Vervolgens droegen de beide vice-voorzitters de ver
sierde melkbus het podium af en brachten het geschenk
naar mevrouw Luteijn, die zich bijzonder verheuqd toon
de.
JYAARNA sprak de commissaris van de Koningin in de
provincie Zeeland de scheidende voorzitter toe.
,,lk ben u al eens eerder tegengekomen, zei hij, en dat
was geloof ik bij de „Vlaketunnel". Wie weet kom ik u
nu nog wel eens tegen bij de Benelux-tunnel". De heer
Boertien deelde de mening van de heer Luteijn over de
Europese Gemeenschap niet. Hij vond juist dat we moe-
Na afloop van de vergadering werd er druk gebruik
gemaakt van de gelegenheid om zowel de heer en
mevrouw Luteijn, als de heer en mevrouw Doeleman een
hand te drukken.
ten blijven streven naar meer éénwording. We moeten
niet terug naar nationalistische instellingen. Het zou een
ramp betekenen wanneer ieder land zijn grenzen voor de
ander weer ging sluiten. Ondanks alle moeilijkheden die
er nu toch zijn, moeten we verder. Voorts wenste hij de
heer Luteijn veel wijsheid en sterkte in zijn nieuwe funk-
tie.
De burgemeester van Goes, mr F. G. A. Huber, merkte
op dat het voor het K.N.L.C. waarschijnlijk alleen maar
mogelijk is om voorzitters uit het Zuid-Westelijk Deltage
bied te kunnen vinden. Hij richtte zich ook nog tot de
heer Doeleman en onderstreepte zijn waardering voor
de bereidheid om de zware taak van Z.L.M.-voorzitter
op zich te nemen, want het is een zware taak om in deze
tijd voorzitter te zijn van een ondernemersorganisatie.
(Zie verder pagina 10)
DUNT tien van de agenda van de algemene vergade
ring luidde: Afscheid van de algemeen voorzitter van
de Z.L.M., de heer ir D. Luteijn. Naar aanleiding van deze
gelegenheid nam de vice-voorzitter, de heer G. P. A. van
Nieuwenhuyzen, de voorzittershamer tijdelijk over, waar
na hij het woord nam.
„Gezien de beperkte tijd die mij beschikbaar is gesteld
om te spreken, kreeg ik vijf minuten om mij tot u en de
aanwezigen te mogen richten. Maar die vijf minuten ver
tegenwoordigen een afspiegeling van het aantal dienst
jaren dat u bij de Z.L.M. had, meneer Luteijn. Om precies
te zijn drie jaar als sekretaris en twee jaar als voorzitter.
Wanneer iemand lang bij een bedrijf of onderneming is
dan duikt men vaak in het verleden wanneer afscheid
wordt genomen. Bij u is dat niet mogelijk; het zou droog
zwemmen worden of duiken in een kikkerbadje. U bent
twee jaar voorzitter van de Z.L.M. geweest, maar het
was een periode waarin wij ons „natje en ons droogje"
wel hebben gehad. Er is nog nooit een voorzitter ge
weest die twee zulke extreme jaren heeft meegemaakt.
Maar laten we hopen dat het ook nooit meer voor zal ko-
UET is een goede gewoonte van de Z.L.M. om een
scheidende voorzitter niet met lege handen te laten
vertrekken. We hadden verschillende mogelijkheden.
Een overweging was om u een reis aan te bieden. Maar
gezien uw drukke werkzaamheden zouden we ons dan
hebben moeten beperken tot een N.S. dagtocht. We heb
ben nu iets gekozen dat u wellicht ook goed zult kunnen
gebruiken. In overleg met uw vrouw hebben we besloten
u een schrijfburo aan te bieden. Uw oude buro stamt
nog uit de studententijd en goed, dat kon nog mee tij
dens uw Z.L.M. periode, maar is nu toch als K.N.L.C.-
voorzitter niet waardig genoeg meer. We hopen dat u
later met voldoening aan de Z.L.M. terug zult kunnen
denken, wanneer u achter uw buro zit. Helaas is de
levertijd van dat buro nog al lang en kunnen we u op dit
moment alleen maar een folder aanbieden, waarop het
staat afgebeeld. Symbolisch overhandig ik u dan hierbij
het geschenk. Tevens wil ik daarbij ook de wens uitspre
ken dat het u en uw gezin in de toekomst voorspoedig
mag gaan en u namens de algemene vergadering felici
teren met uw benoeming als voorzitter van het K.N.L.C.
