Vroeg klaar dit jaar! Met de suikerbietenveredeling wel op de goede weg? Een begin gemaakt met grondontsmetting Meeste aardappelen nu „reeds" uit boerenhanden 6 Het veldwerk op ZUID-BEVELAND is de laatste we ken zeer goed verlopen. Het oogsten van de suikerbieten lijkt het minst snel te gaan. De toch wel grote uitzaai van wintertarwe heeft zich over een lange periode uit gesmeerd, maar is nu ongeveer ten einde. Het op win- tervoor-ploegen is op de meeste bedrijven ook al ver gevorderd. Al met al gaat heter op lijken dat vele be drijven rond 20 november geheel met het veldwerk klaar zullen zijn. Op vele bedrijven is men wat rustig geweest met het bietenrooien. Enerzijds wil men wat langer kunnen be schikken over verse bietenkoppen en -blad voor het vee, anderzijds hoopt men nog steeds op wat verbetering van het toch we lage suikergehalte. Of het langer laten staan het suikergehalte nog gunstig kan beïnvloeden is met de hernieuwde bladgroei nauwelijks meer te verwachten. Dit suikerverlies zal wel blijvend zijn. Gelukkig is de wortelgroei in de laatste drie weken nog wel van bete kenis geweest. Het gemiddelde zal duidelijk hoger ko- Ook op THOLEN en ST. PHILIPSLAND vlotten de werkzaamheden goed dankzij het gunstige weer van de laatste weken. Verschillende collega's hebben hun bieten reeds aan de hoop liggen terwijl de rest in de volgende week praktisch geheel gerooid gaat worden als het weer tenminste goed blijft. Wat het gehalte betreft zullen we 1976 niet gauw ver geten. Waar normaal het gehalte in de loop van de campagne stijgt, zien we nu op veel percelen het tegen overgestelde, n.l. een steeds lager gehalte. En ai weten we dan allen dat de reden daarvan de droogte en de her- groei daarna is We vragen ons toch in z'n algemeenheid wel af of we met de veredeling wel op de goede weg zijn. Immers een hoger gehalte met minder kilo's zou toch heel wat besparen op kosten van vervoer en verwer king in de fabriek bij dezelfde hoeveelheid suiker. Na half november wordt de kans op vorst van enige betekenis steeds groter en ieder die bieten heeft lig gen zal nu z'n afdekmaterialen wel gereed hebben lig gen. We zijn er in iedergeval van alle kanten (en we zijn geneigd om te zeggen haast tot vervelens toe) voor gewaarschuwd! Jammer dat men van de zijde van de fabriek in het verleden nooit zo attent is geweest om ons na het in vallen van de vorst van te voren te waarschuwen wan neer onze bieten worden opgehaald, zodat we tijdig ons afdekmatreiaal kunnen opruimen. De prijs van plastic is toch van dien aard, dat we er wel een beetje zuinig mee moeten omspringen! En al hebben we dan niet te klagen over de medewer king van kraanmachinist en chauffeur, 'n telefoontje des avonds van te voren zou door de meeste telers wei ge waardeerd worden! Daar, in het kader van de samen werking in rooicombinaties's, bij een betrekkelijk klein aantal telers per dag wordt geladen, lijkt ons dat niet zo'n grote opgave! Het ploeg werk schiet flink op en de grond valt bij zonder goed, reden dat we nog steeds zaaimachines in de polder zien. Zoals het er nu uitziet zullen rond 1 dec. de veldwerkzaamheden wel klaar zijn en hebben we weer wat meer tijd voor gezin en vergadering en om ons te richten op oogst 1977. AARDAPPELOOGST 1976 KWALITEITSEIS „LICHT GLAS" VERRUIMD TOT 9% Door het Produktschap voor Aardappelen is met ingang van 8 november 1976 een verruiming toe gestaan op de kwaliteitseisen voor tiardappelen Het aardappelen van oogst 1976. gaat Llierbij om het optreden van „glas" in partijen De bestaande tolerantie van 5 voor knollen met gebreken mag worden overschreden tot 9 Doch dit geldt alleen voor knollen met „licht glas". Zwaar glas valt hier buiten, en is overigens te her kennen aan het feit, dat dan de knollen min of meer vcos zijn. Voorts wordt er nadrukkelijk bij vermeld djt deze verruiming van de kwaliteitseis alleen geldig is voor de oogst van 1976. Nog steeds gestreeld door het ideale herfstweer zijn de veldwerkzaamheden op NOOR-BEVELAND flink op geschoten en in een ver gevorderd stadium gekomen en wat zeker niet onbelangrijk is, van uitmuntende kwa liteit. Ook komt hiermee een eind aan de oogst 1976, wat de financiëen betreft, het onderste regeltje staat steeds verder van dit punt af, poolverkoop, gras en zaaizaad afrekeningen en daarna nog de boekhouding, dan is het al ver volgend jaar geworden. De kg-opbrengsten daar entegen kunnen we nu langzamerhand wel gaan bepalen en hiermede ook faktoren die hierop van invloed zijn geweest. Zijn