UIT DE PRAKTIJK 5q9E SO//g7 Schade aan grasland door droogte valt mee! Aardappelen wonnen in september nog veel extra kilo's Inzaai wintertarwe begonnen Aardappelopslag bestrijden met niet kerende grondbewerking 5 Nog steeds zijn niet alle aardappelen in ZUID-BEVE LAND geoogst. Het gaat nu toch wel laat worden. De risico's worden steeds groter- Typisch is dat op vele percelen de aardappelen nog steeds niet vlot van het loof willen loslaten. Ook gaan er wat problemen komen met de naweeën van -het glas in de knollen. In een aan tal partijen komen steeds meer van die wateraardappe len, zogenaamde waterzakken voor. Tracht de aardappe len zo snel mogelijk droog te maken. Over de gemiddel de opbrengsten was men in het begin pessimistisch, nu denkt men daar wat optimistischer over. Vooral by de laatste percelen zijn er duidelijk meevallers. De prijzen zijn even wat flauwer geweest, nu zijn ze weer wat aan getrokken. Het suikerbietenrooien is op sommige bedrijven al een heel eind gevorderd, op andere bedrijven is nog niet veel gerooid. Tot nog toe gaat de afvoer vlot. De op brengsten alsook het suikergehalte variëren zeer sterk. Op een aantal bedrijven zijn de ibieten gewoon een mis- Sinds onze vorige bijdrage hebben we op WALCHE REN nogal wat regen gehad. Geen grote hoeveelheden, maar wel verspreid over verschillende dagen. Vooral het rooien van de aardappelen stagneerde daardoor. We hopen op een wat lange droge periode van minstens een •week, zodat het aardappelrooien klaar «kan komen. Op verschillende bedrijven moeten nog flinke oppervlakten gerooid worden. Overigens blijkt wel dat het lang groen-houden van deze percelen beloond is met een flinke opbrengstvermeerdering. Diverse telers van aard appelen moeten, gelukkig in gunstige zin, hun rekening nog een keer overmaken. Het aantal glazige knollen lijkt wel mee te vallen. Uitgezonderd op de droogtegevoelige gronden, blijkt de kg-opbrengst van de aardappelen, ge zien de verwachtingen medio augustus, veel beter dan verwacht Het rooien van de suikerbieten vindt geregeld voort gang. Vooral de bieten op de droogtegevoelige gronden vormen nu veel nieuw blad. De vraqg is of de wortel- groei nog van betekenis zal zijn. Het suikergehalte zal er zeker niet op vooruitgaan. Hiervan horen we nogal wat uiteenlopende cijfers, zo van 15,'5 tot 17,5 suiker. De vraag naar bietenkoppen en -blad staat momenteel op een laag pitje. De enorme grasgroei door de nog hoge temperatuur voor deze tijd van het jaar, dringen ken nelijk de voederproblemen voor het aanstaande stalsei- zoen wat naar de achtergrond. Mogelijk „mikt" men op een lange weideperiode, waardoor de moeilijke stal- periode zou verkorten. Al met al lijkt het toch wel ver standig om de v.oederbehoefte voor de aanstaande stal- periode maar zo goed mogelijk in te dekken. We moe ten ook maar weer afwachten hoe vroeg of laat, de nieu we weideperiode volgend jaar zal beginnen. Eén ding staat vast: van de ingezaaide raaigrassen en voederwik- ken zal geen hoeveelheid voer van betekenis gewonnen kunnen worden. De ontwikkeling is daarvoor te gering. Wat de kg-opbrengsten van de bieten betreft, deze zijn op de niet droogtegevoelige gronden zeer goed. Vooral op de zwaardere komgronden zijn de kg-opbrengsten bijzonder gunstig. Door het droge weer en de goede bodemstruktuur hebben de wortels een fraaie vorm met vrijwel geen vertakking Gedurende de 2e helft van oktober zal er in WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN weer veel wintertarwe