Wat kost de bedrijfsverzorging
RESULTATEN
CEBECO-HANDELSRAAD
IN 1975/1976 GUNSTIG
Aardappeltelers opgelet Phomavrij pootgoed verplicht
Boer zijn als nevenberoep
Wintertarwe
of zomergraan
zaaien?
11
Wat krijg ik ervoor?
In de praktijk wordt er over de hulp van de bedrijfsverzorging
gesproken van "schreeuwend duur" tot "spotgoedkoop". Tussen
deze twee termen zit een verschil in benadering, maar ook een
verschil in prijs. De term "schreeuwend duur" is van de pessimist
als het gaat om f19,50 per uur. De term "spotgoedkoop" zegt de
optimist als het gaat over een tarief bij ziekte van O per uur. Het
verschil tussen deze bedragen is ook groot. Hoe zit het dan?
De boerenhulp verleent hulp aan leden middels een bedrijfs-
verzorger in alle voorkomende gevallen. In de eerste plaats de
hulp bij arbeidsongeschiktheid. Van de totale arbeidstijd van
alle bedrijfsverzorgers beslaat dit ongeveer 40 pet. Daarnaast
wordt hulp verleend bij vakantie of vrije dagen wegens familie
gebeurtenissen, vergaderingen en exkursies van de leden. Ook
wanneer de leden tijdelijk behoefte hebben aan extra hulp in
oogsttijden of anderszins kunnen zij een beroep doen op hulp.
De genoemde situaties doen zich. zo is de ervaring, niet mooi
verdeeld over het gehele jaar voor. Er blijven pieken en diepte
punten in de vraag naar hulp. Voorheen werden de dieptepun
ten veelal opgevuld door een verplichte roulatieregeling. Op
enkele gevallen na zijn de toerbeurturen afgeschaft. Daarvoor in
de plaats is meer en meer naar specialisatie van de bedrijfsver
zorgers. Met klauwverzorgen. stalspuiten, aardappelselektie,
veescheren. timmer- en metselwerk en andere taken kunnen
vele ledige uren worden gevuld. Daarvoor is het dienstenpakket
aan de leden aanzienlijk uitgebreid.
Prima vakmensen
Behalve voor arbeidsongeschiktheid wordt voor deze werkzaam
heden ongeveer f 19.50 per uur gerekend eventueel verhoogd met
een opslag van meegebracht gereedschap. Voor de uren. waarin
men slechts tijdelijk een vakbekwame hulp nodig heeft, is f19,50
niet overdadig veel. Deze uren zijn als het ware superrendabel. In
deze kan de bedrijfsverzorging meehelpen een effektieve aan
wending van prima vakmensen te bevorderen, hetgeen volledig
past in de strukturele veranderingen van de landbouw.
Bij arbeidsongeschiktheid is thans het tarief van de vierde tot en
met de twaalfde maand hulp f3 per uur. Dit is inderdaad spot
goedkoop. Het geeft ook aanleiding tot een gemakkelijk gebruik
zonder dat dit voor de vervanging van de boer strikt noodzake
lijk is. Op dit moment wordt dan ook met de leden overlegd, wat
in 1977 de weg zal zijn om het hogere gebruik en de voortgaande
kostenstijging door inflatie op te vangen. De besturen zijn van
mening, dat van alle leden een hogere bijdrage van f 100 moet
worden gevraagd en dat het tarief bij arbeidsongeschiktheid op
f10 per uur gesteld moet worden voor een jaar hulp bij arbeid
songeschiktheid exklusief de eerste week.
Extra voordelig
De jaarlijkse bijdrage per lid komt daarmee op f300 per jaar.
Deze kontributie garandeert in de eerste plaats hulp bij arbeid
songeschiktheid. Op welk moment men ook uitvalt, de be
drijfsverzorging verzorgt uw bedrijf. Wat is dat waard? Boven
dien krijgt u bij arbeidsongeschiktheid een korting op het uur
tarief van f10 per uur. Deze korting wordt over maximaal 40
uren per week gegeven, alsmede over weekenduren f7 per uur.
