In de vollegronds groenteteelt
schuilen nog vele kansen! Consulentschap voor
D
33
ING. A.J. VAN OIJEN
de tuinbouw te Tilburg
E VOLLEGRONDSGROENTETELER heeft de laatste jaren de wind in de zeilen
gehad. Goede kg-opbrengsten met daarbij redelijke prijzen, hebben in hun algemeenheid
een bevredigende rentabiliteit opgeleverd.
Een verschraling van het gewassenpakket kan een en ander verstoren. Het is daarom
juist nü, dat wij met ons allen de ontwikkelingen op de voet volgen en er ook naar
handelen. Uitbuiten van de mogelijkheden van de "vergeten" gewassen, nieuwe
gewassen en gebruik van plastic folie passen goed in dit kader.
D E TOENEMENDE mechanisatie heeft
het telen van een aantal groentegewassen
binnen het bereik van de akkerbouwer ge
bracht. Enerzijds betekent dit een verrijking
van het gewassenpakket voor de akkerbou
wer. anderzijds is het een verschraling voor
de vollegrondsgroenteteler.
Gelukkig behoeven dergelijke ontwikkelin-
fen niet uit te monden in: de een zijn brood,
e ander zijn dood. Het omvangrijke ge-
wassenscala met zijn grote verscheidenheid
in toepassingsmogelijkheden, biedt nog
voldoende ruimte. Wel is het hierbij belan
grijk. dat de vollegrondsgroenteteler tijdig
inspeelt op de gewijzigde situatie. Doorgaan
en doen of er niets aan de hand is, kan
funeste gevolgen hebben.
VERSCHUIVING Het is elke insider be
kend dat zodra van een gewas de teelt- en
oogstwerkzaamheden volledig mechanisch-
kunnen worden uitgevoerd, dit geheel of
gedeeltelijk naar het grotere bedrijf ver
huist.
Wij roepen wat dit betreft nog eens de op
komst in o herinnering van de mechanische
oogst van dopnz/ erwten in het begin der
jaren vijftig. De oppervlakte rijserwten werd,
toen in de kortste keren tot een minimum
gereduceerd, terwijl het areaal velderwten
een geweldige ontwikkeling doormaakte.
Bij de stamslabonen veroorzaakte de mac
hine in het begin van de jaren zestig even
eens een sterke teeltverschuiving.
Nog recentelijker kwamen de oogstmachi-
nes voor knolselderij, spinazie, wortelen,
kroten, boerenkool enz. op de markt. Ook
deze brachten de teelten naar het akker
bouwbedrijf.
Met deze verhuizing is duidelijk het karak
ter van deze gewassen veranderd. De beno
digde arbeidsuren werden sterk geredu
ceerd. terwijl de oppervlakte aanzienlijk
werd uitgebreid. De afzet wijzigde zich van
vrije aanvoer op de consumptieveilingen, in
contractlevering voor de verwerkende in
dustrie.
gegaan. De tijd heeft namelijk geleerd, dat
een aantal gewassen in beide vormen kun
nen voorkomen.
Verscheidene vollegrondsgroentetelers te
len de laatste jaren, zij het soms in beperk
tere omvang, onder meer stamslabonen,
knolselderij, wortelen, spinazie enz. met
goed succes. Wel wordt dan een' goede
planning vereist van de aanvoerperiode,
met produkten van hoogwaardige kwaliteit.
NOG VERDERE VERSCHRALING?
De augurkentelers werden in 1975 enigszins
opgeschrikt door de komst van de augurke-
noogstmachine. Zowel in Brabant als Lim
burg werden een aantal hectaren uitgezaaid
om mechanisch te worden geoogst. Aange
schaft werden een Amerikaanse oogstmac-
hine met een capaciteit van plm. 3 ha per
dag en twee Hongaarse oogstmachines met
een capaciteit van plm. 1 ha per dag. Tot aan
de oogstdatum leek het erop. dat de hand-
pluk verleden tijd was geworden. De gewa-
sontwikkeling was gemiddeld uitstekend,
zodat goede kg. opbrengsten konden wor
den verwacht.
De oogst verliep echter minder vlot. Hoge
temperaturen stuurden allereerst de plan
ning in de war. Diverse zaaidat bleken ge
lijktijdig oogstbaar, waardoor al meteen met
een achterstand moest worden begonnen.
Hierbij kwamen bovendien nog de matige
werkkwaliteit van de machines.
