Grote show Uitnodiging voor het bezoeken van Meer agrarische ondernemers met gerichte opleiding M inister Van der Stee wees op de sterke groei van het aantal leerlingen in alle vormen van agrarisch onderwijs (bij het middelbare tuinbouwonderwijs over de laatste drie jaren 40%). Hoe verheugend de groei van het agrarische onderwijs ook is, dit ver schijnsel brengt ook de nodige problemen met zich. Met deze groeiperikelen worden we bovendien ge confronteerd op een moment, dat het gehele onder wijs sterk in beroering'is als gevolg van de invoering van de Wet op het Voortgezet Onderwijs en de di scussie over alweer nieuwere onderwijsstructuren. Wie vandaag de dag kiest voor het leraarschap of zich beschikbaar stelt voor bestuursfuncties bij het onder wijs kan er dan ook verzekerd van zijn dat er een beroep op z'n denkkracht en inventiviteit zal worden gedaan om eigentijdse oplossingen te vinden voor tal van problemen, die zich irf het onderwijsveld voor doen. K ijken we naar meer gedetailleerde inrichtingsvoorschriften voor het middelbare tuinbouwonderwijs, zoals die bijvoorbeeld voor de hier in Nijmegen belangrijke vakrichtingen Bloemsier kunst en Aanleg en Onderhoud van Tuinen en Groenvoorzie ningen zijn uitgewerkt, dan valt op dat daar, naast onderwijs- DINGEN VAM DE WEEK E E T enslotte nog een enkele opmerking over het mislukken van het centraal akkoord over de loonpolitiek in ons land in 1977. Minister Boersma heeft de vorige week nog geprobeerd om werkgevers en werknemers tot elkaar te brengen, door beiden te vragen wat water bij de wijn te doen, maar er bleek geen basis aanwezig te zijn voor een landelijke norm en het gevolg is dat de strijd om de lonen in 1977 thans wordt verlegd naar de verschil lende bedrijfstakken. Gebleken is dat bij het mislukken van het loonoverleg de prijskompensatie een belangrijk struikelblok is geweest. De werkgevers willen af van het automatisch doorbere kenen van de prijsverhogingen in de Ionet».,Men stelt dat dit een heilloze weg is die het bedrijfsleven niet m^er kan hebben. Het invoeren van het doorberekenen van de prijsstijgingen in de lonen is een zaak welke werkgevers en werknemers echter gezamelijk zijn overeengekomen, aldus onze minister van sociale zaken en hij vindt dat ze er dan nu ook maar gezamelijk over moeten beslissen hoe ze het verder zullen doen. De regering wil daar buiten blijven. Spannende dagen staan ons nog te wachten rond het loongebeuren 1977. Minister Van der Stee verwacht: "D D O, van landbouwmachines w.o. John Deere trekkers vanaf 40 p.k. v.c.e. veiligheidsfluister cabine hydrostatische voorwielaandrij ving - mechanische voorwielaan drijving persen maaidorser veld hakselmachine Miedema KIPWAGENS 4-16 ton. Div. uit voeringen BOXENVULLERS - TRANSPOR TEURS T.A.T. -NIEUWE TELOSCOPISCHE AARDAPPELTRANSP-STORTBAKKEN met nieuwer rollerzeef w.o. een geheel nieuw 12 tons model. LEBO-HAKO NIEUWE SPUITMACHINES NODET - HUARD - LANDSBERG en vele an dere merken en machines in nieuwste uitvoerin gen. Wij houden deze show op ons EIGEN BEDRIJF °P DONDERDAG 9 DEC. 1976 van 10-21 uur. VRIJDAG 10 DEC. 1976 van 10-21 uur. ZATER DAG 11 DEC. 1976 van 10-18 uur. Toon uw kennis, elke bezoeker heeft kans op een prijs. U bent van harte welkom A. v. WEELE Pr. Bernhardstr. 53, WOLP- HAARTSDIJK 01198-278 Dealer: JOHN DEERE-MIEDEMA 19 e toenemende eisen aan het agrarische onder nemerschap vragen om een degelijke opleiding van de toekomstige bedrijfshoofden. De middelbare agrarische school, waar ongeveer op fiftv-fifty basis algemeen en beroepsgericht onderwijs wordt gegeven, zal naar het mij voorkomt daarbij een centrale plaats moeten innemen, llit de statistieken blijkt echter dat nog geen 20% van de huidige agrari sche ondernemers over het diploma van een middelba re of hogere agrarische school beschikt. Het is dus bemoedigend dat de leerlingenaantallen van onze middelbare scholen de laatste jaren sterk geste gen zijn. Gaarne spreek ik de verwachting uit dat dit tot gevolg zal hebben, dat het percentage ondernemers dat de voor hen meest geëigende opleiding heeft ge volgd. in de komende jaren eveneens een duidelijke groei te zien zal geven." Middelbare scholen moeten doelgericht blijven it o.m. zei minister mr. A. van der Stee (land bouw) in zijn toespraak t.g.v. de officiële opening van het nieuwe gebouw van de Rijks Middelbare Tuin bouwschool (R.M.Tu.S.) te Nijmegen op 1 december j-1- De