Levensverzekering
en fiskale aftrek
Bespreking minister van landbo
w en Landbouwschap
3
In het artikel van de vorige week mocht ik wijzen op
de stroomversnelling, waarin wij de laatste vijfentwintig
jaar hebben geleefd. Een levensverzekering sluiten was
in de jaren vijftig een vrij normale zaak, het hoorde bij
het gezinspakket van de jong gehuwden. Anno 1976 té
dat voor velen een achterhaalde zaak en moet heden
bij het sluiten van een kapitaalsverzekering ernstig wor
den overwogen of het noodzakelijk is. En zo ja, dan rijst
nog altijd de vraag of men wel de juiste vorm heeft ge
kozen. Was vijfentwintig jaar geleden het sluiten van
een verzekering reeds maatwerk, dat is het heden nog
veel meer!
HOGERE INKOMENS!
Sedert 1951 zijn de lonen enorm gestegen en de so
ciale voorzieningen voor de werknemers optimaal opge
voerd. De fiskale inkomens bij de zelfstandige onder
nemers daarentegen hebben onvoldoende geprofiteerd
van de loongolven. En behoudens de zgn. A. wetten,
waarvoor de premies door alle betrokkenen zelf moeten
worden opgebracht, vallen de zelfstandigen buiten de
sociale voorzieningen die voor de werknemers wel gel
den. Al met al een ongezonde zaak. Een zeer terecht on
behagen bij de zelfstandige ondernemers heeft dan ook
betrekking op het gehele sociaal-ekonomische klimaat
in Nederland. Het zijn vooral de steeds hoger wordende
sociale lasten, de explosieve kostenstijgingen, de infla
tie en tot slot de zware belastingdruk. Het vormen van
een eigen vermogen is thans haast niet meer mogelijk,
terwijl dat toch voor het voortbestaan van een gezond
bedrijf nog steeds één der voornaamste pijlers is. De
tarieven van de inkomstenbelasting zijn in ons lief klein
landje bijzonder hoog en mede door de sociale premie
druk worden de inkomens zwaar afgeroomd.
Maar ondanks dat zijn er gelukkig ook nog onderne
mers die in een bepaald jaar een hoog inkomen hebben
door één of andere uitschieter in hun bedrijf. Dit laatste
komt zeker op het agrarische bedrijf voor door b.v. hoge
aardappel- en uienprijzen. Dat zijn echter uitschieters
en weinigen profiteren ervan. Van zo'n uitschieter gaat
een groot deel naar de fiscus en dat betreuren wij met
z'n allen.
De fiskus laat wel enkele mogelijkheden toe om een
inkomentop iets te verlagen. U kunt als u dat wenst uw
buitengewone lasten opvoeren door in de maand de
cember voor het komende jaar de ziektekostenpremie
te betalen en het bedrag dat boven de bekende drempel
komtv daarmede opvoeren. U kunt uw giften opvoeren
waarmede u dan vaak een goede dienst bewijst. Moge
lijk is uw arbeidsongeschiktheidsverzekeringspolis niet
aangepast en kunt u het verzekerde bedrag opvoeren
Ook deze premie is aftrekbaar. Kortom enkele mogelijk
heden zijn er wel!
LIJFRENTEPREMIE!
De aanleiding tot dit artikel is echter u te wijzen op
de mogelijkheid van het sluiten van een kapitaalsverze
kering met lijfrenteclausule tegen premiebetaling dan
wel tegen een koopsom. Jaarlijks mag f 7.500,lijfren
tepremie op het belastbaar inkomen in mindering wor
den gebracht. Deze fiskale aftrek wordt in 1977 ver
hoogd tot ƒ11.000,Helaas zijn echter de uitkeringen
bij expiratie belastbaar. Het is daarom niet helemaal
goud wat er blinkt, want het kan zijn dat we er te zijner
tijd zilver voor terugkrijgen! Laat u zich vooral ook op
dit punt objectief voorlichten. Bezint eer gij begint. Niet
temin, de mogelijkheid is er om met gespaarde belasting
centen een ..oudedags" voorziening op te bouwen. In
dien men jaarlijks een vrij hoog belastbaar inkomen ge
niet, kan een polis gesloten worden tegen premiebeta
ling. Het wordt dan wel een vaste last op de begroting.