De beide vice-voorzitters G. P. A. van Nieuwenhuyzen
en S. de Visser hebben zojuist de versierde melkbus bij
mevrouw Luteijn afgeleverd. Ze hebben haar ook net
een hartelijke zoen gegeven.
men. Vooral ook in het natte jaar, meneer Luteijn, bent
u bijzonder aktief geweest en heeft u de Z.L.M. vaak in
de gezonde publiciteit weten te brengen. Terwijl ook de
financiële maatregelen die mede dankzij uw inzet werden
bereikt niet onvermeld mogen blijven. De droogte van
het afgelopen jaar was meer een landelijk probleem,
maar binnen ons werkgebied werden we toch ook zwaar
getroffen. Ook hier is mede dankzij uw inzet een rege
ling getroffen die ver tegemoet komt aan de noden van
de betrokken bedrijfsgenoten.
In deze korte periode dat u voorzitter bent geweest,
heeft u een bijzonder goede leiding gegeven aan de
Z.L.M. Natuurlijk zijn nog niet alle problemen opgelost.
Wij als leden van deze organisatie moeten u hierdoor
bijzonder dank zeggen en we hopen dat u in uw nieuwe
funktie als voorzitter van het K.N.L.C. eenzelfde soort
beleid zult voeren ten dienste van de totale Nederlandse
landbouw.
De heer Doeleman biedt mevrouw Luteijn een bloeme
tje aan.
JVAARNA richtte de heer Van Nieuwenhuijyzen zich
tot mevrouw Luteijn. „Toen we elkaar deze herfst
ontmoetten en we spraken over het afscheid van uw
man, toen zei u: straks met het afscheid van David als
voorzitter dan overhandigt de vice-voorzitter mij een
bloemetje met een paar aardige woorden en dan is het
klaar met de Z.L.M. Ik wist daar toen eigenlijk geen ant
woord op en dat weet ik ook nu nog niet. Want ja, in
feite is het natuurlijk zoals u het zei gewoon de werke
lijkheid. U hebt een man getrouwd mevrouw Luteijn die
gemakkelijk van baan verandert, maar dat is niet de
schuld van de Z.L.M. Maar de vriendschap die in de af
gelopen jaren is opgebouwd, daarvan kan ik u verzeke
ren dat die zal worden voortgezet. Maar u moet daarbij
wel bedenken dat ook uw positie is veranderd: nu bent u
de vrouw van de K.N.L.C.-voorzitter en niet meer die van
de Z.L.M.-voorzitter.
Mijn bewondering voor u, mevrouw Luteijn, vooral in
(Vervolg van pagina 7)
Overigens wordt met de dag duidelijker dat van een
landschapsconservering op grote schaal, waarbij aan de
land- en tuinbouw zeer grote beperkingen worden opge
legd, alleen al gezien de daarmee verbonden financiële
konsekwenties, geen sprake kan zijn. Het afsluiten van
beheersovereenkomsten en de aankoop van natuurge
bieden e.d. dient naar mijn mening ook beperkt van om
vang te blijven. Het is immers financieel, maar ook so
ciaal niet verantwoord om vele bedrijfsgenoten te nood
zaken in de toekomst met verouderde teeltmethoden en
technieken te moeten werken.
LANDBOUW WIL BEST PRATEN
AOK in ons werkgebied heeft niettemin de land- en
tuinbouw zich de laatste paar jaar bereid getoond
om met landschaps- en natuurbeschermingsinstellingen
van de overheid rond de tafel te gaan zitten om naar
voor allen aanvaardbare oplossingen te zoeken.
Dat heeft onder meer geresulteerd in bevredigende
landschapsplannen binnen de hopelijk in de loop van
1977 te stemmen ruilverkavelingen Bra'akmanpolders en
Willemstad. Helaas sleept in een aantal andere ruilver
kavelingen, zoals Kruisland/Wouw het overleg zich nog
moeizaam voort. Vorig najaar konden we in dit kader
reeds konstateren dat overeenstemming over af te slui
ten beheersovereenkomsten in de ruilverkaveling de
Poel/Heinkenszand voor het z.g. Ganzengebied en de
alsnog gespaarde meidoornheggen was bereikt. Helaas
moeten we konstateren dat de overheid hier in eerste
aanleg op zijn afspraken is teruggekomen. Daardoor
moest dit voorjaar nogmaals moeizaam overleg plaats
vinden en heeft het tot eind vorige week geduurd voor
dat de eerste beheersovereenkomst getekend kon wor
den.