er bij deze faktoren waar we dan nog iets in gunstige zin aan kunnen veranderen, dan verdienen deze onze volle aandacht. Zo i3 er op ons voormalig eiland dit jaar een begin gemaakt met grondontsmetting 27 ha op een 8-tal be drijven, anderen maken schoonschip door het spuiten van roundup in de stoppel, op 16 bedrijven is er organi sche mest aangevoerd voor ruim 100 ha en er is een to taal van 65 ha gemengwoeld. Of u in de toekomst ook aan deze of andere, toch meest kostbare zaken mee moet doen? Het antwoord op deze vraag mag alleen maar het te verwachten resultaat voor uw bedrijf zijn, en niet wat „men" of wat buurman doet. Iets vat voor het ene bedrijf van levensbelang kan zijn, is voor het andere misschien niet interessant genoeg. Wat niet wil zeggen dat „Goed voorbeeld doet goed volgen" ook mag gelden. Het minst wat u kunt doen is toch wel u zoveel mogelijk op de hoogte stellen; er zijn door organisatie's voorlich ting enz. weer vergaderagenda's met onderwerpen inge vuld. Maak hiervan gebruik, misschien is er ook voor u wel iets bij, ook het kontakt met kollega's kan al zinvol zijn. men te liggen als eerst werd verwacht Pas de laatste weken zijn op de bedrijven wat voorraden van enige betekenis ontstaan. Er is zeer veel wintertarwe uitgezaaid. Niet uitgeslo ten is, dat we de 6000 ha zullen bereiken. Dit is dan 30 van de bouwlandoppervlakte van Zuid-Beveland. In 1972 werd 6200 ha geteeld, in 1976 was dit bijna 5300 ha. Als oorzaken hiervoor kunnen genoemd worden, n.l. dat de wintertarwe thans financieel ons beste graangewas is, maar omdat een een antai groepen andere gewassen als peulvruchten en handelsgewassen op dit moment minder interessant zijn. De grond valt bij het ploegen zeer goed; de mogelijk heden om te zaaien waren zodoende dan ook vlot aan wezig en daar is dan ook een goed gebruik van gemaakt. Het valt toch wel op dat men in het algemeen wat min der zaaizaad gaat gebruiken. Het aantal percelen knolselderij dat in 1976 in Zuid- Beveland nog is geteeld, was zeer gering. Het aantal percelen dat we als geslaagd kunnen beschouwen is uiterst beperkt. Het virus waar we in dit gewas nu al een aantal jaren mee te maken hebben maakt het vrij wel onmogelijk om dit gewas nog in het bouwplan op te nemen. De goede groei van het gras is voor de rundveehouders zeer welkom geweest; het lijkt wel of we wat de gras- groei betreft nog in het voorjaar zitten Wanneer de temperatuur niet te snel daalt en de hoeveelheid neer slag beperkt blijft kan het vee nog wel enkele weken buiten blijven. Het blijkt* ook wat rustiger te zijn ge worden met het voederen van krachtvoer. De vraag naar suikerbietenkoppen en -blad en geslaagde groen- voedergewassen is dan ook zeer beperkt. Zelfs van dro gerij-zijde heeft men slechts interesse voor deze produk- ten tegen voor de akkerbouwer veel te lage prijzen. De werkzaamheden in de WESTHOEK beginnen nu inderdaag goed op te schieten. Vooral in de zware grond staan er nog weinig bieten in. In de lichtere grond kan je iets meer risico nemen, maar wanneer we graag spe culeren, kan je dit wellicht nog beter met een ekstraatje aardappelen op de termijnmarkt doen, dan in november te lang je bieten in de grond te laten staan. Het gehalte is nu toch wel weer wat gestegen, maar het ligt toch beneden normaal. Ondanks het feit dat de boer dus met zijn werk blijft opschieten, blijft hij zorgen en ook spanningen houden. Eerst maak je je zorgen over het uitkomen van de bieten. Liggen ze aan de hoop, dan zijn er weer zorgen over eventuele vorst En zo is het altijd wel wat! De herfst zet nu echter toch m<?t rasse schreden door. De meeste bladeren zijn van de bomen en liggen in mooie tinten op de velden. Vooral in de bossen zijn de najaarskleuren heel mooi en soms evenaren ze de kleu ren die in het voorjaar te zien zijn. Tot op heden is moe der de vrouw er met het stoken goed van af gekomen. Echt koud en guur weer hebben we tot op heden nog niet veel gehad. Met de aardappelen verloopt het ook zeer wisselvallig. Sommige partijen zijn prima klaar te maken, andere daarentegen geven grote problemen, vooral daar waar de ventilatoren niet over te veel PK's beschikken, valt het moeilijk om de partijen droog te krijgen. In ons ge west dachten we dat er niet veel aardappelen meer in boerenhanden zijn. Zelfs de traditionele bewaarders heb ben wel wat opgeruimd. Het blijft moeilijk in onze branche, of je hard of te zachtjes loopt, kan voor Duisen- berg grote gevolgen hebben. BIJDRAGE ACHTERSTALLIG ONDERHOUD