Minimum-afnameregeling aardgaskontrakten D e Vegin was van mening, dat het bedrag per m3, dat ver schuldigd is bij een te weinig afgenomen hoeveelheid, omhoog moest. De gasbedrijven ontvangen een deel van de opbrengst- prijs. die de tuinder betaalt, als inkomsten. Hieruit moet het gasbedrijf zijn kosten betalen. Deze kosten bestaan voor een belangrijk deel uit investeringen in leidingen en apparatuur. Deze investeringen zijn gemaakt, doch ieder jaar moeten rente en afschrijving nog wel worden betaald. Daarnaast heeft het gasbedrijf zijn overige kosten voor onderhoud, boekhou- ding.etc. Deze laatste zijn vooral loonkosten. H et Landbouwschap heeft gesteld, dat het liever helemaal van de regeling af wilde. Dit is niet mogelijk gebleken. Ook de regering en her parlement stellen zich op zo'n standpunt. Bovendien kan de redelijkheid aan de argumentatie ook niet geheel worden ontzegd. Het Landbouwschap heeft toen gesteld, dat men meende, dat de verplichtingen van de tuinder niet hoger zouden mogen worden, dan thans het geval is. Dit bete kent. dat nu het bedrag per m3 sterk omhoog gaat. het aantal m3 even sterk naar beneden moet. De uitkomst van de som blijft dan gelijk. E en voorbeeld. Als in het oude kontrakt de tuinder een mini- mum-afname-verplichting had van 500.000 m3. dan was zijn verplichting maximaal 500.000 x 0.35 ct. fl.750.- Deze verplichting moet in principe gelijk blijven. Dus bij 1,2 cent hoort dan een minimum-afname van -+ 145.000 m3. K an de minimum-afnameverplichting Ook onder de 170.000 m3 komen? Deze 170.000 m3 is de grens tussen groot- en klein verbruik. De minimum-afnameregeling is bedoeld om voor het gasbedrijf een bepaalde vergoeding te krijgen, als de leiding niet meer of onvoldoende" wordt benut. Deze vraag heeft echter niets te maken met het feit, of men grootverbruiker is. De mening van het Landbouwschap is. dat de minimum-afnamehoeveelheid onder de 170.000 m3 moet kunnen komen. De verbruikers met een werkelijk verbruik van 200.000 a 300.000 m3 en een mini mum-afnamehoeveelheid in hun huidige kontrakt van 170.000 m3 doen er goed aan hierop te letten. Als het werkelijke ver bruik van deze tuinders ook onder 270.000 m3 daalt in de toe komst, dan betalen zij wel het tarief, dat hierbij hoort, dus het kleinverbruikerstarief. A Nog aanvragen voor glasafbraak tot 31 december 1976 Grote eenheid, met slagvaardig beleid! De minimum-afnameregeling, zoals deze toe gepast moet worden bij de invulling van de aard gaskontrakten grootverbruikers, roept nog pro blemen op. Deze afspraken zijn gemaakt in het overleg van het Landbouwschap met de Vegin en de Gasunie. Zij maken deel uit van het totale overleg, dat over de vernieuwing van de kont rakten is gevoerd. Omzetten van aanvragen beperkt mogelijk Aanplant sla 10% kleiner dan vorig jaar Jaarverslag Cebeco-Zuid-West 75/76 18 a U. Geling hoofdafdeling Tuinbouw van het Landbouwschap Achtergrond van minimum-afnameregeling De kosten moeten ook hier betaald worden uit de inkomsten. Als de verbruikers minder afnemen, dan verminderen daardoor de inkomsten van het gasbedrijf. Dit krijgt immers een marge van het aantal verkochte m3. Zo'n systeem draagt ook niet bij tot energiebesparing en zou nodig eens op de helling moeten. De gasbedrijven wensen, dat de afnemer zich verplicht tenmin ste eeri zekere hoeveelheid af te nemen. De zekerheid, die de gasbedrijven vragen, bestaat uit een hoeveelheid maal het be drag per m3. het zogenaamde boetebedrag. Dit is ook de ver plichting van de tuinder. Standpunt Landbouwschap Hierop bestaat een uitzondering, namelijk als de kostenstijging voor het gasbedrijf reëel is ten opzichte van het oude kontrakt. Dit geldt wel voor de post lonen, maar niet voor de investeringen in leidingen enz. Deze zijn gedaan en ook een tuinder mag niet afschrijven op vervangingswaarde. Geen enkel gasbedrijf kan aannemelijk maken, dat zijn kosten per verkochte m3 in de laatste jaren met een 300% zijn gestegen, namelijk evenveel als men nu het bedrag per m3 wil verhogen. Er is dus maar één conclusie: het aantal m3, dus de hoeveelheid van de minimum-afname, moet ten opzichte van de oude kont rakten omlaag. Flink omlaag zelfs. Zelfs het gelijkblijven van deze hoeveelheid zou reeds betekenen, dat.de verplichtingen van de tuinder toenemen. De gasbedrijven wensen, dat de afnemer zich verplicht tenminste een zekere hoeveelheid energie af te nemen. Hoe kan het? Nu zullen er ongetwijfeld kostenstijgingen bij het gasbedrijf zijn geweest in de periode, dat de tuinder gas afneemt. Stel dit bijvoorbeeld over die jaren op 100%. Dan zal het terecht kunnen zijn, dat de verplichting 2 x fl.750.