Reina...
Mechanische koeling
bij het bewaren
van pootgoed
Ontsmetting
van
pootaardappelen
WAT TE WETEN EN WAT TE DOEN?
Si het oogstzekere vlasras.
Pootaardappelen worden vaak al tijdig gekocht, en dan
op het bedrijf opgeslagen. Met de huidige prijzen van deze
„grondstof' dat als uitgangsmateriaal moet dienen is het
van het grootst* belang dat het pootgoed zo zorgvuldig mo
gelijk wordt bewaard. Het hoofddoel daarbij dient te zijn
dat de kwaliteit van de poters optimaal gehandhaafd blijft
Ing. H. T. de Jong van het C.A.R. te Barendrecht schrijft
over de bewaring van pootgoed, in het maandblad „De Be
drijfsvoorlichting" voor Zuid-Holland het volgende:
WELKE BEWAARTEMPERATUUR?
TEER belangrijk is de bewaartemperatuur. Bij opslag
met alleen buitenluchtkoeling is men afhankelijk van
de buitentemperatuur om een optimale bewaartemperatuur
te krijgen. De laatste jaren heeft men daar nogal wat moeite
mee gehad. De gevolgen waren: kiemlustige poters voor
al na een warme zomer; vaak opnieuw sorteren, dus veel
arbeid; meer gebreken tijdens de bewaring (zilverschurft,
Rhizoctonia).
De optimale bewaartemperatuur is voor pootaardappelen
2°4° C. Deze temperatuur is in de periode van augustus
tot en met oktober met buitenluchtkoeling praktisch niet te
bereiken. 4° C zal in de regel pas in november bereikt kun
nen worden. Bewaarziekten kunnen voor november al scha
de aangebracht hebben. In deze gevallen kan mechanische
koeling bijdragen tot een oplossing.
EISEN DIE AAN DE BEWAARPLAATS GESTELD
WORDEN
Ten aanzien van de isolatie van wanden en plafond is
een K-waarde van 0,3 aan te bevelen. Anders heeft men
veel koudeverlies en hogeré energiekosten.
Isolatiemateriaal moet dampremmend zijn, gebruik bijv.
zwaar p.v.c.-folie, aluminiumfolie of zwaar gebitumeerd
papier.
De deuren en luiken moeten goed sluiten.
De inhoud van de cel moet niet groter gemaakt worden
dan voor de storthoogte en venwerking van het produkt
noodzakelijk zijn.
De vloer behoeft niet geïsoleerd te worden.
De capaciteit van de koelmachine is van veel faktoren
afhankelijk. Globaal worden de volgende normen aange
houden: inkoelen in 10 dagen; 90 kcal./ton/uur; inkoelen
in 20 dagen: 70 kcal./ton/uur; handhaven van de be
waartemperatuur: 40 kcal./ton/uur.
De ventilatorcapaciteit. Voor het droogproces van het
produkt moet de ventilatorcapaciteit zijn: 100 m3 lucht per
uur per m3 produkt bij 15 mm W.K.
- Voor het mechanisch koelen, dus om de koude door het
produkt te brengen moet de ventilatorcapaciteit zijn: 65 m3
lucht per uur per m3 produkt bij 100 mm W.K.
Een goede oplossing is om 2 ventilatoren per cel te plaat
sen. Tijdens het mechanisch koelen wordt dan maar één
ventilator gebruikt.
Na goed overleg is nu gekozen voor mechanische koeling
dus voor „koude bewaring" van de pootaardappelen.
1. Geen pootgoed bewaren in cellen waarin fruit en/of
groenten worden bewaard. Bewaar geen pootgoed in
ruimten waar kiemremmingsmiddelen zijn gebruikt.
2. Controleer voor het inbrengen van de partij of de koel
machine, de ventilatoren, de thermostaten en de thermo
meters in orde zijn.
3. Verwijder de moederknollen achter de stortbak.
4. Bij het inbrengen moeten stortkegels voorkomen wor
den. De lucht gaat n.l. moeilijk door die plaatsen heen
zodat de temperatuur ter plaatse oploopt en eerder kie
ming zal optreden.
5. De storthoogte dient beperkt te blijven tot 3,50 me
ter. Overal dezelfde storthoogte aanhouden. Dit komt
de droging en de ventilatie ten goede.
De kost gaat voor de baat. Daar is iedereen het wel mee
eens, maar toch zijn de kosten van goed pootgoed wel erg
hoog. Een juiste bewaring is een eerste vereiste!
6. De bewaring. Direct na het binnenbrengen moet het
produkt droog geblazen worden. Men stopt zodra de
grond aan de aardappelen in de cel op 30 a 40 cm diep
te overal winddroog aanvoelt. Bij grondarme partijen
zal dit 13 dagen duren en bij grondrijke partijen 12
weken. Bij zeer natte partijen kan de buitenlucht iets
opgewarmd worden. Niet meer dan 5° C opwarmen om
de kiemrust in de hand te houden. Alleen toepassen bij
pootgoed dat direkt gesorteerd moet worden.