KNOTBOMEN Minister mr. A. van der Stee (landbouw) heeft bij beschikking uitvoering gegeven aan zijn reeds begin van dit jaar geuite voornemen tot het verlenen van een bijdrage voor het verrichten van werkzaamheden i.v.m. achterstallig onderhoud van knotbomen. De bijdrage bedraagt 4 per knotboom en wordt aan eigenaar of pachter op diens aanvraag verleend. Meer dere eigenaren er. of pachters kunnen gezamenlijk één aanvrage indienen. De aanvraag dient betrekking te heb ben op tenminste 50 knotbomen. De werkzaamheden moeten in de periode 1 januari 1976 tot en met 31 decem ber 1980 zijn verricht. Geen bijdrage wordt verleend in dien de knotbomen staan op terreinen waarvoor in ge noemde periode reeds een andere rijksbijdrage t.b.v. het beheer of het onderhoud is of wordt verleend. Aanvragen voor een bijdrage kunnen worden inge diend bij de hoofdingenieur-direkteur voor de landin richting in de provincie waarin het grootste gedeelte van de in de aanvraag betrokken bomen zich bevindt' De najaarswerkzaamheden zijn over het algemeen vlot verlopen. Hier en daar is nog een enkel perceel bieten te rooien, maar met de grote rooimachines kan in een paar dagen heel wat werk worden verzet. De goede bieten zijn de laatste weken nog heel wat gegroeid, maar zelfs in de beste percelen komen nog kleine bieten voor. Deze zijn moeilijk te koppen en daardoor stijgt het kop- tarra-percentage. De grondtarra valt over het algemeen wel mee en dit hangt veel van de zwaarte van de grond af en van het tijpe rooier. Meerdere machines worden met beweegbare rooischaren uitgerust en dat is ongetwij feld op de klei een groot winstpunt. Ook op lichte grond met behoorlijk veel zaadonkruid is daardoor het aantal verstoppingen veel minder. Alhoewel zaadonkruid op zijn tijd echter altijd weer dood gaat, kunnen we daar als boer niet op blijven wachten. Toch zijn er nog altijd collega's die lang dur ven wachten. Bij ons in de buurt zit er op vrij zware grond nog een perceel aardappelen in de grond. Voor een afwijkende nartij is het wel een mooie proef, maar een boer lijdt nu eenmaal het meest door het lijden dat hij vreest. Het weer kan plotseling omslaan nu we al zo ver in het najaar zitten Gezien het zachte weer van de laatste weken kunnen we ons slecht weer nauwelijks voorstellen. Iedere week heeft het wel wat geregend, maar echt nat is '-et land nog niet geweest. Nog steeds kan de grond heel wat water opnemen en de draineer- buizen Iepen ook nog niet. Door de hoge temperaturen en het voldoende vocht is het de laatste tijd wel een erg groeizame periode geweest, met als gevolg, dat het on- kru d en de pas gezaaide wintertarwe om zo te zeggen de grond uitbarsten. Onder deze omstandigheden hadden we best wat minder zaaizaad kunnen gebruiken, want ret plantgetal van de jonge tarwe is vr iihoog De hier op toegepaste bodemherbiciden werken gelukkig goed, want zelfs grote zaadonkruiden gaan boven verwachting nog dood. Het vroeg geploegde winterland wordt ech ter met de dag groener van het onkruid en deze flora vraagt momenteel toch wel onze aandacht. Het ge ploegde land ligt er erg gezond bij, maar zoveel groen zijn we op dit tijdstip niet gewend. Voor een leraar van een spuitkursus is het een ideaal beeld om zijn leer lingen een praktische les te geven van de 80 verschil lende soorten van kiemplanten die voor het examen wor den gevraagd. Een boer kijkt er echter geheel anders tegen aan en zo zien wp thans de praktijk op verschil lende manieren de onkruiden op de ploegsneden te lijf gaan. Radikaal is in deze om het land opnieuw op winter- voor te ploegen. Een nog wat vluggere manier is een voorbewerking met de cultivator, maar de kans bestaat dan dat de grond te fijn komt te liggen met het gevaar van verslemping. Spuiten met een kontaktmiddel is ook mogelijk, maar dan worden slechts de onkruiden die nu boven de grond staan gedood en gaat de ontwikkeling van nieuw onkruid weer door. Dit „scheermeseffekt" kan dus van te korte duur zijn. Een middel met een lange werkingsduur zou meer gewenst zijn, maar het is de vraag of dat alle soorten van onkruiden goed doodt. De selektiviteit van de middelen in de gewassen speelt steeds een grote rol, doch ook op kaal land hebben we er rekening mee te houden. Bij vorst kan de afbraak van sommige middelen danig geremd worden, waardoor er gevaar bestaat voor later in te zaaien gewassen. Een boer kan dus vele kanten uit, maar het is wel zaak om de juiste keuze te maken!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 6