Deze korting kan dus ongeveer f450 per week ofwel f23.000 voor
een vol jaar bedragen. Welk risiko heeft men voor een bedrag
van f300 gedekt? Aldus lezen we in de "Landbode".
De Nationale Coöperatieve Aan- en Verkoopvereniging voor
Land- en Tuinbouw G.A. "Cebeco-Handelsraad" in Rotterdam
heeft in het per 30 juni 1 976 afgesloten boekjaar 1 975/1 976
een omzet behaald van 1,95 miljard; dit betekent een om
zetstijging ten opzichte van vorig jaar van 1 86 miljoen. De in
tonnen meetbare omzet steeg met 380.000 ton tot 4,46 mil
joen ton.
De omzet volgens de geconsolideerde resultatenrekening, die
de omzet van Cebeco-Handelsraad plus die van zijn meerder
heidsdeelnemingen aangeeft, bereikte een hoogte van 2,3
miljard; vergeleken bij vorig jaar een stijging van 300 mil
joen.
De omzet van de Cebeco-Handelsraad-groep, waarin samenge
vat de leden-coöperaties, Cebeco-Handelsraad èn de deelne
mingen, die in 1974/1975 3,3 miljard beliep, bereikte in
1 975/ 1 976 een totaal van 3,5 miljard
(landbouwbegroting '77)
Naar aanleiding van een vraag uit de Kamer over de positie ten
aanzien van hen die naast een ander beroep ook nog landbou
wer zijn, merkte minister Van der Stee het volgende op: Volgens
de beschikbare gegevens zijn er in ons land ongeveer 28.000
bedrijven waar meer dan 50% van het inkomen komt uit andere
bron dan de bedrijfsmatige agrarische inkomsten. Dit aantal
blijft vrij konstant. In deze groep treffen we veel oudere boeren
aan, die geen ander beroep hebben maar hun overige inkomen
verkrijgen uit vermogensinkomsten, A.O.W. e.d. De groep met
een echt ander hoofdberoep is in tegenstelling met de situatie in
West-Duitsland betrekkelijk klein. De bedrijfsgrootte is vrij
klein, gemiddeld ongeveer 5 ha.
Hoewel het vasthouden van het grondgebruik door oudere
boeren de intensiveringsdruk op de volledig agrarische bedrij
ven vergroot- er komt minder grond beschikbaar - kan begrip
voor deze vorm van boeren als nevenbedrijf worden opgebracht,
zeker indien dit leidt tot afstoten van de arbeids-intensieve
melkveehouderij. Bewuste bevordering lijkt echter niet gewenst.
West-Duitse maatregelen zijn vooral gericht op arbeidsverlich-
ting,*in ons land zijn voldoende mógelijkheden loonwerkers en
werktuigenkoöperaties in te schakelen.
Het uitoefenen van een echt ander hoofdberoep naast de land
bouw roept vraagtekens op. Deze kombinatie kan eigenlijk al
leen als het niet-agrarische beroep voldoende tijd overlaat voor
het uitoefenen van het boerenbedrijf. Als dit boerenbedrijf zich
beperkt tot bodemproduktie en niet te groot is, kan met loon
werk aan dit bezwaar tegemoet gekomen worden. Hoewel cijfers
ontbreken bestaat de indruk dat er nogal wat bedrijven zijn die
zich richten op de intensieve veehouderij (mestkalveren. mest-
varkens). Minister Van der Stee zegde toe. te zullen proberen via
sektor-gerichte struktuurtellingen meer inzicht in deze ontwik
kelingen te krijgen. In het algemeen merkte hij nog op dat in een
aantal gebieden in West-Duitsland de noodzaak tot het bevolkt
houden van het platteland en het risiko voor het ontstaan van
braakliggende gronden echter groter is dan in ons land. Verder
zal bijvoorbeeld een eventuele premie-regeling voor het niet
afleveren van melk het verschijnsel zeker bij de oudere boeren
in de hand werken. Derhalve zag hij geen aanleiding het boeren
als nevenbedrijf bewust te gaan bevorderen.