7. De koeling. Na de heelperiode of „curing-periode" moet
de temperatuur zo snel mogelijk naar beneden. Door de
mechanische koeling is deze mogelijkheid' nu aanwezig.
Maak wel zoveel mogelijk gebruik van de buitenlucht.
Natuurlijk kou is goedkoper dan mechanische kou. 3 k
4 weken na de opslag moet de temperatuur van 2°4°
C bereikt zijn. De temperatuur per dag 1° C. omlaag
proberen te brengen. Dus ook weer niet te snel. Poot
aardappelen zijn een levend produkt. De mechanische
koeling wordt alleen ingeschakeld als de bewaartempe
ratuur onvoldoende snel daalt. Zodra de gewenste be
waartemperatuur is bereikt, wordt alleen mechanisch
gekoeld. Een constante bewaartemperatuur voorkomt
ongewenste kieming.
8. De temperatuur dient dagelijks gecontroleerd te worden.
Noteer de gegevens. Bij gebruik van steekthermometers
moeten deze middelen in de cel op ca. 75 cm diepte
worden geplaatst. Ook is een centrale temperatuurmeet-
installatie het overwegen waard. De temperatuur van
het produkt is zeer belangrijk.
9. De optimale bewaartemperatuur is 2°4° C. Niet lager
dan 2° C want dan treedt kiembeschadiging op.
10. Luchtverversing is zo nu en dan noodzakelijk. Voor de
toevoer van zuurstof en afvoer van vocht en koolzuur
gas is 10 m3 lucht! per ton produkt per dag nodig. Het
zuurstofgehalte van de lucht is normaal 21 Daalt dit
gehalte tot 5 dan gaan de aardappelen eerder tot kie
ming over.
11. De relatieve luchtvochtigheid in de bewaarruimte moet
ongeveer 93 zijn om teveel uitdroging te voorkomen.
De gemiddelde gewichtsverliezen van gezonde partijen
pootgoed gedurende de bewaarperiode zijn:
in de eerste maand (droogproces) 2 k 4
vervolgens per maand Zï k
12. De bewaartemperatuur is volautomatisch te regelen
door een goed gebruik te maken van de aanwezige
thermostaten. Temperatuurvoelers langs de wanden en
in de partij zijn een noodzaak. Tijdens een vorstperiode
moet de temperatuur extra gecontroleerd worden. Kon-
taksbevriezing langs de wanden is dan mogelijk. Om
dit te voorkomen moet, al naar de noodzaak, regelmatig
intern geventileerd worden om de lucht in de cel goed
te mengen.
13. De ademhalingswarmte van pootaardappelen is bij 2°
C 200 kcal. per ton in 24 uur en bij 10° C 400 kcal.
Laat de temperatuur niet oplopen maar handhaaf een
konstante temperatuur (kieming en bewaargebreken
worden er door beperkt).
14. De koelmachine stopt zodra! de ruimte voldoende is af
gekoeld. Dit gebeurt automatisch door middel van een
thermostaat. Temperatuurverschillen van 2° C aanhou
den.
15. Een lage bewaartemperatuur gaat uitbreiding tegen van:
zilverschurft; fusarium; natrot en Rhizoc
tonia.
16. Af en toe eens met verse buitenlucht ventileren om con
centratie van koolzuurgas te voorkomen. (Let op tem
peratuur).
17. Een storing in de koelmachine zo snel mogelijk laten
repareren. Verzekering tegen koelschade is mogelijk,
maar duur.
18. De verdamper van de koelmachine moet regelmatig ont
dooid worden. Veel ijsvorming geeft capaciteitsverlies.
De verdamper moet voorzien zijn van een ontdooiin-
richting, dit kan zijn ontdooiing door middel van water
of elektrische ontdooiing.
19. Vóór het poten moet een warmtestoot worden gegeven
om een goede kieming te waarborgen. In 812 dagen
moet de temperatuur tot 20° C worden opgevoerd.
Regelmatig intern ventileren om een gelijkmatige tem
peratuur in de cel te krijgen.
20. Kan het opgewarmde pootgoed niet gepoot worden dan
terugkoelen tot 5 a 6° C.
A. C. M. MULDERS,
C.A.R. - Zevenbergen.
TIJDSTIP VAN ONTSMETTEN EN TEMPERATUUR
VAN HET WATER
QE beste tijd om te ontsmetten is in het najaar. Dit is
uit het oogpunt van ziektenbestrijding als uit veilig
heidsoverwegingen voor het pootgoed belangrijk. Vooral
voor partijen die om de een of andere reden zijn verzwakt
kunnen bij ontsmetting tijdens of na de winter moeilijkheden
bij de kieming optreden. Ontsmetting van knollen die een
QM verschillende redenen is meer dan in het verleden
de noodzaak aanwezig om pootaardappelen be
stemd voor de poterteelt, met kwik te ontsmetten.