bewindsman sprak er zijn vreugde over uit eraan te hebben kunnen medewerken dat de A- en B-oplei dingen op de middelbare agrarische scholen zijn uit gegroeid tot het thans functionerende systeem. Daar mede is het middelbare agrarische onderwijs in diè zin vporop gaan lopen, dat deze onderwijsvorm niet uit sluitend gericht is op het niveau van opleiding, maar meer nog is aangepast aan en afgestemd op de be hoeften aan praktische kennis en theoretisch inzicht van een bepaalde categorie jongeren tussen de 16 en 20 jaar. We zullen er vooral voor moeten zorgen dat onze middelbare scholen voldoende doelgericht zijn en blijven voor wie de bestemming ligt op een agrarisch of daarmee verwant bedrijf. In de tuinbouw is het aantal functies in de randgebieden en toeleverings bedrijven aanzienlijk. Tot op heden is op de M.Tu.S.-en echter geen onderscheid gemaakt tussen de opleiding tot ondernemer en medewerker in de dienstverlenende sectoren. Naar 's ministers mening is er geen aanleiding dit uitgangspunt te wijzigen nu de toeloop tot het agrari sche onderwijs van jonge mensen, die niet uit het agrarische milieu afkomstig zijn. de laatste jaren sterk is toegenomen. De funkties in de randgebieden zijn zo verschillend, dat het niet mogelijk lijkt daarvoor een aparte onder wijsdoelstelling te formuleren. Bovendien is gebleken dat de centrale doelstelling van de M.Tu.S. namelijk, het voorbereiden op het ondernemerschap in de tuinbouw, tevens de beste voorbereiding is op functies in met de tuinbouw verwante sectoren. Uit de aard der zaak sta ik wel achter de ontwikke lingen die ertoe geleid hebben, dat binnen de M.Tu.S.-en voor de bloemsierkunst, de aanleg en on derhoud van tuinen en groenvoorzieningen aparte opleidingsschema's zijn ontstaan. Deze schema's zijn gebaseerd op de behoeften van de betreffende be drijven. Agrarisch onderwijs groeit Agrarisch bedrijfsleven heeft grote belangstelling p dit punt hebben in de achter ons liggende jaren allen die bij het agrarische onderwijs betrokken zijn enorm hard gewerkt en veel tot stand gebracht. Daarbij moet worden opgemerkt dat we in de be voorrechte positie verkeren, dat het agrarische be drijfsleven altijd en overal belangstelling toont voor de koers van het landbouwonderwijs. Deze belang stelling komt tot uitdrukking in het regelmatige over leg ten aanzien van beleidsaangelegenheden met bij voorbeeld: - de onderwijscommissie uit het Landbouwschap - de speciale cursuscommissie uit het Landbouwschap en waar nodig ook met daarvoor in aanmerking ko mende vakorganisaties. Dit overleg vormt een onontbeerlijk instrument bij de voorbereiding van het landbouwonderwijsbeleid. Ook bij nadere uitwerking van de onderwijspro gramma's speelt het onderlinge overleg een grote rol. We denken hier aan de werkgroepen die de ontwerp Algemene Maatregelen van Bestuur, de richtlijnen en inrichtingsvoorschriften voor het lagere en middelba re agrarische onderwijs hebben voorbereid. Deze werkgroepen waarin vertegenwoordigd - de schoolbesturen - de Pedagogische Centra voor het Landbouwonder wijs - de lerarenorganisaties - de Direktie en Inspectie van het Landbouwonderwijs hebben voorstellen gedaan voor lesurentabellen, toelatings- en eindexamens en tal van andere richtlijnen en daarmede een belangrijke bijdrage geleverd tot harmonisering binnen de on derscheidén onderwijsniveaus. Flexibel Onderwijsbestel deskundigen, de vakorganisaties een belangrijke technische in breng hadden bij het vaststellen van de gewenste onderwijsin houd. Als we de situatie overzien, kan worden vastgesteld dat alle vormen van voortgezet onderwijs waaronder dus ook het land en tuinbouwonderwijs, op dezelfde wettelijke basis stoelen. Maar bij uitwerking van deze uitgangspunten en het vaststellen van concrete leerplannen en wat dies meer zij, hebben het land en tuinbouwbedrijfsleven, de verschillende onderwijsorganisa ties en de overheid nauw samengewerkt. Dank zij deze goede samenwerking tussen alle bij het agrarische onderwijs betrokken personen en organisaties beschikken we in ons land over een agrarisch onderwijsbestel, dat flexibel kan reageren op maatschappelijke veranderingen die het onderwijs moeten beïnvloeden. r zal de afgelopen week binnen onze kring vrijwel geen on derwerp zijn geweest dat meer werd besproken dan dat van de ontwikkeling van de grondprijzen zoals we dat in de laatste we ken hebben kunnen constateren tijdens de vrije