Part-time boeren kunnen evenzeer als de normale bedrijven een
beroep doen op de voorlichting. Deze voorlichting is beschikbaar
voor alle vormen van landbouw, inklusief de extensieve en alter
natieve landbouw.
ontleend aan het maandblad van
bedrijfsvoorlichting in Z-Holland
Saldo berekening wintertarwe, zomertarwe en zoniergerst per ha.
De resultaten van wintertarwe zijn in voor
gaande jaren in het algemeen aanzienlijk beter
geweest dan de resultaten van zomergraan. Dit
blijkt duidelijk uit de cijfers t.a.v. de L.E.I.-
bedrijven. Dit jaar waren de kg-opbrengsten
van de zomergerst bijzonder goed, terwijl de
wintertarwe normale kg-opbrengsten gaf. Bo
vendien is de kwaliteit dank zij dit mooie weer
bijzonder goed. Gezien het feit dat voor de
broodbereiding nu veel meer inlands graan
wordt gebruikt.
Het één en ander is in de prijsontwikkeling
goed te merken. Ook op het gebied van de
ziektenbestrijding is er de laatste jaren nogal
wat veranderd, waardoor de kosten, die de teler
moet maken om een goede opbrengst te beha
len, zijn gewijzigd. Om een goede mening te
kunnen vormen van welk graangewas de beste
resultaten verwacht mogen worden leek het ons
nuttig een berekening op te stellen. Deze bere
kening hebben wij opgezet volgens de zoge
naamde saldomethode. Bij deze methode wor
den de kosten van zaaizaad, bemesting, best
rijdingsmiddelen, rente en verzekering, drogen
en schonen en eventueel loonwerk afgetrokken
van de bruto-opbrengst. Het bedrag dat dan
overblijft noemt men het saldo. De zoge
naamde vaste kosten van het bedrijf blijven
hierbij buiten beschouwing.
wintertarwe
zomertarwe
zomergerst
kg/ha prijs bedrag kg/ha prijs bedrag kg/ha prijs bedrag
graan 6000 f45
f2.700
"5200
f45 f2.340
5000 f46
f2.300
stro 4000 f65
f 260
3500
f65 f 230
2500 f65
f 160
ngst/ha
f2.960
2.570
f2.460
toegerekende kosten:
zaaizaad
f125
f160
f 85
kunstmest
f180
f180
f135
onkruidbestrijding
f140
f120
f120
ziektenbestrijding
f190
f120
f 30
drogen en schonen
f 60
f 75
f 25
rente èn verzekering
f 75
f 75
f 75
totaal
f770
f730
f470
saldo bij
eigen mechanisatie
f2.190
f 1.840
f 1.990
maaidorsen stropersen
f 390
f 37Ö
f 3!
saldo
f 1.800
f 1.470
f 1.660
(ontleend aan het maandblad voor de bedrijfsvoorlichting in Z- Holland)
Elke ondernemer is verplicht voor de teelt van aardappelen in
Zuidwest Nederland pootgoed te gebruiken dat vrij is van
Phoma.
Hoe kunt u dit weten?
Hoe moet u handelen?
Telers van konsumptie-aardappelen
1. Wanneer u door de N.A.K. goedgekeurd pootgoed aankoopt
of zelf heeft geteeld voldoet u aan de eis dat het pootgoed vrij is
van Phoma en behoeft u verder geen maatregelen meer te ne
men. U dient de certificaten te bewaren in verband met kontrole
achteraf.
2. Wanneer u niet gekeurd pootgoed gebruikt moet dit pootgoed
op Phoma worden onderzocht. Na onderzoek krijgt u een
schriftelijke verklaring dat het pootgoed al of niet Phoma-vrij is.