worden gezaaid. Het zaaibed ligt er overwegend goed bij, zodat zaaizaadhoeveelheden van rond 130 kg per ha veelal voldoende zullen zijn. Niet alleen in de proeven maar ook in de praktijk hebben we ervaren dat we met minder zaaizaad kunnen volstaan dan we tot voor en kele jaren nog meenden te moeten gebruiken. Het ge was kan beter uitstoelen en groeit gezonder op. Ook ko men er minder fijne onderaartjes voor. Het feit dat we ook de zaaizaadkosten met zeg maar =t= 40 gulden per ha kunnen drukken telt natuurlijk ook mee. Zo te horen zal er een groot scale van rassen worden uitgezaaid. Cle ment staat weer meer in de belangstelling. Toch lijkt het goed dat te grote uitbreiding achterwege blijft, niet alleen i-v.m. de gele roèst-gevoeligheid, doch ook doordat het samen met Anouska tot de rassen met een onvoldoen de geschiktheid voor broodbereiding zou behoren. Je weet maar nooit hoe het er volgend jaar uitziet. Wij willen vanaf deze plaats ook nog waarschuwen voor mogelijk nadelige gevolgen van restanten bodem herbiciden d:e in gewassen als mais, aardappelen en sui kerbieten zijn gebruikt. Vanmorgen zagen we nog flinke schade in koolzaad wat gezaaid was na vlas en waarin gewas, terwijl men op andere ibedrijven met uitzonder lijke hoge opbrengsten te maken heeft. De meest door de droogte in opbrengst getroffen percelen hebben door wat hernieuwde bladgroei nu de grootste dalingen in het suikerpercentage laten zien. Er worden nog al wat suikerbietenkoppen en -blad verzameld. Minder als eerst toch werd verwacht. Hoofd zakelijk blijven ze nog in de direkte omgeving Door de hernieuwde grasgroei is de vraag thans duidelijk minder groot. Vast staat wel dat nu achteraf bezien het grasland veel minder heeft geleden als eerder werd verwacht. Overzaaien zal nog niet op zoveel percelen noodzake lijk zijn. De snijmais is zo goed als volledig geoogst. Wat er nog een korrelmais was, is vrijwel allemaal in de vee voedersector verdwenen. Er is al behoorlijk wat geploegd voor de inzaai van wintertarwe. Enkele percelen worden gezaaid op flinke diepte met de cultivator bewerkte grond. Alleen als de grond niet te fijn ligt, is dit aanbevelenswaardig, an ders kunnen de risico's door verslemping wel eens te groot zijn. Wat de rassenkeuze betreft blijkt het ras Clement 2 jaar terug vergruisd, nu in 1976 weer zeer goed een groot percentage voor de uit te zaaien oppervlakte voor zich op te eisen. Overdrijving met de oppervlakte van dit ras lijkt gezien de risico's met gele roest, niet gewenst. Lely en Manella zijn de twee rassen die in oppervlakte zullen volgen. Het is zonder meer noodzakelijk dat op de percelen waar geen graszaad zal worden ingezaaid een bodem- hehbicide wordt toegepast. Voorzichtigheid is hierbij zeer zeker geboden, overdrijf de hoeveelheid niet. Hoe het bouwplan er verder voor 1977 uit zal zien, is nog lang niet te zeggen Volgens wat gegevens zou voor circa 60 a 70 van de oppervlakte al pootgoed zijn aangekocht. Of er voor de overige oppervlakte nu nog voldoende pootgoed aanwezig zal zijn en tegen welke prijzen, dient afgewacht te worden. Er wordt heel wat wintertarwe gezaaid Voor velen is de* grote vraag hoe krachtig zijn de residuen van de bodem herbiciden, die in het afgelopen seizoen zijn gebruikt, op gewassen als aardappelen of mais. Tenslotte willen we nog een oud stokpaardje beryden wat het winterploegen betreft. Breng uw zware klei- en zogenaamde rode komgronden tijdig op wintervoor. Het liefst onder zo gunstig mogelijke