8<j
clip
zuidelijke landbouw maatschappij
ONDERNEMEN EN INVESTEREN
ft
VRIJDAG 29 OKTOBER 1976
64e Jaargang - No. 3354
z.l.m
land- en
tuinbouwblad
De landbouw heeft in Zuid-Westen altijd strijd geleverd tegen het water. We hebben land gewonnen
en verloren. Dijken worden ook nu nog verzwaard om duidelijk de zee van het land gescheiden te
houden. De zee heeft ons tegelijkertijd echter ook in staat gesteld om een vooraanstaande plaats in
te nemen, bij de wereldhandel. Land- en tuinbouw produkten uit alle delen van de wereld worden in
het Rotterdamse havengebied geladen en gelost. Een moderne wereldhaven bevordert de afzet, en
schept kansen die anderen niet krijgen.
ONS KOMMENTAAR
ONDERNEMER worden en blijven in land- en tuin-
v bouw is vandaag de dag alleen nog mogelijk in
dien men de beschikking kan hebben over voldoende
omvangrijke kapitaalsmiddelen. Het geïnvesteerde ver
mogen per werker is immers in de landbouw in doorsnee
genomen aanzienlijk hoger dan in bijna alle industriële
bedrijfstakken. In sommige gevallen zelfs hoger dan de
zeer kppitaalsintensieve chemische industrie.
Het kapitaal kan daarbij ofwel als eigen ofwel als
vreemd vermogen ter beschikking staan. Van oudsher
heeft de landbouw altijd met een zeer hoog percentage
eigen vermogen gewerkt. Vreemd vermogen was met
name in grond en gebouwen (pacht) te vinden. Natuur
lijk is door de sterk gestegen vermogensbehoefte ook
in de land- en tuinbouw de rol van het vreemd vermogen
belangrijker geworden. Toch kan in percentages uitge
drukt nog niet van een zeer spectaculaire toename van
het vreemd vermogen worden gesproken.
Wij dachten dat dit ook niet te verwachten valt en bo
vendien niet goed mogelijk zou zijn. Immers juist de
land- en tuinbouw wordt ten opzichte van andere secto
ren van het bedrijfsleven met dusdanige extra risico's
geconfronteerd (weersomstandigheden), dat een fors
eigen vermogen als extra risicobuffer zonder meer nood
zakelijk is. Helaas moeten we constateren dat juist het
instandhouden van een sterke eigen vermogenspositie
steeds moeilijker wordt.
ZELFSTANDIGENAFTREK
UANDHAVING van eigen vermogenspositie is in feite
alleen mogelijk indien op termijn gezien het totale
ondernemersinkomen na aftrek van de collectieve lasten
daartoe de ruimte biedt. Daaraan heeft het de laatste
jaren nu juist ontbroken. Enerzijds noopt de hoge infla
tiegraad tot een forse toename van het eigen vermogen
om de situatie verhoudingsgewijs ongeveer in stand te
houden. Anderzijds lieten de bruto inkomens van de
laatste jaren, gevoegd bij de hoge collectieve lasten
weinig ruimte voor toename van het eigen vermogen. In
vele gevallen konden de dagelijkse gezinsuitgaven eigen
lijk alleen worden gedaan indien aan het eigen vermo
gen geen beloning werd toegekend of er soms zelfs op
werd ingeteerd. Op zich een ongezonde situatie waar
uiteraard met name een beteugeling van de inflatie en
In dit No.:
Belastingplannen 1977
pag. 4
Uit de Praktijk
pag. 5 en 6
Bestrijding van duist in
wintertarwe pag. 7
De voerbank in
Oudenbosch pag. 8
De maand november
op het Zuidwestelijk
landbouwbedrijf pag. 10/11
Tuintips
pag. 15
een verbetering van de rentabiliteit in de land- en tuin
bouw in eerste aanleg verbetering in kunnen brengen.
Daarnaast werkt natuurlijk ook dè wijze van belasting
heffing voor de zelfstandige ondernemer volstrekt on
juist. Immers dat deel van het inkomen dat nodig is om
het eigen bedrijf in stand te houden wordt ten onrechte
belast. Het is duidelijk dat met de huidige prijsverhou
dingen dit deel een veelvoud is van de 1600 gulden zelf
standigenaftrek, die men ook in 1977 wil handhaven. Wij
zien dan ook met stijgend ongeduld de eerste resulta
ten van de Commissie Hofstra tegemoet.
INVESTERINGSAFTREK
EEN fiscale regeling die ook in de land- en tuinbouw
goed funktioneert betreft de tijdelijke investe-
ringsaftrekregelingen.
De voorstellen om per 1 april 1977 deze investerings-
aftrekregeling om te zetten in een systeem van gedeel
telijk globaal en gedeeltelijk selectief werkende inves
teringssubsidies zijn bij ons dan ook slecht gevallen.
In de eerste plaats omdat met deze voorstellen de be
slissing of iemand al of niet voor een ..overheidspremie"
op investeren in aanmerking komt niet langer van het
besluit om tot investering over te gaan afhangt, maar
in belangrijke mate bij de centrale overheid komt te lig
gen. Wij vinden dit principieel niet te aanvaarden. Daar
naast doen zich ook een hele rij praktische problemen
voor. In kader van land- en tuinbouw willen wij slechts
noemen de strijdigheid van een .dergelijk selectief sub
sidiëringssysteem met het E.G.-verdrag.
Wij zijn dan ook van mening dat intrekking van de
voorstellen der regering op dit gebied de enig juiste
oplossing zou zijn. Wel is uiteraard een voortzetting
van het huidige, globaal werkende investeringsaftrek-
systeem ook na 1 april 1977 gewenst.
Daarbij dient naar onze mening wel overgegaan te
worden naar een systeem waarbij de aftrek op het be
lastbaar inkomen, wordt vervangen door een aftrek op
het te betalen belastingbedrag. De aftrek wordt daarmee
dus enkel en alleen nog gerelateerd aan de omvang van
de investering en niet meer (zoals nu bij ons progres
sieve belastingssysteem het geval is) tevens aan de
hoogte van het inkomen. Dit zou ook beter aansluiten
bij het voor de B V. en N.V. geldende systeem, waar het
vaste percentage der vennootschapsbelasting ervoor
zorgt dat het effect van de investeringsaftrek onafhan
kelijk is van de hoogte van de winst.
Niettemin, voorop dient te blijven staan dat de onder
nemersbeslissing om te investeren doorslaggevend dient
te zijn bij de vraag of iemand voor investeringsaftrek/
subsidie in aanmerking komt.
LUTEIJN.
DE AANSLAGREGELING
ZUIVERINGSHEFFING 1976
Nu de aanslagheffing Zuiveringsheffing 1976
„in de vorm van acceptgirokaarten" aan de hef-
fingsplichtigen zijn toegezonden of binnenkort zul
len worden toegezonden wijzen wij belanghebben
den op het volgende. De mogelijkheid bestaat na
melijk dat ten onrechte een bedrijfsaanslag is dan
wel wordt opgelegd, want het is de waterschappen
niet mogelijk gebleken alle bedrijven te kontroleren
alvorens tot verzending van de aanslag over te
gaan.
Is dat naar uw mening het geval dan dient een
bezwaarschrift te worden ingediend bij het dage
lijks bestuur van het betrokken waterschap. Let U
erop dat een bezwaarschrift moet worden inge
diend binnen 2 maanden na de dagtekening van
het aanslagbiljet!