Wanneer u pootgoed heeft geteeld voor eigen gebruik en u heeft
van dit pootgoed het uitgangsmateriaal (dus het pootgoed dat u
iit voorjaar heeft uitgepoot) reeds op Phoma laten onderzoeken
jan heeft u zo'n verklaring ontvangen en kunt u dit pootgoed in
1977 uitplanten. Wanneer u deze verklaring niet heeft moet dit
pootgoed nu op Phoma worden onderzocht.
U dient de schriftelijke verklaring dat het pootgoed Phoma-vrij
s zorgvuldig te bewaren in verband met kontrole achteraf.
Telers van pootgoed voor eigen gebruik
U gaat in 1977 voor eigen gebruik pootgoed telen.
Pootgoed dat bestemd is voor het seizoen 1978.U koopt hier
voor waarschijnlijk hoogwaardig uitgangsmateriaal, in elk geval
goedgekeurd pootgoed. Veel mensen gaan nu van de veronder
stelling uit dat dit pootgoed op Phoma is onderzocht en dat dit
niet nog eens behoeft te gebeuren. Dit moet echter wel.
Wanneer u NAK-gekeurd pootgoed uitplant voor de teelt van
konsumptie-aardappelen is geen Phoma onderzoek meer nodig,
wanneer u NAK-gekeurd pootgoed uitplant voor de teelt van
eigen pootgoed is wel onderzoek op Phoma vereist.
Immers u gaat pootgoed telen dat in 1978 wordt uitgeplant en bij
dit pootgoed hoort een verklaring dat het vrij is van Phoma.
Zonder verklaring mag u uw eigen gerooide pootgoed in 1978
niet uitplanten. Vandaar dat NAK-gekeUtd pootgoed waarvan
u pootgoed wilt rooien voor eigen gebruik nu moet worden
onderzocht.
Waarom niet?
Dat is erg eenvoudig. Wanneer u dit pootgoed niet voor het
uitplanten laat onderzoeken moet dit na het rooien gebeuren,
want anders heeft u geen verklaring dat dit pootgoed vrij is van
Phoma om in 1978 uit te planten. Daarom moet u het uitgangs
materiaal nu laten onderzoeken.
Wanneer u het uitgangsmateriaal laat onderzoeken op Phoma
en het is Phoma-vrij, dan krijgt u een verklaring dat de oogst van
dit uitgangsmateriaal in 1978 mag worden uitgeplant.
Samenvatting r
A. Konsumptietelers: 1. NAK-gekeurd pootgoed is op Phoma
onderzocht.; 2. Eigen gerooid pootgoed en niet NAK-gekeurd
pootgoed moet u laten onderzoeken op Phoma wanneer u nog
geen verklaring heeft dat dit pootgoed Phoma vrij is.
B. Telers van pootgoed voor eigen gebruik: Laat het uitgangs
materiaal, ook NAK-gekeurd pootgoed, nu op Phoma onder
zoeken. Wanneer dit uitgangsmateriaal vrij is. krijgt u een ver
klaring dat u uw eigen geteelde pootgoed in 1978 mag uitplan
ten.
Bewaar certificaat en gezondheidsverklaringen in verband met
kontrole achteraf.
Onderzoek op Phoma kunt u schriftelijk aanvragen bij de Keu
ringsdienst Delta Nederland, Postbus 122,Goes.
De bewaartemperaturen voor aardappelen zijn:
pootaardappelen 2- 4 graden C:
konsumptieaardappelen 4- 7 graden C;
chipsaardappelen 7-12 graden C
aardappelen voor de frite
en droogindustrie 5- 8 graden C.
De konsumptieaardappelen zullen dit jaar weer erg kiemlustig
zijn. Zodra de aardappelen droog zijn kan met "gassen" worden
begonnen. In de regel dient men de kiemremmingsmiddelen in
3 fasen toe t.w.:
Ie keer: 2-3 weken na het inbrengen van de aardappelen.
2e keer: in januari/februari.
3e keer: in maart/april.
Gebruik geen kiemremmingsmiddelen bij uw pootaardappelen.