(fep tip
<,s&:
zuidelijke landbouw maatschappij
ZONDER OVERTUIGING
z.l.m
VRIJDAG 5 NOVEMBER 1976
64e Jaargang - No. 3355
land- en
tuinbouwblad
ONS KOMMENTAAR
In dit No.:
Z.L.M.-voorlichting doet
een boekje open pag. 5
Zoutwaterinfiltratie
pag. 6
Bintje in de branding
pag. 7
■fc Gele Roestziekte in
1976 pag. 9
Rundvleesproduktie
met jonge stieren
pag. 10/11
teerd toen er terechte claims van het bedrijfsleven lagen
maar de middelen op dat moment ontbraken.
En voorts wordt de verbetering van de produktiestruk-
tuur in nogal wat gebieden meer en meer beperkt van
uit landschapskonservering en milieubehoud. Ook het
ministerie van landbouw richt hier vandaag de dag wel
erg sterk de aandacht op en verwacht blijkbaar met name
van beheersovereenkomsten e.d. wonderen.
In dit kader is de hele ontwikkeling van de landinrich
ting natuurlijk van groot belang. Met zoveel woorden
heeft nu ook de minister toegegeven dat het streefgetal
van 160.000 ha ruilverkaveling in 4 jaar wel niet gehaald
zal worden.
RISICO'S
IN zijn antwoord zet de minister nog eens duidelijk
op een rij de veelheid van extra risiko-faktoren in
het kader van zijn inkomensvorming waarmee de boer te
maken heeft. Meer en meer is daar ook de kontinuïteit
van de onderneming bij in het geding.
Van de verwijzing naar de aanvullende beleidsmaat
regelen in dit kader zijn wij overigens niet zo erg onder
de indruk. Immers de diverse toepassingen van de Rijks
groepsregeling Zelfstandigen blijven niet meer dap
noodverbanden in zeer bijzondere omstandigheden. Als
beleidsinstrument op zich spreekt ons, en naar wij er
varen zeer veel boeren en tuinders, de R.Z.-regeling in
het geheel niet aan. Het is en blijft een noodverband dat
zo weinig mogelijk toegepast behoort te worden. Veel
aansprekender is in dit geval de toezegging van de mi
nister dat de Studie Hofstra nog in 1977 tot wetsvoor
stellen zal kunnen leiden. In de miljoenennota 1978 kan
dan een bedrag van ruim 1 miljard gulden worden opge
nomen in het kader van een herziene belastingheffing.
Het is zeker gewenst dat deze gelden dan mede in be
langrijke mate de zelfstandige agrarische ondernemers
zullen toekomen.
PACHTBELEID
JTITVOERIG is de minister ingegaan op de vragen
naar het uitblijven van de toegezegde pachtnota.
De konstatering van de bewindsman dat beter direkt een
aantal konkrete voorstellen kunnen worden gedaan dan
eerst nog met een tussentijdse nota te komen, kwam
ons zeer onbevredigend voor. Immers wij hebben de in
druk dat de nota al een tijdje klaar lag. In elk geval heeft
minister Van der Stee de Kamer heel uitdrukkelijk toe
gezegd dat hij ervoor zal zorgdragen dat voor mei 1977
de nodige wijzigingen in het pachtnormenbesluit zullen
kunnen worden aangebracht, terwijl dan ook enkele ge
wenste wijzigingen van de pachtwet gerealiseerd kunnen
zijn.
Bij het pachtnormenbesluit gaat het er om dat de be
loning van de produktiefaktor grond weer meer in relatie
worden gebracht met de ontwikkeling der gemiddelde
bedrijfsresultaten. In zijn algemeenheid meer aandacht
voor ligging, kavelgrootte e.d. ten opzichte van het na
tuurlijk voortbrengend vermogen.
Bij wijzigingen van de pachtwet gaat het met name
om beperking van het verlengingsrecht en verruiming
van de mogelijkheid van pachtovername door de opvol
ger. Wij zien met spanning de wijzigingsvoorstellen tege
moet.