Naast een vrij hoog breukpercentage, wer
den de A- en B-sorteringen slechts voor een
gering percentage geoogst. Tot overmaat
van ramp kwam hier de slechte prijsvor
ming nog bij.
Door dit alles was de mechanisatie oogst in
het eerste jaar financieel duidelijk een flop.
Vol goede moed werd in 1976 verder ge
gaan. Opnieuw moesten een aantal tegen
slagen worden geincasseerd. Afgezien van
de droogte blijkt de werkkwaliteit van de
machines nog lang niet optimaal te zijn. De
zeer gunstige prijsvorming heeft het geheel
echter wel wat gunstiger gestemd.
De spruitkoolteelt nog jaren een sterke troef.
Het aanbod is door de grote belangstelling
van de akkerbouwers voor het telen van ge
noemde gewassen sterk toegenomen. In een
aantal gevalleh zelfs belangrijk sterker dan
de onder zware concurrentie staande ver
werkende industrie kan verwerken. Dat één
en ander gepaard is gegaan met een sterke
daling van de kg-prijs. is voldoende bekend.
Het gevolg van dit alles is, dat ook de ren
tabiliteit van deze gewassen onder zware
druk staat. Er moet op het scherp van het
mes worden geproduceerd..
De haast die enkele instanties betrachten
om de verschuiving van nog meer gewassen
(augurken) te doen versnellen, rechtvaar
digt op zijn minst enige vraagtekens. Ook
betekent het dat de vollegrondsgroenteteler,
met zijn beperkte oppervlakte grond, de
volledig gemechaniseerde teelten niet meer
volgens de traditionele wijze kan verbou
wen.
PLAATS VOOR BF.IDE
Toch behoeven wij ook weer niet al te pes
simistisch te zijn. Na al deze jaren is het
duidelijk geworden, dat niet alle akker-
bouwmatig verbouwde groentegewassen
voor het vollegrondsbedrijf verloren zijn
Het vervroegen van peen middels plastic folie biedt perspectieven.
dra het moet, kunnen we ze nog altijd laten
schieten.
VERGETEN GEWASSEN
Een gelukkige bijkomstigheid is de om
vangrijkheid van het gewassenpakket. Het
afvallen van bepaalde gewassen kan daar
door vaak worden gecompenseerd. In dit
verband willen wij nog eens wijzen op de
zogenaamde "vergeten" gewassen.
Door allerlei omstandigheden zijn gewassen
zoals peulen, asperge, bospeen, weeuwen-
kool, rabarber, verroegde bonen en tomaten
in betekenis afgenomen. Toch blijkt hier
voor de laatste jaren weer enige ruimte op
de markt te bestaan. Natuurlijk zijn wij er
ons van bewust, dat de mogelijkheden van
deze teelten aan beperkingen onderhevig
zijn. Maar waar een uitbreiding gerecht
vaardigd is, moeten wij ze aangrijpen. Elke
verantwoorde aanvulling is winst.
NIEUWE GEWASSEN
Bij het gangbare gewassenpakket ontbreken
veelal ijssla. koolrabi, Chinese kool, bleek
selderij en courgette; gewassen die niet of
slechts in geringe oppervlakten worden ge
teeld. Kijken wij daarentegen in het bui
de gewassen. Mogelijkheden bestaan in dit
opzicht onder meer bij peen. sla. andijvie,
weeuwenkool, peulgn, radijs. bleekselderi|
etc. Laat u eens informeren over de toepas-
singsmethödiek door uw bedrijfsvoorUch-
ter.
CONCLUSIES
•Vanaf het begin der vijftiger jaren zijn een
aantal groentegewassen geheel of gedeelte
lijk verhuisd naar het akkerbouwbedrijf. Het
laat zich aanzien, dat nog meer gewassen
zullen volgen. •Ervaringen hebben geleerd
dat deze verhuizing van de gewassen niet
behoeft te betekenen, dai zij voor het volle
grondsbedrijf verloren zijn gegaan. Het verse
produkt staat bij de consument nog hoog in
het vaandel. ©Met het opnemen van de zo
genaamde vergeten gewassen in het teelt
plan kunnen mogelijk de eventueel openge
vallen gaten deels worden opgevuld. •Juist
nu lijkt het tijdstip aangebroken, een aantal
nieuwe gewassen te introduceren. De meeste
kans van slagen hebben wij, als wij er met
ons allen de schouders onder zetten. ®De
perspectieven voor de toepassingsmogelijk
heden van plastic folie dienen verder te wor
den uitgebuit.
tenland, dan zien wij dat in Duitsland bij
voorbeeld koolrabi en rettich op vrij grote
schaal worden geteeld. In België is bleek
selderij een belangrijke peiler op het volle-
frondsbedrijf. IJssla en courgette worden in
ehoorlijke hoeveelheden in Italië geteeld.