omstandigheden en vóór eind oktober! Doe het dus nu! Ploeg zo vlak moge lijk. Lukt dit niet, dan later wat vlak trekken met de cultivator. Bovengenoemde kreten zijn een vereiste om volgend jaar een goed zaaibed te verkrijgen. afgelopen voorjaar met Venzar was 'gespoten. Ook voe derwikke en stoppelknollen ondervinden flinke schade van de residuen van dit soort middelen. In twijfelgeval len is het zeker verstandig een bespuiting met een bo demherbicide dit najaar achterwege te laten. Ondanks de regen die er om de paar dagen valt, gaat het rooien van aardappelen en bieten gestaag door. Het suikergehalte van de bieten is aan de lage kant: 1416 Over de tarra wordt veel geklaagd. Zoals bekend lopen de kg- opbrengsten sterk uiteen. Enkele boeren in het grensge bied hebben hun suikerbieten gedeeltelijk aan het vee opgevoerd. Er komt nu ook wat meer belangstelling voor het bietenloof. De prijzen hiervoor zijn op een re delijk niveau gebleven. Met de oogst van de bruine bo- nen.gaat het dit jaar bijzonder traag- De eerste percelen werden zeker al tien weken geleden gedorsen. Nu staat wellicht nog 40 a 50 op de ruiter. Het raaigras, gezaaid in de stoppels en bestemd voor voederwinning, is zeker voor 90 mislukt. Een enkel perceel loont de moeite om te maai enof te hakselen. Rest ons nog te vermelden dat er een grote belangstel ling bestond voor de Voorlichtingsavond aan de vee houders, waüiin de voederpositie en R.G.Z. aan de orde werden gesteld. Wanneer deze bijdrage uit NOORD-BEVELAND wordt geschreven is oktober al weer 'n 10-tal dagen oud. Wan neer we 'het gebied bezien dan is men goed bij met de werkzaamheden. De bietenoogst verloopt vlot en er is al behoorlijk wat land op wintervoor geploegd. Door de moderne suikerbletenoogst met de zes-rij ige systemen is de tijd die de oogst vereist sterk gereduceerd. Deze ruimte in de arbeidsorganisatie in de herfst zou omgezet moeten kunnen worden in productieverhoging. Deze pro- duktiestijging zou uit de aardappelen kunnen komen door te trachten het groeiseizoen van dit gewas op ver antwoorde wijze te verlengen Van 't jaar hebben we weer eens kunnen zien wat een aardappel nog in de maand september kan groeien. Tengevolge van de doorwas en het slecht loslaten van het loof zijn er nogal wat knolletjes op de akker achtergebleven. Uit het oogpunt van aardappelopslagbe- strijding lijkt het dan ook een aantrekkelijke zaak om op de wat zwaardere gronden een niet-kerende grond bewerking toe te passen. Van 't jaar blijven we echter wel met het probleem zitten van de mogelijke residuen van bepaalde bodemherbiciden die in de aardappelen zijn toegepast. Begin september is al gewaarschuwd voor de mogelijke gevolgen hiervan voor het te zaaien win- tertarwegewas. Nu zijn we inmiddels een maand verder én hebben een behoorlijke hoeveelheid neerslag gehad. Men vraagt zich nu dan ook af of hierdoor de situatie niet geheel is veranderd. Het blijft moeilijk om hierop een concreet antwoord te geven, maar men moet wel bedenken dat de afbraak van chemische middelen in hoofdzaak langs biologische weg plaats vindt en in min dere mate door uitspoeling. Wanneer toch wordt be sloten om bfit aardappelland diep te cultivateren, kan men, op percelen waar duist, kamille en/of muur geen probleem vormen, de najaarsonkruidbestrijding uitstel len tot het voorjaar. Is dit niet mogelijk, dan is het raadzaam om met de dosering aan de voorzichtige kant te blijven. De residuen van Patoran en Sencor kunnen n.l. aan de bodemherbiciden, die