Indien er echter, zoals in het agrarisch bedrijf veelal het
geval is, uitschieters zijn, adviseer ik u jaarlijks te be
zien of een koopsompolis met maximale aftrek niet te
prefereren valt. U ziet: alweer maatwerk. Beslist geen
konfektie, d.w.z. lopende band werk.
Hoe het ook zij, deze mogelijkheden kunnen nuttige
diensten bewijzen, omdat de aftrek ten laste komt van
de „TOP" van het inkomen. Bovendien beschermt u er
het gezin mee. De polis moet zodanig gekonstrueerd
zijn dat de uitkering bij overlijden vrij van inkomstenbe
lasting is. Hoe bestaat het dat dit in ons strenge fiskale
klimaat nog mogelijk is!
FISKALE OUDEDAGSRESERVE!
De wet Fiskale Oudedagsreserve in de volksmond
beter bekend als de FOR-regeling biedt u de moge
lijkheid een deel van uw bedrijfsvermogen voorlopig be
lastingvrij te bestemmen voor een oudedags-, weduwen-
en wezenvoorziening. Als u van deze regeling gebruik
maakt spaart u als het ware in uw eigen bedrijf voor de
„oude dag". Daar deze wet 1 januari 1973 van kracht
geworden is heeft u de toevoeging al enkele malen op
het aangiftebiljet voor de inkomstenbelasting vermeld
zien staan. Een toenemend gedeelte van het bedrijfsver
mogen wordt op deze wijze voorlopig belastingvrij be
stemd voor de „oude dag", dan wel als weduwen- en
wezenvoorziening. U kunt daardoor meer investeren
omdat een deel van de winst voorlopig geen belasting
vergt. Speciale nadruk leg ik steeds op het woordje
voorlopig, omdat u later bij beëindiging van het bedrijf,
b.v. op 65-jarige leeftijd toch weer over het gereserveer
de gedeelte belasting moet betalen, dan wel voor het ge
reserveerde bedrag een lijfrente moet kopen. U moet
met dit laatste wel rekening houden. De fiskus geeft,
maar neemt altijd weer terug! Hij speelt weinig voor Sint
Nicolaas, en stuurt liever de Zwarte Piet met de beken
de blauwgroene enveloppe. De volgende punten zijn
momenteel voor u van belang:
a. Het deel van uw bedrijfsvermogen, dat als reserve is
aangemerkt is in vrijwel alle gevallen thans nog te
laag voor een verantwoorde weduwen- en wezen
voorziening. De wet werkt immers nog maar 4 jaar
en bood aanvankelijk nog maar geringe opbouwmo-
gelijkheden. Het is dan ook praktisch altijd wenselijk
,te zorgen voor een uitkering bij overlijden van de
man. De weduwe kan dan eventueel afrekenen met
de fiskus of zij kan de uitkering gebruiken om het
bedrijf voort te zetten.
b. U moet er op bedacht zijn, dat bij beëindiging van
uw bedrijf er afgerekend moet worden met de fiskus
over de gevormde reserve of de reserve moet op
tafel komen voor een lijfrente die dan weer belast
baar is. Bij afrekening moet rekening gehouden wor
den met een belastingheffing van 2050 van de
gevormde reserve. Mogelijk een reden om tijdig een
spaarvoorziening te treffen middels een verzekering.
Is het gereserveerde n.l. niet beschikbaar dan moet
toch aan de fiskale claim worden voldaan.
Het zal u duidelijk zijn dat een premie voor een te
sluiten verzekering voor dekking van de oudedagsreser
ve fiskaal niet moet worden afgetrokken. Dat zou de
paarden achter de wagen spannen zijn. Wel is het zo,
dat u naast de fiskaalvrije oudedagsreserveopbouw de
premie voor een privé gesloten lijfrenteverzekering tot
een maximum van f 7.500,zoals reeds hiervoren ver
meldt, als persoonlijke verplichting mag worden afge
trokken. Op dit punt dus dezelfde rechten als werkne
mers, die dit mogen doen naast hun pensioenregeling.