AARDGAS
ITITERAARD werd uitgebreid aandacht besteed aan de
aardgasprijzen voor de tuinbouw. Vrijwel unaniem
was de Kamer van mening dat de verhogingen het inko
men van de tuinder niet te zeer mogen aantasten. He
laas bleef het goeddeels bij deze mooie woorden. Dat is
met name teleurstellend na de krachtige taal die na het
besluit om het aardgas voor de tuinbouw met 1,9 ct per
m3 te verhogen van confessionele zijde werd gespro
ken. Nu stelde men zich met een beperkte verlaging van
het vastrecht tevreden. Met name voor de dit jaar zwaar
in de rode cijfers verkerende bloementeelt een moeilijk
te verteren zaak. Maar in feite ook voor de groentete
lers, die hun kostenpakket geweldig zien stijgen en nog
maar moeten afwachten of ze komend jaar weer zo on
gelukkig zullen zijn dat de oogst in sommige concurre
rende landen mislukt. Het is duidelijk dat over deze hele
aardgaszaak het laatste woord nog niet is gesproken!
LUTEIJN
zodat beter wordt overgebracht waar boeren en tuinders
wezenlijk mee bezig zijn.
Helaas moeten we konstateren dat daar ook bij deze
begrotingsbehandeling weer weinig van is terechtgeko
men. Eén ding zal de aanwezige leek wel duidelijk zijn
geworden, namelijk dat het blijft ontbreken aan een op
een duidelijke visie gestoeld samenhangend beleid. Im
mers de minister konstateert uitdrukkelijk dat het uit
gangspunt van zijn beleid is en blijft dat het inkomen
voor boer en tuinder uit de markt gehaald moet kunnen
worden. Terecht wordt in het verlengde hiervan dan ook
in de memorie van toelichting nog eens benadrukt dat
verbetering van de produktie-omstandigheden en kon-
kurrentiekracht der agrarische bedrijven hoge prioriteit
dient te hebben.
Wat zien we evenwel hiervan in de beleidsdaden te
rug? Het O.- en S.-fonds blijft veel te krap in zijn mid
delen zitten. De opmerking van de minister dat maatre
gelen treffen tijd kost en de geldvragende uitvoering
dus toch pas grotendeels in een volgend begrotingsjaar
valt is een wel doorzichtige poging om het tekortschie
tende beleid op dit punt te verdoezelen. Immers waarom
is dit argument dan nooit in de afgelopen jaren gehan-
behandeling van de landbouwbegroting in de
Tweede Kamer is vorige week een allesbehalve
indrukwekkend gebeuren geworden. De op de publieke
tribune aanwezige boeren en vooral tuinders zullen on
getwijfeld, evenals dat met ons het geval was, met een
onbevredigend gevoel naar huis zijn gegaan. Immers aan
de op zich al weinig indrukwekkende landbouwbegroting
1977 werden weliswaar zo'n 10 uur vergaderen besteed,
maar veel konkrete resultaten kwamen daarbij niet uit
de bus.
Het was maar al te duidelijk dat men vanuit de rege-
ringskoalitie het minister Van der Stee niet al te lastig
wilde maken, nu andere (verkiezings-)zaken al zoveel
aandacht vergen.
En dat terwijl er èn in de begroting zelf èn in de be
antwoording van de minister toch voldoende stof voor
een tot beleidsombuigingen leidende pittige diskussie
zat.
VISIE
IYE minister konstateerde in zijn antwoord terecht,
dat een doorzichtiger maken van het landbouw-
gebeuren voor de gewone man (consument) gewenst is,
Het ontbreekt de provincie Zeeland niet aan water. Maar jammergenoeg is er in droge jaren een
schreeuwend tekort aan zoetwater om beregening toe te passen. Kan er dan misschien iets met dat zoute»
water worden ondernomen om verdrogingsverschijnselen tegen te gaan? Om op deze vraag een ant
woord te krijgen, heeft de Kommissie waterbeheersing en ontzilting een onderzoek ingesteld naar de
mogelijkheden. Ing. B. van der Weerd heeft over de ervaringen met zout waterinfiltratie een verslag opge
steld. Op pagina 6 hebben wij hieraan het een en ander ontleend.