Het volledig naar de 2e plan schuiven van de
boerenbelangen door met name het ministerie van
C.R.M. wat wij daarbij moesten konstateren, heeft
de oorspronkelijke aanwezige vertrouwensbasis
helaas toch wel geschaad. Daarom wil ik hier nog
eens heel nadrukkelijk stellen dat het snel en cor
rect afhandelen van eenmaal gemaakte afspraken
èn het in het toekomstige overleg wezenlijk reke
ning houden met de landbouwbelangen door alle
ministeries en hun vertegenwoordigers een abso
lute voorwaarde is, wil er bij de handhaving van
bepaalde landschappelijke elementen op de volle
medewerking van boer en tuinder en zijn organi
saties gerekend kunnen blijven worden.
ALWEER EEN BIJZONDER JAAR VOORBIJ
WEER is een boerenjaar voorbij. Het was en we zijn
daar zo langzamerhand aan gewend ook weer
een bijzonder jaar. Het Bestuur heeft daarom gemeend
op deze algemene vergadering juist aan een aantal pro
blemen, die door de droogte naar voren kwamen extra
aandacht te moeten bestetden.
Gevoegd bij de verheugende besluitvorming eerder
dit jaar om de Oosterschelde af te dammen, komt im
mers de inrichting van een zeer groot deel van ons
werkgebied, vooral op het gebied van de waterbeheer
sing, in een nieuwe fase. Ik hoop dat deze vergadering
een eerste aanzet mag geven tot een in de komende
tijd adequate besluitvorming op dit gebied. Met name
als land- en tuinbouw hebben we daar immers zeer grote
belangen bij.
Tenslotte. Deze vergadering is min of meer de afslui
ting van een jaar waarin het ook voor onze organisatie
weer éen zeer drukke tijd was. Allen, bestuurderen en
medewerkers, die zich weer zo volledig hebben ingezet
voor de verbetering van de positie van de Zeeuwse en
Brabantse boer en tuinder, wil ik daarvoor zeer danken.
Moge ook in 1977 het aan de hele Z.L.M.-familie, nu
onder een nieuw gezinshoofd, weer gegeven zijn met vol
ledige inzet te strijden voor het boerenbelang en dus
ook voor ons aller belang.
HERDENKING P. LOUS EN D. LINDENBERG
AP 15 december 1975, slechts 2 weken nadat deze
zelfde algemene vergadering der Z.L.M. hem met
algemene stemmen als H.B.-lid had herbenoemd, maak
te een noodlottig ongeval een einde aan het leven van
de heer Pieter Lous uit Oostkapelle. Hij was, die maan
dagmorgen zoals zo vaak op weg naar een vergadering
om daar de boerenbelangen te dienen. Met name in de
veehouderij en veredelingssektor. De open plaats die hij
achterliet in alle geledingen van onze organisatie, maar
in de eerste plaats uiteraard binnen zijn gezin was bij
zonder groot.
Met het overlijden van David Lindenbergh ging op 3
augustus j.l. één van do belangrijkste Zeeuwse land-
bouwvoormanren van de eerste helft dezer eeuw heen.
Lindenbergh bereikte na een wel zeer arbeidszaam leven
de hoge leeftijd van 93 jaar.
Behalve in het Z.L.M.-verband was de heer Linden
bergh vooral ook aktief in het landbouwkredietwezen,
de E.N.C.K., de keuringsdienst en enige jaren als Pro
vinciaal Voedsel Commissaris. Voor zijn grote verdien
sten werd de heer Lindenbergh in 1954 benoemd tot
erelid van de Z.L.M. Zijn naam zal ongetwijfeld een
vooraanstaande plaats in de geschiedenis van de
Zeeuwse landbouw blijven innemen.
Mogen wij in Lous en lindenbergh al diegenen herden
ken die ons dit jaar binnen het verband der Z.L.M. ont
vielen.
Ik verzoek u op te staan en enige ogenblikken stilte
in acht te nemen.
Dat zij rusten in vrede, aldus voorzitter Ir. D. Luteijn,
bij de aanvang van de algemene vergadering.