— ofwel f3.500.— wordt. De nieuwe minimum-afname zal in de buurt van 290.000 m3 moe ten liggen. Als nu het werkelijke verbruik van dit bedrijf in de laatste jaren b.v. 800.000 m3 was, zullen er weinig problemen zijn. De ruimte is immers in de oude situatie al 300.000 m3. Indien het werkelijke verbruik echter ook op 500.000 m3 ligt. dan is het verschil ten opzichte van de minimum-afname gëring. Het is duidelijk, dat juist in deze gevallen de minimum-afna- mehoeveelheid naar beneden moet volgens de boven beschre ven methode. Is er een ondergrens? Kompensatie Er is in dit geheel nog een afspraak gemaakt tussen Vegin, Gasunie en Landbouwschap. Als een tuinder in de toekomst om welke redenen dan ook onder zijn nieuwe minimum-afname hoeveelheid komt, volgt er eerst een kompensatieberekening. Wat is dat? Dit wil zeggen, dat het gasbedrijf, vanaf het mo- ment.dat de tuinder is aangesloten op het gasnet, alle meerver- bruik in die jaren gaat inbrengen. Stel, dat in het oude kontrakt de minimum-afnamehoeveelheid 300.000 m3 was en de werke lijke afname 400.000 m3 per jaar. Als de tuinder nu reeds drie jaar is aangesloten, heeft hij al 3 x 100.000 m3 ofwel 300.000 m3 kompensatie gevormd. Als hij nu in het komende jaar slechts 250.000 m3 gebruikt, gaat het verschil van zijn kompensatievoorraad af. Er resteert dus 250.000 m3 kompensatie. Bovendien krijgt de man geen reke ning voor de te weinig afgenomen hoeveelheid. Deze afspraak is in het geheel van de afspraken over de mini mum-afnameregeling zeer belangrijk en is daarvan onlosmake lijk. Procedure Is de regeling wordt uitgevoerd overeenkomstig de afspra ken met Gasunie en Vegin, kan ze goed funktioneren. In diverse regio's loopt de aanbieding van de nieuwe kontrakten goed. De tuinbouw en de gasbedrijven werken daar goed samen. De af spraken tussen Gasunie, Vegin en het Landbouwschap zijn daarbij leidraad. Rustig laten lopen dus. In enkele andere gebieden gaat het wat moeilijker. Het is in zo'n geval gewenst, dat de tuinbouw zich collectief opstelt. Het is noodzakelijk zijn landelijke organisatie of het Landbouwschap hierover direkt in te lichten. Er kan dan mogelijk een gesprek volgen met het gasbedrijf. Het bestuur van de,Stichting tot Ontwikkeling en Sanering voor de Landbouw (O. en S.-fonds) vestigt er nog eens de aandacht op dat per 31 december 1976 de mogelijkheid wordt gesloten een aanvrage in te dienen voor een bijdrage bij algehele dan wel gedeeltelijke glasafbraak in te dienen voor een bijdrage bij al gehele dan wel gedeeltelijke glasafbraak in de tuinbouw. Het blijkt echter dat in de tuinbouw ondernemers door om standigheden nog niet op verantwoorde wijze hebben kunnen besluiten of zij voor de ene. dan wel voor de andere mogelijk heid in aanmerking willen komen. Om deze reden heeft het bestuur besloten, onder handhaving van de sluitingstermijn van 31 december aanstaande, al diege nen. die tussen 1 december 1976 en 31 december 1976 aanvra gen indienen nog tot en met 28 februari 1977 in de gelegenheid te stellen hun ingediende aanvrage te wijzigen in de ene of de andere richting. Wordt een wijziging gewenst, dan dient men dus vóór 28 fe bruari 1977 bij de Plaatselijke Districtsbureauhouder schriftelijk een gewijzigde, ondertekende aanvrage in te dienen op een daarvoor bestemd formulier. Zou voordien reeds zijn beslist op een na 1 december 1976 ingediende aanvrage, dan wordt deze beslissing dienovereenkomstig herzien. Uiteraard zullen bij wijziging van de aanvraag de voorwaarden van de dan toe te passen regeling in acht moeten worden genomen. De teelt van tomaten werd in oktober 1976 beëindigd op 350 ha tegen 366 ha in oktober 1975 (-4%). Dit o.m. blijkt uit de uit komsten van de C.B.S.