in de wintertarwe wor den toegepast, een versterkte werking geven. Vanwege het tekort aan wintervoer op de meeste bedrij ven is voor de veehouders in ons gebied een speciale voor lichtingsbijeenkomst gehouden. De publieke belangstelling hiervoor was ontzettend groot. Het geheel samenvattend moet men toch wel erg onder de indruk komen van de spo ren welke de extreme droogte in deze sector heeft achter gelaten. Vele magen moeten a.s. winter gevuld worden en dat is bij de huidige voederpositie, geen geringe opgave. Een rund heeft wel vier magen, maar dat wil nog niet zeggen, dat men daar ongestraft alles maar in kan stoppen. Vele ziekteverschijnselen en problemen kunnen ontsatan bij een ontoereikende en ondoelmatige voeding. Herkauwers ver teren ruwvoer zoals hooi en stro beter dan andere dieren. Door hun samengestelde spijsverteringsorganen zijn ze daartoe beter in staat. Speciaal de gistingsprocessen welke in de pens ontstaan onder invloed van bacteriewerkingen tasten de ruwvezel sterk aan. Gedwongen door de huidige omstandigheden mogen we échter rantsoenveranderingen toch niet te snel doorvoeren gezien genoemd bacteriënleven. Van belang is, dat de kwaliteit van het rantsoen op hoog niveau staat en dat de verhouding van de bestanddelen goed is. Hoe en wat te voeren deze winter is een studie apart en daarvoor kunnen we een berekening opstellen aan de hand van een daarvoor bestemd formulier. Wat is er op het be drijf aanwezig is de basis voor deze berekening en de slot conclusie is wat we nog moeten aankopen. Extra kracht voer kan slechts gedeeltelijk ruwvoeders vervangen, maar toch mogen we hiermede boven de norm van normale jaren gaan en kunnen zodoende wat besparen op de ruwvoeders. Het gaat er dus om in welke vorm een goed rantsoen het goedkoopst is. Veehouder zijn is geen eenvoudige taak, maar juist een vak waarin ontzettend veel gerekend moet worden. Vooral nu de melkgift sinds eind juni zo sterk gedaald is, is het een enorme opgave om weer tot een hogere produktie per koe te komen. Hoe we dat allemaal gaan financieren is voor velen toch wel een klemmende vraag. Het voortbe staan van het bedrijf komt daarbij in het geding, maar ge lukkig kunnen we daarvoor hulp krijgen. Normen voor deze hulp zijn de levensvatbaarheid van het bedrijf, de vermo genspositie van het bedrijf, het normaal inkomensniveau van het bedrijf en het benodigde bedrag. Dit genoemde be drag is de schade welke is ontstaan door de langdurige droogte met alle gevolgen van dien. Nu de stalperiode zo weer voor de deur staat wordt het wel zeer urgent te weten wanneer deze hulp geboden wordt en wat de kosten van deze hulp zijn voor de eerstkomende jaren. Momenteel sneu velt er door het hardgroeiende najaarsgras ook nog heel wat vee en zo is er weer een nieuwe factor toegevoegd aan de geweldige droogteschade. De bedragen welke met dit alles gemoeid zijn kunnen ontzettend oplopen en daarom zullen we niet moeten schromen om bij de bevoegde instan ties voor hulp aan te kloppen. Het eigen bestaan en het voortbestaan van het bedrijf zijn beslist de moeite waard om er een formulier voor in te vullen. Een Zeeuw hangt niet graag de vuile was buiten, maar binnen kan het op den duur toch wel eens te benauwd gaan worden en dat hoeft beslist niet. Voer van een goede struktuur is een nieuw begrip in de moderne veevoeding en geld in de kast is een eeuwenoud begrip waar ook de boer van vandaag niet buiten kan.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 5