Hoe vroeger de ontsmetting wordt uitgevoerd des te be
ter het resultaat en is de kans op kiembeschadiging zeer
klein. Hoe schoner de knollen bij de ontsmetting, des te
beter is de bestrijding van schimmelziekten als Rhizoc
tonia en Phoma.
&-
RHIZOCTONIA
QIT is een schimmelziekte die met het pootgoed over
gaat en die te kennen is aan de zwarte korstjes, scle-
rotiën, die op de knollen zitten. Deze ziekte kan eei\ bedui
dende opbrengstderving veroorzaken. De knollen kunnen er
door misvormd worden en de aanwezigheid van zeer veel
sclerotiën op de knol kan zelfs reden zijn voor afkeuring
als pootgoed.
UITVOERING
^E kwikontsmetting bestaat uit het dompelen van, aard
appelen in kwikbevattend water gedurende een zeke
re; tijd. Er kan gewerkt worden volgens de 1, 5 en 20 a 30
minuten methode. Bij elke methode behoort een bepaalde
koncentratie van het kwikbad. De voorschriften betreffen
de de koncentratie van het kwikbad, welke vermeld staan
op het etiket, moeten strikt opgevolgd worden omdat anders
ofwel kiembeschadiging optreedt ofwel een slechte bestrij
ding van de schimmel plaats heeft.
Over het algemeen worden de besté resultaten bereikt bij
de 5 of 20 a, 30 minuten methode.
Vrij zwaar besmet pootgoed.
begin van kieming (witte puntjes in de ogen) vertonen is
riskanter dan wanneer deze knollen worden ontsmet zodra
de kiemen de ogen volledig hebben gevuld. In verband met
eventuele kiembeschadiging dient de ontsmetting geruime
tijd vóór het poten te worden uitgevoerd om slecht kiemen
de knollen nog te kunnen verwijderen.
Het badwater moet liefst een temperatuur hebben van 10
k 12° C. In geen geval mag de temperatuur van het badwa
ter en van de aardappelen lager dan 5° C zijn. Moet er ont
smet worden bij lage temperatuur dan het badwater opwar
men.
Nadat de aardappelen uit het bad gehaald zijn, moeten
ze zo gauw mogelijk droog zijn, liefst na een half uur.
WASSEN
DIJ de ontsmetting moeten de aardappelen vrij zijn van
grond omdat veel grond de inwerking van het middel
op de sclerotiën belemmerd. De grond bindt het kwik uit
het badwater zodat de koncentratie van het badwater sterk
verminderd wordt. De grond met het daaraan gebonden
kwik is een afvalprodukt, dat verzameld moet worden uit
het oogpunt van milieuhygiëne. Dit brengt ekstra kosten
met zich mee.
Het wassen van de aardappelen wordt steeds meer toe
gepast. Het is echter mogelijk dat via het waswater ziekten
worden overgebracht van de ene knol op de andere. Ver
spreiding van ziekten via het waswater kunnen voorkomen
worden door de aardappelen te wassen in schoon doorstro
mend water en de wastijd zo kort mogelijk te houden. Liefst
veel water gebruiken en direkt nadat ze uit het waswater
gehaald zijn in het kwikbad storten. Natte sclerotin, worden
goed gedood evenals de eventuele aanwezige bakteriën die
zwartbenigheid veroorzaken. Er moet goed op gelet worden
dat het waswater ongeveer dezelfde temperatuur heeft dan
de aardappelen.
FILTREREN KWIKBAD
IJIT het oogpunt van milieuhygiëne mag het kwikbadi
niet in het oppervlaktewater terecht komen. De kwik-
houdende vloeistof moet eerst gefiltreerd worden voordat
het mag worden geloosd. De gezuiverde vloeistof in een
sloot of riolering lozen is verboden. Door een gat in de
grond te graven en daar in te storten trekt het wel weg.
Voor het filtreren moet gebruik gemaakt worden van een
speciaal filterapparaat bestaande uit een drum met daarin
een zakJ aktieve kool. Het is zeer belangrijk de zak aktieve
kool van te voren, minstens twee dagen lang, in schoon wa
ter te leggen om de kool goed te bevochtigen. Verder is het
belangrijk om het slib eerst te laten bezinken, zodat zo veel
mogelijk slibvrije vloeistof door het filter wordt geleid. Hier
door is verstopping van het filter te voorkomen.
Het is voorschrift om de gebruikte filters en het kwik-
houdende slib uit het badwater in dichte plastik zakken op
te slaan. Deze zakken kunnen in het voorjaar op diverse
plaatsen ingeleverd worden. Plaats en tijdstip worden via
vakbladen of persoonlijk gericht schrijven bekend gemaakt.
24