U ziet het, vele vraagtekens! Wie over dit alles
nog eens wat meer wil weten, vraagt een gesprek
aan met zijn eigen organisatie, de Stichting ZW,
Postbus 70 te Goes. Bedenk wel: er bestaan geen
domme vragen! Wel domheden door niet te vra
gen!
CEVAAL.
GEMEENSCHAPPELIJK MONETAIR BELEID
De minister heeft verslag gedaan van de jongste discus
sies in de EG-raad van ministers over de monetaire com
penserende grensbedragen. Er is nog geen beslissing geno
men over het voorstel van de Europese Commissie om de
compenserende grensbedragen geleidelijk af te breken.
Het Landbouwschap heeft nogmaals zijn standpunt over
de grensbedragen herhaald. De instelling van monetaire
compenserende bedragen is gerechtvaardigd, mits deze tij-
gelijk zijn en in evenredige mate worden afgebroken zon
der de inkomenspositie in de landbouw te benadelen. Het
Landbouwschap is het dan ook in grote lijnen eens met het
voorstel van de Europese Commissie en vraagt de minister
in Brussel aan te dringen op beslissingen, voordat de nieu
we F.G-landbouwprijzen vastgesteld worden. De heer Van
der Stee deelt het standpunt van het Landbouwschap en
wijst erop, dat het niet gemakkelijk is tot overeenstemming
te komen gezien de belangen van de diverse lidstaten.
EG-ZUIVELBELEID
Minister Van der Stee heeft zijn indrukken weergegeven
van de eerste discussie in de EG-ministerraad over het zui
velbeleid. Het betreft de voorstellen van de Europese Com
missie in het kader van het aktieprogramma 19771980
voor een evenwichtige zuivelmarkt. De standpunten van de
diverse lidstaten ten aanzien van de onderdelen van het ak
tieprogramma lopen nogal uiteeni Volgens de minister zijn
compromissen dan ook onvermijdelijk.
Het Landbouwschap wil een spoedige beslissing voor pre
mieregelingen ten behoeve van de niet-levering van melk
en de omschakeling van melkvee. Het pleit voorts voor een
schoolmelkprogramma, waarin ook de in Nederland gang
bare half-volle melk opgenomen wordt. Het Landbouwschap
vindt dat het opleggen van een melkheffing niet gerecht
vaardigd is, voordat de gevolgen van de droogte voor de
inkomensvorming uitgewerkt zijn. Het aanvaardt in begin
sel wel de mogelijkheid om dit instrument opi een later tijd
stip te hanteren.
Ten aanzien van het opschorten van nationale en gemeen
schappelijke steunmaatregelen is het Landbouwschap het
met minister Van der Stee eens, dat dit mag leiden tot een
aantasting van de concurrentiepositie van de Nederlandse
melkveehouderij.
OMZETBELASTING
Minister Van der Stee heeft mededelingen gedaan over
het Brusselse overleg inzake de harmonisatie van de omzet
belasting. Met instemming is kennis genomen van het feit
dat de zogenaamde landbouwregeling, inclusief de speciale
regeling voor de veehandel, in Nederland voortgezet mag
worden. Er is nog onzekerheid over de positie van de niet-
grondgebonden bedrijven (onder meer veredelingsbedrijven),
die van de landbouwregeling uitgesloten dreigen te worden.
Het Landbouwschap wil dat de veredelingsbedrijven even
zeer de landbouwregeling mogen toepassen, zoals ook door
de Nederlandse regering (de ministers van Financiën en
van Landbouw) in Brussel bepleit is.
JN oktober verscheen de Memorie van Antwoord
van een ontwerp voor een nieuwe wet op het cen
traal testamentenregister. Er zullen niet veel mensen
zijn die met spanning op dit stuk hebben gewacht. Bui
ten de kring van het notariaat is dit wetsontwerp n.l.
van geen enkel praktisch belang. Daarmee bedoelen
we, dat alleen de notarissen praktisch met de wet op het
centraal testamentenregister te maken hebben. Indirekt
is deze wet echter toch ook voor anderen van belang.