De vraag rijst, of ook wij niet wat meer
aandacht aan deze gewassen moeten beste
den. Het is bekend, dat het Centraal Bureau
voor Tuinbouwveilingen enige ruimte op de
markt heeft ontdekt voor o.a. ijssla. rettich,
koolrabi en Chinese kool. Verder markton
derzoek, aangevuld met een actief afzet-
beeld, schept misschien nog meer mogelijk
heden. Bovendien hebben veel Nederlandse
consumenten tijdens hun vakantie reeds
kennis gemaakt met deze "nieuwe" pro-s
dukten. Een voorzichtige introduktie van
bedoelde gewassen lijkt dan ook zeker op
zijn plaats.
PLASTIC FOLIE
Het gebruik van plastic folie heeft zich in de
vollegrondsgroenteteelt veelal beperkt tot
het opkweken van plantmateriaal. Een en
keling heeft het ook nog toegepast bij de
teelt van bijvoorbeeld bospeen, sla, andijvie
enz., maar de omvang hiervan is van geringe
betekenis. Ervaringen in het buitenland en
proeven op diverse proeftuinen hebben
aangetoond, dat middels geperforeerde
plastic folie bij een aantal gewassen goede
resultaten zijn te behalen. Wij denken hier
bij zowel aan vervroeging als verlating van
Hebben we de mogelijkheden van de bleekselderij voldoende uitgebuit.
SPRUITKOOL 3LIJFT STERKE TROEF
Ruim 65 pet. van het totale spruitkoolareaal
wordt inmiddels mechanisch geoogst. In af
wijking van de reeds eerder genoemde ge
wassen, zou men hier kunnen spreken van
een ha(f-gemechaniseerde teelt. Elke sprui-
tenstam moet nog met de hand door de
machine worden geleid. Dit laatste bete
kent, dat de benodigde arbeidsuren nog al
Toe zullen er, vóórdafeen doorbraak van de
mechanisatie augurkenoogst plaats zal vin
den, diverse problemen moeten worden
opgelost. Behoudens de noodzakelijke ver
beteringen aan de machines, bestaan er be
denkingen tegen het huidige rassensorti-
ment. Bovendien zal de planning vooral
snog een moeilijk facet blijven. Tevens is het
ónkruidbestrijdingsprobleem nog niet op-
elost. Hoeveel tijd men hiervoor nodig
eeft, is moeilijk voorspelbaar. Maar gezien
de gecompliceerdheid zullen dat zeker nog
enkele jaren zijn. Bij doorgang van de mec
hanische oogst komt de handpluk duidelijk
in een ander daglicht te staan.
Dit temeer daar de afzet van augurken
hoofdzakelijk gericht is op de verwerkende
industrie. Of het dan een Nederlandse teelt
blijft, is echter nog de grote vraag.
tijd 350 per ha bedragen, hetgeen voor de
akkerbouwer vaak onoverkomelijk is.
Anderzijds zien wij dat aan de machine in
tensief wordt gesleuteld. Voor het seizoen
1976/77 worden twee nieuwe machines in
gezet, welke automatisch de stammen af
snijden. Bovendien bevat deze machine vier
plukunits, waarbij weliswaar het inbrengen
van de stammen niet is gewijzigd, doch
aangenomen mag worden dat het een en
ander arbeidsbesparend werkt.
De hoge aanschafkosten (plm. f200.000,—
per machine met de daarbij relatief geringe
capaciteit (plm. 1 ha per dag) lijken vooral
snog een moeilijk Haalbare zaak. Meer
perspectieven gaat de machine krijgen als
ook het inbrengen van de stammen mecha
nisch kan geschieden. Ook hiervoor is nau
welijks een tijdsbestek in te vullen.
Wel geldt, dat zowel voor de augurken- als
voor de spruitkoolteelt de ontwikkelingen
nauwkeurig dienen te worden gevolgd.
Voorlopig doen wij er echter verstandig aan,
ze rustig in het teeltplan te handhaven. Zo-