-steekproef "Tuinbouwgewassen onder glas" per 1 november 1976. Op 1 november 1976 was nog 533 ha aanwezig: dit is ruim 20 ha of 4% meer dan vorig jaar. Komkommers De oogst van de komkommers werd in oktober 1976 beëindigd op 144 ha. Dit is 40 ha of ruim 20% minder dan het jaar ervoor. Per 1 novemter j.l. werd nog geoogst van 372 ha tegen 360 ha op 1 november 1975. Sla In oktober 1976 werd 598 ha sla aangeplant tegen 667 ha in oktober 1975 (-10%). De oogst had betrekking op 135 ha. In vergelijking met vorig jaar oktober toen van 195 ha werd geoogst, betekent dit een vermindering van ruim 30%. Op 1 november 1976 was de aanwezige oppervlakte sla bijna 100 ha kleiner dan vorig jaar (1044 resp. 1142 ha). Andijvie de aanwezige oppervlakte Op 1 november 1976 be droeg andijvie 151 ha tegen 173 ha op 1 november 1975 (-13%). In het jaarverslag van TTebeco Zuid-West wordt melding ge maakt dat_men met voldoening vaststelt dat_het doel dat men in het vijfjaren plan zich voor ogen heeft gesteld volledig is bereikt. Aan de eerste behoefte om een organisatie te scheppen waar binnen het mogelijk was om het karakteristieke van de coöpe ratie te handhaven en toch slagvaardig te kunnen blijven rea geren is voldaan. Men heeft hierbij gerekend op de loyale me dewerking van de lokale bestuurscolleges. Het vertrouwen hierin is niet teleurgesteld. Het doel van de oprichting van Cebeco Zuid-West is geweest om tot een optimale benutting van mankracht en machines te ko men, terwijl daarnaast ook gestreefd werd naar een meer pro- duktiegerichte benadering van de door de organisatie gevoerde artikelen groepen. Hieraan is in grote mate voldaan en op som mige onderdelen zelfs geheel voldaan. Bij een terugblik op het gebied van de technische kant van de coöperatie kan worden gewezen op de inrichting van de Cent rale distributiepunten die een rationele meststoffen voorziening waarborgen. In de sektor pootgoed werd gestart met een poot-aardappelin- koopcombinatie, die thans in het gehele werkgebied voor alle afnemers toegankelijk is. Voor het ontsmettén van pootgoed werden voorzieningen getroffen. Sprekend over granen mag niet onvermeld blijven dat Cebeco- Zuidwest, als de samenvoeging van de belangen van haar elf ledencoöperaties, de grootste aandeelhoudster xerd van de COZO Zwijndrecht. Ten behoeve en voor rekening van de Aardappelafzetorganisa tie werden verschillende investeringen verricht, waarvan de be langrijkste de uitbreiding van het sorteerbedrijf Middelburg is. De gebouwen, terreinen en verdere outillage van de in liquidatie zijnde Veilingvereniging West Noord-Brabant, werden door de Aardappelafzetorganisatie in eigendom verkregen. Door de reorganisatie van de afzet van konsumptieaardappelen in het Zuid-Westen, werden de krachten gebundeld in de Aar dappelafzetorganisatie "Zuid-West Nederland, 3.V. te Zierik- zee". Hierdoor werd een produktiegerichte benadering gewaarborgd. Deze B.V., waarin zes telersverenigingen, Cebeco-Handelsraad en Cebeco-Zuidwest deelnemen - ging met de coöperatie Agrico te Emmeloord, Zuiderdel te Broek op Langedijk en Cebeco- Handelsraad een overeenkomst aan tot het gezamenlijk afzetten van konsumptie-aardappelen door een centraal verkoopkantoor onder de naam Agrico-Holland. Het beleid in dit verkoopkan toor wordt mede bepaald door telersvertegenwoordigers uit het zuidwesten en de uitvoering is mede een verantwoordelijkheid van de directie van Cebeco-Zuidwest. Als Directrice van de Aardappelafzetorganisatie voor Zuid west-Nederland E.V. werd de verantwoordelijkheid gedragen voor de omzet van 93.202 ton konsumptieaardappelen met een geldswaarde van f36.215.000,— (vorig boekjaar 96.305 ton met een geldswaarde van f12.046.000.— Uit de reeks van vijf ba lansen, die na de oprichting zijn opgemaakt, blijkt dat de noodzakelijke versterking van de onderneming alle aandacht heeft gehad. De sporen van de bij de start van Cebeco-Zuidwest gepleegde vermogensvereffening zijn goeddeels uitgewist en in de komende algemene vergadering zal onder andere worden voorgesteld om de participatiereserve tot een miljoen gulden te verhogen. BEDRIJFSRESULTAAT CEBECO ZUID-WEST Nadat aan alle statutaire verplichtingen tot afschrijving ruimschoots is voldaan, staat een bedrag van f1.008.000,— ter beschikking van de algemene vergade ring. De omzet was f144.032.000,— Bij de bepaling van dit bedrag is de omzet van konsumptie-aardappelen buiten beschouwing gelaten. De Aardappelafzetorganisatie voor Zuidwest Nederland B.V. zal aan haar aandeelhouders apart verslag uitbrengen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 18