verkoop van landbouwgronden in Kapelle. Het begon in de laatste week van november toen een boerderij in dit Zeeuwse fruitcentrum. bestaande uit bouw- en weiland, in totaal groot 28 ha, bij openbare verkoop bijna 1,3 miljoen gulden opbracht. Voor goede landbouwgrond werden prijzen betaald van f50.000,- tot ruim f55.000,- per ha en er werd zelfs weiland verkocht voor f48.000,— per ha. Bij deze verkoop kon echter nog als verklaring voor de enorm hoge prijzen worden gebruikt het argument dat het gronden betrof gelegen in een ruilverkave- lingsgebied, waarvoor men toedelingsrechten verkreeg en dat kon voor een aantal mensen van belang zijn. en beter inzicht in de werkelijke grondprijzen zou worden verkregen bij de vrije verkoop van de boerderij "Oosthofin 3ath op donderdag 2 december, ook weer in het gemeenschapshuis te Kapelle. Ongekend groot was de belangstelling. Naar schatting zijn er bij deze verkoop tegen de duizend mensen geweest. Ze kwamen uit alle delen van het land en ook België en zelfs West Duitsland. De uitslag is bekend. De boerderij met 85 ha grond werd verkocht voor f52.800,- per ha. Vrijwel niemand had dit verwacht voor een dergelijk groot bedrijf. In minder dan een jaar tijd heeft zich op de grondmarkt een enorme verandering volt rokken. De prijzen bij vrije verkoop zijn in die periode meer dan verdubbeld. Velen vervult dit met grote zorg. We behoeven op deze plaats de nadelen van een dergelijke ontwikkeling niet op te noemen. We denken met name aan de kwesties bij vererving, maar ook aan de onmogelijkheid voor jonge ondernemers om op basis van deze prijzen een bedrijf te beginnen. We denken ook aan het enorme gat dat er is gekomen tussen vrije grond en verpachte grond. We hebben begrepen dat er wat gaat gebeuren met de pachtprijzen maar de kloof tussen verpacht en niet ver pacht wordt enorm groot. We schrijven dit in het kader van de tuinbouw rubriek. Wanneer we zien hoe de laatste jaren gemid deld de uitkomsten zijn geweest, met name in de fruitteelt, is wel duidelijk dat dergelijke grondprijzen absurd zijn. Voor de land bouw geldt, overigens een zelfde situatie. Toch worden ze be taald. De toekomst zal leren wie gelijk had. We hebben reeds eerder in deze geest binnen deze rubriek geschreven. We deden dat in de jaren rond 1965 óoen er wel prijzen werden betaald van fl 5.000.- We hebben het enkele jaren geleden gedaan toen er tot f20.000.- per ha werd betaald. Nu zitten we naar veler mening op een onverantwoorde top. Of dat werkelijk zo is weten we in de toekomst, maar wat daarin ligt is zoals alti jd verborgen. Dat neemt niet weg dat velen uiterst bezorgd zijn over deze ontwikkeling, welke overigens wel het gevolg is van het vrije spel van vraag en aanbod, een situatie waaraan velen onder ons ook de voorkeur geven. orige week is dan bekend geworden dat onze huidige minister van defensie ir. Vredeling, per 1 januari a.s. naar Brussel gaat als opvolger van ir. Lardinojs. Tegelijk werd er bij gezegd dat het lang niet zeker is dat Nederland ook weer de portefeuille van Landbouw in de E.E.G.commissie zal krijgen. Nederland heeft ervaring met deze portefeuille want vóór ir. Lardinois was het de heer Mansholt welke met veel verve deze taak in Brussel verv ul de. Er waren naar verluidt nog al wat bezwaren tegen opnieuw een Nederlander op Landbouw in Brussel. Wie het dan wel zou moeten worden bleef echter in het midden. Zeker is dat ir. Vre deling op landbouwgebied een goede bekende is. Hij is een Wa- genings ingenieur en zal zich zonder twijfel thuis voelen in Brussel waar hij voorheen in het Europees parlement dikwijls allesbehalve gemakkelijk was. In Brussel kende men hem voordat hij in Nederland minister werd,als de man wie weinig ontging en die er altijd bij was om vragen te stellen wanneer er iets naar zijn mening niet in de haak was. Volgens de laatste berichten zal er toch weer een goede kans bestaan dat ir. Vredeling de volgende EEG landbouwcommissaris wordt. Hopelijk zal hij dan kunnen komen tot een beleid dat vertrouwen geeft en perspectief biedt want het is uit veel dingen wel duidelijk dat het allesbehalve goed gaat met de E.E.G. Er zijn grote zorgen rond het voortbestaan. We hebben daar reeds eerder over geschreven. Met belangstelling wachten we af of de ver wachtingen van dit moment omtrent de nieuwe landbouwcom missaris, waarheid zullen worden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 19