Als namelijk in Nederland iemand een testament
maakt kan dit niet anders gebeuren dan bij notariële
akte. Wat nauwkeuriger kunnen wij zeggen, dat er in
ieder geval een notaris aan te pas moet komen. Het is
mogelijk, dat iemand zelf een testament maakt, maar
hij moet dat dan toch bij de notaris deponeren. In de
praktijk zijn wij deze soort testamenten, waar nog ver
schillende vormen van zijn, nooit tegengekomen. Het is
ook niet verstandig om een andere dan de gewone weg
te bewandelen. Wij gaan daar dus niet verder op in.
UEN testament wordt dus gemaakt bij notariële akte.
De notaris houdt in bewaring de oorspronkelijke
akte en pleegt aan de maker van het testament een af
schrift af te geven. Na overlijden van de testamentma
ker vinden de erfgenamen dat afschrift meestal wel en
ze weten dan dat er een testament gemaakt is. Maar het
is natuurlijk mogelijk dat er geen afschrift is afgegeven
of, en dat zal meer voorkomen, dat het afschrift in de
loop van de tijd kwijt is geraakt.
Bovendien weet men niet of het gevonden afschrift
wel het geldige testament bevat, want er kan later nog
een ander zijn gemaakt, waarbij het eerste is herroepen.
(~IM nu zoveel mogelijk zekerheid te hebben dat na
overlijden bekend is of iemand een testament
heeft gemaakt en zo ja, bij welke notaris, is in ons land
het centraal-testamentenregister ingesteld.
Dat is niet pas gebeurd, want de nu nog geldende wet
is van 23 februari 1918. Deze wet verplicht de notaris
sen om elke maand het departement van Justitie een
opgave te verstrekken van de testamenten die in de
voorafgaande maand via zijn kantoor zijn gemaakt. Niet
de inhoud van de testamenten wordt vermeld, maar wel
wie ze heeft gemaakt, zijn gèboortedatum enz.
Deze gegevens worden in het genoemde register in
geschreven en na een overlijden kan men opvragen of
de overledene een testament gemaakt heeft en bij welké
notaris dit is gebeurd.
TT/AAR gewerkt wordt worden fouten gemaakt en
het zou dus kunnen dat in het register fouten
worden gemaakt of dat wordt opgegeven, dat er geen
testament gemaakt is, terwijl dit wel het geval is. Die
kans is echter zeer klein. Men mag erop vertrouwen, dat
als het centraal testamentregister is geraadpleegd, men
weet of er een testament is of niet.
In de kortgeleden verschenen zevende druk van het
deel „Erfrecht" in de z.g. Asser-serie, worden een ne
gental „lekken" opgesomd, die tot gevolg hebben dat het
centraal testamentenregister niet volledig zou zijn. Dat
kan voorkomen bij nederlanders die in het buitenland
zijn geweest en daar een testament gemaakt hebben bij
andere dan nederlandse consuls, bij mensen met dubbele
nationaliteit en dergelijke. Als er niets bijzonders aan
de hand is, mag men op het register vertrouwen.
J? EN van de genoemde punten uit het genoemde
boek over erfrecht willen wij nog noemen.
Een mogelijk lek, d.w.z. een uiterste wilsbeschikking
die niet uit het testamentenregister blijkt, is dat bij co
dicil een executeur is benoemd, dus iemand die de open
gevallen boedel moet afwikkelen. U zult vragen. Wat is
een „codicil"?
Dat is een onderhandse, dus niet notariële verklaring,
die geheel geschreven is door een erflater, gedagtekend
en door de erflater ondertekend is en die dan een gel
dige uiterste wilsbeschikking is. Daar staat dus in wat
de erflater wil dat na zijn dood zal geschieden. Men kan
bij zo'n codicil echter maar weinig zaken regelen. Men
kan bij codicil n.l. alleen een executeur aanstellen, re
gels stellen voor de lijkbezorging en aan bepaalde per
sonen legaten geven van kleren of lijfstoebehoren, van
bepaalde sieraden en van bepaalde meubelen.
Dat kan ook allemaal bij testament. Codicillen kunnen
kwijtraken, ook verduisterd worden en men kan er an
dere narigheden mee hebben, b.v. niet gedagtekend zijn
enz,
Het zijn naar onze mening ondingen. Wie een uiter
ste wilsbeschikking wil maken, die gaat naar de notaris.
Dan zit hij safe!
PA AU WE.